31-12-2012

Columns van Harrie (December 2012)


Ga toch lekker in de zon liggen / Mannen & vrouwen / 03-12-2012

Vrouwen. Ik gruwel er soms van. Altijd weer die maffe maanstonden. Bepaald geen zonnige typjes. Mannen hebben er ook altijd last van. Van de maan- en de zonstonden. Die ronde schijven zitten namelijk altijd dwars. Of ik voor de hele mannengemeenschap spreek? Zeker weten. Ik orakel het rond voor wie het horen wil. Ja, want die vrouwtjes denken stiekem wel, waar haalt die Harrie het vandaan, die arrogantie? Maar ze weten het wel, ik heb gelijk. Daarvoor hoef ik geen vrouwendokter te zijn. Laat staan een giechelagoog. Ik zie het ook meteen aan ze. Staan ze een beetje zenuwachtig te friemelen aan hun krullen en hups verdwijnen ze meteen naar het toilet. Met z’n allen uiteraard. Want maanstonden zijn absoluut een gezelschapsspel. Het geeft ook nog eens behoorlijk lawaai. Het komt door de wc-deuren heen. Al die rammelende eierstokken. Het lijkt wel een kegelbaan. En ja, stinken doet het ook. Die lucht. Wat een putlucht komt er dan uit die kegels. Echt wel. Hoedt u voor vrouwentroep- en troepen op het toilet. Gehoordoppen in en snel maken dat je wegkomt. En als je de closetrollen hoort ratelen. Onmiddellijk wegwezen. Want dan is de nood aan de vrouw. Niks geen stront aan de knikker. Als zo’n closet-trol dan uit het hokje komt zijn de rapen gaar. Houd daarom ook vooral de rode annie-tasjes in de gaten. Als die uitpuilen dan weet je dat het goed mis is. Dan wordt er de hele dag gehold en gerend. Je krijgt er wel een schoon huis van. Dat dan weer wel. Het hele huis gaat aan kant. Maar liever dat dan je vrouw van … Ach, laat maar zitten. Zitten? Nee, jij niet. Jij moet ook hollen. In bed gaan liggen en wachten tot het over gaat? Geen denken aan. Onder de dekens schijnt absoluut niet de zon. Honger? Ja, honger, dat krijg je er ook nog eens van. Maar niet naar meer. Of je er pap van lust? Bietenpap? Bah. Ik moet er effe niet aan denken. Ach, wat hebben ze die vrouwtjes toch aangedaan. Die zonnige typjes staan met de regelmaat van de klok tegen de maan aan te leunen. Als ze geluk hebben. Want niets zo erg als wisselstandjes. Ongedurig word je daarvan. Net als de winter. Winterse buien? Laten we het daar maar even niet over hebben. Het eerste en het laatste kwartier zijn het ergste. Laten we daar vooral geen doekjes om winden. Er tussen in is vooral sprake van tamponaise. Een soort bizarre dans die een paar dagen duurt. Voortdurend getooid in wisselende kostuums. Bijna carnavalesk. O ja, en feestneuzen are not allowed.


Engelenhaar / Mannen & vrouwen / 13-12-2012

Is dit een goed plekske vrouwke?
Nou ik denk het wel. Maar maak je niet teveel rommel?
Hij is wel mooi, vind je niet?
Hij is heel mooi. Open, groen, ruikt lekker en er kan veel in.
Ik heb er zin in vrouwke.
Ik ook, maar je ruimt de boel erna wel meteen op hoor. Ook de dozen.
Komt goed vrouwke, laat mij maar even begaan.

Ja maar die hangen verkeerd Tinus. En ik heb nog gezegd geen haar.
Wat hangt er verkeerd, hoezo geen haar?
Nou die grote blauwe die moeten een stuk omlaag en dat haar moet eruit.
Ja maar dan vallen ze eruit en ik heb ook geen handschoenen meer. Weggegooid.
Nou dan doe je het toch voorzichtig met blote handen, oen.
Die ballen hangen wat mij betreft goed hoor en dat haar hangt echt niet in de weg.
En ik wil de ballen lager en het haar eruit, basta!

Moet je nu stofzuigen vrouwke? Kan dat niet even wachten? Zo ongezellig.
Ja dat moet nu, anders krijg ik die naalden nooit meer uit het tapijt.
Maar ik moet ook nog de stal opzetten.
Geen stal dit jaar. Teveel troep. Al dat zand, mos en al die takken en dennenappels. Weg ermee.
Ja maar vrouwke, ik heb het rotspapier al uitgerold en vastgeplakt over de dozen.
Nou vooruit dan maar. Als je die engel maar uit de boom laat. Daar wordt Fikkie wild van.
Fikkie? Fikkie? Is die er dit jaar ook weer bij?

Ja hallo, er moet hier iemand voor de gezelligheid zorgen. Fikkie is er dit jaar bij.
Nou dan laten we de worst ook maar in de koelkast vrouwke. Daar blijft Fikkie ook niet vanaf.
Ja, ho eens even, zonder worst geen kerst. We lijnen Fikkie wel aan.
Aan de kerstboom zeker, net als vorig jaar. Nooit meer gezien die kerstboom. Paste net door de deur.
Nou niet vervelend gaan doen Tinus. Dan heb ik er geen zin meer in. Wat een poeha altijd die kerst.
Ik let dit jaar wel op Fikkie vrouwke. Niet panikeren.
Oké, als de buren dan maar niet meekomen met Fikkie. Dan vind ik het prima.

Ha, ha, de buren. Die durven niet meer na vorig jaar. Weet je dat nog met die cocktailprikkers?
Ja, ja, die we rechtop in de bank hadden geprikt, zonder ananas. Ja, ja, die was leuk.
Ik zie de buurman nog gaan zitten. Even de pijn op zijn gezicht en dan gewoon doorzitten. De idioot.
Ja, ja, en zijn vrouw dan. Die hield bij het doorboren van de prikker haar hand voor de mond en riep met een zachte stem alleen maar: oeps. De deus.
Zal ik dit jaar weer lekker bowl maken vrouwke, met vruchtjes, dat vind jij toch altijd lekker?
Bowl? Bowl? Dit jaar kan ik wel wat sterkers gebruiken. Doe mij maar whisky, Famous Grouse. Eten we die daarna meteen ook op.
Da’s goed. Hebben we meteen gegeten en gedronken. Net zo makkelijk.


Themacolumn: Fem en Yfs / Thema column / 18-12-2012

Wereldwijd wordt er onderzoek gedaan naar allerlei nuttige, zinnige en onzinnige zaken. Één op de drie mensen ter wereld krijgt te maken met kanker, koffie voorkomt dementie, een dikke buik verlengt een man zijn leven, en één op de acht vrouwen wordt geconfronteerd met borstkanker, waarvan dan weer een percentage overleefd, een deel het niet haalt en enkele procenten gewoon onder een bus loopt of sterft aan een verkeerd gefileerd visje tijdens vakantie en hoe zat het ook al weer met de wijn consumptie?

Dood, dood, dood, dat was het enige waar ze op dit moment kon denken. Best vreemd eigenlijk want op zich stond de daad haar wel aan. De geslachtsdaad wel te verstaan. Dat was per slot van rekening ook een beetje sterven, nietwaar? Denken aan de dood was de enige manier om te vluchten voor de aanstaande niet gewenste penetratie van haar body and soul.

Als een hijgend, astmatisch hert stond hij voor haar. Weg romantiek. Na zijn judoklem onderging ze de standaard stuntelige trucjes van een Duracell Konijn. Waren nee zeggen, wegduwen of een knietje geven nu logische opties? Hij had immers het hotel en alles betaald? Over zijn schouder heen keek ze regelmatig op de klok. Er kwam maar geen eind aan. Toen hij haar grote teen in zijn mond nam en er een weeïg riekend slap geslachtsdeel boven haar kwam te hangen (waarvan ze zich afvroeg of het zou piepen als je er in kneep), brak ze en schakelde ze volledig over op de automatische piloot. Dat gaf houvast.

Ze had haar automatisch piloot jaren geleden leren kennen in het vliegtuig tijdens een vakantie in Schotland. Een ongelofelijke Jan Doedel gezegend met, jawel, een gigantische doedelzak. Hij had haar overmeesterd in het lege gangpad van de businessclass. Dat heeft ie geweten. In no time had ze korte metten gemaakt met zijn doedelzak. Met haar kunstgebit had ze zijn zaakje flink beetgenomen. De doedelzak was onmiddellijk gescheurd en leeggelopen.

