31-01-2017

120 Woorden Januari 2017

120 Woorden (120W) is een website gerund door vrijwilligers waarop ik kleine stukjes van exact 120 woorden plaats. Meestal aan de hand van opgelegde themawoorden.
Motto 120 Woorden: Er wordt veel te veel geschreven en daardoor veel te weinig gelezen. Weg met de breedsprakigheid. 120 woorden is precies genoeg.


Wapenfijt (02-01-2017) (Themawoord: Wapenfeit)

Vuurrood is het topje van mijn middelvinger. Al meer dan drie dagen. De vinger klopt dat het niet meer normaal is. Ik houd hem rechtop voor de neus van de dokter. Die snuift er nog eens aan en bekijkt het door zijn monocle. Hij kan niets vreemds zien en ruiken. Hij geeft me wat Arnica-balsem. Hopelijk gaat het snel over.

Ik sla de deur boos dicht en loop naar huis langs de dijk. Het stormt verschrikkelijk, maar het deert me niet. Het enige dat me deert is mijn vinger. Ik zie er geen gat meer in. Zal ik …? Nee, dan nog liever de zere vinger in de dijk. Ah… een gat! Van fijt naar wapenfijt. Eureka! Van wapenfijt naar wapenfeit.


I Claudia (03-01-2017) (Themawoord: Wapenfeit)

Het jaar 2016 is mooi afgesloten met een welluidend wapenfeit. De maagdelijke geboorte van de eerste vrouwelijke oudejaars-conference.

Vanaf de eerste minuut zit ik op het puntje van mijn stoel, kijkend naar een aangename setting en decor van, naar ik mag hopen, volle champagneflessen en een fris en fruitig muziekensemble, afkomstig uit drie windstreken.

Een vlammend betoog met voldoende diepgang afgewisseld met frisse een-couplet-improvisatie-liedjes. Helden zingen tot verbeelding.

Een strakke opbouw met rode brievenbusdraad. Wonderlijke metaforen schieten als een ware drietrapsraket door de lucht. Woordgrappen gaan erin als warme frites van de lokale fritesboer.

Vluchtelingentaal en volksrap wisselen elkaar vliegensvlug af. Mensen in de zaal, voor de buis of gewoon loslopend voelen zich weer even thuis in Nederland. Dankjewel Claudia.


Bargoons salloons (04-01-2017) (Inzending 120wedstrijd: Thema misdaad (met bargoens))

Klei nou alemaal elemaal de diepvriestyfes. Ja effe plusuviuuspleuris je bès doen wè, andes houw we ut nie droo hiero.

Sakkessakkessakkessju. Pet op en kop houwen muts. Heb nog zozegd. Waffelwapen toehouden als ik woord. Ja woord, nie moord. Det kump later. As ik bezig ben met woord lúisteren zei ik dan.

Wè, ken nie nie meer volge? Nou mooi, ik ôk nie nie meer en ôk nie nie minder. Doe hier kriminele pogingen tot bargoons salloons zonder klapdeuren. Das al moeielijk zat.

De kraim zit in munne suspens. Joa, in munne onderboikgefuhl. Rap runter von das veerd, sons knalts. Tsoe speeeiit. Er ist sjoon toot. Heb ik nu ja gwonnen ja. Nicht. Na dan leg ik die kanoone ab.


Wapenfeiten gestript (04-01-2017) (Themawoord: Wapenfeit)

Een menhir vliegt door de lucht, gevolgd door een snoeimes, een vis en een bard. Op de grond ligt een gefrustreerd dik mannetje op een groot wapenschild. Om hem heen allemaal helmen. Wat is hier in hemelsnaam aan de hand?

Op het dak van het hoofdhotel van het Vrijheidsbeeld loopt een vreemd beest te zeulen met een kleine letter v op zijn rug. Hij kan de letter niet goed kwijt, zo lijkt het. Hij kijkt omlaag, het zwarte zeewater in. Springen is een optie.

Hij springt onbevreesd omlaag, gevolgd in rap tempo door een roodborst gekleed in geel en groen pak. Ze spelen joker met een groot vraagteken. Uitkijken dat ze niet op een pinguïn landen. Wat gebeurt hier toch?


Krachtsinspanning (06-01-2017) (Inzending 120wedstrijd: Thema misdaad (met bargoens). Tevens gebruik gemaakt van themawoord: Wapenfeit)

Woeste Willem komt in actie. Zou hij zijn bravourestuk kunnen herhalen? Het woord bij de daad voegen? Ongetwijfeld. Zijn exploot van bijzondere gedraging behoeft slechts één handeling, een vervolg op zijn laatste heldendaad van afgelopen week, een huzarenstuk van formaat.

Een hele krachttoer gaat dit nieuwe optreden worden. Woeste Willem is er klaar voor. Deze zware performatie in praktijk brengen vraagt om een prestatie met klinkend resultaat. Geen onnozele streek, stunt of grappige toer.

Nee een ware tour de force moet het worden. Vol overtuiging. Een verdienste die aan Willem wel is toevertrouwd. Geen paniek. Een verrichting van bijzondere wapenfeiten is hem op het lijf geschreven. Kortom, werk aan de winkel. Willem pakt een steen en smeert zijn troffel vol.


Het nieuwe vijzelen (09-01-2017) (Themawoord: Vijzel)

Nu we met zijn allen ouder worden, grotere levensverwachting hebben, koesteren we ook eventuele mogelijkheden om erotische daadkracht te verlengen. Enkele doktoren hebben zich over dit potentiële gat in de markt gebogen, een goudmijn.

Door technisch onderzoek naar takels en hefbomen en uiteraard de beschikbaarheid van geavanceerde 3D printtechnieken is er sinds kort een nieuw techniek ontwikkeld, die voldoet aan alle wensen van mannelijke honderd plussers, die hevig fantaseren over erotisch genot maar het helaas niet meer kunnen praktiseren.

De techniek is nog niet gepatenteerd en heet het nieuwe vijzelen. Hierbij wordt middels 3D printing een kraantje geprint dat zorgt voor voldoende stuwing en voor lancering van het mannelijke apparaat. Voorlopig nog in testfase, maar binnenkort verkrijgbaar via alle zorgverzekeraars.


Gebroeders G gaan los (12-01-2017) (Themawoord: Vijzel)

De gebroeders G hebben het weer voor elkaar. In de apotheek voor de toonbank maken ze de nodige stennis. Zo ernstig dat buiten de aanwezige assistentes, de apotheker het zelfs op zijn heupen krijgt.

Aanvankelijk was de situatie nog onschuldig en komisch, zoals we van de bekende broeders G gewend zijn. En verdiept hadden zij zich zeer zeker in de materie. Dat moet gezegd. Op inhoud zijn zij dan ook niet af te vallen. Maar wel op het gebied van slechte smaak.

De leatherboys, zo worden ze in de analen ook wel genoemd, waren op zoek naar een specifieke vijzelstamper. Eentje die goed penetreert. Eentje die hun vijzelaars prima kan bewerken. Maar waren ze dan toch in de verkeerde winkel?


In de Vijzel (12-01-2017) (Themawoord: Vijzel)

Het is alweer eventjes geleden, maar het geschiedde ooit in de Vijzel. Of eigenlijk vlak ervoor. Tussen de Vijzel en discotheek Carte Blanche (de eerste discotheek met verlichte kleurenvloer in Nederland) in, om precies te zijn.

Mijn eerste liefdesverklaring. Dolverliefd, nee stapelgek was ik op Bibi. Maar Bibi niet op mij. Helaas. Wist ik veel? Het was op een zwoele zomeravond en ik had al behoorlijk wat gedronken. Maar ze kwam maar niet. Mijn Bibi. Hoe was het mogelijk? Net nu ik alle moed om haar mijn liefde te verklaren bijeen had geraapt.

Mijn vrienden herinneren het zich ook. Daar lag ik dan. Midden op straat, op mijn knieën en de handen ten hemel geheven. “Bibi, waar blijf je nou?”


Guy (13-01-2017) (Themawoord: Vijzel)

Wie kent hem niet? Guy. Woonachtig in de Cogels-Osylei in de Antwerpse wijk Zurenborg. Fan van den Elvis. Met zwart recht snorretje en dito baard en wapperend haar, een look-a-like Zappa. Frank Zappa. Nee, nee, nu niet wegzappen? Dat mag nie.

Guy heeft zijn sporen verdiend in de journalistiek. Nee, nee, niet wegzappen nu! Later werd hij bekend als hoofdredacteur van het mooiste weekblad van België. Een sympathieke gast die veel heeft betekend voor de muziek in Vlaanderenland. Met Humo heel veel Humo!

Werd ook nog eens bekend als televisiepersoonlijkheid in spelletjes en quizzen. De laatste show, de slimste mens, alles kan beter. Ja, ja, wie kent hem niet? Guy Vijzel, also known as Guy… (nee, nee, niet schieten alstublieft!).


Knotsuitbreiding (15-01-2017) (Themawoord: Vijzel)

Familie Knots is supergelukkig. Door een onverwachte familieuitbreiding. Knotsgelukkig zijn ze en dat laten ze weten. De vlag is uitgehangen en evenzo een compleet elftal aan babyhangopjes. Blauw, want het is een jongen. En we noemen hem… Ja, daar is de familie Knots het nog niet over eens. Het aanbod is eenvoudigweg te groot. Ze denken er nog over na.

Pa Knots is apetrots op zijn kleine zoontje. In de tuin staat een megagrote ooievaar, in starthouding. Een beetje vreemd. Het lijkt net alsof ie achter zijn maatje aan wil vliegen, maar zich op het laatst heeft bedacht. Zijn maatje plakt namelijk op de raam.

‘Waar is de vijzel?’, roept ma Knots naar pa, ‘ik moet de muisjes nog stampen!’


Ontheemdingstoelage (16-01-2017) (Themawoord: Ontheemd)

Samen met vrouw en kinderen staat hij voor Manneke Pis. Die draagt vandaag extra sokken en een bontmantel, want het is koud. Pierre van Baekermaat is sinds kort lid van het Europese ambtenarencorps te Brussel, als vertegenwoordiger van Luxemburg.

Het is 5 januari en Pierre heeft voor het eerst salaris ontvangen en niet te vergeten, een ontheemdingstoelage. Ja, ja, huis en have heeft hij voor een periode van vier jaar verlaten, samen met vrouw Francien en twee kleine kindjes, Uk en Uch. De ontheemdingstoelage, zo hebben ze samen afgesproken, wordt ingezet om leuke dingen te doen. Om ‘in te heemen’, Brusselse inburgering.

