31-07-2012

Columns van Harrie (Juli 2012)


Oranje boven: Op lekke banden / Sport / 01-07-2012

Nou zeg. Na één dag geef ik er denk ik meteen de brui aan. Gaat het nog niet eens bergop en hoeven we maar 6,4 kilometer te fietsen. Dan zou je toch je fiets moeten opvreten om eerste te worden. Op z'n minst één gele trui veroveren. Geel, oker, desnoods oranje. Maakt niet uit. Maar nee hoor. Zelfs bij de eerste tien geen enkele Nederlander. Hoe is het mogelijk. Maastricht - Luik. Dat is bij mekaar pakweg 34,2 kilometer. 30 Minuten met de auto. Te voet, 6 uur en 17 minuten. Aankomst Hoge Weerd. Ik zou er nota bene voor gaan. Maar nota fiets. Ammahoela. Kruipend zou ik gaan. Alleen maar om te kunnen kijken. Hoe Hennie, Joop, Gerrie, Johan, Jan, Wim, Peter, Jeroen of hoe heten onze vergeten helden ook alweer over de finish te juichen. Nee. Over de kling, daar moeten die Hollanders over gejaagd worden. Die MacDonalds-generatie. Die iPhone-jeugd. Dat twittergepeupel. Ik wil nog wel juichen voor Eddie. Nee, niet Merxck maar Wallie. Die kan pas zingen. En fietsen. Vanaf vandaag ben ik voor België. Hup Louis. O nee, dat was een Spanjaard. Ocana, toch? Met zo'n streepje op de n. Maar hoe dat moet, ik zou het niet weten. Gelukkig heb ik wel een stang tussen mijn stuur en zadel. Een echte fiets. Merk Flandria nee geen Merxkc. Fietsen maken kunnen ze niet die Belgen. Wel friet. Gelukkig maar. Vanaf vandaag ben ik voor Gilbert. Sjielbair. Klinkt bijna Limburgs. Nederlands Limburgs. Een beetje toch?. Viva Ollanda. Heureusement que j'aime mon vélo, sans piqûres bien sûr. Hee, toch nog gevonden de ~. Nu nog plaatsen op de n. Voilà, le ñ de Ocaña.


Oranje boven: Voor straf in de hoek / Sport / 03-07-2012

Zeg kerel, heb jij vandaag nog een punt gedrukt?
Een punt gedrukt? Jazeker, heb ik dat gedaan, vriend. En nog wel een heel mooi puntje. Een spits puntje. Ben er best wel trots op. Hoezo?
Hoezo, hoezo? Nou, ik las vandaag in de krant dat dat niet meer zo vanzelfsprekend is. Wist je dat?
Ik lees geen kranten, vriend. Ik lees alleen mezelf. Op twitter, facebook, linkedin en sinds kort ook op mijn eigen e-krant. Sociaal toch, niet?
Nou, los van dat sociaal geflikflooi kerel, je moet wel op de hoogte blijven hoor.
Van wat moet ik dan wel niet op de hoogte blijven, vriend?
Nou, van wat er in onze wereld gebeurd. Die wordt steeds kleiner, weet je?
Vertel me dan maar eens wat er dan zo schokkend is vriend?
Nou, Taeke doet niet meer mee?
Wàààààt, wat zeg je me nu? Doet Taeke niet meer mee? Dat, dat, dat kan niet.
Nou, zeker wel kerel. Het stond vandaag in de krant. Maar ja, die lees jij niet. Dan mis je een punt.
Maar Teun dan, doet Teun wel mee?
Ja, die wel kerel. Die heeft genoeg karakter en die past nog in het concept.
Hoezo die heeft genoeg karakter, die past nog in het concept? En Taeke niet dan?
Wel kerel, volgens de krant is er sprake van karaktermoord. Typisch. Het karakter Taeke is vermoord.
Wat een slecht script vriend? Het karakter van Taeke vermoord? Wie haalt dat in zijn hoofd?
De regisseur, Paul van Asshole. Heeft nog geeneens een papiertje. De koekenbakker, dom, dom.
Maar beste vriend, wie gaat er dan nu de punten drukken?
Ik zou het niet weten kerel. Mink misschien?
Die Brabo !!! Vriend, dat laten we echt niet gebeuren. A Maharadja, daar steken we onmiddellijk TK, een Dita stokkie voor. Het idee alleen al, een Brabo. Good Grays, daar gaat ons Olympisch goud.
Kerel, daar heb je dan weer een punt. Biertje dan maar? Bel jij Paul, of zal ik dat doen?
Ik bel wel vriend. Voor mij geen biertje. Ik ben er ziek van. Ik ga maar eens. De ballen!


