31-12-2017

120 Woorden December 2017

120 Woorden (120W) is een website gerund door vrijwilligers waarop ik kleine stukjes van exact 120 woorden plaats. Meestal aan de hand van opgelegde themawoorden.
Motto 120 Woorden: Er wordt veel te veel geschreven en daardoor veel te weinig gelezen. Weg met de breedsprakigheid. 120 woorden is precies genoeg.


Te kakken gezet (01-12-2017) (Geen themawoord)

Ik geloof mijn ogen niet. Een wrede beul verkleed in Sinterklaaswolfkleren gooit een kleine borrel achterover na het vonnis dat lang na datum eindelijk is uitgesproken. Hij viert zijn eigen feestje, als een verontwaardigd klein kind dat zijn zin niet krijgt maar wel alle aandacht vraagt.

Kinderen mogen dan onschuldig zijn, hij niet. Aan het eind van alle zittingen is hij uiteindelijk de grote spelbederver en zet zichzelf te kakken. Niemand die hem de broek zal opbinden. Ondenkbaar. Het hemd is hem nader dan de rok. Een klein eigen volk gelooft de Sinterklaas in wolfkleren.

Kent een oorlog überhaupt winnaars? Genocide is never nooit geoorloofd. Het zet de mensheid te kakken. Rijp voor het helletheater is deze man, zonder vergeving.


Ad de Koning meets Eric Vloeimans (05-12-2017) (Themawoord: Triolet)

Troubadour Adje de Koning verveelde zich te pletter. Met haast alle dichtvormen had hij al de liefde bedreven. Maar niets, helemaal niets bevredigde hem nog enigszins, op taalgebied. Totdat hij een optreden bezocht van een nog maar pas bekende trompettist, Eric Vloeimans. Zijn intiem en vloeiend trompetspel inspireerde Adje tot het schrijven van een nieuw gedicht.

Een triolet klinkt als een schuine schuiftrompet
Het husselt woord en klank als nooit tevoren
Ook wel ingewikkeld voor de oren, hoe supervet
Een triolet klinkt. Als een schuine schuiftrompet
Op hol slaat, neem hem dan gewoon mee naar bed
Soms is het gewoonweg niet om aan te horen
Een triolet. Klinkt als een schuine schuiftrompet
Het husselt klank en woord als nooit tevoren


Trioletsel (05-12-2017) (Themawoord: Triolet)

‘Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen. Oren, ogen, puntje van je neus. Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen.’

Wie kent het niet? Een kleine yoga-oefening voor de kleinsten onder ons. Aarden met gebarentaal. Van boven naar beneden en weer terug.

In de herhaling van dit mooie dicht zit een heuse mantra verstopt. En echt de kinderen worden er heel rustig van. Zolang je het maar voldoende herhaalt. Blijven doen dus, dat herhalen.

Wel even opletten bij het stukje ‘oren, ogen, puntje van je neus’. Het hanteren van de juiste volgorde in deze is zeer essentieel voor een goed resultaat.

‘Ogen, puntje van je neus, oren’, niet doen. Het kan leiden tot vervaarlijk trioletsel en verminkte lichaamsdelen.


Toilettriolet (06-12-2017) (Themawoord: Triolet)

Een zeer erudiete man uit Spijkenisse dichtte op een ruim toilet, een ontzettend moeilijk triolet
Onder het zwaarmoedig pissen, wist de man zich ervan te vergewissen, dit gaat niet lukken
Zal ik uit een heel ander vaatje tappen, dacht de man nog rectaal en vet?
Een zeer erudiete man uit Spijkenisse dichtte op een ruim toilet, een ontzettend moeilijk triolet
De rijm kwam ineens spontaan uit zijn kleine gat gespoten, het ging ineens van retteketet
Het verzameld werk zag er niet onaardig uit, nadat hij erin was geslaagd te bukken
Een zeer erudiete man uit Spijkenisse dichtte op een ruim toilet, een ontzettend moeilijk triolet
Onder het zwaarmoedig pissen, wist de man zich ervan te vergewissen, dit gaat niet lukken


Chocolade studententrioletters (06-12-2017) (Themawoord: Triolet)

In de kamer op drie hoog is de lucht niet te harden. Verspreid over de vloer liggen drie half ontblote studenten, zesendertig lege flesjes bier, flink wat Sinterklaaspapier en wat kledingstukken. Het gesnurk is niet te harden.

De huisbaas heeft gelukkig een reservesleutel. Gebeld door een ongeruste ouder is hij even poolshoogte gaan nemen. Het pand was nochtans moeilijk te bereiken. En wat deed in hemelsnaam die gestippelde schimmel op de gang? Zou Sint die zijn vergeten?

Voor de deur, op de mat. ligt een wel hele vreemde chocoladeletter. Geen A, geen W, geen T, het is een ratjetoe van alledrie. Een zelfgemolten letter. Hij zit er best raar uit. Met kleine groene spikkeltjes, heet lijkt wel gras. En stinken!


Triolettenbal (06-12-2017) (Themawoord: Triolet)

Het triolettenbal in Riga werd een heel groot feest. De organisatoren hadden even gevreesd voor weinig deelname. Maar de aanmeldingen waren binnen no time binnengelopen. Sterker nog, een extra tent werd ingezet om aan de ruime aanmelding te voldoen. Achter op de plaats was gelukkig nog plek genoeg.

De organisatoren hadden flink vooronderzoek gedaan om een goede inschatting te kunnen maken op een succesvol slagen van het bal. Er moest immers ook verdiend worden. De inschatting leidde tot een aanname van aanmelding van pakweg dertig trio’s. Dan praten we dus over negentig trioletten. Maar het werden er veel meer. De uitnodiging ging viral en uit het buitenland meldden zich nog zeker tien trio’s. Voor herhaling vatbaar dus, zo’n sexy triolettenbal.


Lekkere trioletten (08-12-2017) (Themawoord: Triolet)

Nou, dat is me ook wat. Sta ik bij de lokale fritesboer, want het regent pijpenstelen en het is maar twee graden boven nul en het regent keihard en ja dan wil ik wel eens verzuim plegen in de keuken, staat er nota bene iets nieuws op de menukaart. Trioletten!

Die moet ik natuurlijk proeven. Of ik er mayonaise, curry of joppiesaus bij wil? Niet zo moeilijk natuurlijk. Joppiesaus. Mmmm. Ik ben razend benieuwd waar de trioletten naar zullen smaken.

Thuisgekomen neem ik er een biertje bij. Bier gaat natuurlijk bij alles samen. Dat is niet met whisky. Maar daar is het misschien ook iets te vroeg voor. Ze smaken heerlijk, de trioletten. Komt nog het dichtst bij een kroket.


Tom troffelt met veel tromgeroffel (11-12-2017) (Themawoord: Troffel)

Tom’s eerste werkdag is aangebroken. Op zijn tandvlees meldt hij zich bij zijn baas. Tom heeft een hekel aan kou. En al helemaal aan sneeuw.

Hoe haalt de werkgever het überhaupt in zijn hoofd? Bij deze vrieskou huizen bouwen is not done. Laat staan muurtjes metselen. Maar Tom moet er aan geloven. Hij mag opperen.

Hij trekt zijn handschoenen aan en een lelijk gezicht. Vijftien kruiwagens stenen levert Tom aan. Hij zal ze krijgen en zijn mannetje staan. Opperen niet mopperen.

Maar Tom is Tom niet als ie stiekem niet even troffelt. Al is het maar een meter. Hoe doet ie anders evaring op? Met veel getroffel en tam tam laat Tom zien wat ie kan. Tom troffelt met tromgeroffel.