Het hijgend hert had het niet meer. Zijn harige ballen zaten vast in een stevige kaakklem. Hij durfde niet meer te bewegen. Bang dat zijn elastiekjes zouden knappen. Er was echter nog een ander probleem. De vrouw die hij dacht veroverd te hebben bleek een monster te zijn. Het monster dat onder hem lag was niets vergeleken bij het monster van Loch Ness. Het had maar liefst vijf bulten. Daar kon Nessie niet aan tippen. Ze waren bovendien erg bewegelijk die bulten. De kaakklem van zijn Nessie werd nu keihard aangezet. Hij kon geen kant meer op. Met de vijf bulten sloeg ze hem keihard om de oren. Hij schreeuwde het uit van pijn. De romantiek was ver te zoeken en stierf een langzame dood. Hij voelde zich net als een gefileerd visje. En zij, zij dronk de wijn zuur.

Eventjes voorstellen…., What's in a (nick)name?

Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.



Themacolumn: Arta, Sagita / Thema column / 18-12-2012

Keuzes. Aan het eind van het jaar maken wij allen keuzes over wat te eten en wat te drinken tijdens de feestdagen. Waar gaan we het vieren, met wie? Geven we geld uit aan vuurwerk en zo ja, zullen we daarvoor naar de vuurwerkboer op de hoek gaan, of eens flink uitpakken met wat Belgische knallers?

Bovenop de dijk, aan de overzijde van het water, staat een donkere koets met twee zwarte paarden. Op hun hoofd dragen ze een pluim. Achter de koets, voor de wijd geopende deuren zie ik mijn vader staan. Zijn handen tillen een kleine kist.

Ik herken die kist. Uit duizenden. Daar bewaart mijn vader ieder jaar opnieuw het vuurwerk in. De paarden beginnen ongeduldig met hun voeten te trappelen. Nog even en ze gaan steigeren. De oude beestjes zijn bekend met het ritueel dat aanstonds plaatsvindt. Ze zijn best wel wat gewend. Oude circuspaardjes zijn het. De pluimen zijn felgekleurd. Teken van feest.

Langs de kant voel ik de spanning oplopen. Het publiek dat zich in grote getale verzameld heeft wacht op de komst van de grote voorspeller. Zal hij dit jaar zijn ware gezicht tonen? De paparazzia frutselen ongedurig aan hun grote jachtgeweren. De lenzen van de apparaatjes lijken wel vliegende schotels. Zo groot zijn ze.

Er klinkt rumoer aan het einde van de dijk. Mijn vader zet het kleine kistje op de grond en haalt een klein sleuteltje tevoorschijn. Langzaam draait hij het kistje open. Hij zit op z’n knieën en tilt voorzichtig het deksel van het kistje. Op een kier. Hij murmelt zachtjes lieve woordjes in het kistje. “Hee lieverd, gaat ie goed. Vandaag goed je best doen hoor, hij komt maar één keer per jaar op bezoek!”

Het volk op de dijk wijkt uit elkaar. De grote voorspeller is gearriveerd. Langzaam nadert hij het kistje, knikt statig naar mijn vader en tilt het kistje omhoog. Hij opent het op ooghoogte. De papparazia leggen hun geweren aan. Het publiek langs de kant staat op hun tenen en kijken reikhalzend uit naar het grote moment. En daar stijgt ie op uit het kistje.

De vroegste herinnering. De geweren knallen en flitsen, de paarden steigeren en het volk, dat lacht en huilt. Ieder heeft zo zijn eigen gedacht. De vroegste herinnering danst door ieders hoofd.

Paparazzia, Mijn vroegste herinnering

Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.



Themacolumn: Ferrara en Mien / Thema column) / 18-12-2012

Voetbal is populair, voetbalplaatjes ook. Je kunt AH niet meer in of uit zonder belaagd te worden door hordes jongetjes belust op voetbalplaatjes. Jammer voor ze maar ik heb twee kleinzoons die ook aan die gekte meedoen. De tijden van de kauwgumplaatjes liggen ver achter ons, je kon er niet tegen kauwen. Nu zitten er 5 voetballers in een pakje, dat schiet lekker op. Hoewel ook nu weer die ene fel begeerde wel sporadisch verstopt zal zijn.

Messi, Messi, Messi, waar zit je non de ju. Ik sluit maar weer achteraan de rij. Koop een pakje stimorol en kijk de kassière doordringend aan. Ik bid dat ik dit keer het goede pakje krijg. Helaas, weer geen Messi. Moedeloos word ik er van. Maar ik zal hem hebben. Ik sluit voor de tiende keer achteraan de rij. Dit keer valt mijn oog op trekdrop. Dat is lang geleden. Vooruit dan maar. De kassière kijkt me dit keer met een andere look aan. Ik zie iets van weemoed in haar ogen. Ze is dan ook de vijftig allang gepasseerd.

Weer geen Messi. Maar dat geeft dit keer niet. Ik ben gefascineerd door de trekdrop. Brings back sweet memories. Het diende ooit als supplement. Nou weet ik het weer. Nee, niet als supplement, maar als substituut. De herinnering valt op zijn plek. Ooit was er toch een jonge dichter op ColumnX. Die schreef bij trekdrop en kaarslicht. Ja, ja. Een mafketel was het. Toen al. Hij wilde stoppen met roken door het eten van trekdrop. Ja, ja. Dat was het.

Ik trek het pakje trekdrop open en grijp één van de zwarte stengels. Altijd weer lekker, die eerste …! Nu smaakte die eerste … plots naar trekdrop. Ik moet toegeven, het geeft minder troep en minder rook. Hoewel dit ook betrekkelijk is, want als de trekdrop door mijn lichaam verwerkt is zal daar uiteindelijk ook troep (niet zoveel welliswaar) van overblijven en waarschijnlijk ook wel rook. Ik schrijf ‘rook’, want ik zit in een fase waarin ik niet kan bepalen of de sigarettenlucht voor mij lekker ruikt of stinkt. Het kritische punt is daarin ook nog niet bereikt.

De kassière, dit keer zonder wachtrij, slaat mij al een poosje gade. Ze grinnikt en roept keihard door de AH. “Lekker hè die trekdrop, die ouwerwetse troep!” Ik omhels haar en beaam het van ganse harte. Ik geef haar een dikke pakkerd op haar wang. Haar grijzend haar in een knotje ruikt weeïg en duf. Het ruikt naar een laatste sigaret. En nu, nu weet ik het zeker. Sigarettenlucht ruikt niet lekker. Zo ook de kassière. Ik loop snel de AH uit en word opgevangen door een bende kleine jongetjes. Ze hangen aan mijn benen en vragen of ik Messi heb. Ik blijf het antwoord schuldig.

Idool, Rookverhaal 01: Ach, ach, ach wat een nach!

Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.



Vispotje / Gein & ongein / 19-12-2012

Gris mich nich. Mozeskriebel nog aan toe. Ik heb veels te lang verstopt gezeten in mijn bos. Het is hier maar koud en nat. Zojuist heb ik, nog net voordat de winter echt invalt, Raakhout bedolven onder een lading eikels. Daar kan ie de winter mooi mee doorkomen. Op zijn favoriete hamsterplek onder de wortels van zijn geliefde boom. Hij heeft in ieder geval een goede vette kerst. Ik hou het voorlopig bij potvis. Ja, ook die spoelen wel eens aan in het bos. Het zijn absoluut geen vergeet-me-nietjes en ook geen muurbloempjes of lisdotjes. Het zijn stevige jongens. Je bijt er wel je tanden stuk op, zo taai zijn ze. Gelukkig heb je er wel de hele winter plezier van. Het maffe is wel dat de potvis is aangespoeld in een groot vreemd glazen huis. Serieus, dat heb ik nog nooit gezien. Het lijkt net alsof ie in een mega giga grote couveuse ligt. En hijgen dat ie doet. De wanden van het glazen huis zitten helemaal onder zijn kwijl. Het is wel een hippe potvis want hij draait voortdurend plaatjes. Dan draait hij met zijn vinnen en staart in de rondte. Voor zover de glazen ruimte hem dat toestaat. Hij draait de plaatjes niet alleen voor zichzelf. Maar ook voor een goed doel. Zo staat het geschreven op een grote vlag die aan het glazen huis hangt. Het staat geschreven in hele grote schoolbordletters. Van die letters die je vroeger in je schriftje moest schrijven op van die dunne potloodlijntjes. Wazige lijntjes met vette mascaraletters. De tekst is hartverscheurend. Zelfs de potvis moet er grote tranen om janken. Gris mich nich. Die heeft trouwens ook nog iets anders op zijn lever. Dat probeert ie mij al bijna een week te vertellen. Maar dat gaat erg lastig. Hij hoest namelijk voortdurend zand op. Er lijkt geen einde aan te komen. Alsof ie onlangs tien zandbakken heeft opgevreten. Heel af en toe komt er ook een zoute mossel mee. Nee, de leuze die op de vlag staat geschreven breekt zelfs een potvishart. Gelukkig hoeft Raakhout dit niet meer mee te maken. Dat zou hem echt te veel stress geven. En de winter is nog lang. Raakhout ligt nu lekker zijn wintertukkie te doen. Fopspeen in de mond en maar zuigen totdat het weer lente wordt. Lente in Twente.