Oranje boven: Zwart zout wordt goud / Sport / 12-07-2012,

De wetenschap staat voor niets en evolueert voortdurend. Dat weten ook de olympische sporters al eeuwen. Steeds vaker worden medische en technische hulpmiddelen ingezet om sporters tot hoge prestaties te stuwen. Soms helpen ook schietgebedjes bij het veroveren van eeuwige roem en goud. De oude Grieken losten het echter anders op. Namelijk door list en bedrog. Zo waren de allereerste Olympische Spelen al bezoedeld nog voordat de eerste lauwerkrans werd omgehangen.

De eerste spelen vonden niet plaats ter ere van Zeus maar ter ere van Pelops. Deze beroemde wagenmenner uit Anatolië werd in de 7e eeuw voor Chr. vermoord door zijn vader en als feestmaal aan de goden gevoerd. Behalve godin Demeter, die uit verdriet om haar dochter Pelops’ linkerschouder opvrat, trapte niemand van de goden in de val. De goden wekten Pelops uiteindelijk weer tot leven. Uit schaamte verving Demeter Pelops’ schouder door een ivoren exemplaar.

Pelops trok naar Griekenland waar hij dong naar de hand van Hippodemia, dochter van koning Oinamaos van Pisatis. Hij moest wel eerst Oinamaos verslaan met wagenrennen. Dat was nog niemand gelukt. Pelops liet Myrtilus, de wagenmenner van Oinamaos, de wagen van Oinamaos saboteren. De wielen kwamen tijdens de wedren los en Oinamaos werd door zijn eigen paarden de dood in getrokken. Pelops won. Ter gelegenheid van deze overwinning werden de eerste Olympische Spelen georganiseerd. Een mieters mythische gebeurtenis, mogelijk gemaakt door medische wetenschap, list en bedrog, luidde aldus de eerste Olympische Spelen in.

Nu is het juli 2012 en staan we aan de vooravond van de Olympische Spelen te Londen. Ook daar zal wetenschap, list en bedrog zorgen voor goddelijke en onmetelijke prestaties. Opgefokte raspaardjes staan al met regelmaat ongeduldig te trappelen in koudwaterbaden. Schijnt goed te zijn voor de gouden hoefjes. Godin Ankie fluistert haar paarden moed in. Kleine oranje prinsesjes zijn haar grootste fan. Hoe kan het anders. Het doet haar watertanden, en juist ja, u raad het al, bij het koudwaterbad zelfs klappertanden. Goud blinkt reeds in de verte.

Haar paarden hoeven geen wagen te trekken. In Ankie’s discipline is het de muziek die de toon maakt. Zolang haar eigen paardje maar niet de kuren krijgt komt het allemaal goed. Gelukkig is ze bevriend met paarden-DJ Jo Lastig (geen familie van). Jo verzorgt de muziek tijdens de Olympische dressuur. Op speciaal verzoek van Ankie heeft hij bijzondere kürmuziek gemaakt voor de concurrentie. Deze zal hij inpluggen zodra de concurrerende paarden de piste betreden. En dan maar afwachten welke capriolen ze gaan uithalen. Misschien storten ze wel in Spaanse draf terre à terre. Misschien verslikken ze zich wel in courbettes en croupades. Maken ze foute pirouettes op passages van piaf. Ankie ne regrette rien. Alles voor de medailles. Oranje boven. Leve het goddelijk paard. Zwart zout zorgt ongetwijfeld voor goud.


