31-12-2012

Columns van Harrie (December 2012)


Ga toch lekker in de zon liggen / Mannen & vrouwen / 03-12-2012

Vrouwen. Ik gruwel er soms van. Altijd weer die maffe maanstonden. Bepaald geen zonnige typjes. Mannen hebben er ook altijd last van. Van de maan- en de zonstonden. Die ronde schijven zitten namelijk altijd dwars. Of ik voor de hele mannengemeenschap spreek? Zeker weten. Ik orakel het rond voor wie het horen wil. Ja, want die vrouwtjes denken stiekem wel, waar haalt die Harrie het vandaan, die arrogantie? Maar ze weten het wel, ik heb gelijk. Daarvoor hoef ik geen vrouwendokter te zijn. Laat staan een giechelagoog. Ik zie het ook meteen aan ze. Staan ze een beetje zenuwachtig te friemelen aan hun krullen en hups verdwijnen ze meteen naar het toilet. Met z’n allen uiteraard. Want maanstonden zijn absoluut een gezelschapsspel. Het geeft ook nog eens behoorlijk lawaai. Het komt door de wc-deuren heen. Al die rammelende eierstokken. Het lijkt wel een kegelbaan. En ja, stinken doet het ook. Die lucht. Wat een putlucht komt er dan uit die kegels. Echt wel. Hoedt u voor vrouwentroep- en troepen op het toilet. Gehoordoppen in en snel maken dat je wegkomt. En als je de closetrollen hoort ratelen. Onmiddellijk wegwezen. Want dan is de nood aan de vrouw. Niks geen stront aan de knikker. Als zo’n closet-trol dan uit het hokje komt zijn de rapen gaar. Houd daarom ook vooral de rode annie-tasjes in de gaten. Als die uitpuilen dan weet je dat het goed mis is. Dan wordt er de hele dag gehold en gerend. Je krijgt er wel een schoon huis van. Dat dan weer wel. Het hele huis gaat aan kant. Maar liever dat dan je vrouw van … Ach, laat maar zitten. Zitten? Nee, jij niet. Jij moet ook hollen. In bed gaan liggen en wachten tot het over gaat? Geen denken aan. Onder de dekens schijnt absoluut niet de zon. Honger? Ja, honger, dat krijg je er ook nog eens van. Maar niet naar meer. Of je er pap van lust? Bietenpap? Bah. Ik moet er effe niet aan denken. Ach, wat hebben ze die vrouwtjes toch aangedaan. Die zonnige typjes staan met de regelmaat van de klok tegen de maan aan te leunen. Als ze geluk hebben. Want niets zo erg als wisselstandjes. Ongedurig word je daarvan. Net als de winter. Winterse buien? Laten we het daar maar even niet over hebben. Het eerste en het laatste kwartier zijn het ergste. Laten we daar vooral geen doekjes om winden. Er tussen in is vooral sprake van tamponaise. Een soort bizarre dans die een paar dagen duurt. Voortdurend getooid in wisselende kostuums. Bijna carnavalesk. O ja, en feestneuzen are not allowed.


Engelenhaar / Mannen & vrouwen / 13-12-2012

Is dit een goed plekske vrouwke?
Nou ik denk het wel. Maar maak je niet teveel rommel?
Hij is wel mooi, vind je niet?
Hij is heel mooi. Open, groen, ruikt lekker en er kan veel in.
Ik heb er zin in vrouwke.
Ik ook, maar je ruimt de boel erna wel meteen op hoor. Ook de dozen.
Komt goed vrouwke, laat mij maar even begaan.

Ja maar die hangen verkeerd Tinus. En ik heb nog gezegd geen haar.
Wat hangt er verkeerd, hoezo geen haar?
Nou die grote blauwe die moeten een stuk omlaag en dat haar moet eruit.
Ja maar dan vallen ze eruit en ik heb ook geen handschoenen meer. Weggegooid.
Nou dan doe je het toch voorzichtig met blote handen, oen.
Die ballen hangen wat mij betreft goed hoor en dat haar hangt echt niet in de weg.
En ik wil de ballen lager en het haar eruit, basta!

