30-04-2011

Columns van Harrie (April 2011)


Ruziënde eiken / Gein & Ongein / 04-04-2011

Gris mich nich. Dat ik dit moet meemaken op de eerste boomklopdag in april. Typisch een gevalletje van weersomslag. Ach, april doet wat ie wil. Niets zo vervelend als ruziënde eiken in het bos. Wat gaan ze hard tegen elkaar te keer. Ze overstemmen zelfs het geluid van het stalen ros van de zwarte ridder. Zonder zijn gehoor weet de zwarte duivel zich geen weg. En hij weet het, de witte wieven liggen op de loer. Om hem een poets te bakken. De zwarte ridder schuwt witte poetsdoeken. Daarom scheurt ie gauw verder. Hij laat zwarte wolkenrafels achter in de donkere avondmist. De eiken hebben het druk met elkaar. Hun roddels ratelen door het bos. Ze hebben het gemunt op de populaire populieren. Niets ontgaat de populieren. Zij vangen roddels in hun singels. Laat de wind maar door hun takken blazen. Wanneer de lucht gezuiverd is van zwangere geruchten houden de eiken zich eindelijk koest. De rust keert langzaam weer in het bos. Gelukkig zonder tussenkomst van witte wieven dit keer. Raakhout komt uit zijn hol gekropen en neemt een frisse duik in zijn paddenpoel. Hij maakt zich op voor de nacht. De lente hangt in de lucht. Wellicht gaat hij vanavond scoren. Mijn boomklopdag heeft mij niets nieuws gebracht. Ach ja, geen nieuws is goed nieuws. Dat geldt zeer zeker ook in het bomenrijk.


Oranjemenienietes / Gein & Ongein / 22-04-2011

Raakhout maakt het nu wel erg bont. Nerveus loopt ie door mijn bos te hupsen alsof de liefde hem op de hielen zit. Met zijn springbenen is dat een merkwaardig gezicht. De bomen kraken en zuchten er zelfs onder. Zeker als ie als een wervelwind de bomen één voor één als een blije muts omcirkelt. “Tiralalala tiralalalie”, kwaakt Raakhout met diepe bariton. Wat is er toch met mijn maffe paddo aan de hand? Zijn buik is helemaal oranje geschilderd. Raakhout is toch niet door de menie heen gegleden? Of wacht, ik snap het al. Ook Raakhout is aangestoken door oranjemenienietes. Daar hebben er wel meer last van hier in de omtrek. Laatst zag ik bijvoorbeeld nog een paar kraaien door mijn bos vliegen. Helemaal in dons verpakt en oranje gespoten. Het leken net vliegende boa’s. Eentje heette Bea. Een heel bijzondere vogel. Deze vogel beschikte namelijk over magische krachten. Zij beheerste als enige kraai de kunst van het luchtwurgen. Dat deed deze kraai heel benepen. Vooral als haar iets dwarszat. Ze noemde haar om die reden ook wel eens Beaconstrictor. Als zij het op haar heupen had dan kon je beter je biezen pakken. Ja, ja, de oranjemenienietes grijpt overal om ons heen. Bij het boodschappen doen kwam ik zelfs al oranje eieren tegen en ook oranje chocolade haasjes. Paashaas stond er op hun achterwerk geschreven. Volgens mij hadden ze een letter fout gespeld. Ik vond het eerder Paazhazen. Het moet niet gekker worden.