Troffelmayonaise (12-12-2017) (Themawoord: Troffel)

In een grote bak met specie roert de metselaar zijn cement klaar. Hij moet nog twee muren metselen. Twee muren van vier meter breed en drie meter hoog. In een meter gaan vijf stenen, in de breedte. In de hoogte zijn dat er twintig. Dat wordt dus nog 2400 stenen metselen.

Gelukkig heeft hij iemand bij zich die goed kan opperen. Iemand die van wanten weet. Althans dat oppert hij. Hij is niet voor niets een meesteropperraar. Je hoort hem nooit mopperen. Hij is geen mopperkont. Wel heeft ie een flinke opperkont. Stevige hamstrings van het bukken.

Vrouwen die voorbij marcheren lonken naar hem. De metselaar lonkt terug. Maar iets te lang. Langzaam is zijn specie verworden tot troffelmayonaise. Onbruikbaar.


Christroffel (17-12-2017) (Themawoord: Troffel)

Bijna Kerstmis en iedereen is weer in de weer voor het meest romantische kerststukje. In groen en rood. Of zijn de modekleuren dit jaar goud en zilver? Wie zal het zeggen? Ik besluit mijn eigen modegoeroe te zijn. Eigentijds vanzelfsprekend.

Het moet iets oosters zijn besluit ik. Iets met een chris. Die heb ik nog in een lade liggen, in een kastje op zolder. Dat wordt mijn uitgangspunt. De chris zit ook in christus, one way or another. Een steekspel.

Ik zoek nog naar een natuurlijke tegenpool. Was het geen timmerman, zijn vader? Yes. Dan maak ik er een metselaar van. In de schuur ligt nog een troffel.

E voila, daar is kindeke Jezus geboren. Christroffel, in zilver en goud.


Vlucht naar Egypte (19-12-2017) (Themawoord: Zandvlakte)

Er zijn moppen die beklijven, nergens over gaan en toch alleszeggend zijn. Die persoonlijke smaak overstijgen, verbinden in gulle lach, desnoods onbegrip. Bevrijden, wringen. Contradicties in terminussen.

Behalve als ze door dezelfde oom urenlang orakelt worden op lange winteravonden. In de zomer kun je ze ontvluchten door simpelweg naar buiten te rennen. Maar in de winter zijn het soms ware martelingen. Beslagen ten ijs moet je dan komen om die ludieke saaie oom de moppenmond te snoeren.

Ik waan me dan altijd op een grote zandvlakte, in bloedhete zon, ergens in Egypte of Marokko. En wanneer het blijft knellen gooi ik hem eruit:

‘Het is geel en trekt door de woestijn?’

‘Een kudde vanille-yoghurt.’

Niemand lacht. Te absurd voor woorden.


Zandvlakteloper (19-12-2017) (Themawoord: Zandvlakte)

Je moet het maar kunnen? Twee weken lang, onder een bloedhete zon, op blote voeten, met twee bulten op je rug en volle bepakking, door brandend zand klossen, zonder te mopperen. Ik kan het niet. Zelfs met voldoende nachtrust ben ik er niet toe in staat. Maar ja, ik ben er ook niet voor gemaakt, voor uitgerust, laat staan geschapen.

Mijn kameel wel. Een goede lobbes is het toch. Hoewel hij ook zijn makke heeft. Zo weigert mijn kameel steevast zandhellingen te nemen. Daar moet je mee aankomen binnen een karavaan wildemannen. Voor zouthandelaren smaakt dat bepaald niet zoet. Het is zout in een open wonde strooien. Ik zeg er dan ook niets van. We lopen gewoon een eindje om.


Zeekasteel (20-12-2017) (Themawoord: Zandvlakte)

Jarenlang, hele lentes en vroege zomers had ik al geoefend. In de zandbak in een veel te kleine tuin. Met kleine schep en dito emmer. Een grote schep en emmer hadden niet eens gepast.

De kastelen die ik iedere dag opnieuw bouwde waren nooit een lang leven beschoren. De zand plakte niet goed. Er miste iets. Omdat mijn zandkastelen snel instortten besloot ik al snel om er vooral veel te maken. Oefening baart kunst.

En nu was het eindelijk zover. Op een enorme zandvlakte bij Kijkduin zette ik de shovel aan en schraapte de bovenlaag los van het strand en schiep een enorme berg. Ik boetseerde met behulp van een reuzengieter vol zeewater een strandkasteel. Mijn gedroomde sprookje kwam uit.


Tellen op de horizon (20-12-2017) (Themawoord: Zandvlakte)

Op de horizon loopt een klein mannetje. Zodra ik dichterbij kom wordt hij wat groter. Geen fata morgana mag ik hopen. Gelukkig zindert het silhouet niet als ik steeds dichter de horizon nader.

Het mannetje loopt druk op en neer. Soms stopt ie even en kijkt dan door een klein kijkertje op een statief. Ver kan deze niet kijken. De horizon die ik voor me zie is vrij kort. Valt eigenlijk precies in mijn gezichtsveld.

Nu ik zeer dichtbij ben zie ik dat het mannetje door het zand loopt. De korrels spatten omhoog, het is zeer droog en warm op de horizon. Ik vraag wat de man precies doet. Meten zegt hij. Ja, en wat dan precies? Nou gewoon, zandvlaktemeters.


Zandvlaktegels (21-12-2017) (Themawoord: Zandvlakte)

Ik ben bij de bouwmarkt om een kerstboom te kopen. Liefst een blauwspar, maar die zullen wel weer op zijn. Aangezien ik geen andere wil, besluit ik er dit jaar geen te kopen. Ook geen nieuwe kerstverlichting, want die gaat toch maar ieder jaar stuk. Maar wat dan wel? Ik houd geld over. Daarvan moet iets gekocht worden. Het brandt in mijn broekzak.

Mijn ogen vallen op een vreemd soort tegels. Wellicht handig voor een mooi pad in de tuin van mijn vader. Ze zijn goed vlak en scherp geprijsd. Ze zijn voorzien van een plastic coating met daarin zand verwerkt. Zandvlaktegels staat op een bord geschreven. Als ik met een tegel schud lijkt het zand te sneeuwen. Heel bijzonder.


Graveelzandvlakte (22-12-2017) (Themawoord: Zandvlakte)

Met grote verbazing bezie ik het bodemvlak van mijn toiletpot. Ik zie donker zand. Het lijkt wel bastaardsuiker. Ik leek heel even zwarte poedersuiker uit te plassen. Moet ik nu de loodgieter bellen, mijn dokter of een aannemer? Misschien is het wel bijzonder kostbare zand. Ik besluit ook een juwelier te bellen. In die volgorde dan maar. Ik maak ook een foto, om door te appen.

De loodgieter stelt voor het goedje uit te scheppen en te zeven. De dokter stelt gerust. Niergruis, compleet onschuldig. Lucht het niet op? De aannemer ziet er geen geld in. De juwelier daarentegen wel. Met graveel kun je blijkbaar prachtige edelstenen maken. Zou hij er dan uiteindelijk het meeste de ballen verstand van hebben?


Meten in zand (24-12-2017) (Themawoord: Zandvlakte)

Het bepalen van de oppervlakte van een terrein lijkt een eenvoudige zaak. Het opmeten van hellende, of diep ingesneden terreinen stelt echter heel wat praktische en juridische problemen die een landmeter moet oplossen.
Zeker in de regio.