Moet je nu stofzuigen vrouwke? Kan dat niet even wachten? Zo ongezellig.
Ja dat moet nu, anders krijg ik die naalden nooit meer uit het tapijt.
Maar ik moet ook nog de stal opzetten.
Geen stal dit jaar. Teveel troep. Al dat zand, mos en al die takken en dennenappels. Weg ermee.
Ja maar vrouwke, ik heb het rotspapier al uitgerold en vastgeplakt over de dozen.
Nou vooruit dan maar. Als je die engel maar uit de boom laat. Daar wordt Fikkie wild van.
Fikkie? Fikkie? Is die er dit jaar ook weer bij?

Ja hallo, er moet hier iemand voor de gezelligheid zorgen. Fikkie is er dit jaar bij.
Nou dan laten we de worst ook maar in de koelkast vrouwke. Daar blijft Fikkie ook niet vanaf.
Ja, ho eens even, zonder worst geen kerst. We lijnen Fikkie wel aan.
Aan de kerstboom zeker, net als vorig jaar. Nooit meer gezien die kerstboom. Paste net door de deur.
Nou niet vervelend gaan doen Tinus. Dan heb ik er geen zin meer in. Wat een poeha altijd die kerst.
Ik let dit jaar wel op Fikkie vrouwke. Niet panikeren.
Oké, als de buren dan maar niet meekomen met Fikkie. Dan vind ik het prima.

Ha, ha, de buren. Die durven niet meer na vorig jaar. Weet je dat nog met die cocktailprikkers?
Ja, ja, die we rechtop in de bank hadden geprikt, zonder ananas. Ja, ja, die was leuk.
Ik zie de buurman nog gaan zitten. Even de pijn op zijn gezicht en dan gewoon doorzitten. De idioot.
Ja, ja, en zijn vrouw dan. Die hield bij het doorboren van de prikker haar hand voor de mond en riep met een zachte stem alleen maar: oeps. De deus.
Zal ik dit jaar weer lekker bowl maken vrouwke, met vruchtjes, dat vind jij toch altijd lekker?
Bowl? Bowl? Dit jaar kan ik wel wat sterkers gebruiken. Doe mij maar whisky, Famous Grouse. Eten we die daarna meteen ook op.
Da’s goed. Hebben we meteen gegeten en gedronken. Net zo makkelijk.


Themacolumn: Fem en Yfs / Thema column / 18-12-2012

Wereldwijd wordt er onderzoek gedaan naar allerlei nuttige, zinnige en onzinnige zaken. Één op de drie mensen ter wereld krijgt te maken met kanker, koffie voorkomt dementie, een dikke buik verlengt een man zijn leven, en één op de acht vrouwen wordt geconfronteerd met borstkanker, waarvan dan weer een percentage overleefd, een deel het niet haalt en enkele procenten gewoon onder een bus loopt of sterft aan een verkeerd gefileerd visje tijdens vakantie en hoe zat het ook al weer met de wijn consumptie?

Dood, dood, dood, dat was het enige waar ze op dit moment kon denken. Best vreemd eigenlijk want op zich stond de daad haar wel aan. De geslachtsdaad wel te verstaan. Dat was per slot van rekening ook een beetje sterven, nietwaar? Denken aan de dood was de enige manier om te vluchten voor de aanstaande niet gewenste penetratie van haar body and soul.

Als een hijgend, astmatisch hert stond hij voor haar. Weg romantiek. Na zijn judoklem onderging ze de standaard stuntelige trucjes van een Duracell Konijn. Waren nee zeggen, wegduwen of een knietje geven nu logische opties? Hij had immers het hotel en alles betaald? Over zijn schouder heen keek ze regelmatig op de klok. Er kwam maar geen eind aan. Toen hij haar grote teen in zijn mond nam en er een weeïg riekend slap geslachtsdeel boven haar kwam te hangen (waarvan ze zich afvroeg of het zou piepen als je er in kneep), brak ze en schakelde ze volledig over op de automatische piloot. Dat gaf houvast.