Aut of de wee plies / Gein & Ongein / 29-04-2011

Lopen Raakhout en ik rustig door ons bos worden we bijna aangereden. Door een gouden koets. Waar komt die in hemelsnaam vandaan? In de koets zit een wit spook en rood geklede soldaat. Maar het gekste moet nog komen. De koets wordt gevolgd door een nasleep van wel 100 meter. Allemaal opgewonden mannetjes en vrouwtjes die druk met hun armen, benen en met maffe hoeden in de hand heel uitgelaten zwaaien. Nog nooit zoveel rode hoofden bij elkaar gezien. Ze schreeuwen ook hele vreemde woorden naar elkaar. Het lijkt wel een verjaardagsfeestje, alleen de taart ontbreekt. Hoewel, zie ik daar niet een klein oud geel schepseltje rondlopen, met grijs haar? Het lijkt wel een gele creme brulee. Ze kijkt wat aangebrand als ik haar wat te lang in de ogen staar. Ze spreekt me aan in een vreemde taal. Sur, sur aut of de wee plies. De gouden koets hobbelt verder. Het hobbelen wordt steeds heftiger. De koets kreunt. Er komt zelfs stoom uit de cabine. Als dat maar goed gaat? Ik zie de koets en de grote nasleep langzaam uit mijn bos verdwijnen. Op de grond ligt een waxinelichtje. Raakhout ligt ernaast. Aangereden wild of wild aangereden?


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

26-04-2011

Klantengek

Verkleed in een bruin harig kostuum gleed hij de supermarkt uit. De oren in de nek en de staart tussen de benen. Wat had hij het warm gehad de afgelopen week. Op eieren had ie moeten lopen. Vijfentwintig graden was de buitentemperatuur en binnen was het nog geen zeventien. Snipverkouden was ie geworden. Daarnaast was hij bijna stapelgek geworden van al die supermarktklanten die hem belaagden. Stiekem lachten ze hem uit en noemden hem maf konijn. Dat vond de aangeklede paashaas niet fijn. Hij ergerde zich gruwelijk aan mensen die hem bij de foute naam noemden. "Ik ben geen maf konijn, ik ben een paashaas!" meesmuilde hij dan.

Een week lang had ie paasartikelen aangeprezen. Chocolade paashazen en eieren van fondant. Hij had wel duizend kindjes op zijn schoot gehad. Sommigen hadden keihard aan zijn snorharen getrokken. Dat had zeer gedaan. Door al dat getrek had hij een rode neus gekregen. Ja, ook kleine mensjes konden heel vervelend doen. Maar als dappere dodo liet hij zich niet kennen. Hij was geen bang konijn en zeker geen angsthaas.

Als paashaas vond hij troost bij de trekharmonicaman. Die stond elke dag trouw bij de schuifdeuren van de supermarkt. Hij maakte de mensen gelijktijdig blij en kwaad met zijn gebrekkig repertoir aan trekharmonicamuziek. Samen rookten de paashaas en de trekharmonicaman zo af en toe samen een sigaretje en bespraken dan het publiek van die dag. Hun gesprekken noemden ze voor de gein dan beroepsdeformatie. Daar moesten ze beiden als supermarktallochtonen altijd keihard om lachen. Gezonde zelfspot zo gezegd. Met z’n twee hadden ze eigenlijk best veel lol.

De supermarktmanager was erg in zijn nopjes met de twee allochtonen. Niemand plezierde en kietelde de supermarktklanten beter dan de trekharmonicaman en de paashaas. Zij waren namelijk echt klantengek. Stapel waren ze op klanten. Ze vraten de klanten bijna letterlijk op. Dat lieten de klanten zich graag welgevallen. In het jungleleven dat een supermarkt soms kon zijn gold de gouden regel: "Eten of gegeten worden". Nou dat wilde wel lukken met paasartikelen op trekharmonicamuziek. Een gouden combinatie. Na elke uitvoering ging de trekharmonicaman met de pet rond, de paashaas huppelend achter hem aan. Dat leverde entertainment en trok klanten. En ach, dat kleingeld kon de supermarkt best missen. Met de kleine vis werd uiteindelijk de grote binnengehaald.

Mien Bunny

Geschreven voor website Gek op Klanten

Dandelion

De lente spookt door mijn hoofd en maakt mij hoorndol. Met mijn achterbenen spring ik in de rondte en ik heb ongelofelijk veel zin in mals gras. Pluisjes vliegen door de lucht. Met mijn natte snufferd bestudeer ik alle varianten van de paardenbloem. Ik loei het uit en de zon schijnt warm op mijn dun behaarde schedel. Het broeit. Maar helaas, met schrijven wil het maar niet vlotten.