Vroeger niet. Toen gebruikte men oude maten. Bijvoorbeeld meten met zandvlaktemaat. Hier een overzicht van die oude maten:

Het gemet, de gras in Groningen, ongeveer een halve hectare (de hoeveelheid gras die nodig was voor een koe), de deimat of dagmaat (de hoeveelheid land die een maaier per dag kon maaien), de hont, de bunder, de dunam, de hoeve, de loopense, de morgen, de mud, de pondemaat, de roede, de schat, de schepel, de snees, de spint, de vatzaad, de wind, het zand.


Lichaamstaal (26-12-2017) (Themawoord: Lichaam)

Net nadat ik mijn handen uit de mouwen steek, neemt mijn buurvrouw de teugels in haar hand. Ik knijp mijn ogen dicht. Ze heeft haar oren niet gewassen. Bah. Ach. Ik weet het, ze leeft als een hart en ze houdt de hand op mijn zak. Wat wil ik nog meer? Waar de lippen werken daar rusten de handen. Ik heb het niet achter mijn oren en ook geen ogen op mijn rug.

Ik vlieg liever van haar hand. Er zijn veel ezels met twee benen. Een volle buik peinst op geen lege. Ik kom handen tekort. Handen in de schoot dat geeft geen brood. Dan ben ik er met hart en ziel bij. Ik moet er niet aan denken.


Belichaamstaal (27-12-2017) (Themawoord: Lichaam)

Oh schoon en prachtig lichaam. Laat mij u bezingen. Top down en bottom up. Your body, my body, zijn ze niet prachtig? In bruin en in wit, in oker of haast zwart, rossig, rood in alle tinten grijs, gerimpeld of heel strak? Bij Adam stokt de keel en Eva laat ons rillen. Bloot en glanzend in alle naaktheid. Wat is de mens toch mooi.

Laten we onze lichamen voor eeuwig en altijd belichamen en toejuichen in roze, zilver en in goud. Superieur aan vissen, hagedissen, vogels en de mieren. Ons stoere lijf kent geen angst of vrezen, hooguit soms een beetje beven. Laten we de krachten blijven bundelen, verenigd in ons blote lijf. Pas dan zullen de robots uiteindelijk zwichten.


Lichaamseigen (29-12-2017) (Themawoord: Lichaam)

Heel langzaam loop ik mijn lichaam na. Rechtstreeks, niet via een spiegel. Noch via een staande spiegel noch een hangende. Ik ben geen heks. Ik ben ook helemaal niet mooi. Eigenlijk ben ik heel lelijk. Zegt men. Men ja. Alsof dat zo belangrijk is, wat men ervan vindt. Van mijn lichaam. Blijkbaar. Er is geld aan te verdienen. Niet blijkbaar. Zeker weten.

Alles in winkels is erop gericht. Op mooie lijven en lichamen. Lijven is voor popiejopies. Lichamen voor de anderen, die niet popiejopie zijn. Ik kijk via mijn schouder, naar mijn bovenarm en onderarm, naar mijn pols, hand en vingers. Die houden een pen vast. Daar schrijf ik dit stukje mee. Lichaamseigen. Mooi man. Dat mijn lijf dat kan.


Lichaamsfobie (29-12-2017) (Themawoord: Lichaam)

Iek een vinger. Een duim, een pink. Zijn dat dan geen vingers? Nee. Ze ringen, wijzen en middelen niet. Iek een onderarm, een bovenbeen, een onderbeen en bovenarm. Wat doen ze hier? Aan min billen, schouder, nek. Ze zitten op de verkeerde plek. En dan die neus, bovenop mijn ballen. En de ballen op mijn rug.

Ik wil alleen maar ballen in mijn broek. Hoe kan dat toch? En dan die dikke buik, onder mijn knieën. Geen gezicht. De haren rijzen onder mijn tenen. En mijn mond die valt bijna uit mijn bilnaad. Van schrik. Ik droom toch niet? Is dit echt? Dan heb ik de schrik toch goed te pakken. Zwakke ruggengraat zegt de dokter. Wat een ongelofelijke wijsneus.


Hemellichaam (31-12-2017) (Themawoord: Lichaam)

Onder de hemel bevindt zich een lichaam, het enige echte hemellichaam, mijn lichaam. Het belichaamt mijn hemel volledig. Hoe langer ik kijk naar mijn hemellichaam, hoe mooier het wordt. Geen zon, maan of wolk kan het verblinden noch verbloemen. Mijn hemellichaam is goddelijk. Het is god, del en lijk tegelijk.

God want ik aanbidt het als geen ander. Del want het smaakt naar meer, altijd. Lijk zodra het slaapt. De rust zelve. Moordend, dodelijk, zwart. Pikzwart in het donker. Mijn goddelijk lichaam. Mijn hemellichaam is hemels. Het smaakt zoet, zuur, zout, bitter maar vooral zalig hemels. Gelijk hemelse modder.

Gevechten wil ik houden met mijn lichaam. Hemelse moddergevechten, eindigend in amoureuze vrijpartijen. Me and my body. Whatelse, whomelse, whyelse, hemels.


Geurvreters (31-12-2017) (Themawoord: Lichaam)

Lichamen zijn ware geurvreters. Neem nu kaas. Kaas gedijt goed op lichamen. Zeker op de mannelijke. Maar de vrouwelijke kunnen er ook wat van. Kop- en hoofdkaas. Teen- en voetenkaas. Voedingsbodem ook voor prachtige schimmels, lichamen.

Lichaamsschimmels zijn vaak prachtige schimmellichamen. In wit, groen, grijs, geel, rood en blauw. In alle geuren en kleuren bewijzen ze hun diensten. Geven soms waarschuwingstekens af of lokroepen. Angst en zweet het ruikt ook zo lekker. Om maar niet te spreken van het zoele vrijvocht. Wie steekt zijn neus daar niet graag eens in?

Uit alle lichaamsgaten zweven geuren regelmatig naar buiten. Soms dwepend langzaam, soms met brute kracht. Odeuren ontvallen ons op de meest aangename momenten. Ze zoeken naar verbinding. Een groot feest.

30-12-2017

Webtales Gedichten December 2017

Overlaten (01-12-2017) 

laat even over 
cederen achterlaten 
in toevertrouwen 


Pizzapuntenslijper (02-12-2017) 

'Pizza!', roept André 
Pizzapuntenslijper rolt 
Quatro Stazione 


Bezwierend bezwijkend (04-12-2017) 

zwieren, zwaai, bezweek 
met zwierrook, vlaai en cake 
pietje is niet meer 


Elfsteden Koek en Zopie (05-12-2017) 

Start 
Verse heek uit Sneek 
Wilde rijst van IJlst 
Grove hazelnoten uit Sloten 
Volle koren van Stavoren 
Reerug antilope uit Hindeloopen 
Witte rum van Workum 
Vet varkenshart uit Bolsward 
Zoete krakelingen van Harlingen 
Friese levenselixer uit Franeker 
Tum tum van Dokkum 
Kleine zeepaarden uit Leeuwarden 
Finish 

(Inzending voor menukaart Restaurant de Liefde te Doesburg) 


Zeerover van Dover (06-12-2017) 

Engeland ligt droog 
zeerover van Dover stal 
zee en oceaan 


Provinciaal (07-12-2017) 

regionalen 
verenigt u op niveau 
in de provincie 


Ganz hoh am Topeiger (08-12-2017) 

Eiger, Jungfrau, Mönch 
Sonnige Bergen sind wir
Singt Heinz-George Kramm 


Vloeistof (09-12-2017) 

mijn vloeistof is droog 
spuit letters met zwarte inkt 
humorvol op wit vel 


Opgenomen (10-12-2017) 

telefoon rinkelt 
ik ben aan bed gekluisterd 
ergens klinkt muziek 


Begeleidinggevenden (13-12-2017) 

Wie heeft de leiding? 
Begeleidinggevenden? 
Dan is het goed, toch? 


