18-01-2017

Presentatieopmaak

Vanuit mijn stoel heb ik prima uitzicht op de vloer. Het is een houten van eik. Russische eik. En koud dat ie is. Niet geïsoleerd helaas, hoewel, hij ligt best centraal en los. Maar iedereen kan erop. Dat dan weer wel. Glad is ie ook. Zo glad als ijs en plat. Niet overal even plat, maar wel op de meeste plaatsen. Op een enkele plek hobbelt ie. Niet onoverkomelijk. Elke vloer heeft zo zijn hobbels. Ik neem ze elk ochtend. Ben er inmiddels aan gewend. Bij nieuwkomers is het altijd leuk. Zullen ze de hobbels opmerken? Grappig is het dan om hun gezicht te waarnemen. De ene fronst, de ander verbaast en sommigen camoufleren. Die laatsten zijn het leukst. Ze kunnen natuurlijk niet volledig camoufleren, anders had ik dat niet gezien. Ik spreek ze daar pas op aan zodra ze het huis verlaten. Vlak voor de deur. Ja, de vloer is niet vlak hè. Heel even lijken ze dan gechoqueerd. Betrapt. Dat kunnen ze niet nog eens camoufleren. De gesprekken die zich dan in de gang afspelen zijn over het algemeen hilarisch. Leuke trap of hé is dat de bel? Hebben jullie die al lang? Natuurlijk hebben we die al lang, ze zaten bij de boedel. Ik bedoel ze zaten bij het huis inbegrepen. Goh, dat wisten ze niet. Blij dat ze het even vragen. Er is niets zo vervelend dan met misverstanden een huis verlaten. Dat vindt het huis ook niet leuk. Dan gaat het klagen, piepen en steunen. Soms kermt het zelfs. Heeft ze geleerd van de hond die hier af en toe vertoeft. Een langharige teckel. Zo’n knijphond. Je kunt ze ook krijgen in metaal, gietijzer. Maar die staan dan buiten de deur. Als voetveeg.

Vanuit mijn stoel heb ik ook zicht op de kachel. Alleen de gedachte aan de kachel vervult mij al van warmte. Ik hoef hem niet eens aan te doen. Hij is altijd aanwezig. Zowel in de woonkamer als in mijn bovenkamer. Ik kan hem van alle kanten bezien. Het is een draaikachel. Wel zo handig. Maar ook lastig voor zo’n draaikont als ik. Hij kan alle kanten op gedraaid, maar ik twijfel altijd over de juiste. Het ligt best gevoelig. Stook ik hem nu links of rechts op, of gewoon in het midden? Al die keuzes. Lastig. Ik ga dan altijd met hem in gesprek, als ik het even niet meer weet. Door het bespreekbaar maken van de keuzes en daar argumentatie bij te zoeken levert veel op. Soms lijkt het alsof ik tegen dovemansoren spreek. Totdat ik besef dat mijn kachel stokdoof is. Vanaf zijn geboorte al. De oren hebben ze dan ook weggelaten bij de levering. Heeft geen enkele functie voor zo’n dove kachel. Hij is best al oud. En hoesten dat ie af en toe doet. Vreselijk. Zwarte rook proest ie dan uit. Zijn longen hoef ik niet te zien. Die zijn pikzwart. Kan haast niet anders.

De smeedijzeren pook ligt aan zijn voet te rusten. Hij heeft de vorm van een tak en zijn handvat bestaat uit een strak gevlochten leren riem. De zijtakken zijn volgens de nieuwste inzichten kort geknipt, gesnoeid moet ik zeggen. Best wel wreed eigenlijk, om met een gesmede tak het hout in de kachel tot beter branden te porren. Cynisch ook. Aan de muur naast de kachel hangt een poster van van Gogh. Hij bestaat uit twintig rechthoekige vlakken die met ronde clips strak aan elkaar zijn geplakt. Een uitsnede van wat takken met amandelbloesem. Het helpt me telkens te herinneren om geen vers hout te stoken in de kachel. Amandel ruikt an sich best lekker, maar het is niet goed voor de kachel.

Een verdere beschrijving van de woonkamer ga ik niet geven. Ik wil niet alles in een keer verklappen. Morgen heb ik weer masterclass creatieve wooninrichting, zwaar gesubsidieerd door de vakschool Hedendaagse Binnenhuisarchitectuur voor Late Followers (HBvLF). Ouderenpartij het Gulden Vliesje heeft er lang voor moeten ijveren, maar de school is er dan toch eindelijk gekomen. Dit jaar nog vieren we het eerste jubileum. Na vijf jaar behoor ik tot de eerste afstudeerders van deze mooie opleiding. Nog even knutselen aan mijn presentatie en dan is het weer tijd voor een kopje thee. Zoethout. Heerlijk, opwekkend en goed tegen de griep. Voorkomen is beter dan genezen, nietwaar?