Ze had haar automatisch piloot jaren geleden leren kennen in het vliegtuig tijdens een vakantie in Schotland. Een ongelofelijke Jan Doedel gezegend met, jawel, een gigantische doedelzak. Hij had haar overmeesterd in het lege gangpad van de businessclass. Dat heeft ie geweten. In no time had ze korte metten gemaakt met zijn doedelzak. Met haar kunstgebit had ze zijn zaakje flink beetgenomen. De doedelzak was onmiddellijk gescheurd en leeggelopen.

Het hijgend hert had het niet meer. Zijn harige ballen zaten vast in een stevige kaakklem. Hij durfde niet meer te bewegen. Bang dat zijn elastiekjes zouden knappen. Er was echter nog een ander probleem. De vrouw die hij dacht veroverd te hebben bleek een monster te zijn. Het monster dat onder hem lag was niets vergeleken bij het monster van Loch Ness. Het had maar liefst vijf bulten. Daar kon Nessie niet aan tippen. Ze waren bovendien erg bewegelijk die bulten. De kaakklem van zijn Nessie werd nu keihard aangezet. Hij kon geen kant meer op. Met de vijf bulten sloeg ze hem keihard om de oren. Hij schreeuwde het uit van pijn. De romantiek was ver te zoeken en stierf een langzame dood. Hij voelde zich net als een gefileerd visje. En zij, zij dronk de wijn zuur.

Eventjes voorstellen…., What's in a (nick)name?

Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.



Themacolumn: Arta, Sagita / Thema column / 18-12-2012

Keuzes. Aan het eind van het jaar maken wij allen keuzes over wat te eten en wat te drinken tijdens de feestdagen. Waar gaan we het vieren, met wie? Geven we geld uit aan vuurwerk en zo ja, zullen we daarvoor naar de vuurwerkboer op de hoek gaan, of eens flink uitpakken met wat Belgische knallers?

Bovenop de dijk, aan de overzijde van het water, staat een donkere koets met twee zwarte paarden. Op hun hoofd dragen ze een pluim. Achter de koets, voor de wijd geopende deuren zie ik mijn vader staan. Zijn handen tillen een kleine kist.

Ik herken die kist. Uit duizenden. Daar bewaart mijn vader ieder jaar opnieuw het vuurwerk in. De paarden beginnen ongeduldig met hun voeten te trappelen. Nog even en ze gaan steigeren. De oude beestjes zijn bekend met het ritueel dat aanstonds plaatsvindt. Ze zijn best wel wat gewend. Oude circuspaardjes zijn het. De pluimen zijn felgekleurd. Teken van feest.

Langs de kant voel ik de spanning oplopen. Het publiek dat zich in grote getale verzameld heeft wacht op de komst van de grote voorspeller. Zal hij dit jaar zijn ware gezicht tonen? De paparazzia frutselen ongedurig aan hun grote jachtgeweren. De lenzen van de apparaatjes lijken wel vliegende schotels. Zo groot zijn ze.

Er klinkt rumoer aan het einde van de dijk. Mijn vader zet het kleine kistje op de grond en haalt een klein sleuteltje tevoorschijn. Langzaam draait hij het kistje open. Hij zit op z’n knieën en tilt voorzichtig het deksel van het kistje. Op een kier. Hij murmelt zachtjes lieve woordjes in het kistje. “Hee lieverd, gaat ie goed. Vandaag goed je best doen hoor, hij komt maar één keer per jaar op bezoek!”

Het volk op de dijk wijkt uit elkaar. De grote voorspeller is gearriveerd. Langzaam nadert hij het kistje, knikt statig naar mijn vader en tilt het kistje omhoog. Hij opent het op ooghoogte. De papparazia leggen hun geweren aan. Het publiek langs de kant staat op hun tenen en kijken reikhalzend uit naar het grote moment. En daar stijgt ie op uit het kistje.

De vroegste herinnering. De geweren knallen en flitsen, de paarden steigeren en het volk, dat lacht en huilt. Ieder heeft zo zijn eigen gedacht. De vroegste herinnering danst door ieders hoofd.

Paparazzia, Mijn vroegste herinnering

Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.