Maxim Mimosa (19-12-2017) 

maxim mimosa 
ach gut, kruidje roer je niet 
vlinder, bloem, familie 


Vers in reverse (19-12-2017)

zo is dat 
dat is zo 
is dat zo 
zo dat is 
dat zo is 
is zo dat 


Eenzame ontmoeting (19-12-2017) 

kom binnen 
hoi 
plaats voor twee 
jij aan het raam 

in pak 
vanzelfsprekend 
met glimmende schoenen 
we laten ons verwennen 

lekker eten 
gesmak 
we smullen samen 
buiten is het koud 

het sneeuwt 
gezellig 
jij bent leuk 
we eindigen met toetje 

een whiskey 
warm 
nog even samen 
opnieuw stilte aan tafel 

ik staar 
lang 
in de leegte 
een bord is schoon 

samen genieten 
helaas 
zeker met kerst 
komt er niet van 

eenzame ontmoeting 
verdrietig 
ik neem afscheid 
van mijn gewenste gast 


Avondmalen (21-12-2017) 

aan tafel 
roept een man met baard 
iedereen schuift aan 
de tafel is gedekt in hogere sferen 

neemt plaats 
zoals het schilderij boven u 
zwaar gemompel klinkt 
een feest van herkenning is het niet 

schilder Bart 
hij zit op de hoek 
bakt zoete broodjes 
en spiegelt zich aan zijn Italiaanse schepper 

naast hem 
biedt Jacob van Minderen bescherming 
hij staat garant 
voor dat wat mogelijk nog komen gaat 

lieve hemel 
Andreas heft zijn armen hoog 
uit protest wellicht 
nog voor het eerste woord gevallen is 

Judas schuilt 
achter de rug van John 
willens en wetens 
op de vlakte wil hij liefst blijven 

Peter richt 
zijn mes de andere kant op 
voor de zekerheid 
zijn lieve heer die moest eens weten 

de gastheer 
hij doet langzaam zijn verhaal 
een laatste avondeten 
voor hen die hem zo lief hebben 

ongelovige Tom 
wijst onwijs in de lucht 
wil niks weten 
van wie of wat en het waarom 

naast hem 
spreidt buurman Jacob van Meer 
verbaasd zijn armen 
het verhaal van gastheer is niet waar 

of wel 
Philip wijst beduusd naar zichzelf 
toch niet ik 
ik ben mij van geen kwaad bewust 

Mathieu verbolgen 
keert zijn rug in ongeloof 
vraagt om antwoord 
bij Simon die eigenlijk nauwelijks weten kan 

zo ook 
doet Taddeüs naamgenoot van boef 
hopelijk weet Simon 
aan wie de schuld of onschuld kleeft 

lieve mensen 
ik zie angst in ogen 
niemand treft schuld 
ik die hier mijn laatste maaltijd deel 

nee nooit 
zal ik nog kerstmis vieren 
liever nieuwe geboortes 
lopen des levens gaan altijd immers door 

de moraal 
hussel feestdagen nooit door elkaar 
daarvan komt ellende 
het zet aan tot onnodig eenzaam avondmalen 


Schaatsenrijdertje (23-12-2017) 

schaatsenrijdertje 
ren maar over het water 
half gevleugeld beest 


Schelpenzand (24-12-2017) 

schelpenzandparkiet 
vlieg blauw in gouden kooitje 
laat je nog eens zien 


Verlegen om antwoorden (26-12-2017) 

antwoorden vragen 
vraag ik een keer om antwoord 
krijg ik weer een vraag 


Drie bloeiwijzen (27-12-2017) 

cas, melch, balthasar 
met goud, wierook en mirre 
is bloeien geen kunst 


Klifhanger Cliff (28-12-2017) 

Londen is calling 
No Congratulations 
La la la does it 


Hoofdpersonages met kopzorgen breken hun hoofd (29-12-2017) 

mijn hoofd hoort stemmen 
ze maken heel veel ruzie 
breken elkaars hoofd

Zalig Pasen Kerstman (4)

Beet. De grote kerstmuts van de kerstman past in zijn geheel over pa Haas. One size fits all. Zoals hazen meestal doen in nood, blijft pa stokstijf zitten. Zijn naam is niet voor niets Haas. Hij kan maar aan een ding denken. Einde onderzoek. Hij kan zijn onderzoeksgegevens zo snel niet meer veiligstellen. Wammes en Wommes zijn in geen woonkamer, wegen of velden te bekennen. Ze hebben hun hazensnor gedrukt. Angsthazen zijn het. Pa Haas niet. Zijn stokstijfpose is slechts een pose. Eigenlijk is hij een verschrikkelijk wilde haas. Eentje om voor uit te kijken. Maar dat weet de kerstman niet. Nog niet.

'Ha, ha, hebbes!', roept ma Engelhaar. 'Gaan we hem koken, bakken of frituren?'
'Ik stel voor om hem eerst het vel over de oren te trekken, niet?'
'Goed plan, kerstman.'

Zodra de kerstman pa Haas in zijn kerstmuts naar zich toetrekt gebeurt het meest onwaarschijnlijke. Haas laat een scheet en kerstman valt acuut flauw. Zo ook ma Engelhaar. Als een konijn gaat haas er vandoor. Niet dat het verschil uitmaakt. Alleen de sprongen zijn wat kleiner. Haas huppelt wat onhandig. In het leger aangekomen brengt hij snel verslag uit. Wommes en Wammes verwerken alles in de computer. In Excel, in min tien graden Celcius deo, want god, wat is het koud. Waarom eigenlijk niet in Word? Dan heb je meteen een goede tekst. Omdat er ook gerekend moet worden. In formules. Kookformules? Nee, rekenformules. De eindsom komt er zo aan. Wat was ook alweer de onderzoeksvraag? O ja, bewegingen rondom de kerstboom- en kerststal.

De uitslag. In een maand tijd is de kerstboom evenredig met de kerststal dagelijks zo'n twaalf keer bezocht door twee kinderen, een moeder en een vader. 31 x 12 x 4 = heel veel. Meer dan vorig jaar. Minder dan twee jaar geleden. Het soort bezoeken is daarentegen anders, zo blijkt, dan vorige jaren. Uit bewondering neemt nog steeds het grootste aantal treffers in. Maar uit honger, dit jaar veel kerstkransjes in de boom, is het aantal bezoeken danig toegenomen. En nog een heel bijzondere ontmoeting. Een vreemde gast met de moeder des huizes. Nou ja, vreemde gast, iedereen kent de kerstman wel, toch? Dat is voor het eerst. Althans dat Wommes, Wammes en pa Haas weten. Je weet natuurlijk nooit wat er onopgemerkt stiekem gebeurd. Wammes, Wommes en pa Haas hebben onder de kerstboom ook wel eens een tukkie gedaan.

Enfin. Volgens jaar opnieuw onderzoek. Misschien is er dan wel sprake van een nieuwe geboorte. Een tweeling in de kribbe van pakweg drie maanden oud. Dat zou wat zijn? Met kleine kerstmutsjes op uiteraard. Ma Haas is al aan het breien. Eind goed al goed, zogezegd. Ook dit jaar is de familie Haas vrijgesteld van familie Engelhaars kerstdis. Zijn zij even lucky dat zij vega zijn en zijn gebleven. De Kerstman kan zijn arrenslee weer pakken en zijn broek optrekken. Hij is hier ook weer klaar. Kan weer back to the North. Tot volgend jaar dan maar weer. Zalig Pasen Kerstman.

