31-05-2015

Columns van Harrie (Mei 2015)


Zoef Zoef Schatje Schatje / Uitdaging van de Maand / 10-05-2015

Schatje Schatje: “Ik wil het niet. Ik wil het niet!”

Zoef Zoef: “Hoezo, ik wil het niet? Hoezo, ik wil het niet?”

Schatje Schatje: “Het is al een keer gedaan. Het is al een keer gedaan.”

Zoef Zoef: “Ja maar, dan nog! Ja maar, dan nog!”

“Stop! Stop!”
De regisseur en zijn gebarentolk lopen de scène in. De regisseur en zijn gebarentolk lopen de scène in. De acteurs schrikken er van. De acteurs schrikken er van. Heel even. Heel even.
“Hou het script aan! Hou het script aan! Doe het script uit! Doe het script uit! Scrippen die boel! Scrippen die boel!”

Stoom komt uit de oren van de regisseur en de gebarentolk. Stoom komt uit de oren van de regisseur en de gebarentolk.

Zoef Zoef en Schatje Schatje kijken elkaar aan. Zoef Zoef en Schatje Schatje kijken elkaar aan. Ze begrijpen het even niet. Ze begrijpen het even niet. Ze hebben het script toch aan. Ze hebben het script toch aan. De regels staan op hun lijf geschreven. De regels staan op hun lijf geschreven. Nee, wacht. Nee, wacht. Nu zien ze het. Nu zien ze het. Zoef Zoef en Schatje Schatje dragen hun eigen script. Zoef Zoef en Schatje Schatje dragen hun eigen script. Snel wisselen ze van T-Shirt. Snel wisselen ze van T-Shirt.

“Overnieuw! Overnieuw!”

De regisseur en de gebarentolk stappen uit de scène. De regisseur en de gebarentolk stappen uit de scène.

Zoef Zoef: “Ik wil het niet. Ik wil het niet!”

Schatje Schatje: “Hoezo, ik wil het niet? Hoezo, ik wil het niet?”

Zoef Zoef: “Het is al een keer gedaan. Het is al een keer gedaan.”

Schatje Schatje: “Ja maar, dan nog! Ja maar, dan nog!”

Op het toneel verschijnt een fiets. Op het toneel verschijnt een fiets.

“Stop! stop! Wat doet die fiets hier? Wat doet die fiets hier?”

De toneelknecht komt toegesneld. De toneelknecht komt toegesneld. Pakt de fiets vast. Pakt de fiets vast. Gooit hem in het publiek. Gooit hem in het publiek.

Het publiek applaudiseert. Het publiek applaudiseert.

“Cut! Cut!”

De regisseur kijkt de cameraman aan. De regisseur kijkt de cameraman aan.

“Staat alles erop? Staat alles erop?”

De cameraman steekt zijn duim op. De cameraman steekt zijn duim op.

“Mooi. Mooi.”

________________________________________

Einde Take 5 (Script 2.1, pagina 27)

Casting:
Zoef Zoef: Leuke snelle jongen (20 – 25 jaar) (1.70 – 1.80 meter)
Schatje Schatje: Oude lenige dame (die nog kan fietsen) (70 plus) (1.70 – 1.80 meter)
Regisseur: Dikke man met deftig voorkomen en gezag (40 – 50 jaar)
Gebarentolk: Vrouw met grote handen en expressief gezicht (30 – 40 jaar)
Toneelknecht: Ruig type met tattoos (20 – 30 jaar)
Cameraman: De Bont look-a-like (50 – 60 jaar)

Toelichting:
Geschreven n.a.v. 9e schrijfopdracht op ColumnX (mei 2015), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Schrijf een opzetje voor een film (drama's, tragi-comedy's, actiefilms, cartoons, etc ...). Denk eerst na over een verhaal dat verfilmd kan worden (fictief of autobiografisch). Dik het verhaal daarna in. Maak er een leesbaar geheel van in plusminus 300 woorden (275-325). Het verhaal kan later eventueel uitgewerkt worden tot een kort verhaal.
Addendum: De bedoeling is om een opzetje te schrijven voor een filmscript. Een leesbaar stuk dat een filmmaker uit zou kunnen dagen tot het schrijven van een geheel script. Het zou dus een openings/slotscène kunnen zijn, of juist een compact overzicht van een filmverhaal. Om het beeldender te maken zouden voorkeursacteurs/trices als voetnoot toegevoegd kunnen worden.