Oranje boven: Stormkracht elf / Sport / 16-07-2012

Stormkracht acht geselt het grote stadion aan Marshgate Lane E 15 2PJ London. Meneer Roggebrood heeft zojuist hare majesteit Liesbeth het stadion binnengeloodst. Met lodderige ogen bekijkt Sebastiaan Koe of Roggebrood en Liesbeth hun plekkie kunnen vinden. Bekend met gravel en grasmat had Londen geen betere en snellere gastheer kunnen regelen voor dit houterige duo. Meneer Roggebrood volgt met gepaste stijfheid de aanwijzingen van gastheer Koe. Samen met hare majesteit Liesbeth is hij de enige die geen polsbandje draagt. Trots als een pauw neemt hij naast Liesbeth plaats in het koninklijke vak Q.

Aan de zijkant van vak Q, vlak bij de deur, kijkt William S. zenuwachtig het stadion in. Zal zijn show wel aanslaan? Als het maar geen storm in een glas water wordt. Het is al zo lang geleden dat hij de show gestolen heeft. Hopelijk is de houdbaarheidsdatum nog niet verstreken. Het publiek is nu nog rustig. Maar ojee, wat als straks de poorten van het stadion open zullen gaan. Wat als straks meer dan 10.000 atleten uit 205 landen met hun vaandeldrager voorop de atletiekbaan zullen opstormen. Het zal naar alle waarschijnlijkheid de stormkracht alleen maar doen toenemen. Misschien hebben we straks wel te maken met stormkracht tien of elf, wie zal het zeggen?

Tot nu toe gedraagt het publiek zich voorbeeldig. Het kan met gemak door alle vijf ringetjes gehaald worden. Het staat er in ieder geval kleurrijk op. De kleuren blauw, wit en rood overheersen. Hier en daar verstoord door een pluk oranje. De pauken roffelen, in de lucht scheert een klein vliegtuigje de wolken. Het spuugt aan haar staart grote wollige graffitiletters uit. Samen vormen ze twee woorden: The Tempest. Voor William het teken om te starten met zijn show. Een grote welkomstbel van 23 ton slaat met veel geweld zijn klepel. De openingsceremonie kan beginnen. De deuren van het stadion gaan open en de Grieken nemen als eerste bezit van de atletiekbaan.

Door de stadionspeakers orakelt good old stadionomroeper Prospero in oud-Engels: It is a nation ... that hath no kinde of traffike, no knowledge of Letters, no intelligence of numbers, no name of magistrate, nor of politike superioritie; no use of service, of riches, or of poverty; no contracts, no successions, no dividences, no occupation but idle; William S. wrijft in zijn handen. Aha, de opening verloopt goed. Vanaf de tribunes klinkt een luid gejuich. Prospero is goed bij stem. Vlaggen wapperen. Iedereen is uitzinnig. Behalve de Grieken. Die kijken een beetje beteuterd. Overrompeld door dit uitzinnige welkom.

Maar de lol is snel over. Prospero vervalt in een geweldige hoestbui. Het complete stadion schrikt ervan. De lucht boven het stadion kleurt inktzwart. Een enorme storm wervelt door de tribunes. Het publiek verkeert in paniek. In no time vliegen de mensen door elkaar heen. Het stadion is plots veranderd in een grote centrifuge. Een wastrommel die alle nationaliteiten door elkaar husselt. Iedereen zoekt houvast en probeert na vele omzwervingen te landen in zijn eigen vak. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. De regie is volledig zoek. Liesbeth houdt haar hoedje vast en meneer Roggebrood bijt zijn korstige stevig lippen op elkaar. Sebastiaan Koe kan alleen maar luid loeien. Als een zwangere sirene loeit hij wanhopig een strijdlied de arena in. Alle Menschen werden Freunden.