28-12-2017

Zalig Pasen Kerstman (3)

Ma Engelhaar gilt het uit. Zo'n gigantisch orgasme heeft ze nog nooit meegemaakt. Zelfs niet bij pa. De kerstman schrikt er van. Ook pa Haas kan niet zeggen dat hij dit ooit heeft meegemaakt. Ongehoord. Hij houdt zich stevig vast aan de stam van de kerstboom waaronder hij schuilt. Maar hij doet dat veel te ruw. De kerstballen in de boom en de kaarsjes van de kerstverlichting zwaaien gevaarlijk op en neer. De kerstman ziet het ook. Liggend op de bank, onderop, duwt hij ma Engelhaar snel van zich af. De piek dreigt uit de boom te vallen en net op tijd glijdt hij van de bank. De piek schiet uit de boom rakelings naast zijn kerstmuts en blijft in het hoofdkussen van de bank zitten. Het scheelde niet veel of de kerstman was gekeeld door een vlijmscherpe glazen piek uit de kerstboom. Een ding is zeker, dat had zeker de krant gehaald. Ma Engelhaar snapt niet goed wat er aan de hand is. Zij komt nog bij van het mega-orgasme dat haar lichaam en hoofd volledig in de ban houdt. Ze trilt nog na.

'What the fuck, is dit?', roept kerstman luid.
Geen taal voor een kerstman denkt pa Haas en schiet snel weg onder de boom. De kerstman stevent in zijn bloterik, met slechts zijn kerstmuts op en laarzen aan, naar de kerstboom en inspecteert wat de boom heeft doen bewegen. Maar er is niets te zien. Pa Haas heeft zich snel verstopt achter de kerststal en hoopt dat baardmans hem niet ziet.

'Wat heeft er nu voor gezorgd dat die kerstboom uit zijn slof geschoten heeft? Met een piek nota bene. Nog nooit zo'n agressieve kerstboom meegemaakt.'

Ma Engelhaar is intussen bij zinnen en staat de kerstman bij.
'In een kerststal, daar hoort toch geen haas te zitten, wel?'

Pa Haas voelt nattigheid. Snel neemt hij de benen, poten en oren en maakt dat ie verdwijnt. Een konijn zou er jaloers van worden. Hans Kazan ook. Zo hebben de haas en het konijn met kerstmis toch nog iets gemeen. Gevoel voor verdwijnen.

'Shit, daar gaat de haas. Snel geef me jouw muts.'

Gelukkig is de kerstman meester in de improvisatie. Snel gooit hij zijn muts richting pa Haas. Het is dan geen hoge hoed en de kerstman geen goochelaar, pa Haas vermoedt wat er gaat gebeuren.

26-12-2017

Zalig Pasen Kerstman (2)

De kerstman treedt binnen. Het is al donker en de familie Engelhaar ligt al even te bed. De ene helft met zorgen over welke cadeautjes ze gaan krijgen en de andere met zorgen of het einde van de maand wel gehaald wordt, qua budget. Kortom, er wordt die kerstnacht slecht geslapen. Vol spanning kloppen vijf harten. Vijf? Ja, moeder en zusje zijn nog niet in beeld geweest, maar ze bestaan echt. Ze bibberen iets minder hard dan pa en de broertjes, maar toch, het geeft evengoed veel stress.

De kerstman streelt over zijn baard. Wommes trekt zijn oren in. Komt die kleine dikzak nu richting kerstboom gelopen? En wat draagt ie daar op zijn rug? Een lijk? Nee! Hij gooit het lijk hard op de grond. Uit de zak rollen allemaal cadeautjes. Bijna wil Wommes tevoorschijn springen. Zijn de cadeautjes voor hem? Nee, natuurlijk niet. De gedachte alleen al geeft Wommes wel een warm gevoel. En verdrietig tegelijk. Ze krijgen nooit niets in het leger. Ja, worteltjes. Voor de afwisseling met kerst, hele kleine. In zoet geweld. Smaakt best lekker. Maar het grootste feest is en blijft natuurlijk de worteltaart. Mmm ... Die is voor tweede kerstdag. Mjammie.

Waar moest ie nu ook alweer op letten, Wommes? O ja, natuurlijk, de beweging rondom de kerststal en -boom. De dikke kerstman heeft wel iets met de boom, maar niet met de stal. Die keurt hij nauwelijks een blik waardig. De zondaar. Ligt daar niet een heilig geest in? Moet ie die dan niet groeten, al is het maar uit respect? Zo dom is Wommes toch blijkbaar niet. Hij heeft altijd goed opgelet bij de catechismus. Die was altijd vroeg in de morgen, het eerste uur op de Mariakonijnenbasisschool. De rest kon hij dan niet meer volgen. Ja een half uurtje rekenen kon hij nog net bevatten. Optellen. Wel zo handig. Zeker bij het aantal bewegingen rondom de kerstboom en -stal bij de familie Engelhaar.

Zijn broer Wammes wil er dan altijd nog een goed verhaal bij. Liefst gestoeld op filosofie. Maar daar kan Wommes niets mee. Wat moet hij in hemelsnaam vertellen bij hetgeen hij nu ziet. De kerstman kleedt zich uit. Wat doet ie nu? Hoe valt dit te rijmen? Daar gaat de huiskamerdeur opnieuw open. De kerstman is intussen helemaal bloot op de bank gaan liggen. Geen gezicht. Alleen zijn muts heeft ie opgehouden. Voor de herkenning? Daar staat mams in de deuropening. In een dun vuurrood negligé. Nee! Dit gaat hier niet gebeuren. Wommes slaat zijn beide lange oren over zijn ogen. Dit wil hij niet zien. Hij kruipt langzaam naar achteren en vlucht door het vluchtgat,linea recta richting leger. Het is de beurt aan pa Haas. Maar niet nadat Wommes uitvoerig verslag heeft uitgebracht.

Pa leunt tegen de kerstboom en hoort de geluiden in de woonkamer aan. Wat een amateurs denkt hij onwillekeurig. Die geven nooit vaak van dattum, dat mag duidelijk zijn. Hij hoort de vrouw des huizens kreunen en mompelen. Het kreunen snapt pa Haas, het mompelen niet. Het lijkt zelfs op zeuren. Wie zeurt er nu bij zo'n happening? En wat doen ze er lang over. Hij was allang klaar geweest. De kerstman neemt blijkbaar de tijd. Totdat ...

24-12-2017

Zeer en Dip zoeken antwoord

Zeer en Dip zoeken antwoord. Waarom, is dan de vraag? Precies. Waarom? Het doet er eenvoudigweg niet toe. Ze zoeken nu eenmaal graag, Zeer en Dip. Het is hun bestaan, hun bestaansreden. Los van elkaar dragen zij eenzelfde entiteit. En ze weten het van elkaar. Dat is nog het mooiste. Een voedingsbodem voor een prachtige relatie. Eentje die standhoudt voor de eeuwigheid.

Of dat verder spannend is, hangt dan weer af van de geschiedenis. Hoeveel relaties kan men dragen in een leven? Hoeveel keren kan men verliefd worden en blijven? Hoeveel liefde kan men geven en hoe intens? Want een ding is zeker. We zijn allemaal op zoek naar ultieme, intense, altijddurende liefde. Maar mag dat ook met meerdere personen? Of eenvoudiger gesteld, verdeeld over meerdere personen? En terugkomend op een eerdere vraag? Hoe intens zal dat dan zijn?