Aan Manneke Pis hangt een flinke ijspegel. ‘Hoe moet ie nu plassen?’, vraagt Uk. ‘In ijsblokjes!’, antwoordt Uch.


Lied voor de ontheemden (16-01-2017) (Themawoord: Ontheemd)

Een doos
Een brug
Een hut
Een schuur

Een tent
Een wigwam
Een iglo
Een yurt

Een flat
Een studio
Appartement
Maisonnette

Een rijtjeswoning
Een twee-onder-een-kapper
Een bungalow
Een villa

Een paleis
Een burcht
Een kasteel
Een luchtkasteel

Een droom
Een luchtballon
Een watertoren
Een boot

Een stoel,
Een kast,
Een bed,
En kleren om in te wonen

Ik zou het je zo graag geven
Voor jou, van jou alleen
Nee, ik hoef er niets voor terug
Ik weet het zeker

Mijn hart
Dat geef ik je ook
Om in te schuilen
Het komt van pas

Een kompas om koers te houden
Op Noorden-, Zuiden-, Westen-, Oostenwind
Een maan, een zon, een sterrenhemel
Om voor altijd onder te wonen, thuis!


Eskimo teert in (17-01-2017) (Themawoord: Ontheemd)

Met lede ogen zien Eskimo's de klimaatconferenties aan. De zon schijnt veel te fel op hun ijs. De spleet in hun zwarte brilletjes wordt steeds smaller van snit. Warme tranen doen het ijs onder hun voeten smelten. De Eskimo's teren in. Op hun habitat.

Verzetten heeft niet langer zin, noch bergen, noch zichzelf. Beiden smelten onder toezicht en goedkeuring van grootmachten. Waanzin ten top. Ooit bevroren nog mensen dicht bij de poolcirkel. Nu warmen zij zich aan warm smeltwater en zoute tranenpoelen.

Het duurt niet lang meer, of ze zakken door het ijs. Naast beren staan nu ook leeuwen en tijgers op de weg. Allen ijsberend want ze voelen zich ontheemd. Wat rest zijn cruisetochten naar Eskimoreservaten en wilde indianenverhalen.


Onthunnen (18-01-2017) (Themawoord: Ontheemd)

Attila, de vader van het land der Hunnen, ligt zijn roes uit te slapen. Zijn harnas ligt naast hem op de grond. Aan de andere zijde een jonge deerne, Ildildo, jong en vals. Ze heeft maar één opdracht. Koningmoord.

De mensen woonachtig tussen Oeral en Rijn, Donau en Oostzee zijn het kotsbeu. Voortdurend in angst leven zorgt voor ontheemding. Ze verlangen allen terug naar thuisgevoel. Het is hen ontnomen. Lang geleden. Door hem en hen. Attila en de Hunnen. En nu wordt het tijd voor wraak. Oog om oog, tand om tand. Attila vermoord. De Hunnen onthund.

Attila hoest. Stikt in zijn eigen bloed vermengd met godendrank. Iedereen blij. Gras erover. Gesel Gods. Branden doet ie in vagevuur en hel.


Onthemd, onthaard, ontheemd (19-01-2017) (Themawoord: Ontheemd)

Een man rent door de straten van Amsterdam en door het Vondelpark. Hard, keihard. Hij voelt zich onthemd, is zichzelf niet meer en kijkt voortdurend achterom. De man wordt achtervolgd door een blote vrouw, een vrouw met kaal hoofd, volledig onthaard. Zo voelt de vrouw zich ook. Niets lijkt meer van hem en niets lijkt meer van haar.

Het eens zo fijne Vondelpark is verworden tot een gruwelbos. In hun stoutste dromen hadden zij nooit verwacht in deze nachtmerrie te vervallen. De vrouw kijkt ook achterom. Maar zij ziet niets, helemaal niets. En toch is er iets dat hen achtervolgt. Hun verleden. Ja, dat is het. In welke tijd hollen ze door dit park? Volledig ontheemd. Kanonschoten klinken van ver.


On the EMD TF (21-01-2017) (Themawoord: Ontheemd)

Jippie ja jee. Daar komt ie. Veertienhonderd paardenkracht in twee gesplitst. In welk coupeetje zit POTUS eclect? Speciaal voor de gelegenheid is er een railway dwars door Washington aangelegd. ‘Handen uit de mouwen en schop in de grond’, dacht DDT (Dikke DT) infrastructureel.

Vergezeld van two first ladies en een flinke Moulin Rouge legt hij vandaag zijn hand op de Bijbel. Voorlopig vier jaar. Dat is ook de leeftijd van zijn mental state. Een filosofische speech zal volgen, na 4: 20 minuten steekt DTT een joint op, uit solidariteit met 65 actiegroeperingen. Daarna een optreden van huisband All Doors Down. On the EMD FT keert hij later heem, all along the watchtower richting White House, ontheemd. Een wreed sprookje begint.


Ludo Elegiacus Sanders (23-01-2017) (Themawoord: Elegiacus)

Louche zakenlieden nemen het niet zo nauw. Zeker als er gewin op het spel staat. Gewin in knaken en gewin in vrouwelijk schoon. Dat geldt ook voor Ludo Elegiacus Sanders. Wie kent hem niet? Van goede tijden.

Op de bank telefoneert Ludo met zijn bank. Op de televisie scanderen vissers vanaf een boot: bankie hier, bankie hier! Vette mosselen spoelen aan.

Ludo ziet groen. Zijn bank wil niet leveren. Hij ontploft bijna. En dan moet ie straks ook nog koken. In zijn hoofd scanderen stemmetjes: sla de sla, sla de sla bont en blauw! Had ie nu zijn pilletjes vanochtend genomen?

Koud heeft vorst Ludo het van vorst, een kater van een kater en waar blijft nu zijn krolse poes?


Schele Jakkes (25-01-2017) (Themawoord: Elegiacus)

Vandaag je eerste dag?
Yep.
Heppie ook een naam?
Yep.
Welke dan?
Elegiacus.
Lege Jakkes?
Nee, Elégiácus.
Wie noemt zijn kind nu Gelejakkes?
Eééléégiáácus!
Ja, ja. We noemen je gewoon Schele Jakkes. Niet zo moeilijk doen.
Schele Jakkes?
Ja, Schele Jakus. Je heb toch een bril!

Gelach aan tafel. Johnnie Knetter haalt een bakkie.

Johnnie neem twee bakkies extra mee, ook een voor Jakkes?
Melk en suiker?
Drie suiker, twee melk!
Zo een zoetekauwtje?
Yep!
Jij zegt ook niet veel?
Waarom heet Johnnie Knetter?
Hé Johnnie, het praat!
Wá, tege mijn?
Het wil weten waarom jij Knetter heet.
Oh, ik la veul schete, vanne juin en jerten. Dè knettert.
Hoeveul vierkante metsel jij in ut uur Jakkes?
Vier!
Dès veul!!!


Belegiacussen (26-01-2017) (Themawoord: Elegiacus)

Een nieuw werkwoord uitvinden, dat staat al lang op mijn creabeaverlanglijstje. Ik grijp mijn kans. Ingegeven door een bijzonder persoon. Elegiacus, een klaagzanger. Ik kan dus twee kanten op met mijn nieuwe werkwoord. Iets met klagen of iets met zingen. Het klinkt ook best wel heilig op een of andere manier, Elegiacus, of Romeins. Holy spirit of Saint Elegiacus. Een onontdekte kerk vlakbij het Romeinse Forum.

En dan de oorlog. Er moet nog iets van oorlog in het werkwoord zitten. Een oplossing ligt direct in het verschiet. Belegeren, dat is wat er gebeurd in een oorlog. Doen we dit met hoog stemverhef in ariavorm en wat ezelig (balkend), dan is het nieuwe werkwoord klaar. belegiacussen. Cussen? Zingend zoenend oorlog voeren.


Dichten over de punt (27-01-2017) (Themawoord: Elegiacus)

De draak zwaaide gevaarlijk met zijn ruggepunten
En draaide rondjes om zichzelf heen
Hij hield dan ook van stunten
Beet keihard in zijn eigen been

Puntje erin, puntje eruit
Met zijn allen in de polonaise
Vooruit, achteruit
Gelikt als mayonaise

Aan het puntje van je tong een vette joint
Zoekend naar de waarheid van een bonte koe
Via omwegen komen to the point
Behoorlijk zwevend richting clou

Dichten zonder komma’s
Puntgaaf
Niks geen drama’s
Schrap en schaaf

Slik in alle woorden
Die in gedachten komen
Gevoelens vermoorden
Pieken, punten, in je stoutste dromen

Elegiacus do re mi niet met Fa
En sol ook niet met La Si Do
De laatste is een puntig harde ka
De eerste een enorme klojo


Belegiacussen (2) (28-01-2017) (Themawoord: Elegiacus)

De Amazonen uit de Griekse oudheid waren er experts in. Zingend zoenend oorlogvoeren, oftewel belegiacussen. Voor zover ik althans heb kunnen nagaan in de geschiedenis. Dappere dames ook, die hun rechterborst verbrandden om beter met pijl en boog te kunnen schieten tijdens de oorlogsvervoering.

Doodzonde dat ze pijl en boog moesten aanleggen in plaats van kroost. Maar toch. Er zijn ondanks alles toch voldoende kindjes van gekomen. Het waren ook mooie stoere dames naar verluid. Lysippe, Amazonenkoningin in de 5e eeuw voor Christus was zo’n stoere tante. Schrijlings zittend op het paard, vooraan in de strijd, was zij het boegbeeld van de vrouwen die zingend zoenend oorlog voerden. Ze belegiacuste daar waar nodig. Vele soldaten zijn dodelijk voor haar gevallen.


Rare vogels (30-01-2017) (Themawoord: Malinger)

Daar hangt Harrie, ondersteboven in de boom. Te hangen, niets meer en niets minder. Aan zijn lome lange armen, onbeweeglijk. Alleen de zoele zomerwind wiegt hem een heel klein beetje op en neer. Vindt ie lekker, Harrie.

Oeps, daar komt ie weer. Ga weg, ga weg. Onder aan zijn staart voelt Harrie een kroontjespen zachtjes kriebelen. De tekenaar kerft wat rechte lijntjes. Harrie moet er niets van hebben. Het jeukt verschrikkelijk en voegt niets toe. Het verstoort ook nog eens zijn rust.