Immer wieder Sonntag / Uitdaging van de Maand / 12-05-2015

De zon schijnt. Het is warm. Zonnestralen schieten door het ontluikend groen in de beukenbomen. Ergens in de verte klinkt oude muziek uit een krakende radio.

Op een open plek in het bos hangt een rode eekhoorn de witte was op aan een waslijn. De eekhoorn is blij en neuriet mee op de muziek van O solo mio. Af en toe drukt ze haar kleine neusje in de witte was.

Van een afstand slaat een grijze eekhoorn haar gade. Hij heeft een twinkeling in zijn ogen en een brede glimlach op de kaak.

De muziek stopt. Uit de radio klinkt een Italiaanse verslaggever met een zwaar Napolitaans accent.

De rode eekhoorn kijkt op en achter zich. Ze voelt zich bespied, maar ziet niets. Ze hangt de was verder op. De grijze eekhoorn nadert stiekem de rode van achteren en grijpt haar vast om haar ranke middel. Zij schrikt en slaat een kreet.

De radio is van zender gewisseld en blijft hangen midden in het lied Immer wieder Sonntag.

De grijze eekhoorn draait vliegensvlug de rode eekhoorn bij haar middel om, pakt haar linkerhand vast en steekt die hoog in de lucht. Hij drukt haar lijfje stevig tegen zich aan. Ze dansen samen in de rondte.

Sofia (zoet): Wo warst du denn?

Marcel (boos): Ich bin kein Denn, ich heiße Marcel!

Sofia (zoet): Dass Weiß ich doch!

Marcel (boos): Na also, nenn mich Marcel!

Sofia (zoet): Schätzchen, ich liebe dich!

Marcel (boos): Dich, Dich …? Du meinst aber Marcel. Doch? Wer ist Dich?

Muziek houdt op, er valt een kort stilte. Daarna klinkt vaag dijengeklets in de verte. Iemand zet een ongelofelijke jodel-aria neer. Kan zowel een man als een vrouw zijn.

Sofia: Aber Marcellino, Schätzchen, nicht zo böse. Du irrst dich. Mit dich meine ich du. Verstehst du?

De jodel-aria vloeit nu langzaam over in Maffay’s Du bist alles was ich habe auf der Welt.

Marcel (zoet): Liebling, du hast Recht! Verzeih mir. Ich liebe dich.

Rolverdeling:
Sofie : Tosca Niterink
Marcel : Arjan Ederveen

Toelichting:
Geschreven n.a.v. 9e schrijfopdracht op ColumnX (mei 2015), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Schrijf een opzetje voor een film (drama's, tragi-comedy's, actiefilms, cartoons, etc ...). Denk eerst na over een verhaal dat verfilmd kan worden (fictief of autobiografisch). Dik het verhaal daarna in. Maak er een leesbaar geheel van in plusminus 300 woorden (275-325). Het verhaal kan later eventueel uitgewerkt worden tot een kort verhaal.
Addendum: De bedoeling is om een opzetje te schrijven voor een filmscript. Een leesbaar stuk dat een filmmaker uit zou kunnen dagen tot het schrijven van een geheel script. Het zou dus een openings/slotscène kunnen zijn, of juist een compact overzicht van een filmverhaal. Om het beeldender te maken zouden voorkeursacteurs/trices als voetnoot toegevoegd kunnen worden.