Geen idee. Willen Zeer en Dip ook helemaal niet weten, laat staan onderzoeken. Zij zijn immers altijd bezig met hun zoektocht. Want wat is er leuker dan zoeken? Vinden is zo saai. Van het moment dat er ook maar iets gevonden is, slaat het noodlot vaak toe. Het noodlot der saaiheid. Een saai bestaan, is hij of zij die vindt, uiteindelijk beschoren. Kaal wordt dan het bestaan. Een koude entiteit die berust in het gevondene. Zoekt elkaar broeders of zusters wil ik zeggen, maar vindt elkaar niet.

Zeer en Dip blijven dan ook altijd zoeken. Het is hun lust en hun leven. In een gemeenschappelijke entiteit. De ultieme vrijheid. Zeer en Dip entiteit. Probeert u het eens uit. Blijf zoeken, ook als u vindt. Zoeken geeft een drive, vinden niet. De zoektocht is de motor van ons bestaan. Hij die vindt, vindt niets. Niets nakkes nada.

Een grote teleurstelling is het vinden. Zeker van elkaar. Tenzij men samen verder zoekt. Dan openen werelden voor elkaar, in Zeer en Dip entiteit. Het doet soms pijn maar het zal altijd hongerig maken. Maar zonder eetlust geen bevrediging. Nietwaar?

21-12-2017

Zalig Pasen Kerstman (1)

Met jaloerse blik zit een kleine haas onder de kerstboom van familie Engelhaar. Hij zit verstopt achter de kerststal. Waarom krijgt die boom en stal toch zoveel aandacht? Hij begrijpt er niets van. Zodra de huiskamerdeur open gaat is de eerste weg die de bezoeker of huisgenoot aflegt een wandeling naar boom en stal. Al dagen observeert Wammes deze merkwaardige boom- en stalgang. Gelukkig is hij zelf nog niet ondekt. Hij weet telkens weer op tijd weg te duiken achter de in rotspapier verpakte, gestapelde kerstbaldozen. Een keer is hij bijna betrapt. Door het kleinste lid van familie Engelhaar, kleine Joris van vier. Het korte oogcontact tussen Wammes en Joris is er een van verbazing en onschuld. Wammes in freeze-stand en Joris in de war. Kerstmis en een haas, iets klopt er niet? Gelukkig is kleine Joris kort van geheugen en snel afgeleid. De aanlokkelijke schittering van een glinsterende kerstbal in de ogen van Joris, redt Wammes. 'Nijn, nijn', denkt Joris nog, wetend dat er iets niet klopt. De kerstbal lacht hem toe. Een vrolijk menneke is het toch. Gelukkig heeft hij niet langer besef van haas.

Voorlopig heeft Wammes genoeg gezien en keert terug naar zijn eigen habitat, de wei van boer Harmsen. Een prachtige wei gelegen tegen een bosrand in de buurt van Harfsen. In de sneeuw volgt hij zijn eigen pootafdruk, de kortste weg naar het leger. Hij wil zo snel mogelijk verslag uitbrengen. Vanochtend zes bezoeken aan boom en kerststal. Dat zijn er twee meer dan gisteren. Hij is benieuwd wat pa daarvan vindt. Zal hij het weer optekenen in het grote boek? En wat zal pa dan zeggen? 'Goed gedaan Wammes!' Zijn broer Wommes is nu aan de beurt. Vroeg of laat zullen alle onderzoeksgegevens leiden tot een eindconclusie. Op zijn laatst op eindjaarsdag. De deadline van dit bewonderingswaardige onderzoek. Zolang ze maar niet ontdekt worden, familie Haas, want dan loopt het onderzoek gevaar. God weet wat er dan gebeurt? Wammes van vier is een wijze haas, maar mankeert helaas nog het bevattingsvermogen, de ratio, om oorzaak en gevolg te duiden. In het leger valt nog het een en ander te leren.

Wommes mag op pad. Weliswaar ouder dan Wammes, maar wel minder slim. Wommes weet het. Gelukkig heeft hij daar verder geen last van. Hij is meer iemand van uitvoering dan van visie. Inzicht laat hij liever over aan Wammes, zijn filosofisch broertje van vier. Op aanraden volgt hij wel hetzelfde potenspoor. Ook Wommes houdt van de kortste weg. Even kijken of de coast in de huiskamer clear is. Yes. Snel positie innemen onder de boom achter de in rotspapier verpakte kerstbaldozen en dan geduldig afwachten. Daar gaat de huiskamerdeur open. Wie komt daar binnen?

Brief van een liefhebbend kind

Lieve mama,

Ik heb misschien een rare vraag. Daarom schrijf ik deze brief. Hardop deze vraag stellen durf ik niet. Wel zachtjes schrijven op papier. Ik heb er heel lang over nagedacht. Durf ik of durf ik niet? Dat is weer eens wat anders dan 'ben ik of ben ik niet'. Ja, ik ken mijn klassiekers, mama. Die heeft papa mij al vroeg met paplepel ingegoten. Dat weet u niet? Vreemd. Wat ontgaat u toch veel. Heeft ook meteen te maken met mijn prangende vraag.

U bent altijd zo afwezig. Hoe komt dat zo? Nee, dit is niet de vraag die ik wilde stellen. Die komt nog. Zie dit maar als een vraag naar de ultieme vraag die ik u wil stellen. Een deelvraag. Waarom, waarom bent u altijd afwezig? Vreemd, heel vreemd. U loopt in de keuken, de kamer, boven, ligt vaak op de bank, fysiek aanwezig en toch, zo afwezig. Slaapt u slecht of droomt u veel? Ik moet dan ook altijd nadenken en soms ook piekeren. Doet u dat ook misschien? Ik wil het graag weten.

Ja, ja, allemaal deelvragen. Ik weet het. Ik zit dan ook verlegen om antwoorden. Of breng ik u nu in verlegenheid? Dat wil ik niet, hoor. Is niet mijn bedoeling. U heeft het zwaar. Altijd. Dat zie ik wel. Ik word daar zelf altijd een beetje verdrietig van. Zeker als u eenzaam en verlaten door het huis spookt. Onbereikbaar bent u dan. Afwezig. Best vervelend af en toe. Soms heb ik zin in een glaasje fris. Durf dat dan niet te vragen. Alles kost u moeite, op een of andere manier. Die moeite wil ik u graag besparen. Dan vindt u mij vast lief. Denk ik dan. Hoop ik dan. Niets liever wil ik u lief hebben. Boos is zo vervelend. Ja, soms wordt u boos. Maar daar kan ik niets aan doen. Ik ben maar een klein kind, weet u. En ik heb veel aandacht nodig. Kan ik ook niets aan doen. Zo gaat dat met kinderen. Toch?

Oh, u geeft weer niet thuis. Tegen wie moet ik dan praten? Mijn pop? Maar die is zo stil. Net als u. Ze praat nooit als ik er ben. Net als u. Ook al doe ik nog zo mijn best. Ja, ik geef het toe. Ik kan ook het bloed onder uw nagels uithalen. Maar bent u dat zelf niet een beetje schuld? Dat ik soms te veel ben. Eigenlijk altijd? Als nummer vier. Waarom? Waarom ben ik dan gekomen? Als u me niet wil zien?