Wolkenfluister / Gein & ongein / 20-12-2012

Heerlijk lig ik op mijn bed van stro en luister naar de wolken. Ze fluisteren warm in mijn oor. Een beetje nattig, maar het voelt fijn. Het wordt een mooie dag. Ik voel het aan mijn water. Het is lauwwarm en borrelt in mijn onderbuik. Het zal niet lang meer duren of ik zal me naar mijn hudo moeten spoeden. Maar ik rek het zolang mogelijk. Heerlijk die onderspanning. Op de bovenspanning zie ik de kraaien verzamelen. Ook zij zijn wakker en zien uit naar de nieuwe dag. Hij wordt supernieuw. De eerste van het jaar. Gossiepikkie. Gris mich nich. Wat zal er dit jaar weer in mijn bos gebeuren? Raakhout strekt zijn bruine poten uit. Aan zijn vel zie ik dat hij het koud heeft gehad vannacht. Niet goed in de modder gelegen. Dom, dom, dom. Ik hoor geritsel in de struiken. Heel zachtjes en zeer op hun hoede zie ik wat reeën uit het struikgewas verschijnen. Ze lopen op witte kousenvoetjes en hebben fluwelen oortjes. En zie ik het nu goed? De tranen staan hun in de ogen. Alsof ze erg pijn hebben geleden. Langzaam naderen ze de oever van het beekje. Het is hun favoriete drinkplek. De Starbucks onder de reeën. Ik zie nu pas onder welk leed ze gebukt gaan. Ze missen namelijk allemaal hun rug. Althans een deel daarvan. Tja, en zonder ruggengraat kun je moeilijk bukken. Het is wel een raar gezicht zo’n reetje met een open rug. Het lijkt wel een iel bruin gestoffeerd campingstoeltje met kop en staart. Ik voel mijn onderbuik nu langzaam aandringen. Het wordt tijd om de kraan weer open te zetten. Mijn hudo heeft geen dak. Ik hang achterover op de balk en blijf nog wat uithangen. Ik staar naar de hemel en luister naar het wolkgefluister. Het geeft rust. Het is sowieso rustig in het bos. En ik mis sinds vandaag ook een paar dieren. Ik mis een aantal kalkoenen, wat hazen en konijnen. En waar zijn de zalmen en forellen gebleven? De kikkers en de kippen? Geen idee. En wat moet ik vanavond dan eten? Een lichte paniek maakt zich van mij meester. Ik struin terug maar mijn bed van stro en vang onderweg alleen maar botten. Dat wordt vanavond op een houtje bijten.


Miljardenknaller / Gein & ongein / 31-12-2012

Ik heb slechts aan twee dingen een hekel. Kinderen en vuurwerk. Voor de hand liggend misschien zo rond de jaarwisseling maar toch. Het blijft vervelend. In mijn bos is het dan nog eens extra vervelend. Waarom? Omdat die rotjong, rottige rotjes frotten in elk gat dat ze maar kunnen vinden Het zijn wel lafaards die kiddo’s. Met de staart tussen de benen rennen ze weg zodra het vuur ontstoken is. Boehhhh. Ik houd ook helemaal niet van kindvriendelijk vuurwerk. Veel beter kunnen ze het kindvijandig maken. Dat lonkt namelijk nog meer. Kindvijandig maken met liefst hele korte lontjes. Zo kort dat de explosie al daar is voordat het lontje aangestoken is. Voor mij mogen dan ook gerust een paar vingers meevliegen. Dan kunnen die rotjong de volgende dag de niet geëxplodeerde rotjes ook niet meer aansteken. Lekker puh. Wat ook nog een optie is om de kindjes in te zetten als vuurwerkhouder. Gewoon zo’n enorme vuurpijl op de rug binden en dan afsteken. Voor mij mogen ze dan alle kleuren van de hemel zien en zoveel geluid maken als ze willen. Gillende keukenkindjes. Hi, hi. Wat mij ook leuk lijkt is een paar van die kindjes omwikkelen met een paar miljardenknallers. Je weet wel zo’n oneindig lint met aan elkaar geketende rotjes die, als je ze aansteekt, driftig op het troittoir rond stuiteren. Met een paar kinderen ertussen lijkt me dat heerlijk. Toll wie es tollt. Rond een uur of twaalf op 31 december word ik helemaal gek. Dan breekt de hel los en raak ik volledig in de war. Vooral van kinderen en vuurwerk. Ja zelfs van grote kinderen raak ik dan overstuur. Van die grote onnozele lobbesen die dronken en zogenaamd stoer, onhandig de hemel oorverdovend verlichten. Zelf zijn het bepaald geen lichten. Ik heb het ooit meegemaakt in mijn bos. Hadden ze vuurpijlen in de grond gestoken en daaraan vast een paar gillende keukenmeiden. Nou, drie keer raden wat er dan gebeurt? Paniek in de tent. Juist ja. De meiden hebben zo’n drie seconden om los te komen van de pijl. Onhaalbaar en onmogelijk dus. Maar zo krijg je ze wel stil, die gillende keukengrietjes. Dat is een ding wat zeker is. Hoe ze zich ook wenden of keren ze gaan altijd af. Met gezichtsverlies. Ja, ja, de ogen krijgen goed de kost. Ze spatten al bij een klein beetje twinkeling en vuur spontaan uit elkaar. Geen gezicht. Want je kijkt die gillende oogloze grietjes dan lelijk op hun neus. Bedeesd word ik er van, zo lelijk. Nee. Laat mij maar lekker kindertjes afschieten in plaats van vuurwerk. Uiteindelijk speel ik dan ook met vuurwerk. Zeker als het de kindjes uit het buurtbos zijn.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

28-12-2012

Maanwaan

Licht gedoofd
Woelend word ik wakker
Mijn verdriet ligt naast het bed

Ik tel af
Speciaal vandaag
Morgen weer een dag

Zomaar een dag
Zondag maandag
Een donderdag bij heldere hemel

Een nieuw jaar lonkt
Naar wat ooit was
Maar dat is al vergeten

Dagenraad
Mag ik u wat vragen?
Bent u ook een maantje kwijt?

23-12-2012

Kerstcootje

Ik ben er helemaal klaar mee met die groene Kerst, wat een gedoe. Waarom niet rood, paars, geel of blauw? Die kleuren maken mij veel vrolijker. Het zijn kleuren die veel beter in het gehoor liggen en zo gezegd de juiste klankkleur hebben. Van grrrroen gruwel ik en wit is helemaal walgelijk. Dit jaar ga ik het anders doen. In plaats van sneeuw en kou haal ik zon en zomer in huis. Jan met zijn zwarte boef wissel ik in tegen Piet Hein met felgekleurde pekinees. Authentiek en duurzaam moet het anno 2012 zijn, met veel gebruikt oud hout, zodat het helemaal op een onbewoond eiland lijkt. Mijn man ruil ik tijdelijk in voor een knappe Vrijdag.

“Hey Arta, waar heb je de piek gelaten?”

Van schrik val ik achterover, -neem in mijn val de Kerstboom mee- terwijl mijn fata morgana als een kauwgumbel uit elkaar spat.

“W-w-wat mot je, Mien? Help eens even om die dennennaalden uit mijn kont te plukken!”

“Ja, ja, effe wachten, ik haal even een nijptang. Waarom neem je in hemelsnaam zo’n houten designboom met zulke meganaalden?”

“Die naalden zijn multifunctioneel. Ik kan ze na de Kerst gewoon in de naaimachine stoppen, tja, met die crises van tegenwoordig…”

“Dat dacht Piet Hein waarschijnlijk ook toen hij die maffe boom ontwierp. Even stil zitten Arta, dan trek ik ze er één voor één uit.”

“Auw! Auw! Auw! Auw! Oeh, wat fijn, ze zijn er allemaal uit, hè?”

Mien knikt bevestigend.

“Allemaal eruit Arta, op eentje na dan. Hier in het midden zie ik namelijk nog een hele grote blinkende zitten.”

“Grijp ‘m! We moeten door, meedoen aan de verwachtingen des volks, of…?”