Praeses Vos forever / Gein & Ongein / 26-05-2015

De hartjes van alle reetjes en konijnen in mijn bos kloppen als bezetenen. Het zorgt voor voortdurende ruis. Alsof de wind maar niet wil gaan liggen. Ook de oogjes van deze beestjes staan waterig. Er zullen de komende dagen nog heel wat tranen plengen. Als hoofd ingezetenen van het bos maken de konijnen en de reetjes zich erg ongerust over aanstaande verkiezingen. De (her)verkiezing van de voorzitter van de Federale Bosbond. Verkiezingen die voor een belangrijk deel de democratie in het bos moet bewaken. Sinds jaar en dag waken de konijnen en reetjes al over alle dieren in het bos onder het mom van democratie. Althans die schijn die houden ze op. Maar ze weten wel beter. Al jaren is er sprake van een kentering in de macht. De verkiezing van de voorzitter van de Federale Bosbond, een belangrijk dier met bewezen diensten, die min of meer bepaalt waar en wanneer iedere keer de grote Bosspelen in het bos gehouden wordt, roert nu al maanden de gemoederen. Zou het weer de sluwe vos worden of maakt dit keer ook de wijze uil een kans?

De bange konijnen en reetjes hopen op de laatste. Mozes kriebel. Brizl djeu. De sluwe vos die al veel te lang de club leidt, zaait alleen maar onrust en verdeling onder de dieren in het bos. Hij vliegt naar alle uithoeken in het bos en ronselt de vreemdste dieren voor zijn eigen gewin. Hij zet ze aan om op hem te stemmen. Hij paait ze met lekkere hapjes die hij uit zijn eigen mond spaart. Een mond die sowieso veel te groot is om alle hapjes die hij weet te bemachtigen in zijn eentje te verorberen. De bange konijnen en reetjes vinden het maar niets. Jarenlang voerden zij de top vijf aan van diersoorten gelokaliseerd in het centrum van het bos. Zij gingen telkens prat op de volle winst van de grote Bosspelen. Nu weer eens werden de konijnen eerste en dan weer de reetjes. Het was gezien de klimatologische en economische omstandigheden in het centrum van het bos, ook vanzelfsprekend dat zij altijd uitblonken en als eerste eindigden. De mieren, roodborsten en hazen deden wel hun best, maar schoten vrijwel altijd in het zicht van de finale tekort. Heel sporadisch wisten zij eerste te worden.

Van de overige dieren is sinds het aantreden van de sluwe vos duidelijk geworden dat zij zich te kort gedaan voelen en meer stem- en zeggingskracht willen in de keuze van de praeses en daarmee in de keuze voor locatie en tijd van de grote Bosspelen. Ook eisen zij gelijke kansen en op zijn minst financieel support in ontwikkeling en educatie om alle onderdelen van de grote Bosspelen beter onder de knie te krijgen, waaronder de dit jaar nieuw toegevoegde disciplines qatarken en moskouten. De andere dieren voelen zich al jaren achtergesteld en gediscrimineerd in faciliteiten. Gezien de huidige economische ontwikkelingen (lees: achteruitgang) in het centrum van het bos is dat ook niet meer dan normaal. De konijnen en reetjes hebben in hun ogen al veel te lang de scepter gezwaaid. Waarom een leider uit het centrum van het bos kiezen? Is die uil wel werkelijk wijs?

De sluwe vos voelde de nieuwe ontwikkelingen en de kentering al een tijdje naadloos aan. Sterker nog hij had ze mede mogelijk gemaakt. Hij voelt zich de ware en enige echte bosleider en wil zich als zodanig blijven manifesteren. Al jarenlang bezoekt hij frequent de andere dieren aan de randen van het bos en laat zich door hen goed fêteren. Hij beschouwt ze allang niet meer als ongedierte maar veel meer als plusgedierte. Zij moeten straks het stemgedrag naar een grote plus in zijn voordeel tillen, tijdens de verkiezingsdag aan het einde van de week. Hij heeft de dieren aan de randen van het bos gouden bergen beloofd en daarnaast alle faciliteiten die ze zich maar wensen kunnen om zich net zo gelijkwaardig te kunnen voorbereiden op de grote Bosspelen, als de konijnen, de reetjes, mieren, roodborsten en de hazen. De sluwe vos rust niet totdat alle dieren uit het bos hem verafdieren. Alleen hij is per slot van rekening het grootste dier, toch?

