31-08-2011

Columns van Harrie (Augustus 2011)


De grote leegte in het vreemde / Verkeer / 05-08-2011

Daar ligt ie dan op de grond. Basaal, rechthoekig en keihard zichzelf te zijn. Vuurrood tot op zijn kaken. De grote drukte rondom hem heen laat hem koud. Het stoort hem niet. Vanuit zijn geaardheid beseft hij dat drukte vanzelf weer overgaat. Hoe vaak hij wel niet betast, bepoteld en besnuffeld is de afgelopen dagen. God mag het weten. Geen krimp heeft hij gelaten. Eigenlijk geniet hij stiekem van alle aandacht. Nou ja, tot op zekere hoogte. Ook aanzien kent grenzen natuurlijk. Hij is wel geschrokken dat zoveel mensen zich ineens bekommerden om hem. Er is zelfs een dokter bijgehaald. Wie? Ja precies, die ja. Dokter Wie. Een mafketel met een felgekleurde sjaal. Deze dokter schijnt alle raadselen die het universum voor vlakkelanders uit het sterrengat Joepilèr verborgen houdt, te onderzoeken en verklaren.

Eén ding is zeker. Dokter Wie krijgt hiermee een grote klus voor zijn kiezen. Hij mag dan een groot aantal raadsels doorgrond hebben in sterrengat Joepilèr, waar hij nu mee te maken krijgt is andere koek. De dokter weet dat en dat is te zien. Hij heeft een veiligheidsjas en veiligheidslaarzen aangetrokken en maant de grote menigte tot rust. De menigte is erg bang. Waarvoor zou je denken? Nou gewoon voor het vreemde. De eerste zorg van de dokter is om rust te brengen. Hij spant een groot roodwit lint rondom de plek waar het vreemde ligt en maant de menigte afstand te nemen. Het vreemde blijft onbeweeglijk liggen en luistert goed naar wat de menigte te zeggen heeft.

Waar komt ie vandaan? Gisteren lag hij er nog niet. Van horen zeggen wordt verteld dat ie erg agressief kan worden. Dat verklaart zijn rode kleur. Zie ik het goed? Volgens mij wordt ie steeds roder. Als dat maar goed gaat. Straks ontploft ie nog. Ik heb ook gehoord dat hij in samenwerking met anderen in staat is om grote werken te verzetten. Dan kun je op hem bouwen en is hij een bindende factor. Staat wel in contrast met zijn agressie maar ach. Hij die vrij is van zonden ... En zo murmelt de menigte maar verder. Dokter Wie heeft intussen zijn onderzoeksgereedschap tevoorschijn gehaald. Voor de zekerheid heeft hij ook een mondkapje opgezet. Het vreemde vreest het ergste. Dit zou wel eens een heel vervelend onderzoek kunnen worden.

Het vreemde wordt eerst gewassen. Met een vreemd soort water dat hij niet kent. Het geeft wel veel energie als hij het naar binnenslurpt. Het komt zeker van Mars. Daar hebben ze onlangs water ontdekt. Stromend nog wel. Tot in z’n poriën voelt hij de energie binnenstromen. Het narcotiseert als het ware. Na 10 seconden valt hij dan ook in een diepe slaap. Gelukkig maar. Omstanders uit de menigte verklaren later dat de boor die de dokter gebruikt een oorverdovend lawaai maakt. Aan het gat in zijn lijf is te zien dat er gebruik is gemaakt van een grote maat boor. De dokter heeft niets kunnen vinden. Wat een bak. Dat had hij hem ook wel kunnen vertellen. Enfin, met een plug en pleister is het gat weer gauw gevuld. Gelukkig heeft de dokter niet tot op de kern geboord. De grote leegte die hij dan gevonden had zou pas echt tot onrust geleid hebben onder de menigte. De grote leegte dat is pas iets om bang van te worden.


Woeste hoogte / Verkeer / 16-08-2011

Verloren dwaalde dokter Wie langs dennenbomen en berkenbosjes. Iets had hem gelokt. Hij wist alleen nog niet precies wat en wie. Een bijna onweerstaanbare behoefte het bos in te trekken, dat was wat hij die ochtend gevoeld had tijdens het ontbijt. En dat allemaal naar aanleiding van een klein stemmetje dat door de keuken dwaalde en linea recta zijn linkeroor was ingevlogen.