Plots zit er een vogel op zijn tak. Of lijkt dat maar? Hij doet in ieder geval enorm zijn best om vogel te zijn. Een rare vogel, want hij fluit niet eens. Vast een malinger. Kan niet anders.


Mamalingerie (31-01-2017) (Themawoord: Malinger)

Papa is het kotsbeu. Zes koters op de wereld gezet voor mama en hun oude dag. Hij
wil weer eens plezierneuken. Dat functionele geneuk stemt altijd wat droevig
achteraf. Vroeger wisten ze wel van wanten. In de papa-en-mama-in-spe-speeltijd
sloegen de vonken er hitsig vanaf. Buren sloegen nog op de muur.

Ja, doet u die maar.
Ja, die grote roze.
Welke coupe?
Malaga!
Oh ... cup?
De wereldcup!
Bestaat niet?
Ehhh ... dan weet ik het niet.

De verkoopster houdt haar borsten omhoog.

Nee, dat is niet de juiste maat?
Minimaal een handje erbij.
Cup H110?
Ik kan altijd ruilen?
Wie, mijn vrouw?
Nee, dat is een grapje.
Broekje erbij?
Prima.
Pakt u de mamalingerie maar mooi in.
Ja, lintje mag.
Bedankt. Doeg!

Schrijfveren Januari 2017

Oefening in het schrijven van Schrijfveren. In maximaal 15 minuten tijd, associatief schrijven zonder correcties, naar aanleiding van een opgegeven titel. Met dank aan Hella Kuipers.
Hoe en wat? Zie: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Oorsprong? Zie: http://judyreeveswriter.com/guidelines-for-writing-practice


Als je de horizon kunt aanraken (01-01-2017)

Als je de horizon kunt aanraken, dan ben je een lange weg gegaan. Dwars door hoge ijskoude golven met schuimkoppen, of zachtjes glijdend door een strak blauw vlak. Kruipend door het gloeiend hete brandend zand, of meegevlogen door een korrelige lucht. Hijgend van vermoeidheid door het natte weidegras tussen diepe dalen door of stoer met bergschoenen aan schurend over hoge wanden, die dan net niet de horizon kan raken, tenzij je springt. Het leven heel even durft los te laten gewoon omdat ook horizonnen lonken. En dan, tik hem aan, je ineens vleugels krijgt, die je dan bij het laatste stukje helpen.

En ja, daar is dan. Wat voelt ie lekker zacht. Je trekt spontaan je zwemvliezen uit, je bergschoenen, sokken, of sandalen. Want het voelt zo ongelooflijk fijn, om op de horizon te zijn. Het voelt wat ongemakkelijk maar heerlijk wollig. Energie die stroomt naar binnen. Links en rechts daar staan twee grote potten. Volgeladen met vloeibaar goud. Je loopt naar een en steekt je hand erin. Het goud glijdt door je handen. Heerlijk hoe dat voelt. Je smijt en gooit het van je af, de wijde wereld in. Wie had dat gedacht? De kleuren in de regenboog die lachen zich te pletter. Ja echt, ze vallen uit de lucht. De grond verandert onmiddellijk in rozengeur en maneschijn, zover je maar kunt zien en ruiken.

En in de hemel zie je ze dan staan, al degene die ooit het leven lieten. In prachtige gewaden, doorzichtig, transparant. Dat krijg je er zomaar bij, als je de horizon kunt aanraken. Met herinneringen die je bij het raken vooruit zijn gegaan. Want het is de gedachte en het geloof die uiteindelijk de liefde maken. Je hebt slechts tien minuten om met iedereen te spreken. Want uiteindelijk wordt ook een horizon te heet onder je voeten. Je moet terug uiteindelijk naar het avond- en het morgenland. Maar lieve allemaal, het is en blijft en was, een waar genoegen, om jullie heel even kort te spreken. Ik ga daar nog aan denken. Uren, dagen, weken, maanden, jaren. Tot in de eeuwigheid.


Een ander besef van tijd (03-01-2017)

Ik tuur al dagen naar de klok. De grote klok met hangballen in de woonkamer. De klok met engeltjes op zijn dak. Van mahoniehout, of is het toch teak? Afgevallen van een container op kade vier van Haven Rotterdam, of was het van de vrachtwagen langs de A16? Wat doet het er ook toe. De herinnering die zich vastbijt in het heden voorkomt beweging in de toekomst. Ik wil geen tijd meer verspillen.

Ik geef een flinke ruk aan de ijzeren kettingen die losjes hangen onder de klok precies tussen de flinke hangballen die via kleine katrollen ook weer verbonden zijn aan het klokkenspel. Kunt u nog volgen? Ik wel. De klok klapt haast uit elkaar. De hangballen zijn met een flinke vaart tegen zijn houten gezicht gekaatst en de klok denkt: TILT.

Heel goed. Nu gebeurt er eindelijk iets. De slapende klok krijgt ineens besef van tijd, de hoogste tijd. Nu is het zijn beurt om te handelen. Hij kan niet langer slaperig in afwachting van routinematig tijdgewandel en -gekringel aan de muur blijven hangen. Nee, het wordt tijd dat het eens afgelopen is met dat rondjes lopen. Slaapverwekkend gewoon.

Nee, we willen voort, ook in de woonkamer een doorlopend besef en gevoel van tijd ervaren. In een rechte lijn, oneindig, niet langer circulair. Dat laatste levert niets op, behalve cirkelgedachten. Vanaf nu een ander besef van tijd. Recht toe recht aan. Lang leve de langgerekte, opgerekte, doorgestrekte tijd. Voortaan niet meer op eieren lopen in cirkeltjes maar gewoon dwars door de tijd. Wat een heerlijk en bevrijdend gevoel.


Een zwak voor schoonheid (05-01-2017)

Met twee zwaar gerimpelde handen kleit Auguste een perfecte borst op ooghoogte. De monocle valt bijna van zijn neus, door het zweet dat langs zijn oog drupt. Van emotie of van inspanning? Moeilijk te zeggen. Zijn handen doen al een tijdje niet meer wat het hoofd hen influistert. Gelukkig is het model geduldig. Bovarietje kent Auguste al langer dan vandaag en weet gelukkig wat haar straks te wachten staat. Harde pegel en pegels bij een heerlijk kopje melk. Ze probeert een gaap, tegen beter weten in, te camoufleren. Betrapt voelt ze zich onmiddellijk.

Auguste heeft een goed humeur vandaag en beziet het gaapje door zijn ruwe vingers. Hij steekt zijn linkerhand uit en voelt aan Bovarietje's linkerborst. Die voelt zacht en warm aan, ligt echter niet in in de juiste positie. Met een harde bas vraagt ie Bovarietje om haar tors ietwat meer te torseren, opdat haar brave borst wat meer naar boven pulst. Ja, prima zo. Houden zo. Auguste neemt nog wat extra klei van tafel en kneedt dat het een lieve lust is.

De tijd vliet daar waar die niet gaan kan. Beiden drinken een flinke beker melk tijdens de pauze. Het vocht druipt stout uit hun mondhoeken. Auguste's broek bolt er zowaar van op. De pauze wordt al snel avond. Het komt de schone kunst alleen maar ten goede. Wat een schoonheid is ze toch, Bovarietje, dame naar zijn dromen. Op het grote ledikant wordt schone kunst geboren. In de handen en tussen de benen. Beeldhouwwerk van formaat. Wit marmer wordt vloeibaar.


Een armlastig genie (09-01-2017)

Bernard Driemaster zag het niet meer zitten. Hoe goed hij ook zijn best deed, er kwam niets meer uit zijn koker. Geen enkel idee met levensvatbaarheid borrelde meer op. Geliefd bij vriend en vijand, in oost en west, noord en zuid, hij wist het eenvoudigweg niet meer te bolwerken. Hij wist ook niet meer wie er precies aan de beurt was om zijn mogelijk nieuwe idee door te ontwikkelen. Het grootst bewaarde geheim op moeder aarde dreigde aan intellectuele uitputting ten onder te gaan.

De wereldlijders uit alle continenten werden in het geheim bij elkaar geroepen, door de al even geheim gehouden secretariaten. Ondergronds moest nu wel bovengronds komen, anders was de wereld een genie armer. En geniën waren al zo zeldzaam op aardkloot aarde. Hoe konden ze nu Bernard Driemaster (uit de Zaanstreek met geheim adres) het beste ondersteunen? Er lagen nog pakweg vierendertig wereldproblemen te wachten die node een oplossing behoefden. Twaalf in het westen, elf in het oosten, zeven in het noorden en 4 in het zuiden.

De wereldlijders troffen elkaar in Leprados, een klein eilandje gelegen vlakbij de evenaar precies tussen de continenten Afrika en Zuid-Amerika. Pas ontdekt en zorgvuldig geheim gehouden voor atlasmakers en geografen. Slechts bereikbaar per boot. Kleine boot. Eerst vochten ze uit wie het eerste aan de beurt was voor het ontvangen van een nieuw idee. Ze deden er vier maanden over. Vier maanden.

Bernard Driemaster lag inmiddels al aan een breininfuus. Er borrelde namelijk nikkes nada meer spontaan uit zijn brein omhoog. De hersensappen die ingevoerd werden bestonden uit een mengeling van biobrandstof en ecoweed en zorgden helaas voor vreemde bijwerkingen. Om de drie uur stuiterde Bernard rechtop van zijn bed en begon dan spontaan te zingen. Satie, maar dan in vocalen. Heel bijzonder maar verder niet interessant voor mogelijke toepassing. Het zou nog meer dan een jaar duren voordat Bernard zijn creatieve leegte eindelijk wis te vullen met levensvatbare ideeën. Het leven van een genie gaat lang niet altijd over rozen. Zo blijkt maar weer eens. Gelukkig overleefde moeder aarde deze kortstondige ideeëncrisis.


Omwentelingen (11-01-2017)

Keer om, keer om. Ommekeer. We draaien helemaal door. Doordraaien heet dat. En niet allen we. Nee, iedereen. Hoe dat zo komt? Heel simpel. We begeven ons op een oneindige weg. En dan ook nog eens op een bol die omwentelt. Keer op keer. En dan moeten we ook nog eens geloven dat we door zwaartekracht naar het midden worden gezogen. Een centraal punt. Een oneindig punt. Punten zijn immers zo. Punt. Wat heeft omwentelen dan überhaupt voor zin? Überhaupt gaat sowieso boven mijn hoofd. Of boven de pet zo u wil. Of wij? Liever zeg ik, ik, jij, hij, zij of jullie. Maar alles bij elkaar, blijft het wij. We, voor degenen die een hekel hebben aan de ij.