De storm houdt aan. Alle vaandeldragers die het stadion binnenlopen cirkelen door de lucht. De wind heeft hen in hun eigen vlag gevangen, gecocoond. Ze kunnen geen kant op. Vlinderen heeft geen enkele zin. Het wachten is op verlossing. Die komt pas laat. Het zijn de Nederlanders die uiteindelijk fier de storm trotseren. Het is vlaggendrager Dorian van Rijsselberghe die voor redding zorgt. De windsurfkampioen is vertrouwd met weer en wind. Zijn Olympische droom kan nu eindelijk in vervulling gaan. Hij koestert dit moment. Hier heeft hij op gewacht. Hiervoor is hij geboren.

De vlaggenmast in zijn knoestige handen voelt vertrouwd aan. De voorzienigheid heeft er voor gezorgd dat de vlag uit hetzelfde materiaal vervaardigd is als zijn eigenste stormzeil. Nog één keer zal zijn discipline de Olympische Spelen redden. Met een ferme ruk aan de vlaggenstok vangt Dorian de woedende storm met groot gebaar in zijn zeil. De rust keert weder in het stadion. Alle mensen op de tribunes zijn nu vrienden geworden. Het volledige publiek scandeert nu Dorian’s naam. Dorian glundert. Van oor tot oor. Zo ook de Grieken. Aan het eind van hun latijn. Aurantiaco luctantem et venit super. Oranje worstelt en komt boven.


Over de longen / Co-Column / 25-07-2012

De zon schijnt fel op het matte glas. Het is bloedheet op de zevende verdieping. Ik zweet inmiddels peentjes. De hitte heeft nauwelijks effect op mijn collega’s. Zij zitten met een vierkant ET-hoofd weggedoken achter hun beeldschermen. Zo af en toe wordt er onder de tafel geschopt. Links en rechts en tegenover mij. De bekabeling hangt weer eens in de weg. Hoe irritant. De ET die op doordeweekse dagen tegenover mij woont maakt cirkelbewegingen met zijn voet. De plastic lasso om zijn voet wil maar niet loslaten. Al vloekend trapt hij nog maar eens een keer wild in de rondte. Het beeldscherm valt om. Afwezig kijkt ET mij aan. Hoe heet hij ook alweer? Ik probeer op zijn naam te komen.

“Jaap, ja Jaap is het toch? Of Jan? Nee, Jan-Jaap, toch?”
Met een boze blik kijkt ET me onderzoekend aan. Zijn plastic beeldmasker heeft plaatsgemaakt voor een rood hoofd. Best wel groot. Ja, een groot hoofd. Buiten proportie gezien zijn iele lijfje. Het lijkt net of onze lieve heer een grote klomp klei overhad en deze tussen Jan-Jaap’s iele schoudertjes heeft gepropt. Zo’n hoofd is het ja. Een prophoofd. Vuurrood. Het is alweer even geleden dat ik het hoofd zag. Het zit meestal om acht uur al achter het beeldscherm en rond een uur of vijf in de middag kruipt het er weer snel en stiekem achter vandaan. Dan heb ik juist mijn dipje en lig ik zachtjes te snurken op mijn toetsenbord. Een powernap. Met mijn neus tussen de T en de Y. Hij zegt ook nooit gedag die Jan-Jaap. Hij werkt al vijfhonderd jaar voor de zaak. Net als ik.

“Ik heet niet Jan-Jaap, ik heet Hendrik-Jan. En al 56 jaar lang, minkukel. Zeg niet dat je dat niet weet, je weet het wel. Je plaagt me zeker?”
Verrek het hoofd kan praten. Ook dat was ik even vergeten. Het is lang geleden, dat Hendrik-Jan voor het laatst sprak. Dat wel. Het lijkt wel een eeuwigheid geleden. Minstens vijfhonderd jaar voor mijn gevoel. Hij is oud geworden Hendrik-Jan. Nicotinevlekken kleuren zijn bleke wangen bruingeel. Uit zijn oren en neus steekt borstelig haar naar buiten. Zie ik dat nu goed? Het lijkt verdacht veel op shag. Hoe langer ik kijk hoe meer ik ervan overtuigd raak. Het is inderdaad shag. Zware van Nelle zo te ruiken. Hendrik-Jan ziet dat ik iets te lang naar zijn oren en neus kijk en schrikt. Hij voelt zich blijkbaar betrapt.