Ik lig op mijn rug en aanschouw de blauwe hemel. Hele kleine mini schapenwolkjes drijven door de lucht. Zonnestralen prikken in mijn ogen. Wat nu? In luchtschrijven ben ik geen ster. Ik ben meer van de sterrenhemel. In de nacht kom ik pas echt tot leven. Maar ook de nacht laat mij in de steek. De letters, woorden, zinnen willen maar niet komen. In verkeer in nooddruft. De lente helpt niet mee. Zij laat me ook in de nacht niet met rust. Vette muggenbulten, opgelopen tijdens wandelingen in de natuur zuigen mijn aandacht leeg. Het kriebelt en het jeukt.

Krabben helpt niet. Ook niet achter mijn oor. Ik peuter daarom mijn hersens maar leeg. Op zoek naar mooie woorden en zinnen. Zonder inhoud. Want dit keer heb ik niets te zeggen. Sprakeloos, gedachteloos vertoef ik in een woelige lentenacht. Zonder woorden, zonder zinnen. Het matras prikt in mijn rug. Ik woel verder in gedachten en zoek naar nieuwe drijfveren om te schrijven. Ik besluit te schrijven over niets en verzin zinnen in het luchtledige. Kleine luchtkastelen. Ik sta op en doe beneden het licht aan. Achter mijn bureau start ik mijn laptop op.

Het scherm is inktzwart. Tijdens het opstarten verzamel ik letters uit gestolde pennen. Ik peuter de letters los uit de opgedroogde inkt. Die harde inkt verpulvert in mijn handen. Ik voeg speeksel toe en klei vol inspiratie nieuwe letters. De letters zoeken elkaar op en versmelten. Nieuwe woorden vinden hun geboorte. De woorden klinken samen en vormen sierlijke zinnen. Het zijn nietszeggende zinnen die ontspruiten uit een onrustig brein. Ze rollen zichzelf languit uit op het scherm. In elektronisch perkament. De zinnen hebben rust gevonden. Een stukje proza is geboren, zomaar uit het niets. Pluizig uit mijn gedachten. Ik heb geen angst meer voor de lente.

Mien Dandelion

15-04-2011

Voor Elise

Een roze kaart valt door de brievenbus. Te midden van een grote roos die jubelt in het groen steekt zusje Chloé van blijdschap de handjes in de lucht. Vlinders fladderen door de lucht. In de blauwe verte ligt een luchtkasteel op wacht. Goh, wat zal de toekomst allemaal brengen? Schattig pronkt een klein meisje op een grote roze roos. Zij luistert naar een kabbelende zee die turquoise schittert achter witte madeliefjes. Een mooi meisje is geboren. Elise is haar naam.

Elise vertegenwoordigt zeven pond en een halve meter geluk. In een klein stadje langs de Maas, zweeft ze zacht wiegend weg op de klanken van een mooi pianostuk. Nog nooit klonk Bagatelle nr. 25 in a mineur zo fijn. Ooit toverde Beethoven met deze bagatelle een glimlach rond de mond van een verborgen liefde. Zo maar, zijdelings: Für Elise. Hoe puur en mooi kan ode aan de liefde zijn? Dat geldt ook voor deze kleine pasgeboren Elise.

Liefde slaagt als zij van twee kanten komt. Dat bezingt Adéle, bluesy en verfijnd, vanaf de nummer één postie in de TOP40, met het nummer ‘Rolling in the deep’. Voor Elise geen enkel probleem. In haar naam zweert zij bij God, dat van en naar haar toe, de liefde alle kanten uitstroomt. What’s in a name? Qu'est-ce que c’est dans un nom? Rien, pas de problème, parce que avec Chloé et Elise toute ira bien!

Op 18 februari geboren, dat is een speciale geboortedag. Want lieve Elise, tante Esther ging jou op dezelfde dag voor, op een mooie carnavalsmaandag in 1980. Een flink aantal beroemdheden zagen op dezelfde dag het licht en dragen net zo’n mooie namen. Alessandro Volta, Louis Comfort Tiffany, Enzo Ferrari, Yoko Ono, Paco Rabanne, Prinses Christina, Randy Crawford en John Travolta.