Themacolumn: Ferrara en Mien / Thema column) / 18-12-2012

Voetbal is populair, voetbalplaatjes ook. Je kunt AH niet meer in of uit zonder belaagd te worden door hordes jongetjes belust op voetbalplaatjes. Jammer voor ze maar ik heb twee kleinzoons die ook aan die gekte meedoen. De tijden van de kauwgumplaatjes liggen ver achter ons, je kon er niet tegen kauwen. Nu zitten er 5 voetballers in een pakje, dat schiet lekker op. Hoewel ook nu weer die ene fel begeerde wel sporadisch verstopt zal zijn.

Messi, Messi, Messi, waar zit je non de ju. Ik sluit maar weer achteraan de rij. Koop een pakje stimorol en kijk de kassière doordringend aan. Ik bid dat ik dit keer het goede pakje krijg. Helaas, weer geen Messi. Moedeloos word ik er van. Maar ik zal hem hebben. Ik sluit voor de tiende keer achteraan de rij. Dit keer valt mijn oog op trekdrop. Dat is lang geleden. Vooruit dan maar. De kassière kijkt me dit keer met een andere look aan. Ik zie iets van weemoed in haar ogen. Ze is dan ook de vijftig allang gepasseerd.

Weer geen Messi. Maar dat geeft dit keer niet. Ik ben gefascineerd door de trekdrop. Brings back sweet memories. Het diende ooit als supplement. Nou weet ik het weer. Nee, niet als supplement, maar als substituut. De herinnering valt op zijn plek. Ooit was er toch een jonge dichter op ColumnX. Die schreef bij trekdrop en kaarslicht. Ja, ja. Een mafketel was het. Toen al. Hij wilde stoppen met roken door het eten van trekdrop. Ja, ja. Dat was het.

Ik trek het pakje trekdrop open en grijp één van de zwarte stengels. Altijd weer lekker, die eerste …! Nu smaakte die eerste … plots naar trekdrop. Ik moet toegeven, het geeft minder troep en minder rook. Hoewel dit ook betrekkelijk is, want als de trekdrop door mijn lichaam verwerkt is zal daar uiteindelijk ook troep (niet zoveel welliswaar) van overblijven en waarschijnlijk ook wel rook. Ik schrijf ‘rook’, want ik zit in een fase waarin ik niet kan bepalen of de sigarettenlucht voor mij lekker ruikt of stinkt. Het kritische punt is daarin ook nog niet bereikt.

De kassière, dit keer zonder wachtrij, slaat mij al een poosje gade. Ze grinnikt en roept keihard door de AH. “Lekker hè die trekdrop, die ouwerwetse troep!” Ik omhels haar en beaam het van ganse harte. Ik geef haar een dikke pakkerd op haar wang. Haar grijzend haar in een knotje ruikt weeïg en duf. Het ruikt naar een laatste sigaret. En nu, nu weet ik het zeker. Sigarettenlucht ruikt niet lekker. Zo ook de kassière. Ik loop snel de AH uit en word opgevangen door een bende kleine jongetjes. Ze hangen aan mijn benen en vragen of ik Messi heb. Ik blijf het antwoord schuldig.

Idool, Rookverhaal 01: Ach, ach, ach wat een nach!

Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.