Ik ga niet langer tellen hoeveel deelvragen ik aan u heb. U geeft toch geen antwoorden. Dat kunt u niet. U bent het kwijt. En dat kan ik dan weer begrijpen. Ik snap er zelf vaak ook niets van. Maar onderzoeken zal ik altijd. Daarom verzoek ik u, lieve mama, ook al weet ik dat u van verzoeken niet houdt, ik kan niet anders, geef alsjeblieft eens antwoord. Heeft u ooit van mij gehouden?

Uw liefhebbende zoon

19-12-2017

Vlucht naar Egypte

Er zijn moppen die beklijven, nergens over gaan en toch alleszeggend zijn. Die persoonlijke smaak overstijgen, verbinden in gulle lach, desnoods onbegrip. Bevrijden, wringen. Contradicties in terminussen.

Behalve als ze door dezelfde oom urenlang orakelt worden op lange winteravonden. In de zomer kun je ze ontvluchten door simpelweg naar buiten te rennen. Maar in de winter zijn het soms ware martelingen. Beslagen ten ijs moet je dan komen om die ludieke saaie oom de moppenmond te snoeren.

Ik waan me dan altijd op een grote zandvlakte, in bloedhete zon, ergens in Egypte of Marokko. En wanneer het blijft knellen gooi ik hem eruit:

‘Het is geel en trekt door de woestijn?’

‘Een kudde vanille-yoghurt'.

Niemand lacht. Te absurd voor woorden.

11-12-2017

Brief aan Joulupukki

Lieve Joulupukki,

Ik wil geen ruzie meer. Je kent me als geen ander. En ja, ik ben kort van stof. Het is hier in het Noorden ook altijd verrekkes koud en je weet het, ik zal daar nooit echt gewend aan raken. Ben dan ook niet van de lange zinnen. Hoewel die mogelijk wel meer zouden verduidelijken, hoe ik me voel. Maar het is eigenlijk ook heel simpel. Zoals dat in de Noorse liefde hoort. Ik hou van jou. Zo ontzettend veel. Ik kan je gewoonweg niet missen. Kunnen we onze ruzie niet bijleggen? Alsjeblieft.

Tranen met tuiten huil ik de hele dag. Kijk eens uit je raam. Zie je de ijspegels hangen. Dat zijn de tranen die ik voor jou pleng. Bevroren, net als mijn hart. Wil jij het niet alsjeblieft ontdooien? Lieverd, ik weet dat jij me ook mist. Als de sneeuw hier weer eens voor mijn neus dwarrelt denk ik aan jou. Jouw gedachten vallen neer in kleine vlokken. Het is jouw boodschap aan mij. Ze zijn nog niet met elkaar overeen gekomen, de sneeuwvlokjes, jouw gedachten. Laat ze alsjeblieft samensmelten in een mooie sneeuwpoppin. En laat het dan mij wezen. Alsjeblieft.

Ik heb jouw steelse blikken en het lonken naar die andere schone gezien. En ik weet het. Ook jij bent maar een man. Door die dikken witte baard van jou voel ik de konen, die warm worden als je haar weer ziet. Het gloeien schijnt zo door je baard dat kan iedereen aanschouwen. Weet dat ik je deze gedachten en gevoelens gun. Maar je weet het ook liefste, de passie kan soms kortstondig zijn. Je kunt jouw lieve vrouwtje Jouluori toch niet zo maar in de steek laten?

Denk nog eens goed na de komende tijd mijn lieve Joulupukki, als je met je rendieren en arrenslee volgeladen met cadeautjes door de donkere nachten glijdt. Hier zit een lieve deerne op jou te machten en te smachten. Ik wil voor altijd de jouwe zijn. Wil jij dan ook de mijne blijven? Voor eeuwig wil ik dat jij mijn sneeuw- en bergtop bent. Aan jou wil ik me slechts warmen. Dus kom op dikke dappere stoere lieve kerstman Juolupukki, geef jezelf nu eens aan mij opnieuw cadeau. Je zult er geen spijt van krijgen.

Liefs en heel veel warme kusjes,

Jouw Jouluori X X X X X

Zo dronken worden als een cohortief

Eerst even wat uitleg vooraf ter verduidelijking. De komende zinnen zijn ontleend uit de volksencyclopedie Wikipedia, u allen bekend. De online encyclopedie die iedereen begrijpt en die er voor zorgt dat we niet meer in onze woonkamers boekenplanken hebben volgestouwd met papieren encyclopedieën. Ik moet er niet aan denken. Heb ze vroeger nog verkocht. Had altijd maar een deel bij me. Een inkijkexemplaar. Van AA tot Axioma. De andere delen liet ik altijd thuis. Wilden ze natuurlijk allemaal aan de deur juist een ander deel inkijken. Nou mooi niet. Enfin.

De cohortatief is een werkwoordelijk aspect dat een verzoek, aandringen, aanmoediging, wens, verlangen, doelstelling, bevel, doel of gevolg met betrekking tot de door middel van het werkwoord genoemde handeling of toestand uitdrukt. Kunt u nog volgen? De cohortatief verschilt als aparte wijs van andere vormen van de irrealis doordat hij alleen bij de eerste persoon verschijnt. Gelukkig maar, want als deze overal, bij iedere persoon zou verschijnen, zou het einde helemaal zoek zijn. De irrealis is een aspect van werkwoorden met behulp waarvan de spreker tot uitdrukking brengt dat de genoemde handeling of toestand op het moment van spreken voor zover bekend (nog) niet heeft plaatsgehad. Een soort voorclimax, niet te verwarren met de anticlimax. Als zodanig staat de irrealis tegenover de realis. De realis zal ik u besparen. Is ook niet zo belangrijk.

In het Nederlands wordt de irrealis het vaakst weergegeven met dezelfde wijs die voor de realis wordt gebruikt, namelijk de aantonende wijs in combinatie met allerlei hulpwerkwoorden die een modaliteit uitdrukken, zoals zullen, kunnen en moeten. Waarom willen hier is weggelaten is mij volledig een raadsel. Mocht je willen moeten kunnen dan kun je je wil beter weglaten anders wordt het een moetje, ongetwijfeld. Alleen de gebiedende wijs is in het Nederlands een aparte wijs voor de irrealis. Onwijs, dat het nog voorkomt, gebieden? Nota bene is onze democratische samenleving. In ons poldermodel is allang geen plaats mee voor gebieden. Echt niet. Alleen maar meegaan.

Enfin. In heel veel andere talen bestaan naast de gebiedende wijzen nog meer wijzen om de irrealis mee uit te drukken, waarvan in het Grieks de aanvoegende wijs of conjunctief en de optatief de meest voorkomende zijn. Ze dragen overigens allemaal goud, wierook en mirre bij zich. Ze kunnen moeilijk zonder cadeautje aankomen, toch? Andere talen hebben nog meer aparte wijzen voor het weergeven van specifieke aspecten, zoals de dubitatief, de cohortatief, de interrogatief en de conditionalis. Daar zul je ze hebben. Ik kan ze niet onbenoemd laten, echt niet. Al zou u willen. In het kort dan maar, anders raakt u wellicht de draad nog kwijt.

De dubitatief is een werkwoordelijk aspect dat aangeeft dat de door middel van het werkwoord genoemde handeling of toestand onzeker of twijfelachtig is. Dubieus nietwaar? In sommige talen zoals het Bulgaars bestaat hiervoor een aparte vorm ofwel wijs. Het is net als met Bulgaarse yoghurt, bijna niet te vinden. In de meeste Romaanse talen zoals het Frans wordt de dubitatief uitgedrukt door middel van de conditionalis, die in vorm gelijk is aan de verleden toekomende tijd. Verleden toekomende tijd? Dat is verwarrend? Komt die nog of is die al geweest?