“Het is niet wat je denkt!” roept Hendrik-Jan in opgewonden staat. Hij raakt lichtelijk in paniek omdat ik uit mijn linkse bureaula een grote aansteker tevoorschijn heb getover. “Maar, ehh, ehhh, jij was toch gestopt met roken”, bijt Hendrik-Jan me verontwaardigd toe. Dit is mijn kans. En ik grijp hem met twee handen. Eindelijk kan ik wraak nemen op al die jaren van stilzwijgendheid en negatie. Wat denkt die koekenbakker wel niet. Valt na vijfhonderd jaar eindelijk dat beeldscherm voor zijn rotkop weg, denkt hij ook nog dat ik hem plaag? Jarenlang heb ik zijn gepruim goedgekeurd. Maar nu is het afgelopen. Het sappig gekauw en geslurp en vooral de geur van de weeë cameltabak kan ik niet langer verdragen.

Ik vat ET bij zijn linkeroor en trek hem over het bureau heen. Het grote rode hoofd zwenkt tussen de iele schouders gewillig mee. Hendrik-Jan beseft dat hij geen kant meer op kan. Met een ferme klik ontvlam ik mijn grote ouderwetse kermisaansteker. Bijna negen jaar niet gebruikt. Gelukkig doet hij het nog. Ik houd de vlam onder de neus van Hendrik-Jan en steek de shag aan. Ik houd kort zijn beide neusgaten even dicht want van de rook dreigt Hendrik-Jan te gaan niezen. Nu moet ik snel handelen anders gaat de shag uit. Ik trek vlug het plukje shag uit zijn rechteroor en leg mijn lippen om zijn oor. Ik lurk flink aan het oor. De shag onder zijn neus licht op. Wel oppassen dat ik niet het puntje van zijn neus verbrand. Ik inhaleer nu stevig. Het geeft een voldaan gevoel. Er gaat per slot van rekening niets boven het over de longen roken van saaie collega’s. Tevreden blaas ik Hendrik-Jan’s en mijn adem uit.

Co-column geschreven door Mien en Harrie


Oranje boven: Betonnen vlinderslag bij heldere hemel / Sport / 26-07-2012

De vlinder gloeit onder de zon met haar betonnen vleugels. Het is zaterdag 28 juli 2012. Vandaag gaat het gebeuren de 4 x 100 meter vrije slag op Engels zeeniveau. Het moet chloorierijk uitpakken voor de Nederlandse equipe dat dit keer niet kan bogen op een hoog Normaal Amsterdams Peil. Het viertal zal vandaag oer Hollands Diep moeten gaan. Maar hoe dan ook, het goud chloort aan de horizon.

Maar eerst even over dat wonderschone gebouw. De Iraakse architecte Zaha Hadid, die in 2004 als eerste vrouw de fameuze Pritzker-prize won, heeft in beton een mooi sensueel lijnenspel ontworpen. Een betonnen vlinderslag bij heldere hemel. Ze heeft haar opleiding genoten onder creatief leiderschap van een opgewonden Koolhaasje bij OMA. Laat haar maar lekker vlinderen, deconstructivistisch, verwarrend en onzeker. Gelukkig sprong schoonspringer Thomas Daley tijdens de opening van het mooie gebouw op 27 juli 2011 de plank niet mis. Met een strak gewervelde rug en een mooi gestreept sixpack boven zijn maag, torpedeerde hij als eerste zwemmer het blauwe water in het Aquatics Centre. Wat een oogverblindend lijnenspel.

Nu zijn we een jaar later. Vier breedgeschouderde dames staan geconcentreerd achter het startblok, allen gehuld in een snelle bikini met schildpadmotief. Met een verwoestende blik in de ogen dagen ze hun tegenstanders uit. De 4 x 100 meter vanaf blok 4, moet resulteren in 4 x goud. De druk ligt hoog.
Maar niet voor Inge. Met twee vingers in haar neus springt ze het water in. Gehurkt tot ieders verbazing. Ze blijft nog twee seconden watertrappelen alvorens ze haar inhaalrace inzet. “Kunnen we makkelijk hebben, onze tegenstanders mogen wel wat voorsprong krijgen!” is haar commentaar achteraf.