Met spanning wachten alle dieren de verkiezingen af. Voor sommigen is het meedoen belangrijker dan de overwinning. Voor anderen telt alleen de overwinning. De sluwe vos wenst maar een ding. Het beste voor de hele dierenwereld en de grote Bosspelen en … vooruit, zo af en toe wat eer en geweten voor zichzelf. Ahum, naast de eerste plaats uiteraard. Praeses Vos forever. Griss mich nich.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.



26-05-2015

Topische antwoorden op topische vragen

Willem Drop introduceert het begrip ‘topische vragen’ in zijn boek Taalbeheersing: handboek voor taalhantering. Hij doet dat in 1974 te Utrecht. Hij heeft liefde voor de taal als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Hoe kan je dit beter tot uiting brengen dan in een boek. Het is goede PR voor de universiteit en hij kan putten uit universiteitsgelden cq salaris voor de uitgave van zijn boek.

Hermagoras van Temnos, Griekse stoïcijnse filosoof, ging hem al eeuwen geleden voor met de formule: Quis, quid, quando, ubi, cur, quem ad modum, quibus adminiculis (Wie, wat, wanneer, waar, waarom, op welke wijze, met welke middelen). Dat deed Hermagoras om en nabij de eerste eeuw voor Christus te Rome. Omdat hij graag wilde uitblinken als orator en als onderwijzer in retorica. Naar verluidt deed hij dat luidkeels op een groot plein, en publique en gratis. Geen enkele oratie vond daarna nog genade zonder beantwoording aan deze bijna heilig verklaarde formule.

Let wel. Naar verluidt met dt, aldus Jan Renkema in zijn Schrijfwijzer (eerste uitgave 1979 te Amsterdam). Jan Renkema hield ook van duidelijke taal en daarom schreef hij een schrijfwijzer. Het volgende citaat uit de Schrijfwijzer en website www.onzetaal.nl dient als exemplarisch voorbeeld.

“De uitdrukking naar verluidt krijgt een t, omdat het afkomstig is van naar het verluidt.” Hierbij is verluiden gebruikt in de betekenis ‘bekend worden'; volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal is dat de kernbetekenis ervan. Verluidt is dus oorspronkelijk een derde persoon enkelvoud met de vorm stam + t: verluid + t = verluidt. Het onderwerp het is weggevallen – waarschijnlijk door frequent gebruik. De constructie is te vergelijken met naar (het) nu blijkt, waarin ook een derde persoon enkelvoud staat. De constructie wordt ook vaak geïnterpreteerd als verkorting van naar verluid wordt; de juiste spelling zou volgens die interpretatie verluid moeten zijn. Toch wordt verluidt al lange tijd als algemeen aanvaarde spelling gezien. Het lijkt erop dat men op enig moment de knoop heeft willen doorhakken en toen heeft gekozen voor naar verluidt; u kunt dus het best die vorm gebruiken.

Einde citaat.

En dit allemaal, lieve lezer, dit allemaal ter voorkoming van letterstampot. Precies wat Jan Renkema nu net niet wil. Letterstampot.

Om over tekstverklaring maar te zwijgen. Ik val u daarom ook niet verder lastig met andere klassieke inzichten in tekstverklaring zoals de algehele afstemming op doel en publiek. Ik volsta in deze met slechts een beantwoording op de topische vragen, een beheersbaar instrumentarium voor beter onderling verkeer en duiding.