Hoeveel omwentelingen hebben we intussen al niet achter de rug? Voor de rug ook trouwens, dat heet buik. De buik waar de maag in rust. Een maag vol omwentelingen, dat willen we al helemaal niet. Dan keert na verloop van tijd alles op zijn kop en wentelen we alles naar buiten. Gelijk een teefje, dat tevoren als gevolg van overschrijden van de houdbaarheidsdatum, van ontevredenheid wentelt in de maag. De rug op met die foute wentelteefjes.


Een keurige tennisfamilie (17-01-2017)

De AO is amper bezig of ... ja, ik moest het ook even opzoeken, Australian Open ... of de roddels vliegen weer over het tenniskoord (veld, lijnen, net, umpaiers, ol inkloesif).

Nog steeds staat het beeld van het geile broertje uit F helder op mijn netvlies. Twee blote dames die op het gloeiend hete gravel hun balletjes slaan. Broertje F met grote (f)lodderogen, vingers krom gehaakt in de afrastering, verlustigt zich aan de bruine zonnebankhuiden. Is zich niet gewaar van naderend onheil. De familie van ... opgewonden broertjes ... van de huppelende blonde paardenstaartjes is aanstonds. Weglopen kan niet meer. Hij ... de gluurder ... krijgt gigantisch op zijn flikker. Ze slaan hem zo hard dat ie spontaan de dames weer gekleed ziet tennissen. Zijn ogen geven hem Lacoste. Één van de deftige broertjes komt uit. Jaren later. Ja, ook in een keurige tennisfamilie bestaan ...

Maar terug naar de AO roddels. Borg doet het samen met John. Laatste nieuws. Presenteren en onderbroeken verkopen. LOL. Al in de eerste ronde zegt Kiki boe en neemt Haase de benen. Andy en Kerber zijn gespot in een eedjenzie om te werken aan een beter immidg. Een korte stage bij teams RF en SW is inbegrepen. Keurige tennisfamilies tegen beter weten in. Een Bronxsister met een rood zakmes is en blijft een gevaarlijke combinatie. Let's double.


Zelfremmend (19-01-2017)

Gebiologeerd kijk ik naar het woord dat voor mij opgeschreven staat. Zelfremmend. Het komt binnen en het remt. Zo simpel kan het dus zijn. Een rem op jezelf. Een rem op het zelf. Een lichte nuance in deze is noodzakelijk. Zodra je de rem op jezelf zet, zet je mogelijk tevens een rem op het zelf. Wie ben ik, als ik mezelf rem?

Bij remmen komt energie vrij. Warmte. Aan de andere kant wordt ook energie gespaard. Maar die is van een andere aard. Remwarmte geeft lucht. En door meer lucht kun je weer ademen. Doe je niks dan spaar je energie. Hoewel? Niks doen kan behoorlijk onrust geven. Onrust die in zichzelf energie verbruikt. Onnodige. Zinloze?

Kan energie zinloos verbruikt worden? Ja, maar waar leidt dat dan toe? Lijdt je van dit leiden? Lijdzaam kom je wellicht tot inzicht dat het nergens toe leidt. En ja, ook dat kost weer energie.

Energie kosten? Is dat niet wat kapitalistisch uitgedrukt? In een wereld die draait op economische principes, gaan kosten aan de baten vooruit. Maar wat levert het dan op? Aan het eind? En moet het überhaupt wat opleveren?

Bestaat er an sich geen intrinsiek verlangen in de mens naar niets doen? Gewoon alleen maar zijn, puur. Unheimlich unheimisch om met enkele germanismen te spreken.

Mijn Fingerspitzengefühl zegt even helemaal niets. Ik peuter en pieker me suf. Mijn vingers razen over het toetsenbord in voldoening, van links naar rechts en van onder naar boven in onwillekeurige volgorde. Ik weet immers wat ik tik. En ja, heel soms corrigeer ik, zelfremmend, omdat taal dwingt. Niets zo inspannend als juist duiden.


Een machtig instrument (21-01-2017)

Een oorlogswapen of liefdesveer
Met patronen of hoge aaibaarheidsfactor
Vlammend scherp of vloeiend sereen
Bloed aan de paal of botergeil
Belerend bot en uitgesproken
Of vol bewondering van muze
Bestraffend of onvoorwaardelijk
To the point of ins Blaue hinein

In between kan ook
Zowel de vrede als de oorlog bewaakt bewaard
Met nuance en geheel in stijl
Weloverwogen van rancune bevrijd
Bedachtzaam met geduld
Letters, woorden, zinnen
Chronologisch zonder flashbacks
In dansend script met vette kapitalen

Dichtend, verhalend
Een sletterig pamflet
Zonder zonden gewoon heel braaf
Of in woede in zichzelf gekeerd
Van je af of en naar de ander toe
In gesprek of dood gezwegen
Daarom hef het zwaard en doop het in honing
Opdat de pen nooit zal zwijgen


Een intens miezemuizen (Remco Campert) (23-01-2017)

Dat kan Remco helemaal niet. Rem en co. Gejat van Annie. Intens miezemuizen. Iets dat Annie helemaal niet doet en kan. Hoewel? Als we haar nader beschouwen dan zit er toch echt wel een miezemuisje in Annie. Navraag bij Jip en Janneke bevestigt mijn bevinding. Waarheidsgetrouw want ik heb het uit JJ's mondjes. Getoetst door kritische pers en na grondig onderzoek weten de naasten van Annie me te vertellen dat Annie weldegelijk miezemuiste. En ja, ook dat Remco het heeft overgenomen. Tijdens een onderling thee- en wijnkransje, tijdens een kerstperiode ergens in de twintigste eeuw hebben Annie en Remco gezamenlijk hun onvrede geuit en verwoordde lieve Annie dit in miezemuizen. Sterker nog. Ze vond dat Remco bij uitstek miezemuiste. Dat heeft Remco goed in zijn oren geknoopt en uitgevent. Nee, niet uitgekereld en uitgemand en ook niet uitgecowboyd. Zo'n held is het niet. Althans in de ogen van good old Annie. In pamfletten, gedichten, wartaal en stoute berichten ontkomt Remco niet aan het erfgoed van Annie. Man wat kan die vent miezemuizen. Intens.


Wereldzeeën (25-01-2017)

Ik tel ze niet meer. Het zijn er veel te veel en er komen steeds meer bij. Daar kan ik niets mee. En het geldt niet alleen voor wereldzeeën. Asteroïden tel ik ook niet meer en muggen. Maar ophouden met ziften kan ik niet. Het liefst doe ik dat met liften. In New York bijvoorbeeld of Seoel. Het moeten wel wereldsteden zijn. Seoel wint. New York blijft sinds kort achter. Sinds 20 januari om precies te zijn. Waarom 20 januari? Inauguratie van heer Trump, als opperopperopperopperopperopperbestuurder van samengebalde staten. En daarmee liftboy bij uitstek. Geen zifter maar lifter. Nee, tiller. Optiller. Van liften. Sinds hij de nieuwe liftboy is van de samengebalde staten, niet te verwarren met baltische, ik weet het, het klinkt als baltsen, maar dat bedoel ik niet, loopt het spaak met de productie van liften in New York en eigenlijk in alle steden en dorpen, mochten die laatste al liften hebben, van de samengebalde staten. En de eerlijkheid gebied te zeggen ook ik bal mijn ballen samen, ze zijn in alle staten. De wereld op zijn kop.

Ik tel dus meer liften in Seoel dan in New York, sinds 20 januari. Aan wereldzeeën hoef ik voorlopig niet te beginnen. Dat wordt namelijk geen optelsom maar aftreksom. Trump, het nieuwe opperhoofd van de samengebalde staten wil een beperking leggen op het aantal wereldzeeën. Het liefst wil hij er een groot hek omheen zetten maar dat wordt een beetje lastig. Daarom heeft hij besloten, heel discreet maar wel stiekem, buiten de pers en de media, enkele zeeën gelegen grenzend en nabij de samengebalde staten samen te voegen. In zijn ogen verminderd het zijn span of control. En ja, onder ons gezegd, dat reageert, pardon, regeert makkelijker. Zie het twitteraccount van heer Potus Trump. Inclusief moeilijke en lange wereldzeenamen heeft hij twaalf berichten aan alle samenvoegingen gewijd of geweid? Toe maar. Niemand die de samengebalde staten nog zomaar binnenvaart. BPT is watching you!


Een gehaktmolen (27-01-2017)

De roze balletjes vliegen door de lucht. De gehaktmolen doet erg zijn best. Zijn wieken zwieren met groot gebaar door de lucht. De balletjes voelen nat en papperig. De consistentie is niet van hoge kwaliteit. Zou er wel een goede mix gemaakt zijn? Mijn gedachten vlieden weg. Naar een crimi. Midnight Sun. Weer een Zweeds kunstwerkje.

Meer specifiek denk ik aan de openingsscène. Zelden zoiets gezien. Een man ligt vastgebonden op één van de wieken van een helicopter, met ijzeren kettingen. Heel langzaam beginnen de wieken te draaien. Steeds sneller en sneller. De camera zoemt in en je hoort de man ijzig schreeuwen. Het komt keihard bij me binnen en dringt door tot op het bot. Met afgrijzen kijk ik wat er gebeurt. De centrifugale kracht wordt zo hoog dat het hoofd van de romp schiet. Keihard. Gruwelijk.

Terug bij de slappe gehaktballetjes die uit de lucht vallen. Ik spreek de gehaktmolenaar er even op aan. Dit kan niet. Hier lusten de honden geen brood van. Laat staan ik. De molenaar belooft beterschap en de mix aan te passen. Volgende week ben ik weer van de partij. Ben benieuwd of de ballen dan wat beter smaken. Niet naar soep.


Kip klaarmaken (29-01-2017)

Mijn broer kan nog geen ei bakken. Heeft ie nooit geleerd. Maar wat valt er aan te leren? Pan op het vuur, boter erin (met olie zullen we nog maar even wachten), even wachten tot de boter heet is, eitje erin, al dan niet met dooier heel, maar daar letten we even niet op, even geduld (zou daar de crux zitten?), met een spatel even lospulken, of de pan tijdens het gehele proces op en neer wiebelen, oeps twee keuzes, dat is er wellicht een teveel (zou daar de crux zitten?) en klaar is Kees, mijn broer dus. Niet dat ie Kees heet, maar dat terzijde. Wat kan daar nu mis mee gaan? Of is het eerder te wijten aan een motivatieprobleem? Niet te motiveren voor het bakken van een ei. Of is het halsstarrig weigeren zich te wijden of verdiepen aan en in de keuken? Geen bekend terrein voor mijn broer. En ik dan? Waag ik me er wel aan? Ja hoor. Geleerd bij de scouting. Maar wacht eens even, daar zat mijn broer toch ook bij? Heeft ie dan nooit en altijd en ...? Ja vast. Kan haast niet anders.