Al gauw ligt ze aan kop. Na 100 meter tikt ze aan. Nu is het de beurt aan Ranomi. Ze trekt haar bikini nog even in de juiste schildpadstand. Als een ware Nina Turtle duikt ze van het blok. Ze bouwt een mooie voorsprong op. Na het keerpunt ligt ze al 5 meter voor op alle tegenstanders. Femke en Marleen hoeven de overwinning alleen nog maar in te koppen. Consolideren heet dat in vaktaal. Het goud chloort op ieders netvlies.

Al gauw trekt Marleen haar laatste baantje. Bijna fluitend komt ze aan. Het Aquatics Centre explodeert en gaat volledig uit het dak. Een nieuw Wereldrecord en daarmee ook Olympisch record spat van het scorebord af, 3.30,30, wat een tijd. De 3 met zijn mooie lijnenspel komt maar liefst 3 keer voor in de nieuwe recordtijd. Fantastisch. Wat zullen ze vandaag juichen in Borne, Roelofarendsveen, Sauwerd, Assen en de rest van Nederland. Wat zeg ik, in de rest van de wereld. Ook Zaha juicht een beetje mee.


Oranje boven: Elmont brothers / Sport / 31-07-2012

Ooit gehoord van de Jackson brothers? Vast wel. Altijd ergens te vinden op een dansvloer. Kleine broertje Michael altijd voorop. Dansend, zingend, springend, met geweldige moves. Ooit gehoord van de Elmont brothers? Waarschijnlijk niet. Maar ook zij zijn ware kunstenaars op een vloer.

Volgden de Jacksons nog de harde weg. De Elmonts doen het volgens de zachte. Altijd netjes gekleed in wit of blauw. Hun jasje dichtgeknoopt met een zwarte riem. Met afgetrainde lijven, sixpack strak tussen hun revers, stelen zij de show op de tatami. Wat een heerlijke en eerlijke sport dat judo. Wat zeg ik sport? Het is geen sport, het is pure lichaamsfilosofie. Een belijdenis van lijf en leden met een ultieme uitdaging, controle over body and mind.

Balans dat is het grote toverwoord. Het judospel is heel simpel. Om te winnen haal je zo snel mogelijk de jin uit Jan of Janneke. Uiteraard zonder daar zelf bij om te vallen. Soms ben je in het spel zelf je grootste tegenstander. Vegen, zwaaien, trekken, stoten, splijten, werpen, maaien, duwen, hangen, wurgen, wijken, strekken, vallen, opstaan. Het hele bewegingsarsenaal trekt in korte wedstrijdjes van 5 minuten voorbij.

Gebukt gaan ze er onder, die judoka’s. Is de stand gelijk dan gaat het spel nog 3 minuten door. Is de stand na 3 minuten nog gelijk dan kun je nog slechts winnen met vlag en wimpel. Die steken de drie scheidrechters na 8 minuten gelijktijdig gedecideerd omhoog. Je wint met 3-0 of 2-1. Een knieval van geluk of verdriet valt de judoka’s daarna ten deel. Nog hijgend van de inspanning want meestal duurde de korte wedstrijd toch iets te lang.

Jammer maar helaas, de Elmont brothers hebben in Londen geen oranje medailles kunnen veroveren. Ze dansten vrij aardig op de tatami maar het leverde te weinig punten. Hun polka miste wat yuko’s en waza-ari’s. De beiden broertjes verloren yoko door iets te veel yusei-gachi. Gelukkig dragen de broertjes het verlies in de ware spirit van Zen en Kano. De weg der lering is en blijft oneindig. Hemelsbreed strekt hij zich vooruit, tot ver voorbij de hoogste dan’s.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

26-07-2012

Over de neus

Sommige mensen steken hem overal in. Ja, de neus, het meest overschatte deel van ons lichaam. Hij komt voor in diverse maten en kleuren. Soms neemt ie een loopje met de bezitter. Hij laat zich niets wijs maken. O nee. En ojee, als je hem probeert te nemen. Ja, die neus. Daar is ie niet van gediend. En ook niet van geportretteerd. Ook al staat hij meestal in het midden. Dat verschrikkelijk portret.