“Oké Arta, tanden op elkaar, billen uit elkaar, diep ademhalen en vooral ontspannen. Daar komt ie al, puik piekje hoor!”

“Ah, die was ik net kwijt! Wat is hij mooi, hè?”

“Mooi? Mooi? Ik vind het net een zilveren drol … die krul daar bovenop … niet normaal. Ik ga liever voor een ster, een gouden.”

“Een gouden ster… Mien, kunnen we niet in plaats van onze geplande designer-Kerst gewoon in een hutje op de hei gaan zitten met de feestdagen, onder de échte sterren?”

Er klinkt gestommel en gerommel achter in de kamer en diep gezucht.
Vanachter de kerstboom springt ineens Mien naar voren, verkleed als herder, compleet met herdershoed en staf, waarmee hij woest op de Heinboom begint in te hakken.

“I-i-ik neem aan dat het een ‘ja’ is?” roep ik verheugd over het lawaai heen.

“Yep, ik vind het een goed plan. Maar wel één ding voorop gesteld, we maken van dat hutje geen bende en ook geen stal!”

“Neee, we maken er een Kerstretraite van! Een schoon hûske, alleen kaarslicht en douchen in de rivier, brrr…”

“Da’s goed Arta. Ik zal een lekker hartverwarmertje meenemen om ons te wapenen tegen de ergste kou en ook wat Badedas met eucalyptusgeur, om in hogere sas en sferen te komen.”

“Weet je wat? Ik ruim die Hein-rotzooi op, pak mijn tandenborstel en dan gaan we er gewoon gelijk vandoor. Gaan waar de wind ons brengt, of nou ja, de auto, dan.”

“Gone with the wind, prima! Ik zal alle afleveringen van Sissi meenemen, voor als we ons vervelen.”

“De slaapzakken. Waar liggen ze? Sissi kijken in pyjama in een heerlijk warme slaapzak. Hoeveel mooier kan onze Kerst worden, Mien?”

“Ja leuk, en dan hangen we de hut helemaal vol met kerstkransjes en Hema-worst en zingen keihard Jinglebells!”

“Oeh, jaaa, en dan maak ik boerenkool en kunnen we gaan worsthappen! Ik heb alles ingepakt, zullen we vertrekken?”

“Da’s goed, nog effe zoeken naar de blinddoek voor het worsthappen en mijn pantoffels en ik ben er klaar voor. Pik jij me op in je arrenmoedeslee?”

Bepakt en bezakt loop ik zingend naar mijn bijzondere voertuig toe. [i]We wish you a merry Christmas, we wish you a merry Christmas, we wish you a merry Christmas and a happy New Year.[/i]

“Fuck, waar is mijn bijzondere voertuig gebleven?”

In een flits zie ik nog iets roods vliegensvlug als een raket de lucht inschieten. Verhip, het is mijn arrenmoedenslee.

“Ho, ho, ho … houdt de dief!”

Co-column geschreven door Arta en Mien

30-11-2012

Columns van Harrie (November 2012)


Vrolijke Frans / Mannen & vrouwen / 07-11-2012

Rood, vuurrood loopt haar gezicht aan. Tot achter haar oren. Ze tintelen. Het kwam langzaam op via haar twee lieve jongens. Zwetend vanuit haar decolleté. Kroop langzaam tot onder haar neus. Een natte snor. Maar dit keer alleen van boven. Opstijgende rook. Maar wat nu? Rustig blijven, rustig blijven. Slechts een beetje puffen en vooral, wachten, wachten tot het stilletjes en vanzelf over gaat.

Brandende liefde? Bende gek, Frans. Dit is geen brandende liefde. Dit is pure zelfkastijding. Blozen als een puber. Dat is toch seffens lang geleden. Blozen geeft geen koude rillingen, Frans. Nee, ik ben niet in the mood. En Glenn, die mag je van mij nu even in je reet steken. Ik pas effen hoor. Heb je geen verkoelend muziekje voor mij. Of een zakje ijsklontjes. Ik voel me als een bokser die zojuist weer een ko heeft ondergaan. Geveld. Languit op de mat. Daar voel ik me nu thuis.

Of dit lang gaat duren, Frans? Joh, ge zult er nog van lusten. Tot bloedens toe. Als straf. Daar helpen geen appels of bananen tegen. Nee, ik ben in deze toestand zeer zeker geen fruitig typje. Die verrekte slang, dat paradijselijk serpent bezorgt mij dagelijks een rood hoofd. Een tomatenkop van hier tot gunder. Het liefst zou ik dat hoofd met een blikopener onthoofden. Het voelt als tomatenpuree van een goedkope soort.

Of je kunt helpen, Frans? Uit mijn buurt blijven, dat helpt. Ik ruik mezelf nu. Althans dat denk ik toch. Het zweet drupt nu ook nog eens van mijn spina, linea recta in mijn maxicosislip. Getver. Koud en nat. Dat wordt weer omkleden. Met een zucht stort ik neer op bed. Mijn gedachten zweven bonkend heen en weer. Naast me op het nachtkastje ligt een stapel beddengoed. Die ligt steevast klaar als reserveset voor noodgevallen. Waterafstotend uiteraard.

Ik kijk uit het slaapkamerraam en zie in de lucht een grote rode vlieger rondfladderen. Hij dwarrelt en sputtert. En ik, ik hoor de vlieger denken: Stort ik nu in, of stort ik nu neer? Frans rent achter de vlieger aan. De lieve schat. Tegen beter weten in. Wel lief. Hij heeft de vlieger bijna te pakken. Met een ferme sprong springt ie er bovenop. Plat op zijn buik. De vlieger knarst. Maar niet voor lang. Hij wringt en wurmt, hij bonkt en butst, hij gonst en gutst. Zo snel geeft de vlieger zich niet gewonnen. Hij heeft een hekel aan rust. Een echte rustverstoorder is dat monster en bepaald geen vrolijke Frans. Wat? Nee, ik heb het niet tegen jou.


Herfst / Mannen & vrouwen / 12-11-2012

Hij kijkt omlaag. Daar hangt ie dan. Onschuldig te bungelen. Tussen twee ballen. Helaas is er geen rook meer te ontwaren. Waar rook is is vuur, toch? Ja, ooit. Maar nu even niet. Met z’n linkerhand pakt hij hem vast. Schudden heeft geen zin. Er komt niets meer uit. Vroeger wel. Toen was het nog een echte James Bond. Shaken not stirred. Slechts poeier komt er uit zijn piemel. Goe poeier, dat weer wel. Maar owee, als ze kucht. Dat geeft me toch een hoestbui.

Langzaam wrijft ze met haar rechterhand over zijn gerimpelde ballen. Lief en zacht. Het helpt. Voor even. Het voelt ook lekker aan. Een beetje herfstig. Dat dan weer wel. Vochtig nat en ook een beetje bruin. Maar ach. Het is haar vent. Daar doet ze alles voor. Uit pure liefde. Kan geen novemberwindje aan tippen. Ook al waait ie koud, so what. Een beetje druilerig draait ze plagerig aan zijn piemel. Hoop doet leven. Langzaam rijst ie. Flauwtjes valt ie neer. Een beetje naar rechts. Zachtjes op de buik. In het kuiltje van zijn lies. Uitgeput. Nu al. Verdomd.

Moe maar voldaan draaien ze zich op elkaars zijde. Man en vrouw. Jenny en Jan. Lepeltje lepeltje. Genietend van de herfst die door het raam schijnt. Een flauw zonnetje lacht hun toe. Geeft een vette knipoog. Bladeren hangen in de lucht. Waaien langzaam wiegend naar beneden. De wind gaat liggen. Op de rug van vermoeide levens. Moe maar voldaan. Shaken not stirred. Goe poeier. Dat dan weer wel.


Als de rapen gaar zijn / Mannen & vrouwen / 19-11-2012

Piet laadt de vaatwasser uit. Truus veegt de vloer aan. Niet met Piet. Dat zou ze niet durven. Truus maakt het bed op. Trekt de lakens af. Niet met Piet. Dat zou ze niet durven. Piet vervangt een lamp. Samen met zijn zonen. Die draaien de tafel rond waar hun vader op staat. Truus vindt dat maar niets. Zij houdt niet van spelletjes. Behalve met haar dochters. Het liefst doen ze voetje van de vloer. Die wordt dan niet vies. Gelukkig maar.

Piet houdt van auto’s. Ja van allemaal. Het liefst als ze hard gaan en veel geld kosten. Uit de bocht vliegen zo gezegd. Truus houdt van boodschappen doen. Shoppen en ook het liefst met een auto. Een blitse auto en waar lekker veel in past. Boodschappen dus. Het liefst reclameartikelen. Op de bon. Nee, niet de auto. Hoewel. Ach, daar heeft Piet dan weer minder moeite mee.