Wat ligt er voor jou onder sterrenbeeld Waterman in het verschiet? Een verre reis naar Rusland of simpelweg naar Zweden? Wie weet woon je later in een prachtige blauwgroene tuin met fruitbomen, orchideeën en goudenregen. Raak je in je element onder staalblauwe luchten. Vindingrijk ga jij jouw wereld verkennen. Liefst in vrijheid en onafhankelijkheid. Wat zul je later worden? Schrijfster, geleerde, uitvindster of misschien wel astrologe. Het staat allemaal allang in de sterren geschreven. Aan jou om het allemaal te gaan ontdekken.

Lieve Elise, voorlopig blijf je nog een lief konijn en laat je je omringen door schoonheid en door liefde. In rust, in vrede en in harmonie. Droom maar lekker zacht over wat nog komen gaat. De wereld ligt te wachten aan je voeten. Benut al je talenten en kansen en geniet van alle muziek rondom je heen. Maar vergeet ook vooral niet, c’est le ton qui fait la musique.

Oudoom Mien

06-04-2011

K/G/Q(h)ad(d)(h)a(f)fi

What’s in a name? Dat vroeg Shakespeare zich al af ten tijde van Romeo en Julia. That which we call a rose by any other name would smell as sweet. Denk daar maar eens over na? Daar breekt een filosoof zijn hoofd over. Zo ook bij de naam 'K/G/Q(h)ad(d)(h)a(f)fi'. Volgens Shakespeare zijn het zomaar wat letters op een rij. Inwisselbaar dus. Maar klopt dat wel? Laat ik de betekenis van de naam van deze man, die begin 2011, de wereld in de ban houdt en verwart, eens nader verkennen.

What’s in a name? Een rondje langs de Westerse media zet veel vraagtekens bij de juiste spelling van 'K/G/Q(h)ad(d)(h)a(f)fi'. Onderstaande opsomming is veelzeggend. Alle varianten verzameld door het Algemeen Nederlands Persbureau. De spellingswijze is niet eenduidig. Niet zo vreemd eigenlijk, want dat geldt ook voor de drager van de naam.

Gadaffi ------- Telegraaf, Nederlands Dagblad
Gaddafi ------ Reuters, NRC
Gadhafi ------ Huffington Post, CNN
Ghadaffi ----- Spits
Kadafi -------- Trouw
Kaddafi ------ ANP
Kadhafi ------ NOS, Volkskrant
Khadafi ------ AFP, Le Monde
Khaddafi ----- AP, Parool
Khadhaffi ---- Algemeen Dagblad
Qadhafi ------ Wikipedia (NL)
Qadaffi ------- ABC News
Qaddafi ------ NY Times

In alle verbastering is wel een grote gemene deler te herkennen. Alle uitgangen eindigen op 'fi'. Daar moet een verklaring achter zitten. De persoon in kwestie is ongeaard. Ook zit er bij hem een draadje los. Hij is het centrum van een compleet netwerk. Hij is de personificatie van een WIFI !!!. Achter zijn dekmantel schuilt een nerd.

Hoe kan de media zo verdwalen in letters? De man ondertekent zijn brieven altijd met 'Moammar El-Gadhafi'. Zo moeilijk is dat toch niet. Of doen de media slecht hun huiswerk? Willen ze wellicht het beest niet bij de juiste naam noemen? Een creatieve geest kan behoorlijk voor vertwijfeling zorgen. Wat te denken van 'Qadaffy Duck'? En naast 'WIFI' hebben we natuurlijk ook nog 'Waffie'. Gooien we het op de klank dan ligt 'Kwaadaffie' voor de hand of sterker nog 'Gaataffie'.

Op taalgebied levert de Arabische achternaam nogal wat varianten. Wiskundig gezien kan het nog veel erger. Zeker als we een berekening loslaten op de combinatie voornaam, achternaam en tussenvoegsel. Dan zijn er maar liefst 4608 combinaties mogelijk. Dat brengt me tot een voorzichtige conclusie. Deze man is zowel taalkundig als wiskundig moeilijk voor één gat te vangen. Dat belooft.

Mien Schudspier



Bron: Margreeth Fernhout / 21-02-2011 / http://twitpic.com/42d57p