Hatsjoe. Gatverdikkie. Rood, Nat, Kriebelig. Wat moet ik mat dat ding. Ik zou hem eraf willen zagen. Die snotneus. Ik heb er al van alles op losgelaten. Poederkes, pillekes, flesjes, drupkes. Het wil allemaal niet helpen. Schijtziek word ik van die neus. Die lulhannes. Zelfs stomen wil niet helpen. Zere ogen krijg ik er van. De tranen springen van de hitte in mijn ogen. En dan die lucht. Ik stik er bijna in. Wie verzint dat nu? Menthol. Menthol Harrie! Dit moet snel ophouden.

Ik kan niet kiezen. Tussen de Diskus en de Ingelheim. Achter de toonbank kijkt een kleine snotneus mij met grote ogen aan. “Papa is weg. Dokter”. Het kleine ventje wijst naar de deur. Ja, dat kan natuurlijk. Apothekers moeten ook wel eens naar de dokter. Maar waarom nu, op dit tijdstip. Als ik hem nodig heb. De Aerosol en Respimat zijn eigenlijk ook niet verkeerd. Lang geleden dat ik die nog gebruikt heb. Verrek, nu zie ik ook de Autohaler staan. Naast de Cyclohaler. Dat die nog bestaan? Dan staan de Handihaler en de Redihaler waarschijnlijk ook dicht in de buurt.

“Condooms?” roept het menneke nu keihard. Verschrikt en beschaamd kijk ik de snotneus aan. Waar haalt dat menneke de wijsheid vandaan? “Nou doe maar niet, ik ben veel te verkouden. Natte neus. Begrijp je?” Ondertussen kijk ik de apotheek goed rond of er nog iemand rondloopt.
“Natterman?” roept het menneke nog harder. Hij tilt een klein flesje boven de toonbank uit. “Goedkoop!” roept ie er achteraan. Ik heb hier van doen met een kleine businessman. Dat blijkt.

Ineens steekt er een enorme neus over mijn schouder. Hij snuift langzaam het geurspoor op dat mijn lijf afgeeft. Langzaam glijdt de neus naar beneden. Oeps, als ie maar niet …. o nee …, als ie maar niet aan mijn … mijn zakie ruikt. Jawel hoor. Vanachter mij wordt nu ook geluid geproduceerd. “Ik weet wat u nodig hebt meneer”, roept de neus. Ik kijk om en zie een enorme lelijke vrouw aan de neus hangen. Het is een flinke neus met pukkels en hij hangt tussen twee kwallen van ogen. Verzuurd kijkt de vrouw me aan. “Hij stinkt verschrikkelijk, uw neus” roept de vrouw en gebaard met een krom wijsvingertje naar beneden. Wat een heks. “Wilt u zich niet moeien met mijn zaken, mevrouw”, bijt ik de heks toe.

Het kleine mannetje is snel weggelopen. Waarschijnlijk rook hij onraad met de komst van deze maffe heks. De deur van de apotheek zwaait nu open en een man in een witte jas stapt binnen. Ha, de apotheker zeker. Hij loopt onmiddellijk naar de heks en grijpt haar stevig vast. “Noisette, zit jij nu weer bij de apotheker. We zijn je al de hele middag kwijt.” Verschrikt kijkt Noisette de man aan en steekt haar tong uit. Ze zet daarbij grote ogen op en wijst naar mij met haar grote dikke rode hangneus. “Ik had even een geurspoor opgevangen. Hij daar, hij stinkt. Uit twee neuzen, hi, hi!”