Vispotje / Gein & ongein / 19-12-2012

Gris mich nich. Mozeskriebel nog aan toe. Ik heb veels te lang verstopt gezeten in mijn bos. Het is hier maar koud en nat. Zojuist heb ik, nog net voordat de winter echt invalt, Raakhout bedolven onder een lading eikels. Daar kan ie de winter mooi mee doorkomen. Op zijn favoriete hamsterplek onder de wortels van zijn geliefde boom. Hij heeft in ieder geval een goede vette kerst. Ik hou het voorlopig bij potvis. Ja, ook die spoelen wel eens aan in het bos. Het zijn absoluut geen vergeet-me-nietjes en ook geen muurbloempjes of lisdotjes. Het zijn stevige jongens. Je bijt er wel je tanden stuk op, zo taai zijn ze. Gelukkig heb je er wel de hele winter plezier van. Het maffe is wel dat de potvis is aangespoeld in een groot vreemd glazen huis. Serieus, dat heb ik nog nooit gezien. Het lijkt net alsof ie in een mega giga grote couveuse ligt. En hijgen dat ie doet. De wanden van het glazen huis zitten helemaal onder zijn kwijl. Het is wel een hippe potvis want hij draait voortdurend plaatjes. Dan draait hij met zijn vinnen en staart in de rondte. Voor zover de glazen ruimte hem dat toestaat. Hij draait de plaatjes niet alleen voor zichzelf. Maar ook voor een goed doel. Zo staat het geschreven op een grote vlag die aan het glazen huis hangt. Het staat geschreven in hele grote schoolbordletters. Van die letters die je vroeger in je schriftje moest schrijven op van die dunne potloodlijntjes. Wazige lijntjes met vette mascaraletters. De tekst is hartverscheurend. Zelfs de potvis moet er grote tranen om janken. Gris mich nich. Die heeft trouwens ook nog iets anders op zijn lever. Dat probeert ie mij al bijna een week te vertellen. Maar dat gaat erg lastig. Hij hoest namelijk voortdurend zand op. Er lijkt geen einde aan te komen. Alsof ie onlangs tien zandbakken heeft opgevreten. Heel af en toe komt er ook een zoute mossel mee. Nee, de leuze die op de vlag staat geschreven breekt zelfs een potvishart. Gelukkig hoeft Raakhout dit niet meer mee te maken. Dat zou hem echt te veel stress geven. En de winter is nog lang. Raakhout ligt nu lekker zijn wintertukkie te doen. Fopspeen in de mond en maar zuigen totdat het weer lente wordt. Lente in Twente.


Wolkenfluister / Gein & ongein / 20-12-2012

Heerlijk lig ik op mijn bed van stro en luister naar de wolken. Ze fluisteren warm in mijn oor. Een beetje nattig, maar het voelt fijn. Het wordt een mooie dag. Ik voel het aan mijn water. Het is lauwwarm en borrelt in mijn onderbuik. Het zal niet lang meer duren of ik zal me naar mijn hudo moeten spoeden. Maar ik rek het zolang mogelijk. Heerlijk die onderspanning. Op de bovenspanning zie ik de kraaien verzamelen. Ook zij zijn wakker en zien uit naar de nieuwe dag. Hij wordt supernieuw. De eerste van het jaar. Gossiepikkie. Gris mich nich. Wat zal er dit jaar weer in mijn bos gebeuren? Raakhout strekt zijn bruine poten uit. Aan zijn vel zie ik dat hij het koud heeft gehad vannacht. Niet goed in de modder gelegen. Dom, dom, dom. Ik hoor geritsel in de struiken. Heel zachtjes en zeer op hun hoede zie ik wat reeën uit het struikgewas verschijnen. Ze lopen op witte kousenvoetjes en hebben fluwelen oortjes. En zie ik het nu goed? De tranen staan hun in de ogen. Alsof ze erg pijn hebben geleden. Langzaam naderen ze de oever van het beekje. Het is hun favoriete drinkplek. De Starbucks onder de reeën. Ik zie nu pas onder welk leed ze gebukt gaan. Ze missen namelijk allemaal hun rug. Althans een deel daarvan. Tja, en zonder ruggengraat kun je moeilijk bukken. Het is wel een raar gezicht zo’n reetje met een open rug. Het lijkt wel een iel bruin gestoffeerd campingstoeltje met kop en staart. Ik voel mijn onderbuik nu langzaam aandringen. Het wordt tijd om de kraan weer open te zetten. Mijn hudo heeft geen dak. Ik hang achterover op de balk en blijf nog wat uithangen. Ik staar naar de hemel en luister naar het wolkgefluister. Het geeft rust. Het is sowieso rustig in het bos. En ik mis sinds vandaag ook een paar dieren. Ik mis een aantal kalkoenen, wat hazen en konijnen. En waar zijn de zalmen en forellen gebleven? De kikkers en de kippen? Geen idee. En wat moet ik vanavond dan eten? Een lichte paniek maakt zich van mij meester. Ik struin terug maar mijn bed van stro en vang onderweg alleen maar botten. Dat wordt vanavond op een houtje bijten.