Kip klaarmaken dat is veel moeilijker. Daar waagt mijn broer zich helemaal niet aan. Ik wel. Piece of cake. Gewoon het kippetje lokken, vangen, plukken en dan klaarmaken. Wat is daar nu zo moeilijk aan? Het zijn maar vier acties, waarvan, en dat moet gezegd, de laatste actie wel de meeste finesse eist. Je moet het kippetje goed aanpakken en uitpakken. Alle veren af laten leggen. Dat gaat niet vanzelf. Daar moet je moeite voor doen. En alweer geduld betrachten. Ik zet toch op het laatste in hoor. Geduld is een schone zaak. Maar te lang klooien en wachten bij het plukken is natuurlijk ook niet goed. Daar worden kippetjes heel wrevelig van. Ongedurig. En ja, dan vraag je je af, terecht, wie is er hier nu ongeduldig? Het kippetje of jij? Ik laat er vervolgens mijn snaartheorie op los. Kwestie van de gevoelige snaar raken. Succes altijd verzekerd. Tot grot hemelen breng ik mijn kippetjes met mijn snaartheorie. Die praktiseer ik uiteraard zonder het zeggen. Bewijs moet altijd eerst geleverd. Dat vraagt de wetenschap van het kippetjes plukken. En ervaring. Dat helpt ook. Dus niet alleen denken maar ook doen. En tijdens het doen, niet meer denken. Ingewikkeld allemaal en toch heel eenvoudig. Kan dat? Ja, dat kan. Gewoon doen. Kippen klaarmaken is en geeft een eitje.


Dorp aan zee (31-01-2017)

Barend van Dorp, geen bekende Nederlander, woont aan zee. Vlakbij Katwijk aan Zee, bij de zee. Vroeger een klein dorp, nu een toeristische attractie. Katwijk bedoel ik dan, niet Barend. Toeristisch omdat er veel toeristen passeren. Passeren? Ja, passeren, ze blijven er niet. Wie wil er nu in Katwijk aan Zee verblijven? Hooguit wat hondenliefhebbers die hun Keesje uitlaten. De katten zijn immers al eeuwenlang geweken uit Katwijk. Het is dan ook zeer gekend bij hondenliefhebbers. Ongestoord je Kees uitlaten, waar kan dat nog in Nederland?

Helaas is de kustlijn van Katwijk aan Zee niet erg lang. Je passeert het in een mum van tijd. Erg jammer voor de bewoners. Een goudmijn zou het kunnen zijn. Net als Bloemendaal of Zandvoort. Beide ook gelegen aan Zee. Maar deze dorpen hebben de allure van een stad. Katwijk aan Zee daarentegen is blijven hangen in het stenen tijdperk. Kijk maar eens naar de zeedijk. Een en al steen. Geen sprietje gras te bekennen. Met blote voeten over stenen lopen is niet fijn. Zeker niet in de zomer. En iedereen weet, in de zomer moet je binnenlopen. Als toeristische attractie. Maar dan moet je de klanten wel binnenhouden.

Dat brengt me terug bij Barend van Dorp. Geen bekende Nederlander. Maar wat niet is kan nog komen, nietwaar? Hij heeft het plan opgevat om een Bed and Breakfast te beginnen, in Katwijk aan Zee, midden op het strand, maar buiten de marges van gevaar. Een B&B op hoge poten. En ja, honden mogen blijven slapen. Dat heeft Barend meteen opgenomen in zijn ondernemingsplan. Een dankbare doelgroep om mee te beginnen. De bank ging meteen akkoord. Zeker toen de bank de ontbijtplannen zag. Gebakken mosselen. Wat een idee! Gebakken eitjes doen ze aan de overkant, met worstjes. Maar aan gene zijde worden vroeg in de ochtend mosselen geserveerd. Met de dooier heel uiteraard. Een superplan. De naam van Barends B&B vindt de bank ook geweldig. Dorp aan Zee. Prachtig. Een B&B midden op het strand op hoge poten in het mooiste dorp aan zee. Katwijk aan Zee. Niet voor de poes.

Columns van Harrie (Januari 2017)

Lichtzinnig vuur / Gein & Ongein / 02-01-2017

Brizzl djeu, il tombe le feu. Ja, lieve mensen ik ben nog steeds een beetje van de kaart. Vraag me niet waar ik de woorden vandaan haal. Vandalistisch gedrag laat me nu eenmaal Frans spreken. Morte subite les vandalen. La guerre heb ik niet gerre.

Ik tuur naar mijn blote tenen, ze steken parmantig uit mijn sandalen. Gelukkig, ik heb ze nog. Op tijd terug getrokken. Nadat vlammend vuur voor mijn voeten neerdaalde uit de zwarte hemel. Nog net kon ik brand voorkomen. Nee, niet door met mijn gesandaalde voeten op het vuur te trappen. Ik ben niet gek.

Raakhout zit naast me. Met zijn vlezige paddenvingers houdt hij zijn oren dicht. Het knalt al even niet meer, maar toch. Ik begrijp hem. Het oorverdovend lawaai doet hem natuurlijk ook aan oorlog denken. Hoewel? In de natuur voeren ze eerder stille oorlogen, gemener ook. Hier wordt een aanstondse poging tot moord en doodslag nog aangekondigd. In de Westerse mensenwereld knallen ze er gewoon op los. Griss mich nich. De gedoofde raket die voor mijn voeten ligt spreekt boekdelen. Een emmer water heb ik erop leeg gegooid. Mij foppen ze niet meer. Vorig jaar was het precies hetzelfde lied. Voor de zekerheid maar wat emmertjes water klaargezet.

De schade dit jaar valt nog mee. De prullenbak, aan het begin van mijn bos moest er nog aan geloven. De prullenbakken in het bos zijn walhallazijdank op tijd door de boswachter weggehaald. Prullenbakken midden in bossen hebben daar ook eigenlijk niets te zoeken. Als oorspronkelijk bosbewoner ben ik grootgebracht met eigen troep onmiddellijk verwerken en anders mee naar de hut nemen. Voor een tweede kans. Recyclé avant le lettre. Het opstoken of aansteken van rommel en vuurwerk was niet aan ons besteed. Wij zagen de waarde nog in van alles. Het allesomvattende bleef immers eeuwig bestaan.

In huidige tijden wordt zoveel leegte aan- en ontstoken dat het mij, en met mij velen anderen, droevig stemt. En dan maar hopen dat de dunne huid niet zelf ontvlamt. Dat vuurwerk onze ogen met rust laat en ons de vingers laat behouden. Ze zijn allen een leven lang nodig. Huid, vingers en ogen. En niet alleen voor onszelf. Met vingers en ogen, verslinden en likken we de liefde af. Zonder vingers en ogen geen voortplanting. Huidloos vrijen, ik moet er niet aan denken. Daar komt nooit nageslacht van.

Kom Raakhout, we sprokkelen alle lange rechte dunne stokken, waaibomenhout dat met scherp geknal uit de lucht is komen vallen. Dan ontbranden we vanavond een lichtzinnig vuur in onze eigen haard. Dan drinken we een flinke borrel berkennat en luiden geheel op eigen wijze weer een nieuw jaar in. Proost. Brizzl djeu!


Wichelroedelopen / Gein & Ongein / 31-01-2017

Afgelopen week een bijzondere ontmoeting gehad. Een keer per jaar spreekt het genootschap wichelroedelopers met elkaar af om de laatste trends van het afgelopen jaar te bespreken. Griss mich nich, van het afgelopen jaar? Wichelroedelopers bewegen zich toch alleen in heden en toekomst zal men denken. Maar niets is minder waar. Uit het verleden laat zich namelijk het heden en de toekomst voorspellen. Aldus opper wichelroedeloper Wichelwietje. Afgelopen jaar is Wichelwietje herkozen. En terecht. Wichelwietje beschikt naast de vaardigheden wichelroedelopen en besturen ook nog over de vaardigheid wolken peilen. Voor de grap wordt hij dan ook wel eens Wolkenwietje genoemd. Naar een beroemd fictief personage uit de vorige eeuw die ook zeer vaardig was in het peilen van wolken.

Maar ik dwaal af. Sorry Raakhout. Brizzl djeu. Ik zal nu snel tot de kern komen. Een kern ingegeven door het thema van dit jaar. Schrijverswissels. Naast het wichelroedelopen beoefenen bijna alle wichelroedelopers ook het schrijversvak. En afgelopen jaar hebben vele wichelroedelopers een overstap gemaakt van de ene naar de andere society. Een bijzondere trend die hoe dan ook even onder de aandacht gebracht moet worden. Speurwerk is verricht door Willem Waarnemer. Altijd dankbaar om hem die taak te verlenen. Succes altijd gegarandeerd. Wichelroedelopers die schrijven hebben nogal eens de neiging om te verdwalen en het verdwalen vervolgens te verhullen. Maar aan het oog van Willem Waarnemer kan haast niets onttrokken worden. U begrijpt dan ook dat Raakhout en ik razend nieuwsgierig zijn naar de uitkomsten. Het woord is aan Willem.

Zo heeft Willem een zekere troubadour op weten te sporen via webtales.org. Het klinkt misschien voor geen meter, maar het is een gezelschap dat elkaar door dik en dun kent en voorzichtig commentaar levert. De bijdragen zijn ook heel voorzichtig. De troubadour levert prikkende miniatuurtjes. Eigenlijk zijn alle bijdragen die de leden leveren miniatuur. Moede en oude leden die niet te veel en niet te lang willen lezen en schrijven. Het is een trend onder ouderen is mij verteld. De bijdragen worden zo nu en dan gehonoreerd met stickers. Dat stamt nog uit de ouderwetse schooltijd. Een site vol sentiment.

Dan hebben we nog een trawant die nu in vol ornaat zijn sporen na laat op een website die vertelt hoe mannen denken. Niet voor vrouwen dan, denkt u onmiddellijk. Inderdaad niet voor vrouwen. Vrouwonvriendelijk dus. Niet echt slim. Men sluit daardoor de belangrijkste en grootste doelgroep lezers uit. De schrijvers wanen zich nochtans heer en meester en dat willen ze ook graag houden zo. Aldus de analyse van Willem Waarnemer.