Het liefst loopt hij op witte sokken. Nee, niet om een wit voetje te halen. Dat hoeft hij niet meer. Zijn Truus heeft liever bruine sokken. Eer van haar werk, noemt ze dat dan. Lekkere vieze wasjes. Piet houdt ook van neuspeuteren. En van navelstaren. Soms raakt ie daarvan in de war. Dan peutert ie navel en staart ie neus. Erg lastig. Truus kamt graag haar haar. Overal. Ook onder haar oksel. Dat kietelt. Lekker toch? Piet houdt helemaal niet van kietelen. Gelukkig heeft hij ook geen kietelaar. Vindt ie maar lastig, zo’n ding.

Kontkrabben is ook zo’n leuke hobby van Piet. Vooral als er bezoek is. Dan ligt er een uitdaging om het stiekem te doen. Truus heeft dat meestal als eerste door. Ze roept dan keihard door de kamer. Hij heeft weer last van reetkevers, onze Piet. Gauw trekt Piet zijn hand dan terug. Zonder er aan te ruiken. Dat zou hij eigenlijk het liefst willen. Maar ja, dat mag niet.

Truus moet ook regelmatig poetsen. Een vervelende tic van Truus vindt Piet. Vooral in gezelschap vindt Piet dat lastig en gênant. Staat Truus ineens op uit haar stoel en gaat op haar tenen voor de deuropening staan. Borsten vier omhoog strekt ze haar arm uit. Met gebogen wijsvinger glijdt ze dan over de deurlijst. Stof tot nadenken. Niet gepoetst roept ze dan stout naar de gastvrouw. Het huis is duidelijk niet van Kant. Verontwaardigd legt ze dan nog een keer het Oedipuscomplex uit aan degene die het horen wil. Dat doet ze met behulp van de Rubiks kubus, met een vierkant gezicht en vol trots. In amper 5,66 seconden en in klare taal. Uiteraard.

Piet laadt de vaatwasser weer in. Goede glazen niet. Dat mag niet van Truus. Daar mag hij alleen maar uit drinken. Maar ze mogen niet de vaatwasser in. Wel het vaatwasblokje. Maar dat is niet van goed glas. Dat is van poeier. Goe poeier. Zoals VIM dat vroeger was. Dat waren nog eens tijden. Truus gaat weer boodschappen doen. In haar blitse hippe autootje naar de Bijenkorf. De bijenwas is in de aanbieding. Lekker vies. Ze koopt een kilo. Je weet het maar nooit. Morgen kan het oorlog zijn.

Daar houdt Piet dan weer van. Oorlog. Een beetje maar hoor. Niet te veel. Past bij de moderne tijd en bij het man zijn. Want dat is ie toch? Een echte man. Zij vrouw Truus is ook een echte Truus … eh vrouw. Die houdt absoluut niet van oorlog. Liever bewaart ze de lieve vrede. Daar gaat ze voor. Met heel haar lijf en leden. Owee, degene die aan haar zoete lieve vrede komt. Die krijgt van haar dan rare gapen … eh … gare rapen. Gelukkig beschikken Piet en Truus sinds kort over een gare rapen kelder. Daar wordt de vrede bewaard en bewaakt. Voor altijd.


Schuimmarcheerders / Mannen & vrouwen / 23-11-2012

Brood is wat de mensen op de been houdt. Bruin brood voor stoere mannen. Wit brood voor zoete watjes. Brood met zaadjes voor lieve vrouwtjes. Gewoon voor de textuur. Om lekker tegen het gehemelte te laten rollen. Om te knarsetanden en ja, om stiekem uit te spuwen. Als niemand het ziet natuurlijk. Sesam of maan. Maakt niet uit.

Worst moet erop. Voor het mannetje. Liefst vette worst. Chocolade hagel voor het vrouwtje. Fans, fans, fans. In het weekend een eitje uiteraard. Dooier heel voor het mannetje. Die wil lekker slobberen, als een Donald Duck. Het vrouwtje wil er tomaatjes bij. Fris en fruitig. Het eierrandje moet hard. Liefst met een bruingeel korstje. Op zondag bestrooid met suiker. En een sapje. Het mannetje drinkt koffie. Zwart, heel zwart. Anders gaat ie bibberen. Het quotum moet ook in het weekend doorgezet worden. Twaalf kopjes per dag, maar nu in minder dan acht uur. Da’s pas sport. Ploeteren door de drab.

De jus moet vers zijn. Niet van gerimpelde sinaasappelen. Bende gek. Dat doet alleen maar denken aan verlepte bovenbenen. Die verrekte kwallen. En liefst van de Appie Happie. Die komen tenminste uit Spanje. Strenge navels. Voor het betere buikgevoel. Diarree in het weekend is maar niks. Voorkomen is beter dan genezen.

Het mannetje schilt liever appeltjes. Nee, niet met het vrouwtje. Bende gek. Hij kijkt wel uit voor zijn granny old delicious. Hij is dol op de malus pumila. Zolang de vlezige vrucht uit drie afzonderlijke lagen bestaat is er niets aan de hand. Soms vormen twee of drie lagen één geheel en zijn ze afzonderlijk niet meer te herkennen. Het exocarp en mesocarp zijn dan niet meer van elkaar te onderscheiden. en vormen gezamenlijk met de opgezwollen bloembodem het vruchtvlees. Bah. Je ziet dan door het klokhuis de klepel niet meer hangen. Wel de zaadjes en in het midden de vaatbundel naar het steeltje van Repel. Gelukkig maar.

Het enige sap dat het mannetje lust is met een schuimkraag. Voedzaam gelijk brood. De brouwer en de bakker zijn dan ook zijn enige vrienden. Da’s niet waar stookt zijn vrouwke. Bokma heet ze. En ja, ze heeft gelijk, die vindt ie ook lekker. Het vrouwtje is meer van de mousserende wijntjes. Ja, die schuimen ook. Schuimmarcheerders dat zijn het, die mannetjes en vrouwtjes.


Themacolumn: Nachtzuster, SIMBA en … / Thema column / 26-11-2012

"Rij maar snel naar de spoedeisende hulp", zei de huisarts.
Hij zou het ziekenhuis op de hoogte brengen. Het was acht uur, ochtendspits dus, en ontzettend druk op de weg. Het leek wel of alle verkeerslichten op rood sprongen om ons te pesten.

"Wat is dat hier voor een klotezooi!? Laat me eruit! Rot op!!"
"Meneer, gaat u alstublieft even liggen".
Met zachte dwang probeerde ik de verwarde patiënt terug in positie te krijgen, maar zijn verwoede pogingen om de benen uit bed te zwaaien verhinderde dat.

En ik, tja ik blijf ook het komende jaar een grote hork met de subtiliteit van een bulldozer en zal nog steeds onsamenhangende stukjes pure onzin schrijven vol met spel- en grammatica fouten. Ook het komende jaar zal ik deze blauwe Jomanda jurk nog vaak dragen, want dat is mij heel goed bevallen. Het geeft me namelijk een heel apart gevoel van binnen. En natuurlijk zal ik wederom elke vrijdag bij de dokter zitten voor mijn wekelijkse antibiotica injectie om van die hardnekkige pleuris druiper af te komen.

Eind goed al goed. Zei de olifant tegen het varken, terwijl hij de porceleinkast op slot deed. Beiden bliezen ze het verhaaltje uit. Bisonkit en Edward lagen helemaal in een deuk.

Wat zien ik? Kinderleed. en ...

Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.



Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

26-11-2012

Emotie

Gedsie. Potverdikkie. Emotie. Wat doe je toch met mij? Weet je wel wat je hier allemaal aanricht? Verschrikkelijk loeder. Jij wordt nog mijn ondergang. Je hebt me weer zover. En ik maar huilen, brullen, telkens weer. Wanneer breng je dit gruwelijke hartzeer tot een einde?

Ik raak door jou van streek. Je brengt in herinnering wat ik eigenlijk al lang probeer te vergeten. Ik voel me zo eenzaam, zo verschrikkelijk eenzaam. Emotie laat me alsjeblieft met rust.

Ik werk, ik vecht, ik bid, ik luister en bewonder. Maar iek, die emotie, die houdt mij maar eronder. Neemt me bij de hand en zwiert me in het rond. Tot bloed, zweet en tranen toe. Hij neemt me bijna te grazen. Maar ik, ik werk, vecht, bid, luister en bewonder. Loeder. Je krijgt me niet klein. Hoe groot je ook mag zijn. Ik worstel en kom boven.