Miljardenknaller / Gein & ongein / 31-12-2012

Ik heb slechts aan twee dingen een hekel. Kinderen en vuurwerk. Voor de hand liggend misschien zo rond de jaarwisseling maar toch. Het blijft vervelend. In mijn bos is het dan nog eens extra vervelend. Waarom? Omdat die rotjong, rottige rotjes frotten in elk gat dat ze maar kunnen vinden Het zijn wel lafaards die kiddo’s. Met de staart tussen de benen rennen ze weg zodra het vuur ontstoken is. Boehhhh. Ik houd ook helemaal niet van kindvriendelijk vuurwerk. Veel beter kunnen ze het kindvijandig maken. Dat lonkt namelijk nog meer. Kindvijandig maken met liefst hele korte lontjes. Zo kort dat de explosie al daar is voordat het lontje aangestoken is. Voor mij mogen dan ook gerust een paar vingers meevliegen. Dan kunnen die rotjong de volgende dag de niet geëxplodeerde rotjes ook niet meer aansteken. Lekker puh. Wat ook nog een optie is om de kindjes in te zetten als vuurwerkhouder. Gewoon zo’n enorme vuurpijl op de rug binden en dan afsteken. Voor mij mogen ze dan alle kleuren van de hemel zien en zoveel geluid maken als ze willen. Gillende keukenkindjes. Hi, hi. Wat mij ook leuk lijkt is een paar van die kindjes omwikkelen met een paar miljardenknallers. Je weet wel zo’n oneindig lint met aan elkaar geketende rotjes die, als je ze aansteekt, driftig op het troittoir rond stuiteren. Met een paar kinderen ertussen lijkt me dat heerlijk. Toll wie es tollt. Rond een uur of twaalf op 31 december word ik helemaal gek. Dan breekt de hel los en raak ik volledig in de war. Vooral van kinderen en vuurwerk. Ja zelfs van grote kinderen raak ik dan overstuur. Van die grote onnozele lobbesen die dronken en zogenaamd stoer, onhandig de hemel oorverdovend verlichten. Zelf zijn het bepaald geen lichten. Ik heb het ooit meegemaakt in mijn bos. Hadden ze vuurpijlen in de grond gestoken en daaraan vast een paar gillende keukenmeiden. Nou, drie keer raden wat er dan gebeurt? Paniek in de tent. Juist ja. De meiden hebben zo’n drie seconden om los te komen van de pijl. Onhaalbaar en onmogelijk dus. Maar zo krijg je ze wel stil, die gillende keukengrietjes. Dat is een ding wat zeker is. Hoe ze zich ook wenden of keren ze gaan altijd af. Met gezichtsverlies. Ja, ja, de ogen krijgen goed de kost. Ze spatten al bij een klein beetje twinkeling en vuur spontaan uit elkaar. Geen gezicht. Want je kijkt die gillende oogloze grietjes dan lelijk op hun neus. Bedeesd word ik er van, zo lelijk. Nee. Laat mij maar lekker kindertjes afschieten in plaats van vuurwerk. Uiteindelijk speel ik dan ook met vuurwerk. Zeker als het de kindjes uit het buurtbos zijn.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

28-12-2012

Maanwaan

Licht gedoofd
Woelend word ik wakker
Mijn verdriet ligt naast het bed

Ik tel af
Speciaal vandaag
Morgen weer een dag

Zomaar een dag
Zondag maandag
Een donderdag bij heldere hemel

Een nieuw jaar lonkt
Naar wat ooit was
Maar dat is al vergeten

Dagenraad
Mag ik u wat vragen?
Bent u ook een maantje kwijt?

23-12-2012

Kerstcootje

Ik ben er helemaal klaar mee met die groene Kerst, wat een gedoe. Waarom niet rood, paars, geel of blauw? Die kleuren maken mij veel vrolijker. Het zijn kleuren die veel beter in het gehoor liggen en zo gezegd de juiste klankkleur hebben. Van grrrroen gruwel ik en wit is helemaal walgelijk. Dit jaar ga ik het anders doen. In plaats van sneeuw en kou haal ik zon en zomer in huis. Jan met zijn zwarte boef wissel ik in tegen Piet Hein met felgekleurde pekinees. Authentiek en duurzaam moet het anno 2012 zijn, met veel gebruikt oud hout, zodat het helemaal op een onbewoond eiland lijkt. Mijn man ruil ik tijdelijk in voor een knappe Vrijdag.