De cohortatief is een werkwoordelijk aspect dat een verzoek, aandringen, aanmoediging, wens, verlangen, doelstelling, bevel, doel of gevolg met betrekking tot de door middel van het werkwoord genoemde handeling of toestand uitdrukt. Wat een gezwam om niets zeg. Als ik nu eens gewoon zeg waar het op staat of slaat is dat niet veel handiger? Een pak slaag bijvoorbeeld, valt dat binnen de omschrijving? Volgens mij wel. Je kunt een pak slaag zelfs in het nu krijgen of straks. Als je hem in het verleden hebt gehad is daar ook niets mis mee. Blijkbaar heb je er dan niet onder geleden. Je leest dit immers nog.

De cohortatief verschilt als aparte wijs van andere vormen van de irrealis doordat hij alleen bij de eerste persoon verschijnt. Gelukkig maar. Je zult hem tegenkomen bij de buren of je vrienden, dat wil je toch niet meemaken? Als aparte wijs komt de cohortatief bijvoorbeeld voor in het Hebreeuws en Koreaans. Ik bedoel maar. En het moet gezegd, het is een schattig deuntje. Een soort ‘slaap, kindje slaap’, maar dan anders.

De conditionalis of voorwaardelijke wijs is een werkwoordsvorm die gebruikt wordt ter aanduiding van de gevolgen van een voorwaarde. Soms wordt de voorwaardelijke wijs ook gebruikt in de als-bijzin of in combinatie met de aanvoegende wijs. De voorwaardelijke wijs komt voor in verschillende talen en wordt vervoegd naar persoon of getal. Er zijn ook tijden en in sommige talen ook actief / passief. Dat we dat nog mogen meemaken lieve lezer? Dat er tijden zijn. Getijden zou ik daar aan willen toevoegen. De herfst en de winter, vrij passief. De lente en de zomer daarentegen super actief. Laat die laatste twee maar snel weer komen. Opdat we dan weer lekker kunnen feesten en dronken worden. Lekker met alle cohortatieven op stap en helemaal out gaan. Zo dronken worden als een malle cohortatief samen met je lief. Wat wenst u zich nog meer?

07-12-2017

Kokette Katinka en de provinciaal

Aan de rand van een lelijke stad liep een provinciaal wat te dromen. Hij droomde van kokette Katinka, zijn droomvrouw. Helaas was de dame onbereikbaar voor hem. In twee opzichten, misschien wel meer, maar daarvan is de reden bij de schrijver nochtans onbekend. Op de eerste plaats vanwege dikke stadsmuren die de jongeman de toegang weigerden. Het was weliswaar een lelijke stad, maar ach, zelfs een lelijke stad moest beschermd. Op de tweede plaats was Katinka onbereikbaar omdat ze van te goede komaf was. Te goede komaf, kan dat überhaupt? Kom er niet bij af bij een provinciaal want al het goede komt zo'n beetje daar vandaan. Maar dat terzijde, van de stad uiteraard.

Tinus Goedzak moest en zou op een of andere manier, voor de tweede keer in contact komen met kokette Katinka. Het eerste probleem, de muur, die zou hij met gemak kunnen beslechten. Gestapelde stenen stonden toegang tot zijn grote liefde niet in de weg. Bovendien was hij gespecialiseerd in graven. Wat dan weer een prettige bijkomstigheid was bij probleem twee. Zijn graf- en graafkunst stelde hem in staat om ook probleem twee te tackelen. Met het levendige beeld van Katinka op zijn netvlies wist hij snel door te dringen in hogere kringen. Nee, niet vermomd als een of andere mafketel, nee, nee, gewoon als zichzelf.

Provinciaal Tinus Goedzak was aanvankelijk een vreemd object voor de koninklijke stedelingen. Ze wisten niet zo goed raad met deze vreemde inborst. Totdat Katinka zich er mee moeide. Bij de tweede ontmoeting met deze knappe jongeman sprongen haar beide borstjes koket omhoog. Het bleef niet onopgemerkt. Tinus Goedzak wist het zeker. Deze dame was de moeite waard.

De koninklijke stedelingen stelden Tinus op de proef en lieten hem allemaal kunstjes doen, ter leeringh ende vermaeck. Voor wat hoort wat, moesten ze gedacht hebben. Gelukkig was Tinus van alle markten thuis en zeer bedreven in kleinkunst en andere gein. De stedelingen hadden dan ook een kostelijke middag. Ze hadden echter nooit kunnen bevroeden dat er nog ooit iemand voor Katinka zou vallen. Kwam zij immers niet rechtstreeks van de Wallen? Ze lag niet zo goed bij de koninklijke familie. En dat had ze eigenlijk van kinds af aan geproefd. Ze paste niet in het randstedelijke plaatje en vergreep zich aan de lusten. Alle stedelingen lonkte ze binnen vanachter haar met mooie blommen versierde raam.

Een voor een gingen de stedelingen bij haar op bezoek. Het smaakte telkens weer naar meer. Totdat de dame volkomen afgelikt alleen nog maar als boterham diende. De stedelingen keerden zich af. Zeker toen ze ontdekten dat achter de twee borstjes, koninklijke bloede schuil ging. Ontzet was de gegoede burgerij. Afzetten was niet mogelijk. Ze was immers van koninklijke bloede. Een straatverbod werd kokette Katinka opgelegd. Dat was de enige maatregel die enigszins resultaat en fatsoen kon opleveren. Vanachter een van de grote kasteelramen bracht ze voort haar dagen door. Totdat ze op de volkse kermis buiten de stad, die een keer per jaar door de koninklijke stedelingen buiten de muren van de stad bezocht werd, de man van haar dromen ontmoette, Tinus Goedzak.

En daar stond hij plots weer voor haar, in de grote balzaal, te midden van de koninklijke stedelingen. Dit keer zonder rare belletjes om zijn enkels, zonder dikke trom op de rug, zonder trekharmonica in zijn handen en maffe tamboerijn op het hoofd. Nee, bloot, helemaal bloot en kwetsbaar stond hij voor haar. En de liefde brak door. Hoog en bonkend in haar beide borstjes. Zo ongelofelijk mooi. Zoals alleen de zon een diepe duisternis doorbreken kan. Ze viel Tinus in de armen en ze leefden nog lang en gelukkig, kokette Katinka en de lieve provinciaal. Beiden hielden hun eigen huisje aan. Zo profiteerden ze samen van best of both worlds. In de weekends in het kasteel en doordeweeks in het hutje op de hei.

01-12-2017

Zomerliefde onder water


Dertig graden, hartje zomer. Ik sta tot aan mijn middel in lauw strandbadwater. Ze kijkt me ondeugend aan, slaat zwoel haar wimpers neer.

Om ons heen klinkt luid gejoel. Nivea strandballen zweven door de lucht. Maar ik, ik wil alleen nog met haar spelen.

Vanaf dag een op camping Heideroos vreten onze ogen elkaar op. Moed en hormonen winnen het van verlegenheid. We dollen en we spelen.

Ik houd haar kleine rubberbootje vast. Zij duikt onder. Ik duik mee en klap het bootje om. Gulzig happen we naar lucht en tong. Niemand die ons ziet.

Peddels protesteren. Het is niet alleen mijn hart dat bonkt. Een grote ruk. Daar staat plots papa meisje, met geheven rubberboot. Twee snoeken duiken weg.


Verkozen tot Column van de Maand (November 2017) op ColumnX. Eerder gepubliceerd op 120W (10 juni 2017) met als themawoord Peddel.