Jij maakt mijn dagen zorgelijk en ’s nachts martel je mij met oude dromen. Ze eindigen nooit goed. Lieve emotie, geef me nu toch eens even een break. Laat me alsjeblieft vergeten dat ik een foutje heb begaan. Kun je echt niet zien, wat je met mij doet? Alsjeblieft, lieve emotie stel me nu toch vrij.

Ode aan Brenda. Vrij vertaald naar Tillis en Kearney. Niet gejat dus. Emoties. Aangevuld en aangezet. Potverdikkie nog aan toe.

15-11-2012

Helmondse Favorieten: expositie geopend

Op 27 oktober 2012 vond in het Gemeentemuseum Helmond de opening plaats van de expositie Helmondse Favorieten: Helmonders en hun keuze uit de collectie. Ik voelde me vereerd dat ik als één van de 50 (on)bekende Helmondse gastcurators, drie kunstwerken mocht selecteren voor deze bijzondere expositie. Helemaal trots was ik toen ik tevens werd uitgenodigd om tijdens de opening drie gedichten voor te dragen die ik zelf had geschreven bij mijn selectie. Hieronder een korte weergave van mijn presentatie, de gedichten en de geselecteerde kunstwerken.

"Wat mij het meeste aanspreekt in kunstwerken is het verhaal dat ze mij vertellen. Soms is dat meteen duidelijk en soms vraagt het om verder onderzoek. In het laatste geval prikkelt het vaak mijn fantasie, wat leidt tot nieuwe creaties. Het kijken naar kunst inspireert en maakt de schrijver in mij los.
Dat geldt ook voor de drie fotowerken die ik geselecteerd heb voor deze expositie. Mijn keuze voor deze fotowerken is ingegeven door de mooie fototentoonstellingen die ik gezien heb in het Gemeentemuseum Helmond. Het verhaal dat ze mij vertellen heb ik geprobeerd te vangen in drie gedichten."


Hallo Helmond

Hallo Helmond
Hier lig ik dan blijmoedig
In roze ballet onder zacht blauw
Opgevist uit een donker magazijn

Eén ding is zeker
Ik ben museumwaardig
Vandaar mijn gulle glimlach
Gephotoshopt avant la lettre

Gefixeerd vastgeplakt op papier
Mooi hè, ehhh, nou dag hè
En nog de groetjes van Marlène
Loop maar gauw weer verder

Fotowerk: Ursula (Uit de Final Fantasy-serie) – 1993 Kunstenaar: Inez van Lamsweerde
https://www.museumhelmond.nl/collectie/object/93-048


Lopende band

Zinkende gedachten
Fluisterend ingekaderd
Melancholisch
In zwart wit

Ik trek je aan
Drievlaks, en profile
Passend
Bij mijn kleurrijk innerlijk

Spinnend
Kroelend
De hele avond
Op de lopende band

Fotowerk: Christy Turlington en Naomi Campbell – 1993 Kunstenaar: Anton Corbijn.
https://www.museumhelmond.nl/collectie/object/2001-039


Zwemmend in zen

Steengoed staan
Met branding in schoen
Op het nachtkastje
Portret van ware liefde

Soms wat bewolkt
Maar altijd volhardend
Fier ook
Op volk en vaderland

Oer
Zwemmend in zen
Hou ik je vast
Ergens in het midden, in balans

Fotowerk: Standing Stone Nederland II - 1991 Kunstenaar: PINK
https://www.museumhelmond.nl/collectie/object/91-467%20a


De expositie "Helmondse Favorieten: Helmonders en hun keuze uit de collectie" is nog te zien tot 8 februari 2013 in het Gemeentemuseum Helmond. Locatie: Boscotondohal
Luister ook naar de audio- en videocommentaren die enkele (on)bekende Helmonders gaven bij hun selectie. Je kunt aan de informatiebalie van het museum een audio-afluisterapparaat meekrijgen. Vooral de keuze en commentaren van Harry van Bommel, Léon van der Zanden, Bob de Voogd, Wim Daniëls en Sinterklaas, vond ik verrassend. Mijn drie gedichten zijn ook opgenomen in de audio-tour.
Veel lees-, kijk- en luisterplezier !!!

12-11-2012

Thuis

Ronde aarde
Spurtend op een middellijn
Op zoek naar huis en haard
Ongeëvenaard

Hollend stilstaan
Veilig duur
Mokerslag bij heldere hemel
Het huis stort in

Dag leven
Angst jaagt aan
Wortelt stevig in de grond.
Brand woedt in mijn hart

Onteigend kus ik elke steen
Omarm mijn tuin van liefde
Geen enkele compensatie blust
Waar is mijn thuis gebleven?

Duurzaam lijden
Ongegrond
Woede huist in het hart
Als een dief in de nacht

Kaal en bloot
Zonder jas
Buiten om
Alleen de muze geeft houvast

Ze zingt en fluit
Danst en springt
Kneed boetseert
In dicht en proza

Alleen de muze geeft houvast
Mijn enig echte huis
Koestert droom en veiligheid
Laat mijn borstkas bonken

In grote verwondering


Mien


Inzending prijsvraag Duurzaam Dichten (Duurzame Gedichtendag 2013)
Motto 2013: Levenskunst voor een bewoonbare aarde
Geen prijs gewonnen.
Wel een vermelding over Helmond tijdens inleiding prijsuitreiking door juryvoorzitter Udo Doedens.

Genomineerden
1e prijs: Eric van Loo – Droom van Archimedes
2e prijs: Wouter Ydema – Zoals het is
3e prijs + publieksprijs: Kees Godefrooij – Eens

31-10-2012

Columns van Harrie (Oktober 2012)


Spiegelvrouw / Mannen & vrouwen / 10-10-2012

Heel langzaam werd zij zich bewust. Van wat? Van haar vrouwelijkheid? Opwindend. Voor wie? Dat doet er nu even niet toe. Het was een feit. Ze zag zichzelf naakt voor de spiegel met de kleren nog aan. Ik ben een vrouw. Van zout, water, en zacht roze vlees. En nog vandaag ga ik er iets mee doen. Onder mijn dikke huid en kinky kleren klopt wild een hart. Een vrouwenhart. Het bonst. Het wil naar buiten. Klopt luidruchtig in de keel.

Maar wat als? Geen maar wat als? Zolang geen maar rap wat wordt. Het bewustwordingproces speelde haar parten. Dat mag duidelijk zijn. En dan heeft ze het niet over sinaasappelhuid of mandarijnenbillen. Verdikkie. Ze mocht er wezen. Als de natuur roept breekt de wetenschap haar nek. Tot hoofdbrekens toe. Deksels wat een vrouw stond daar te blikken in de spiegel. Het vlees en de wil zijn echter zwak. Gauw keek ze even snel achter de spiegel. Misschien stond daar haar prins. Groen als gras, glad en kaal. Zolang hij er maar stond. Met dichtgeknepen bilnaad. Dat wel. Ze was een vrouw om tegen op te kijken. En de spiegel die wist dat.


Zware ballen / Mannen & vrouwen / 15-10-2012

Snel stopt hij het blaadje weg. En daarmee zijn geiligheid. De deur gaat open en zijn vrouw stapt naar binnen. Heel langzaam stapt ze af op het blozend hoofd dat in vol ornaat voor haar staat. Ze zinkt langzaam op haar knieën. Met bonkend hart ziet hij toe hoe zijn vrouw de tanden op elkaar bijt. De kartelrand van haar gebit voelt prettig over zijn lid. Het is alweer lang geleden. In een rits rats klik wordt zijn zaad omhoog gezogen. De spierspanning in zijn benen neemt toe en hij krult zijn tenen in de mat. De explosie nabij trekt hij met krachtige vingers het dunne haar van het hoofd van zijn vrouw. Een oerkreet volgt en grommend kijkt hij naar beneden. Zijn vrouw blikt met volle mond schalks onhoog en spuwt het sperma proestend in zijn gezicht. Daarna leest ze voor uit het blaadje dat ze van de grond raapt.

Zydrunas Savickas uit Litouwen is voor de derde keer de sterkte man ter wereld. Hij won de Eurosport World-Strongman Champions League eerder al in 2009 en 2010, maar moest in 2011 nipt de duimen leggen; hij werd toen tweede. Hij kende in totaal 11 tegenstanders. "Big Z", zoals de 1,91 meter grote en 170 kilo zware man genoemd wordt, verwees in Porto de Serviër Eervin Katona en de Engelsman Terry Hollands naar plaats twee en drie. De wedstrijd bestaat onder meer uit auto's rondslepen, een 166 kilogram zware halter zoveel mogelijk optillen of een 22 kilogram zware bal zo hoog mogelijk werpen.