“Hey Arta, waar heb je de piek gelaten?”

Van schrik val ik achterover, -neem in mijn val de Kerstboom mee- terwijl mijn fata morgana als een kauwgumbel uit elkaar spat.

“W-w-wat mot je, Mien? Help eens even om die dennennaalden uit mijn kont te plukken!”

“Ja, ja, effe wachten, ik haal even een nijptang. Waarom neem je in hemelsnaam zo’n houten designboom met zulke meganaalden?”

“Die naalden zijn multifunctioneel. Ik kan ze na de Kerst gewoon in de naaimachine stoppen, tja, met die crises van tegenwoordig…”

“Dat dacht Piet Hein waarschijnlijk ook toen hij die maffe boom ontwierp. Even stil zitten Arta, dan trek ik ze er één voor één uit.”

“Auw! Auw! Auw! Auw! Oeh, wat fijn, ze zijn er allemaal uit, hè?”

Mien knikt bevestigend.

“Allemaal eruit Arta, op eentje na dan. Hier in het midden zie ik namelijk nog een hele grote blinkende zitten.”

“Grijp ‘m! We moeten door, meedoen aan de verwachtingen des volks, of…?”

“Oké Arta, tanden op elkaar, billen uit elkaar, diep ademhalen en vooral ontspannen. Daar komt ie al, puik piekje hoor!”

“Ah, die was ik net kwijt! Wat is hij mooi, hè?”

“Mooi? Mooi? Ik vind het net een zilveren drol … die krul daar bovenop … niet normaal. Ik ga liever voor een ster, een gouden.”

“Een gouden ster… Mien, kunnen we niet in plaats van onze geplande designer-Kerst gewoon in een hutje op de hei gaan zitten met de feestdagen, onder de échte sterren?”

Er klinkt gestommel en gerommel achter in de kamer en diep gezucht.
Vanachter de kerstboom springt ineens Mien naar voren, verkleed als herder, compleet met herdershoed en staf, waarmee hij woest op de Heinboom begint in te hakken.

“I-i-ik neem aan dat het een ‘ja’ is?” roep ik verheugd over het lawaai heen.

“Yep, ik vind het een goed plan. Maar wel één ding voorop gesteld, we maken van dat hutje geen bende en ook geen stal!”

“Neee, we maken er een Kerstretraite van! Een schoon hûske, alleen kaarslicht en douchen in de rivier, brrr…”

“Da’s goed Arta. Ik zal een lekker hartverwarmertje meenemen om ons te wapenen tegen de ergste kou en ook wat Badedas met eucalyptusgeur, om in hogere sas en sferen te komen.”

“Weet je wat? Ik ruim die Hein-rotzooi op, pak mijn tandenborstel en dan gaan we er gewoon gelijk vandoor. Gaan waar de wind ons brengt, of nou ja, de auto, dan.”

“Gone with the wind, prima! Ik zal alle afleveringen van Sissi meenemen, voor als we ons vervelen.”

“De slaapzakken. Waar liggen ze? Sissi kijken in pyjama in een heerlijk warme slaapzak. Hoeveel mooier kan onze Kerst worden, Mien?”

“Ja leuk, en dan hangen we de hut helemaal vol met kerstkransjes en Hema-worst en zingen keihard Jinglebells!”

“Oeh, jaaa, en dan maak ik boerenkool en kunnen we gaan worsthappen! Ik heb alles ingepakt, zullen we vertrekken?”

“Da’s goed, nog effe zoeken naar de blinddoek voor het worsthappen en mijn pantoffels en ik ben er klaar voor. Pik jij me op in je arrenmoedeslee?”

Bepakt en bezakt loop ik zingend naar mijn bijzondere voertuig toe. [i]We wish you a merry Christmas, we wish you a merry Christmas, we wish you a merry Christmas and a happy New Year.[/i]

“Fuck, waar is mijn bijzondere voertuig gebleven?”

In een flits zie ik nog iets roods vliegensvlug als een raket de lucht inschieten. Verhip, het is mijn arrenmoedenslee.

“Ho, ho, ho … houdt de dief!”

Co-column geschreven door Arta en Mien