Mien Topisch (zonder A)

Bronnen:
http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Topische_vragen
http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Willem_Drop_(taalkundige)
http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Hermagoras_van_Temnos
https://www.uitgeverijboom.nl/boeken/algemeen/schrijfwijzer_9789461056962

19-05-2015

Aardkweek

Een grote glazen kubus zweeft door een onmetelijke ruimte. De camera zoomt in op een apparaat dat midden in de kubus op een tafel staat. Er lopen vier figuren omheen in strakke witte latexpakken. Ze dragen dierlijke maskers. Op hun ruggen tekenen zich grote stekels af. Ze lijken op kleine witte draken (1) en spreken een vreemde taal. Twee termen keren regelmatig terug, ‘Chriii’ en ‘Strabasjjj’.

Plots tolt de kubus drie keer diagonaal om zijn as. De witte draken klampen zich vast aan het apparaat. De kubus komt tot stilstand. Met driftige haastgebaren maken de draken elkaar duidelijk dat er haast geboden is. Het apparaat maakt zoemende geluiden. Een flexibele kunststof arm schiet afwisselend over het oppervlak en door de ruimte boven het apparaat. Langzaam tekent zich een ronde vorm af.

De draken staan twee aan twee tegenover elkaar aan de tafel. Uit de tafel steken stangen met knoppen. Zodra een van hen aan een knop draait, kijken de anderen wat er op tafel gebeurt. Een ronde bol verschijnt. De camera zoomt in. Op de bol ontstaat een landschap, een stad. Een spierwitte Eiffeltoren richt zich langzaam op. “Chriii Strabasjjj, Chriii Strabasjjj.” De draken maken een vreugdedansje. Ze shuffelen op hun voeten, met de armen omhoog en de polsen loshangend in de lucht. Het lijken wel konijntjes.

Technomuziek klinkt keihard door de ruimte. Enorme lichtspots springen aan. Caleidoscopische kleuren waaieren in verfstromen uit over de glazen kubus. Het apparaat op tafel maakt een sissend geluid. De witte bol neemt kleur aan. De camera zoomt in. Eerst op de Eiffeltoren en dan op het Louvre. De camera glijdt het Louvre binnen. Schilderijen verschieten in vogelvlucht van wit monochroom naar kleur.

“Cut”, roept Lars (2). “De licht- en geluidseffecten lopen niet synchroon met de aardkweek. Het moet sneller. Ik wil ook meer duiding in deze fase. We passen het script aan. Iemand suggesties?”

Mompelend leggen de draken hun masker af. Het wordt weer een lange draaidag.

(1) Voorstel drakenrollen: Hugo Weaving, Patrick Stewart, Andy Serkis, Zoe Saldana.
(2) Met behulp van een interactief script en veel improvisatie werkt regisseur von Trier op geheel eigen en onnavolgbare wijze, vier maanden lang filmisch aan de kweek van een stukje nieuwe aarde, bestendig voor de nabije toekomst. Dit alles conform de opdracht die hij heeft meegekregen van een groot nieuw internationaal energiebedrijf, gespecialiseerd in moderne techniek. Hij moet voor de firma een prikkelende, nieuwsgierig makende en bovenal futuristische reclamefilm maken. De opnamen vinden in het diepste geheim plaats, ergens in Alaska. Moordende concurrentie ligt overal op de loer. We bevinden ons aan het einde van de eerste opnameweek.


Toelichting:
Geschreven n.a.v. 9e schrijfopdracht op ColumnX (mei 2015), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Schrijf een opzetje voor een film (drama's, tragi-comedy's, actiefilms, cartoons, etc ...). Denk eerst na over een verhaal dat verfilmd kan worden (fictief of autobiografisch). Dik het verhaal daarna in. Maak er een leesbaar geheel van in plusminus 300 woorden (275-325). Het verhaal kan later eventueel uitgewerkt worden tot een kort verhaal.
Addendum: De bedoeling is om een opzetje te schrijven voor een filmscript. Een leesbaar stuk dat een filmmaker uit zou kunnen dagen tot het schrijven van een geheel script. Het zou dus een openings/slotscène kunnen zijn, of juist een compact overzicht van een filmverhaal. Om het beeldender te maken zouden voorkeursacteurs/trices als voetnoot toegevoegd kunnen worden.