Een beetje stuurs kijkt de man naar zijn schrompelende lid. Zijn vrouw leest zijn gedachten en spreekt hem bemoedigend toe. Goh, joh, dat onderdeel met die zware ballen komt best goed. Ik ga nu even een goede warme hap in elkaar stomen. Om half zeven hebben we een nieuwe date. Bij de keukentafel.

Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

11-10-2012

Gastcurator expositie Helmondse Favorieten

Hiep hoi. Eindelijk kan ik het leuke nieuws naar buiten brengen. Dat doe ik dan ook graag op mijn weblogje.

Ik ben namelijk uitgenodigd om één van de 50 gastcuratoren te zijn van de expositie
"Helmondse Favorieten". Deze bijzondere expositie is vanaf 16 oktober te zien in het Gemeentemuseum Helmond. Lees ook het persbericht hieronder.

Ik vind het erg leuk en voel me zeer vereerd om deel uit te mogen maken van al die 50 bekende en onbekende Helmonders die allen drie kunstwerken selecteerden voor deze bijzondere expositie.

Welke drie schilderijen ik heb uitgekozen voor de expositie houd ik nog even geheim.
Gaat dat Zien en Horen ... !!!

Zie hier wie er allemaal gastcurator zijn van deze expositie.
Ik bevind me vol trots in een goed en boeiend gezelschap.


Persbericht


Helmond, 11 oktober 2012

Helmondse Favorieten
Helmonders en hun keuze uit de collectie
16 oktober 2012 – 8 februari 2013 Locatie: Boscotondohal

Jacques Vriens, Rochelle, Evert Santegoeds, René en Willy van de Kerkhof, Harry van Bommel, Léon van der Zanden, Annemarie van Gaal, en Wim Daniëls deden het: bepalen wat er in het Gemeentemuseum Helmond te zien is.
Voor de expositie Helmondse Favorieten kozen 50 bekende en onbekende Helmonders drie kunstwerken of historische objecten uit de collectie van het Gemeentemuseum Helmond.

Heeft Willy van de Kerkhof een andere smaak dan tweelingbroer René?
Zo’n 35 van de Helmonders die op uitnodiging van het museum hebben gekozen, zijn bekend; (inter)nationaal of alleen in Helmond. Ze zijn man, vrouw, oud en jong, politicus, sportman, ondernemer, schrijver, fotomodel, zingen of staan op het toneel. Zij zijn in Helmond geboren, wonen hier of hebben een nauwe band met de stad.
Daarnaast zijn zo’n 15 onbekende Helmonders gevraagd een keuze te maken voor de tentoonstelling. Op de website van het Gemeentemuseum Helmond staat de complete lijst van gastcuratoren.

Van een eenvoudige puntenslijper tot een kostbare sculptuur van Barbara Hepworth: de gastcuratoren hebben de meest uiteenlopende kunstwerken en historische objecten gekozen: Het waarom van hun verrassende keuze lichten ze toe met behulp van filmpjes of geluidsfragmenten en in een kleine catalogus. Ze vertellen daarin de bezoekers waarom ze een kunstwerk zo mooi vinden, delen hun herinneringen en gevoelens met hen of geven ze een boodschap mee. Wie de expositie bezoekt leert niet alleen de collectie van het Gemeentemuseum Helmond beter kennen maar ook 50 Helmonders.

Publiekslievelingen
Bezoekers van de expositie worden ook uitgenodigd om aan te geven welk object of kunstwerk hen het meeste aanspreekt. Regelmatig wordt het collectiestuk dat op dat moment het meest genoemd is als de publiekskeuze extra in het zonnetje gezet op de tentoonstelling. En aan het eind weet het museum welk collectiestuk het meest geliefd is bij de (Helmondse) bezoekers.

Het Gemeentemuseum Helmond heeft drie heel verschillende collecties: stadhistorie, hedendaagse en moderne kunst en beelden kunst rond het thema ‘Mens en Werk’. Totaal bezit het museum ongeveer 7.200 objecten. Bekijk een deel van de collecties online: http://collectie.gemeentemuseumhelmond.nl.




30-09-2012

Columns van Harrie (September 2012)


Fikkie / Maatschappij / Serie Zonden 4/7 / 14-09-2012

Levertraan lust hij niet. Pislink maakt het hem. Alleen al de prikkeling op zijn blauw geaderde tong maakt van hem een dolle hond. Vertwijfeld kijkt hij met de staart tussen de benen met droeve ogen zijn baasje aan. Daar komt de lepel. Gauw wegwezen. Geef mijn portie vandaag maar aan Fikkie.

Geen probleem denkt Fikkie. Hij kan wel wat extra energie gebruiken vandaag. Zijn powerpoint presentatie zal straks iedereen doen verbazen. Zelfs zijn baas. Verbaas de bazen. Daar lag zijn uitdaging. Met een flinke hap gooit Fikkie het transparante gif naar binnen. Gevolgd door een kuch en een proest. Zijn zuur gezicht spreekt boekdelen. Dat blijft aan de keukentafel niet onopgemerkt. Een oorverdovend applaus volgt. Fikkie spitst zijn oren. Het applaus komt dankbaar binnen. Kan hij alvast wennen.

Monter en vol goede moed gooit Fikkie de deur van de congreszaal open. “Invidia” staat er met grote letters boven de deur. Wat een toeval. Hij klikt zijn laptop aan de bekabeling en al gauw spuwt de beamer zijn powerpoint breeduit op de muur. Wat zal hij zijn bazen zo dadelijk tuk hebben. De zaal stroomt vol. Fikkie is met name benieuwd naar de reactie van Levian. Hoe zal hij reageren. Levian is het febbeke van alle bazen. Ze lopen met hem weg. Dat steekt Fikkie. Al jaren. Vandaag komt de afrekening.

Levian is de zaal nu ook binnengekomen. Hij schudt de handen van alle bazen en grijnst naar Fikkie. Fikkie grijnst terug, als een boer met kiespijn. De beamer zoemt onheilspellend. Suzanne, deftig gekleed, de haren opgestoken, kondigt Fikkie aan. De presentatie kan beginnen. Langzaam dooft het licht in de zaal. Het grote scherm flitst op. Het publiek gilt.

Een grote slang kruipt geanimeerd over de eerste sheet en slist met hese stem: “Invidia, invidia, welkom zaal met mensen.” De slang wordt steeds groter en dreigt even van het scherm af te glijden. Alle mensen in de zaal deinzen terug. De slang vervolgt. “Vandaag wil ik het met u hebben over afgunst, jaloezie, nijd, twijfel en woede.”

De slang knippert nu een paar keer met zijn ogen en glijdt van het doek de zaal in. Op de eerste rij zitten de bazen en Levian. Langzaam kronkelt hij zijn gladde vel langs de nek van alle bazen en Levian. “Ja, lieve mensen, hier zitten ze dan. En het moet gezegd. Het steekt Fikkie enorm dat hij jaren is genegeerd. Aan mij de schone taak om voor eens en altijd al zijn krachten te bundelen. Lief publiek, ga even lekker onderuit in uw zetel en geniet van het natte nekspektakel dat ik voor uw ogen zal voltrekken.”

Zeven rode hoofden zijn in no-time sprakeloos. Uit het publiek klinkt een oorverdovend applaus. Fikkie is tevreden.


Hungry / Maatschappij / Serie Zonden 5/7 / 17-09-2012

Ik heb honger als een beer, maar de McDonalds is nog ver weg. Ik heb nog 10 minuten maar vrees dat ik het niet ga redden. Op de snelweg is het druk. Vreemd, want op dit tijdstip van de dag is het normaliter heel rustig. Heeft vast te maken met de afloop van het festival dat vandaag plaatsvond. Shit, was ik maar eerder vertrokken.

Mijn horloge lijkt in snel tempo de seconden weg te tikken. Ik druk mijn gaspedaal wat verder in. 130 Mag hier niet maar ik doe het toch. Het beest in mij brult en neemt geen genoegen met zoete honing. De grote M van mmmmmmmmm komt eindelijk in beeld. Ik sluis mijn auto door de vreetgang, draai mijn raampje open en roep mijn bestelling door het roostertje. In gedachten zie ik mezelf al bijten in een vette hamburger. De ketchup druipt van mijn kin.

“Hoi Hans, ben jij het. Dat is handig. Hetzelfde recept as usual. Ehhh, wacht. En doe er ook maar een Big Tasty met Bacon bij. Die is nieuw hè?”
“Klopt Gulliebullie. Dan noteer ik een Dubbele Cheeseburger, een Quarter Pounder, een Filet-O-Fish, Franse Frietjes groot twee keer, Snoeptomaatjes, een Ananasstick en een grote cola. O ja, en een Big Tast met Bacon. Je bent net op tijd.”