Het bleef daar rondspoken en deed een appèl op hem. Je moet het bos in, vandaag nog. Dat leek het stemmetje hem te zeggen. Het stemmetje gedroeg zich zeer irritant. Het leek wel een vreemdsoortige oorhorzel. Brommend, zeurderig en stekend was zijn klaagzang. Niet om aan te horen. Er zat dan ook niets anders voor de dokter op dan het verzoek van het vervelende stemmetje in te willigen.

Het weer dat was voorspeld voor die dag leek nergens op. Maar ja, dat was al weken zo. Het kon de dokter ook niet deren. Een regencape, een kleine rugzak, wat bammetjes om op te eten en een flesje drinken werden in een mum van tijd uit de schuur, koel- en broodkast bij elkaar verzameld. Alsof het een dagelijkse praktijk was. Eigenlijk was dat ook wel zo. De dokter was een fervent wandelaar. Het kon wel eens nat zijn in het bos, dus deed de dokter voor de zekerheid ook maar de wandelschoenen aan. Falkesokken werden ook niet vergeten. Een linkse en rechtse sok, wel zo gemakkelijk. Voor de luie en gedesoriënteerde wandelaar waren de letters L en R in rood katoen in grote letters op de blauwe wreef gestikt. Complementair. Wel zo handig. Schiet eens op, had de oorhorzel in zijn oor gedramd. Die zeurde nu vooral in het rechteroor. O ja, een zakmes mee, dat was ook wel zo handig. Je wist het maar nooit in het bos, zeker niet in een eilandbos.

Het eilandbos voelde eenzaam en verlaten. En nog steeds wist de dokter niet wat hem nou precies lokte. Een stem alleen dat kon het niet zijn. Hier stak meer achter. Als een verschrikte Catweazle keek de dokter om zich heen. Achter elke den, eik of berk verwachtte de dokter een ernstig gevaar. De stem in zijn hoofd was verdwenen en had plaats gemaakt voor een lichte ruis. Een ruis die steeds meer rond zijn beide oren begon te suizen. Het leek ook alsof de wind wat meer toenam. Dit had de dokter nog niet eerder meegemaakt in zijn eilandbos. Het gesuis in zijn oren werd steeds heftiger.

Niet alleen de oorsuizingen namen in heftigheid toe. Ook de wind begon krachtiger te waaien. Die loeide tussen de bomen door. In het kielzog van de wind kwam gele stuifzand mee. Het zand kwam van woeste hoogte en schuurde het gezicht van de dokter. Het liet diepe sporen achter op de tronie van de dokter. Boven de gekleurde sjaal van de dokter schreeuwden oog- en gezichtsrimpels moord en brand. De dokter trok zijn sjaal wat hoger op. Het gehate stemmetje liet ook weer korzelig van zich horen. Of de dokter de woeste hoogte had zien liggen en wat die hoogte met hem deed. Het deed de dokter niets. Woest was niet eenzaam en grote hoogtes kon de dokter makkelijk hebben. Het stemmetje hield aan. En de pieken en dalen dan? Wat dacht de dokter daar dan van?

Het kwartje begon eindelijk bij de dokter te vallen. De slechte zomer had wintergeesten doen ontwaken. In zijn oren was deze ochtend een verdwaalde winterkoning gevlogen, volledig in de war. Die had de dokter in de waan van een vervroegde skivakantie gebracht. De tekens waren dit keer overduidelijk en niet mis te verstaan. Met oorsuizingen op de lange latten. Over hoge pieken en door diepe dalen. Niks geen gele stuifzand maar door onvervalste witte stuifsneeuw. Vers gevallen niet in Klein Holland maar ergens ver weg in Nieuw Zeeland. Misschien moest de dokter dit jaar toch maar eens wat eerder boeken.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

03-08-2011

Het Gouden Glimlachje

Ik sla de advertentiepagina open van het plaatselijke leugenaartje en schiet in de lach bij een merkwaardige advertentie. Een blijde wulpse dame kijkt me verleidelijk aan. Ze staat achter een kleurrijke balie. Boven de balie hangt een groot bord met de tekst ‘Welkom bij Klantenopvangcentrum Het Gouden Glimlachje!’. Onder de schreeuwletters staat nog een kleinere tekst. ‘Oplossingen op maat voor al uw klantvragen én -problemen. Eerste consult gratis. Bel 06-109708605 voor een afspraak.’ Op de balie zie ik een lamp staan in de vorm van een groot hart.

Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Is dit een grap of een serieuze zaak? Ik wil er het mijne van weten en hang meteen aan de telefoon. Een mevrouw met poezelige geeft antwoord. “Hallo, met Klantenopvangcentrum het Gouden Glimlachje, waarmee kan ik u van dienst zijn?” Ik kom meteen to the point. “Beste mevrouw, ik las vandaag uw advertentie in de Koerier en vroeg me af wat het Gouden Glimlachje voor mij kan betekenen?” “Ha, ha, meneer u bent een leukerd, u kaatst de vraag terug, nu heeft u een serieus probleem.” Ik laat een kleine stilte vallen en antwoord: “Ja, daar bel ik dus voor, mijn vragen leiden altijd tot problemen.” “Nou meneer, in dat geval bent u bij ons aan het juiste adres. Wij bieden maatwerkoplossingen voor zowel vragen en problemen. Het eerste consult is gratis, dus roept u maar, wanneer kunt u langskomen?”

De directheid waarmee ik aangesproken wordt vraagt om een doortastend antwoord. “Nu meteen mevrouw, kan dat?” “Dat kan meneer, maar dan heb ik wel eerst wat gegevens van u nodig.” Onmiddellijk voel ik argwaan opkomen. “Graag wil ik even het klantenprofiel met uw doornemen, puur administratief, is dat goed?” “Nou vooruit dan, ik ben vandaag in een goede bui, vraagt u maar.” “Hoelang bent u al klant?” “Mmm … moeilijke vraag, vanaf mijn geboorte denk ik.” “Bent u een tevreden of ontevreden klant?” “Dat hangt ervan af, ik heb zo mijn behoeftes. Zolang die gekoesterd worden ben ik tevreden, anders niet.” “Klinkt logisch meneer, ik vul beiden in: tevreden en ontevreden. De volgende vraag. Bent u als klant meegaand of lastig?” “Dat hangt geheel af van de stemming waarin ik verkeer mevrouw. Vandaag ben ik meegaand.” “Wel meneer, dan vul ik ook hier beiden in: meegaand en lastig.”

“Nu nog een persoonlijke vraag meneer, u hoeft die niet te beantwoorden, maar ik raad het u wel aan. Voor u eigen gemoedsrust. Begrijpt u? Wat is het u waard om antwoord op al uw vragen en problemen te krijgen?” Die vraag stemt tot nadenken. “Nou mevrouw, daar vraagt u me wat. Indien het bevredigende antwoorden oplevert, veel, heel veel. In tijd en geld is dat voor mij niet uit te drukken. Daar wilt u zeker naartoe mevrouw, niet waar?” Het is even stil aan de andere kant van de lijn. “Tsja meneer, er hangt natuurlijk wel een prijskaartje aan onze dienstverlening. Maar daar komen we samen wel uit, toch? Onze klanten zijn over het algemeen zeer tevreden en zeer gul. Gaat u akkoord als ik bij deze vraag ’alles’ in vul?” De poezelige stem klinkt onweerstaanbaar maar ik antwoord resoluut. “Laat u die vraag nog maar even open staan, mevrouw, tot na het gratis consult met uw goedvinden.”

“Best meneer, wilt u dan wel zo vriendelijk zijn om al uw klantvragen én -problemen duidelijk op een A4 te schrijven. Want tot zover reikt het gratis consult. En ja, ik weet het, een A4 is lang niet toereikend om alles duidelijk te formuleren. Maar alleen op deze wijze kunnen we antwoorden garanderen die u een gouden glimlach bezorgen. In de beperking toont zich de meester niet waar? Ik hoef u natuurlijk niet uit te leggen dat in een juiste formulering van de vraag, het antwoord vaak al schuil gaat, ha, ha. Wij worden samen slapend rijk meneer. Begrijpt u? Ja, u en ik. En ik kan u nu al vertellen meneer, als u hier vandaan gaat bent u weer helemaal het mannetje. Dan voelt u zich weer koning. Koning klant. Komt u nu maar snel. Zullen we zeggen tot over een half uur?” Ik krijg geen tijd meer om antwoord te geven. De dame in kwestie heeft ingelegd. De boodschap is duidelijk. Ik noteer het adres met een vette glimlach. Op naar goud. Het A4 schrijf ik in een mum van tijd vol. Geen probleem.

Mien

Geschreven voor website Gek op Klanten