Tot slot wil Willem de Waarnemer ook nog even de volgende schrijverswissels onder de aandacht brengen. Op een website genaamd nederlands.nl (what's in a name?) heeft hij een aantal creabea's ontdekt die hun sporen elders ruimschoots hebben verdiend. Is hier sprake van een comeback of een doorstart? Willem twijfelt nog. Het betreft schrijvers en tevens wichelroedelopers Pierken, Frans Goossens en Nachtzuster. Waarvan de twee laatsten ambities hebben om dagcolumns te schrijven. Dagcolumns? Zeg je die dan gedag? Of hoe zit dat? Het verhaal, gedichten, beschouwingen, beweringen en hartenkreten zijn ook geliefde categoriën op deze alledaagse websiteallegorie. De verdubbelaar wordt op nederlands.nl door schrijvers ook veelvuldig ingezet. Met verdubbelen is de kans op vangst uiteraard een stuk groter.

Dit is de voorlopige conclusie van Willem Waarzegger, zijn eigen waarheid. Raakhout en ik blijven in ieder geval bovengenoemde schrijvers volgen. Ze verdienen het. Waarom is hier sprake van schrijverswissels. Dat ben ik nog vergeten te vertellen. Alle bovengenoemde schrijvers schreven voorheen op een andere site. De site waar ikzelf ook nog ooit welkom was.

Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.




Een machtig instrument

Een oorlogswapen of liefdesveer?
Met patronen of hoge aaibaarheidsfactor?
Vlammend scherp of vloeiend sereen?
Bloed aan de paal of botergeil?
Belerend bot en uitgesproken?
Of vol bewondering van muze?
Bestraffend of onvoorwaardelijk?
To the point of ins Blaue hinein?

In between kan ook
Zowel de vrede als de oorlog bewaakt bewaard
Met nuance en geheel in stijl
Weloverwogen van rancune bevrijd.
Bedachtzaam met geduld.
Letters, woorden, zinnen.
Chronologisch zonder flashbacks.
In dansend script met vette kapitalen.

Dichtend, verhalend.
Een sletterig pamflet.
Zonder zonden gewoon heel braaf.
Of in woede in zichzelf gekeerd.
Van je af of en naar de ander toe.
In gesprek of dood gezwegen.
Daarom hef het zwaard en doop het in honing.
Opdat de pen nooit zal zwijgen.


Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Een machtig instrument (21-01-2017)

30-01-2017

Van de plank

Daar zit de man aan tafel en luistert naar de radio. Naar Domien. Zo meteen komt de nieuwe rubriek. Drie maal drie is negen en ieder raadt mijn eigen lied. Een soort tandenborstelkaraoke maar dan anders. Luisteren naar gorgelende muzieknoten- en lijntjes en dan maar raden.

Iedere luisteraar wordt gevraagd om precies om 08:05 voor de radio te gaan zitten. Maakt niet uit in welke vorm. De radio dan hè. Niet dat de luisteraar in lotushouding, kleermakerszit of gewoon op zijn knieën voor de radio moet gaan zitten. Nee, bedoeld wordt dat het niet uitmaakt of hij voor een stereotoren, een DAB, een horloge- of telefoonradio, aan of op een oortje gaat zitten. Het maakt niet uit. Voor een bakkie of wereldradio mag ook. Het mag allemaal.

Nog twee minuten te gaan. De man staart naar de broodplank voor hem op tafel. De boterham met kaas en ook die met ham, lijken naar adem te snakken in het boterhammenzakje, waarin ze samen verpakt zitten. Moet hij ingrijpen? Het brood wat lucht geven? Hij houdt niet zo van kleffe boterhammen. En al helemaal niet als deze nat worden van hun eigen asem. Zie, de kaas begint al te zweten en de ham krijgt blaasjes.

De man begint zenuwachtig te worden. Nog even en dan moet ie weer, hij voelt het, hij houdt het amper vol. Het gaat niet lang meer duren. Hij begint spoken te zien. De boterhammen lijken nu weg te lopen. Intussen kondigt Domien drie maal drie is negen aan en ieder raadt mijn eigen lied.

Dit is de druppel. De man trekt het niet meer. Loopt naar de keuken en haalt een Belgisch biertje van de plank, niet uit de koelkast. Niet te koud, precies de juiste temperatuur. Van de plank. Dat er überhaupt mensen zijn die Belgische biertjes in de koelkast bewaren, begrijpt de man niet. En hij komt geeneens uit België. Snel loopt ie weer terug naar de tafel. Trekt het biertje open en schenkt hem in een mooie bijpassende glazen bokaal en luistert naar Domien.

Ja, ja, beste mensen bij de radio, we gaan beginnen.
Hebben jullie goed afgestemd?
Telefoon bij de hand?
Hier komt het eerste lied.

Er zijn nog geen twee tonen heen of de man pakt de telefoon, zet hem aan, swipet naar het juiste contact, pusht op de app-button en toetst razendsnel de titel in. Zou hij vandaag op tijd zijn? Drie kleine kleutertjes. Zeker weten. In de laatste hiphopversie van Race against the Machine. Zeker weten. Moet hij dat er nog bijzetten? Snel tikt ie een tweede boodschap in de app. Voor de zekerheid. Het popt op onder zijn eerste appje.

De telefoon gaat. Domien aan de telefoon.

Met wie? Verschuuren? Die ken ik niet.
Van de radio? Oh, van de radio.
Heb ik prijs dan?
Hoe ik dit nummer heb gefantaseerd?
Nou, gewoon. Een Leffe triple heeft me dit ingegeven.
Cool? Nee, van de plank!
Ben ik live? Op de radio? Neuuuu ...!
Welke prijs ik wil?
Nou doe maar twee tickets Zwarte Cross 2017.
Uitverkocht?
Nu al?
Doe dan maar twee tickets Efteling.
Zomer ja.
Ja, ik geloof nog steeds in sprookjes.
Doeg!

24-01-2017

Als je de horizon kunt aanraken

Als je de horizon kunt aanraken, dan ben je een lange weg gegaan. Dwars door hoge ijskoude golven met schuimkoppen, of zachtjes glijdend door een strak blauw vlak. Kruipend door het gloeiend hete brandend zand, of meegevlogen door een korrelige lucht. Hijgend van vermoeidheid door het natte weidegras, tussen diepe dalen door, of stoer met bergschoenen aan schurend over hoge wanden, die dan net niet de horizon raken, tenzij je springt. Het leven heel even los durven laten, gewoon omdat ook horizonnen lonken. En dan, tik hem aan, ineens vleugels krijgen, die je bij het laatste stukje helpen.

En ja, daar is dan. Wat voelt ie lekker zacht. Je trekt spontaan je zwemvliezen uit, je bergschoenen, sokken, of sandalen. Want het voelt zo ongelooflijk fijn, om op de horizon te zijn. Het voelt wat ongemakkelijk maar heerlijk wollig. Energie die stroomt naar binnen. Links en rechts daar staan twee grote potten. Volgeladen met vloeibaar goud. Je loopt naar een van de potten en steekt je hand erin. Het goud glijdt door je handen. Heerlijk hoe dat voelt. Je smijt en gooit alles van je af, de wijde wereld in. Wie had dat gedacht? De kleuren in de regenboog die lachen zich te pletter. Ja echt, ze vallen uit de lucht. De grond verandert onmiddellijk in rozengeur en maneschijn, zover je maar kunt zien en ruiken.

En in de hemel zie je ze dan staan, al degenen die ooit het leven lieten. In prachtige gewaden, doorzichtig, transparant. Dat krijg je er zomaar bij, als je de horizon kunt aanraken. Met herinneringen die bij het raken vooruit zijn gegaan. Want het is de gedachte en het geloof die uiteindelijk de liefde maken. Je hebt slechts tien minuten om met iedereen te spreken. Want uiteindelijk wordt ook een horizon te heet onder je voeten. Je moet terug uiteindelijk naar het avond- en het morgenland. Maar lieve allemaal, het is en blijft en was, een waar genoegen, om jullie heel even kort te spreken. Ik ga daar nog aan denken. Uren, dagen, weken, maanden, jaren. Tot in de eeuwigheid.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Een spiegel voorhouden (01-01-2017)


18-01-2017

Presentatieopmaak

Vanuit mijn stoel heb ik prima uitzicht op de vloer. Het is een houten van eik. Russische eik. En koud dat ie is. Niet geïsoleerd helaas, hoewel, hij ligt best centraal en los. Maar iedereen kan erop. Dat dan weer wel. Glad is ie ook. Zo glad als ijs en plat. Niet overal even plat, maar wel op de meeste plaatsen. Op een enkele plek hobbelt ie. Niet onoverkomelijk. Elke vloer heeft zo zijn hobbels. Ik neem ze elk ochtend. Ben er inmiddels aan gewend. Bij nieuwkomers is het altijd leuk. Zullen ze de hobbels opmerken? Grappig is het dan om hun gezicht te waarnemen. De ene fronst, de ander verbaast en sommigen camoufleren. Die laatsten zijn het leukst. Ze kunnen natuurlijk niet volledig camoufleren, anders had ik dat niet gezien. Ik spreek ze daar pas op aan zodra ze het huis verlaten. Vlak voor de deur. Ja, de vloer is niet vlak hè. Heel even lijken ze dan gechoqueerd. Betrapt. Dat kunnen ze niet nog eens camoufleren. De gesprekken die zich dan in de gang afspelen zijn over het algemeen hilarisch. Leuke trap of hé is dat de bel? Hebben jullie die al lang? Natuurlijk hebben we die al lang, ze zaten bij de boedel. Ik bedoel ze zaten bij het huis inbegrepen. Goh, dat wisten ze niet. Blij dat ze het even vragen. Er is niets zo vervelend dan met misverstanden een huis verlaten. Dat vindt het huis ook niet leuk. Dan gaat het klagen, piepen en steunen. Soms kermt het zelfs. Heeft ze geleerd van de hond die hier af en toe vertoeft. Een langharige teckel. Zo’n knijphond. Je kunt ze ook krijgen in metaal, gietijzer. Maar die staan dan buiten de deur. Als voetveeg.