De witte man geeft snel tekst en uitleg. “Sorry meneer, vanochtend ontsnapt uit Huize Silly, we nemen haar nu weer mee. Ze heeft last van een orgastisch reuksyndroom. Ze steekt overal haar neus in. Dat kan aardig uit de hand lopen. Maar gelukkig zijn we erop tijd bij. Wilt u even achteruit stappen?” Noisette stribbelt tegen. “Wacht, wacht, wacht, ik moet mijn Eikenschacht nog uit de gang halen!” Het kleine jongetje van zojuist duikt ineens weer op. In zijn handen draagt hij een grote bezemsteel. “Hier is ie”. “Dankjewel Harrie!” Noisette wordt afgevoerd. En ik, ik maak mijn keuze. “Doe mij maar de Ingelheim Harrie, die werkt het fijnst. Doe er ook maar een flesje Natterman bij. Je weet maar nooit.”

Co-column geschreven op website ColumnX door Harrie en Mien

01-07-2012

Tai Chi, ehhh …Tai wie?

Tai Chi, ehhh …Tai wie? Wa … nog nooit van geheurd? Ginne skrik want ik ben efkes gon kieken. Joa, oppe Mierleseweg, schuin tegenover Café ‘t Trefpunt. Want daar zit het, Tai Chi, ehhh …Tai wie? Joa, Tai Chi, het nationaal centrum van de Taoïstische Tai Chi vereniging Nederland zetelt voortaan in Hellemond. Oppe Mierleseweg 140. Wat ze daar doen? Aan oew gezondheid werken. Ik kan het oew zeker anrikkemendere.

Ach, net als meen kennis van het Hellemonds is meen kennis van Tai Chi, ehhh …Tai wie? beperkt. Het Hellemonds is allenig niet meer zo snel aan te leren. Het is namelijk aangeboren en wordt van jongs af aan met de paplepel ingegoten. Tegenwoordig wordt er niet meer zo veel pap gegeten. De paplepel wordt niet veel meer gebroikt. Het Hellemonds dreigt langzaam uit te sterven. Doodzonde want niets zo ontwapenend en relaxed als unne Helmonder met un graute smoel. Mar ginne skrik. Er laupe er nog steeds un paar rond. Joa, van die echte Hellemonders. Zelfs in ons eigenste Helmond-West. Mar ge wit 't ooit nooit nie. Miskien worden het er ooit weer meer.

Met Tai Chi, ehhh …met Tai wie? is dat alling anders. Het is makkelijk aan te leren en geschikt vur iedereen, ongeacht leeftijd en lichamelijke conditie. Gai leert er ok goe door oijeme en gai blijft er fief bai. De langzame en sierlijke bewegingen die gai maakt, geven oe meer kracht en fleksebilitait en verbeteren oe evenwicht en circulatie. Het is allemaal verzonnen en bestudeerd door Meester Moy Lin-shin.

Het is zachte kunst die tot doel heeft oe lichaam en geest terug te laten keren naar hullie oorspronkelijke zuivere en gezonde staat. Hoe meer gai daarbij strekt en draait hoe effectiever het resultaat. De nadruk wordt gelegd op het vriendelijk, vrijgevig en behulpzaam zèn vur anderen en het loslaten van oe eigenste zorgen en spanningen.

Wat vur kleren gai aan moet doen bai Tai Chi, ehhh … Tai wie? Wel, dè mag um den boik nie rimpellu. Swerrisse klirre is goe zat. Zondagskostuum mag ok. Als ge oe zieutpoeskenetnie mar thois loat.

Wat ut kost Tai Chi, ehhh … Tai wie? Ik kon het nie vinden op ut Smoelebuukske. Maar het zal nie gratis zèn. Un portomonee van jung leer haawde altijd. Zauwe, nauw wittud! Aleej, efkes flink pesjonkele bai Tai Chi, ehhh … Tai wie? en het komt allemaal goe met oe gezondheid. Houdoe hè.

Mien zweeft en zwetst in Helmond West

Meer weten. Ga naar www.taoist.nl.


Meester Moy Lin-shin in actie



















Gepubliceerd in de Wijkkrant Helmond-West Juli 2012 > Tai Chi, ehhh … Tai wie?