18-05-2015

Vingers in de dijk

Bijna tweeduizend jaar geleden. Een plat land aan een woeste zee. Een zee die ieder jaar stijgt. Bewoners aan zee stapelen zand en stenen voor de kustlijn. Het zeeklimaat staat gelukkig grasgroei toe, met grote dank aan de zon. Het volk aan zee is namelijk dol op gras. De stapeling van zand en stenen is het grootste deel van het jaar met gras bedekt. Een dijk van een stapeling die van een grote afstand lijkt op een lange cheese-cake. Aan de stapeling is te zien in welk jaar de bewoners leven, zestien jaar na Christus. De dijk is goed onderhouden door de kustbewoners.

Maar … sinds kort woedt er een strijd tussen twee bevolkingsgroepen. Twee belangrijke bevolkingsgroepen. De ene bevolkingsgroep is gespecialiseerd in het vervaardigen van kaas, de andere in het maken van taart. Twee volksvertegenwoordigers zijn aangesteld om de strijd diplomatisch en ritueel te beslechten.

De volksvertegenwoordiger van de taarten, een dikke man in blauwwit gestreepte broek met ontbloot bovenlijf en oranje hoofdhaar gebonden in twee vlechtjes, schudt eerst de hand van de vertegenwoordiger van het kaasvolk, een klein driftig mannetje met gele snor en een helm met vleugels. Vervolgens maken ze een dansje waarbij een klein wit hondje hen voortdurend in de kuiten bijt. Het volk klapt in de handen. Het hondje bijt steeds feller in de kuiten van de dansers, totdat een van de dansers de andere loslaat. De dikke, want die is het meest kleinzerig.

Daarna worden wat cadeaus uitgewisseld. De dikke schenkt altijd een grote zwerfkei en de kleine een flesje met schimmige drank. De eigenlijk kleine onbeduidende stammenoorlog wordt daarna tot vrede gebracht met het gelijktijdig prikken van alle vier de wijsvingers in de dijk. Er zitten heel wat gaten in de dijk, van voorgaande oorlogen. De cheese-cake-dijk is eigenlijk een groot oorlogsmonument, ter herinnering aan en voorkoming van onspoed door een al te woelige zee. Aan het einde is het feest. Zonder muzikanten. Want die spelen vals.

Genre: Nederlands historisch kostuumdrama
Leeftijdsindicator: Geschikt voor alle leeftijden
Taal: Nederlands gesproken
Locatie: Aan de oevers van het Noordzeekanaal in de buurt van de Wijkertunnel
Soundtrack: Oude muziek (luit, lier, trompet, schalmei, etc…)
Regisseur: Pieter Groenweg
Cast: Multicultureel
Dikke man: Obus Menhir
Kleine man: Aster Star
Hondje: Wit klein keffertje (Schnauzer)
Catering: De Bazaar


Toelichting:
Geschreven n.a.v. 9e schrijfopdracht op ColumnX (mei 2015), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
Schrijf een opzetje voor een film (drama's, tragi-comedy's, actiefilms, cartoons, etc ...). Denk eerst na over een verhaal dat verfilmd kan worden (fictief of autobiografisch). Dik het verhaal daarna in. Maak er een leesbaar geheel van in plusminus 300 woorden (275-325). Het verhaal kan later eventueel uitgewerkt worden tot een kort verhaal.
Addendum: De bedoeling is om een opzetje te schrijven voor een filmscript. Een leesbaar stuk dat een filmmaker uit zou kunnen dagen tot het schrijven van een geheel script. Het zou dus een openings/slotscène kunnen zijn, of juist een compact overzicht van een filmverhaal. Om het beeldender te maken zouden voorkeursacteurs/trices als voetnoot toegevoegd kunnen worden.