Vanuit mijn stoel heb ik ook zicht op de kachel. Alleen de gedachte aan de kachel vervult mij al van warmte. Ik hoef hem niet eens aan te doen. Hij is altijd aanwezig. Zowel in de woonkamer als in mijn bovenkamer. Ik kan hem van alle kanten bezien. Het is een draaikachel. Wel zo handig. Maar ook lastig voor zo’n draaikont als ik. Hij kan alle kanten op gedraaid, maar ik twijfel altijd over de juiste. Het ligt best gevoelig. Stook ik hem nu links of rechts op, of gewoon in het midden? Al die keuzes. Lastig. Ik ga dan altijd met hem in gesprek, als ik het even niet meer weet. Door het bespreekbaar maken van de keuzes en daar argumentatie bij te zoeken levert veel op. Soms lijkt het alsof ik tegen dovemansoren spreek. Totdat ik besef dat mijn kachel stokdoof is. Vanaf zijn geboorte al. De oren hebben ze dan ook weggelaten bij de levering. Heeft geen enkele functie voor zo’n dove kachel. Hij is best al oud. En hoesten dat ie af en toe doet. Vreselijk. Zwarte rook proest ie dan uit. Zijn longen hoef ik niet te zien. Die zijn pikzwart. Kan haast niet anders.

De smeedijzeren pook ligt aan zijn voet te rusten. Hij heeft de vorm van een tak en zijn handvat bestaat uit een strak gevlochten leren riem. De zijtakken zijn volgens de nieuwste inzichten kort geknipt, gesnoeid moet ik zeggen. Best wel wreed eigenlijk, om met een gesmede tak het hout in de kachel tot beter branden te porren. Cynisch ook. Aan de muur naast de kachel hangt een poster van van Gogh. Hij bestaat uit twintig rechthoekige vlakken die met ronde clips strak aan elkaar zijn geplakt. Een uitsnede van wat takken met amandelbloesem. Het helpt me telkens te herinneren om geen vers hout te stoken in de kachel. Amandel ruikt an sich best lekker, maar het is niet goed voor de kachel.

Een verdere beschrijving van de woonkamer ga ik niet geven. Ik wil niet alles in een keer verklappen. Morgen heb ik weer masterclass creatieve wooninrichting, zwaar gesubsidieerd door de vakschool Hedendaagse Binnenhuisarchitectuur voor Late Followers (HBvLF). Ouderenpartij het Gulden Vliesje heeft er lang voor moeten ijveren, maar de school is er dan toch eindelijk gekomen. Dit jaar nog vieren we het eerste jubileum. Na vijf jaar behoor ik tot de eerste afstudeerders van deze mooie opleiding. Nog even knutselen aan mijn presentatie en dan is het weer tijd voor een kopje thee. Zoethout. Heerlijk, opwekkend en goed tegen de griep. Voorkomen is beter dan genezen, nietwaar?

16-01-2017

Titel hier invoeren

Ik sta aan de balie bij terminal vier. De man achter de balie staat op van zijn stoel, zet zijn handen op de balie en kijkt over de balie heen. Ik zie hem balen. Hij haalt zijn neus op en daarna zijn bovenlijf en gaat weer zitten in zijn stoel. Hij kijkt naar het formulier dat voor hem op de balie ligt en schudt zijn hoofd een paar keer op en neer. Ik bedoel heen en weer. Dus niet van boven naar beneden en vice versa. Nee, van links naar rechts en vice versa. Zo'n drie keer. Dan kijkt hij mij aan en zucht. Het zijn er veel meneer. Dat lijkt ie te zeggen. Ik kijk naar het bord dat boven de balie hangt. 'ZWIJGZAME BALIE', staat er in grote letters opgeschreven. In kleine letters staat eronder 'Gelieve de medewerker niet aan te spreken, zowel Indisch- als Oost-Indisch doof'. Ik denk even na. Impliceert het ene het andere niet? Of zijn zijn oren tweetalig? Is het een soort dialect misschien het Oost-Indisch, net als in Nederland het Fries? Onmiddellijk popt er een vernietigend belerend stemmetje in mijn hoofd op, ergens tussen mijn twee oren, bovenin. 'Fries is geen dialect, het is een taal'. Ja, ja, nu ben ik het die zucht.

De baliemedewerker merkt mijn zucht op, dat is duidelijk. Zodra bepaalde zintuigen uitvallen of niet meer meedoen, nemen andere zintuigen de werkzaamheden meteen over. Met andere woorden of hij ruikt of hij hoort mijn gedachten zuchten. Ik wend mijn hoofd af. Ik ruik namelijk zelf de knoflook die in mijn zucht nevelig omhoog stijgt. Bah. Met knipogen maakt de baliemedewerker duidelijk dat ik mijn eerste titel mag invoeren. Hij knipoogt mij naar de grote machine die links van hem, rechts voor mij voor de vrouwelijke lezers, aan het eind van de balie staat. Ik ben inmiddels vertrouwd met de machine en neem de eerste titel van de kar. Driehonderd zijn het er dit keer. Het gaat wel even duren. De baliemedewerker blijft hoofdschudden. Erg lastig want daardoor zie ik niet welke naam zijn naambadge draagt. Een rosse baard van minstens vier jaar wappert telkens mee en verhindert mijn zicht op zijn badge. Gebiologeerd blijf ik edoch kijken. Ik moet en ik zal ... We hebben een 'E', we hebben een 'r', we hebben een 'n', we hebben een 's', we hebben een 't'. De klok lijkt even stil te staan. Slechte timing. Volgt er nu een spatie?

Ik leg de volgende titel op de balie. En daar gaat ie weer. Inderdaad. Spatie. En we hebben een 'J', we hebben een 'o', we hebben een 'n', we hebben een 'g'. De letters op het naambordje zijn op. Ernst Jong, zo heet de baliemedewerker dus. Het kost wat moeite, maar dan heb je ook wat. Nu kan ik de baliemedewerker in ieder geval de komende drie uur bij zijn naam noemen. Wel zo persoonlijk. Het mag eigenlijk niet, ik sta immers bij een zwijgzame balie, but who cares. Ik fluister voor de zekerheid zijn naam. Ernst geniet er ook van. Ik zie hem genieten zodra ik hem bij naam noem. "We hebben nu vijf titels gehad Ernst, zullen we doorgaan tot de vijftig en dan even pauzeren?" Ernst knippert met zijn ogen. Ik zie ook een twinkeling. De machine slurpt in no time dertien titels naar binnen. De velden titel, auteur, uitgever, plaats, datum, bladzijden, illustraties, ISBN, voer ik zelf in. Dan weet ik zeker dat het goed gaat. Het vrije veld laat ik vrij. Ik zou eventueel een trefwoord in kunnen voeren, maar daarvoor lenen mijn titels zich niet goed. Abracadabra overweeg ik nog. Maar nee. Wie zoekt daar op?

Bij titel veertien stokt de machine. Dertien in een dozijn heb ik in ieder geval in de pocket. Ernst staat op en trekt de titel uit de machine en ruikt er even aan. Hij schudt zijn hoofd een keer op en neer. Omhoog en omlaag dus. Ik weet genoeg. Ik leg het boek terug op de kar. Achteraan. Die bewaren we tot het laatst. In een half uur tijd hebben we de eerste vijftig titels ingevoerd. Zowel bij Ernst als bij mij staat het zweet op het voorhoofd. Dit waren de titels van bedenkelijke allure. De makkelijke komen straks. We drinken samen een kop chocolademelk en nemen een reep. Onze dag kan niet meer stuk. Nog tweehonderdvijftig titels te gaan.

In de kantine zie ik de directeur lopen. Een buitenkansje. Hij heeft me ook al gezien en komt op mij toegelopen. Ik sta op van mijn stoel. De directeur steekt zijn hand uit en trekt hem terug zodra ik deze wil aannemen. Ik kijk beteuterd, want dat is de afspraak, de etiquette zogenaamd. De directeur klapt dubbel van de lach. Ernst ook. De chocolademelk spat uit zijn beker. Zijn neus past er namelijk niet in. De melk spat op het witte blazoen van de directeur. Nu klap ik dubbel. Twee keer, waardoor ik dus gewoon weer rechtop sta. Kostelijk. Ik krijg alsnog een hand van de directeur, alleen, nu laat ie niet meer los, de hebber. Ik moet nu met mijn linkerhand de vingers van de directeur los pellen van mijn rechterhand. Vind ie leuk. Na een flinke klap op elkaars schouder hebben we de begroeting achter de rug en kunnen we overgaan tot een gesprek. Kort, want de directeur heeft grote haast. Hij schrikt dat ik deze week maar driehonderd titels kom invoeren. Geen inspiratie gehad misschien? Nee, dat is het niet. De leverancier van mijn A4-aanvoer kon afgelopen week niet leveren en ik was al door mijn reservevoorraad heen helaas. Ach, we nemen gewoon wat langer pauze Ernst en ik. Geen probleem.

Tijd om de boel af te maken. We werken nu in een stuk door. De laatste titel geeft alleen nog een keer hetzelfde probleem. Ernst buigt zich er nog eens over en ik ook. Onze buigzaamheid biedt meteen de oplossing. Door het buigen popt het antwoord bij ons beiden vrijwel gelijktijdig op. Eenzelfde titel. Dat pikt het systeem niet. De machine is onverbiddelijk. Ook als ik een beetje sjoemel met lidwoorden. Ik wil echter geen verdere concessies doen aan het titelveld. We proberen nog een kleine vertaling. Maar ook deze vindt geen goedkeuring bij de machine. Het opnieuw schrijven van de titel, dat is de enige mogelijkheid. Ik trek me terug met wat geleende A4'tjes. Ach, ik heb toch wat tijd over, dus who cares. In een klein uurtje schrijf ik titel driehonderd. Iets over machinemoeheid. Herschrijf, want ik kan toch wat tekst overnemen uit de dubbele titel. Wat essentieel veranderd is de clou. En ja, daar gaat het uiteindelijk om. Buiten de weg ernaartoe uiteraard. Die zorgt immers voor de leessaus, nietwaar? Tijd om maar weer eens afscheid te nemen en naar huis te gaan. "Dag Ernst, tot de volgende keer."

15-01-2017

Niet ontmoeten en verstaan

Nieuw. Post, gevolgd door permalink. Koud. Steenkoud. Meteen in de prullenbak of inzenden voor beoordeling? Ik kies voor direct optekenen, zonder verpozing. Menu gladstrijken, invouwen. Vreemde tekens opslaan als concept. Geen selectie op dt noch op witregels. Voorlopige stadia die in toekomst wellicht zichtbaar worden. Voor wie? Hoe lang? Waarom? Voor iedereen, totdat internet ophoudt, gewoon omdat het kan.

Maar permalink baart zorgen. Gehackt door boze geesten uit de onderwereld. Blauwe, zwarte, bruine, in alle schakeringen, in diverse categoriën meest gebruikt. Permalink bevriest voor mijn ogen in een toendra van kapitale letters, schots en scheef. Een Barentszee vol dikke inkt draagt droeve schrijvers van weleer. Ze spartelen spartaans, Bacon en Byron, Reve en Ribault, Dylan en Demeter, Nabakov, Neruda, in lettervermicellisoep.

Datagedichten, samengebald in kleine enen en nullen leiden tot een vierde macht en schieten wortel in drijfzand. Oorlog is het nog lang niet. Het is maart 2017. Stemhokken worden aangekleed met kruiswoordpuzzels en cryptogrammen. Niemand loopt nog door. Dit jaar stem ik Zweeds, op Sudoko. Ik oefen thuis alvast met een rode pen. Dat is een stok gevuld met inkt die in de punt taps toeloopt. Belangrijk is een goede doorstroming. Blijven schrijven is de kunst.

De bel gaat. Shit. Geen zin in deur. Laat staan in mens. Dieren bellen nooit aan. Ze vliegen gewoon binnen. Bij de beesten af. Ik kijk door het kleine zeemansgat in de deur. Guido. Nee, niet Guido. Hij heeft nog iemand bij zich. Wie is zijn gezelle? Het is een vrouw. Connie? Kannie. Die reist niet meer. Ze dragen beiden een boek. Nee, geen boeken vandaag. Geen zin in. Ik loop terug de kamer in. Daar wordt op de deur geklopt. Hard geklopt, zacht geklopt. Ik kruip over de vloer door de gang naar de woonkamer en verstop me achter de bank. Ik voel ze gluren. Guido en Connie, door het raam. Ze mogen me niet zien. Of hebben ze dat al?

Ach, what the fuck. Och, wat een geneuk. Ze zijn allang weg en ik loop naar de schrijftafel. Vol inspiratie. Tien kilo inspiratie stort ik uit op tafel. De pen voelt zwaar, log en groot. Ik leg het uiteinde denkbeeldig op mijn schouder en omarm zijn middel, druk de punt op het witte vel dat voor me ligt. Ik schrijf alsof mijn leven ervanaf hangt. Luchtletters stollen op het papier. Eerst maar eens een titel verzinnen. Het halve werk. Een niet-ontmoeting met Palmen en Gezelle.

10-01-2017

Een spiegel voorhouden

Ik zie helemaal niks. De spiegel die ik mezelf voorhoud is zwart. Een donker gat. Hoe kan dat nou? Zwarte gaten in de ruimte zijn nog spannend, maar een zwart gat in een spiegel, dat is ernstig. Een teken aan de wand. Ik hang de spiegel terug aan de spijker. Zal ik hem aan diggelen slaan? Het ergst van al, ik zie ook geen spiegelbeeld van mezelf. Of is dat juist het zwart? Zwart van binnen. Zwart voor ogen. Ik weet het even niet meer. Heb ik misschien fout gehandeld? Is dit mijn straf? Zie ik niets omdat ik niets wil zien? Of krijg ik niets te zien omdat ik het verdien?

Kies jij maar. Ja, jij lezer. Je kent me toch? Denkt me te kennen, althans. Nee, ik geef me niet verder bloot. Hier zul je het mee moeten doen. Als ik je nu eens een spiegel voorhoud? Zie jij dan ook zwart? Ja. Dan is er serieus iets aan de hand. Op zwart gaan doet een televisie, een website, een avondklok. Ho eens even, wacht. Je trekt toch niet de stekker eruit, wel? De ruimte die is pas zwart. Hoewel er natuurlijk ook nog sterretjes schijnen. Maar dan moet je ze wel willen zien.

Je ziet ze niet? Tja, dan heb je een probleem. Een echt probleem. Zwart zien, zwart willen zien, dat doe je dan jezelf aan. Zwart kijken wil ik het niet noemen. Veel belangrijker is het zien. Een wezenlijk verschil. Aapjes kijken of aapjes zien. Naar het grote geheel kijken, of het grote geheel zien. Ben jij een kijker of een ziener? Ik weet het wel. Ik maak het even voor je af. Ik zal het voor je duiden. Van afkijken komt afzien. Van doorkijken doorzien. Van uitkijken uitzien. Van inkijken inzien. Zo simpel is het.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Een spiegel voorhouden (08-12-2016)


08-01-2017

Weer wolf

De weerwolf had er genoeg van. Hoe lang was het niet geleden dat ie nog gewoon wolf mocht zijn? Hij huilde eens flink naar de maan. De maan die vervolgens vol liep met tranen door het erbarmelijke gehuil van de weerwolf. De nachthemel had het ook niet meer en liet net als de maan haar waterlanders vallen. In sneeuwvorm dwarrelden de tranen neer op aarde en bedekten deze met een witte laag. Dat was nu ook weer niet de bedoeling. De weerwolf vermande zich nog één keer en brulde nu zo hard dat de sneeuw niet meer op aarde durfde te landen, bang om in de hitte van het gebrul meteen te smelten. Dat was dan weer zonde voor alle sneeuwruimers die op aard geduldig zaten te wachten op het witte goedje. Ze hadden instructies gekregen, iets over code paars, of in ieder geval diep rood. Ze hadden de instructies gekregen van het weerstation, genaamd de Eenzame Wolf, vlak bij Schapingerdam. De rest van de avond, of eigenlijk nacht, besloten ze een spelletjesmarathon te houden. Een dart- en ganzenbord werden snel tevoorschijn getoverd.

De weerwolf intussen had nu een ander plan bedacht. Om weer gewoon wolf te zijn besloot hij het weer niet meer te maken. Dat moest iemand anders maar voortaan doen. Hij had het weer sowieso de laatste tijd niet meer echt goed gemaakt. De mensen klaagden steen en been. Hij was het beu, kotsbeu, al dat geklaag over zijn weer. Het heen en weer mochten ze wat hem betreft krijgen. Ahoeoeoe. Hij besloot de hulp in te schakelen van een goede maat van hem. Een weerpad. Die had hij afgelopen jaar ontmoet ergens in de bossen van Nummer Een, een klein plaatsje in Zeeland, in Nederland, Europa. Een grappig beest dat altijd vergezeld was van een rare kwibus. Hij had de pad daar ontmoet tijdens een druïdebal. Deze weerpad overtuigde hem met zijn weerkunst, door tijdens het bal telkens weer het weer weer overhoop te gooien. Fantastisch had de weerwolf dat gevonden. Regen, hagel, sneeuw, wind, storm, mist, alle weervormen, wisselden in no time af. Ja, als er één iemand in aanmerking kwam om het weer weer wat meer weerbaar te maken voor de mensheid, dan was het deze weerpad.

Met zijn mobiele weertelefoon nam Lowieke, want zo heette de weerwolf, contact op met de weerpad. Die stemde onmiddellijk toe. De weerpad had altijd al een functie geambieerd als weermaker. En nu was zijn kans. Lowieke op zijn beurt was blij dat ie nu eindelijk weer eens vrij was van het weerwolf zijn. Hij besloot terug te keren naar de Russische toendra om weer ouderwets achter trojka's met bange mensen aan te jagen. Aldus geschiede.

04-01-2017

Geluk is kwetsbaar als een herfstblad

Een aantal bladeren staat op het podium. Een beetje hulpeloos en schuchter. De tekst zit er nog niet goed in. De regisseur laat weinig ruimte voor improvisatie en dat steekt de blaadjes. Bladeren hulpeloos en schuchter laten; dat vraagt om problemen. Het eikenblad dat hoog boven de rest uitsteekt en van volwassen leeftijd is, heeft nog het meeste moeite met de spaarzame speelruimte. In volle bloei en wasdom zou hij toch moeten en mogen schitteren. Maar, nee, ook hij moet zwijgzaam liggen op de grond en wachten tot de winter komt. Hoe saai kan het leven van een blaadje zijn. Zich onderscheiden van de rest gaat zo niet lukken. Straks wordt hij nog overvleugeld door een beuken- een espen- of erger nog een berkenblad. Hij moet er niet aan denken.

Bezwaarlijk krult hij zijn bruine randen op en beschermt zich tegen de wind die het podium opgeblazen wordt. Had hij nu toch maar een maillot aangetrokken. Gelukkig is het nog maar drie weken naar de generale repetitie. Zou hij de boel nog in beweging kunnen krijgen? Dit kunnen ze de toeschouwer toch niet aandoen? 'In de herfst van het leven.' Dat is de titel van het stuk. Experimenteel en erg zen. Ze moeten gewoon zichzelf zijn en stil blijven liggen op de grond. Een eenakter zonder pauze en nauwelijks tekst. Gelukkig is er wel muzikale ondersteuning. Anders zou het wel erg saai worden voor het publiek. Zij die sterven gaan groeten u op muziek van Mieke Telkamp, gebracht op Albert Hammond wijze. Hij eikenblad zou er liefst zelf van weg willen lopen. Wat een klaagzang.

Maar ja, er moet ook brood op de plank komen. Dan kun je het slechter treffen als eikenblad. Hij prijst zich dan ook stiekem gelukkig. Slapend rijk worden. Niets mis mee. En toch. Het blijft ergens schuren. De rolverdeling is zo anoniem dat niemand kan schitteren op de planken. Nee, het is bepaald een dooie boel. Er is nog maar kort tijd om de boel eens flink in beweging te brengen. De blaadjes liggen niet voor niets in de herfst van hun leven. Hoogste tijd voor nog wat actie. We spannen samen. Voor ons geluk. Alle blaadjes op het podium doen mee. Na vlug beraad zijn we het allen eens. We willen opschudding. Het eikenblad knipoogt en steekt zijn duim omhoog naar de windtechnicus, het is een goede vriend van hem. Een afgesproken teken. De windturbine gaat naar max en alle blaadjes waaien van het podium, keihard de zaal in. Sommigen breken bijna hun nek. Het eikenblad landt op schoot bij de regisseur. Die is kwaad en scheurt hem haast in twee. Dat heeft ie toch maar mooi voor elkaar. Boosheid is ook emotie. Van geluk laat het bruin gerande eikenblad een blijde traan.

Toelichting:
Geschreven naar aanleiding van een idee van Hella Kuipers
Zie ook: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Schrijfveer: Geluk is als een herfstblad (02-12-2016)