Met een big smile ploft Gulliver neer op de keukenstoel en scheurt de zak open. In minder dan een kwartier laaft hij zijn beer. Maar niet zijn gemoedsrust. Hij weet nu al dat zijn beer over een paar minuten weer zal brommen. Tevergeefs probeert hij zijn vreetgedachten op een ander spoor te zetten. De meditatieoefeningen die hij al drie weken lang consequent uitoefent sorteren niet het gewenste effect. Het geadem in en geadem uit doet hem niet alleen naar lucht snakken maar ook naar suiker.

Vooral naar ruwe suiker want daarvan laat hij minder windjes. Windjes? Nou zeg maar gerust winden. Orkaanscheten. Grote vette winden laat hij van de McDonaldsbocht. Waren zijn gedachten maar zo hugh. Misschien ging hij dan wel ooit nog lijken op die grote knapperd. Hugh Grant. Zo heette die toch? Zijn poster hing al jaren op de koelkast. Ach, als dromen toch eens uitkwamen. Van moddervet naar superslank. Het zal z’n tijd wel duren.

“Hoi Gulliver hier. Zeg, Jacobson mag ik jou midden in de nacht om een gunst vragen? Jij hebt toch dat varken in je tuin? Hoe heet ze ook alweer? Foo-Foo, doe je daar nog iets mee?”
“Wat zeg je? Spelletje mee spelen, midden in de nacht? Nee, nee, daarvoor bel ik niet? Ik heb weer een vreetaanval, begrijp je? Een vreetaanval, ja wreed hè? Ik krijg hem niet onder de knie?”
“Je komt hem zo brengen, dat is tof. Wat zeg je. Rauw opeten? Nee, hoor. Dat gaat toch niet? Kom nou maar. Het gebak … eh … de koffie staat klaar. Tot zo!”

Maandag 17-09-2012: Oproep kabelkrant Biggekerke
Ooggetuigen gezocht van vil- en gilpartij in de nacht van zaterdag op zondag. Heeft u een corpulente man gezien, gekleed in roze? Neem dan contact op met het politiebureau: Bel me AUB. Tel: 0118-811002


Beat it / Maatschappij / Serie Zonden 6/7 / 24-09-2012

Ria kijkt verbaast om zich heen als de man die tegenover haar komt zitten met veel lawaai zijn laptop opengooit. De laptop trilt bijna van zijn schoot. Er zit verder niemand in de coupé. "Beat it, beat it" schalmt er keihard uit de speaker van de laptop. Boos tikt Ria op de raam en kijkt ondertussen de man met een verwijtende blik aan. 'Stiltecoupé' staat er met grote letters op de raam gedrukt. De trein vertrekt. De man geeft geen krimp.

Waarom komt die man nu uitgerekend tegenover haar zitten? Vraagt Ria zich af. En dan ook nog eens met zoveel vertoon en lawaai. Er is plek genoeg in de trein. En dit, dit is een stiltecoupé. Haar stiltecoupé. Meestal zit er zo vroeg nog niemand in de trein. Ze heeft zich de afgelopen maanden de coupé zo’n beetje toegeëigend. Het is eigenlijk haar coupé. In de verte ziet Ria de conducteur net de andere kant op lopen. Dat is nou jammer. Dan had ze hem gelijk aan zijn jas kunnen trekken.

"Meneer, meneer ...", probeert Ria nu met luide stemverheffing, " ... dit is een stiltecoupé hoor!!!" De man tegenover haar geeft nog steeds geen kick. Hij staart blij naar het beeldscherm. De muziek doet iets met hem. Dat blijkt ook uit de felle armbewegingen die hij nu maakt. Op de ritme van de muziek smijt hij ze afwisselend hoog en dan weer zijwaarts de lucht in. Het lijkt wel ochtendgymnastiek.

"Doet u toch gewoon mee, mevrouw!", roept de man naar Ria. "Het doet u goed!" Ria weet niet hoe ze het heeft. Wat een brutaliteit. Een onmens in Ria’s ogen. De man begint nu ook nog eens hevig te transpireren. Hij heeft een penetrante lichaamsgeur. Alsof hij zich al dagen niet gewassen heeft. Nu is het de beurt aan Ria om met groot uiterlijk vertoon een flinke flacon uit haar tas te toveren. In het wilde weg begint ze op het ritme van de muziek met de flacon in de lucht te zwaaien. Op iedere "Beat it" drukt ze vol overtuiging op het knopje van de flacon. De spray die eruit komt is fris en ruikt naar Köln. Met grote omtrekkende bewegingen cirkelt ze de flacon een aantal keren rond het gezicht van de man.

Maar dat is nog niet genoeg voor Ria. De man is gezegend met lang blond besmuikt haar. Het haar plakt vast aan zijn beide wangen. Hij heeft de looks van een oude leeuw. Ria duikt nogmaals in haar tas en haalt er een grote bus hairspray uit. Van Andrélon. Glad & Steil. Coupe Protector. Een kind doet de was. Ze pakt de man bij zijn blonde manen en nog voordat hij begint te brullen propt ze de bus diep in zijn mond. Ze kan nu niet meer op het knopje van de hairspray drukken, maar een klap op het hoofd van de brutale leeuw volstaat. "Beat it, Beat it!" Klinkt er opnieuw uit de speakers.


Op mijn sloffen / Maatschappij / Serie Zonden 7/7 / 28-09-2012

Traag loop ik door mijn eigen beeld. Ik struikel er bijna over. Grijze sloffen kleven rond mijn voeten. Ik zucht eens diep. Waar was ik ook alweer gebleven? Ik kan me maar moeilijk oriënteren. Mijn moede fysiek vraagt alle concentratie. Ik slof nog maar eens door de kamer en peins. Zelfs het peinzen gaat me traag af. De muziek die zacht door de werkkamer ruist leidt af. "Ich steh’ im regen und warte auf dich, auf dich ...", zingt Zarah Leander met droeve stem. En ik, ik vraag me af. Zal Olga nog komen?

Ik zal me niet weer als een ezel gedragen. Wat een oen was ik de vorige keer. Heel hard rende Olga weg. En terecht. Wat moet ze ook met zo'n lelijke papzak als ik. Maar onder ons gezegd, ik word al moe als ik aan haar denk. Waarom hou ik ook van haar? Veel te ingewikkeld allemaal. Zal ik het haar dan maar zeggen. Dat ik haar niet meer wil ontmoeten. Dat de liefde mij te veel moeite kost. Voor de geit ermee. Ivan je kunt het.

De spiegel waarin ik dit zeg geeft geen antwoord. Mijn gelaat staart wezenloos terug. Goh wat vervelend. Nu komt Stoltz ook nog door mijn beeld gelopen. Zijn sloffen zijn nog groter dan de mijne. Ook hij is moe. Ik zie het. Van de grote moede hart dat hij onder zijn armen met zich meetorst. Droef hoor. Wat zal ik vandaag toch weer eens doen? Het is warm buiten. De weelderige tuin en dikke boom lonken. Mijn lieve eik. Troost in elke branding. Ik vlei me tegen zijn schors en luister gedachteloos naar het kloppen van zijn hart.

Stoltz weet wat ik nodig heb. Dat biedt troost. Uit het keukenraam komt een heerlijk herkenbare geur naar buiten. De geur van kipgebraad. Het tintelt mijn neusvleugels en doet mijn buik tevreden grommen. Nog effe en het is al etenstijd. Uren, minuten, seconden, ze kruipen door het groene gras. Het zal mijn tijd wel duren. Tevreden sluit ik mijn ogen. Olga verdampt in mijn gedachten. Gelukkig maar. Het geeft zo’n onrust. De liefde.

Langzaam dommel ik in slaap. Als mijn dromen mij nu maar eens met rust laten. Als Olga komt dan vindt ze me wel. Hier, onder mijn favoriete boom. Ik maak me niet te sappel. Kost veel te veel energie. Straks vertel ik het haar. Dat liefde voor mij geen werkwoord is. Jee, alleen het idee al. Allergisch ben ik voor alles dat voor werken staat. Ze kan hier naast me komen liggen. Zolang ze mijn gedachten maar met rust laat en het lijf niet prikkelt. Dat verdraagt mijn vadsige corpulentie niet.

Het kipgebraad ruikt nu heerlijk. In gedachte zie ik het vlees al van het bot vallen. Zo dadelijk komt Stoltz mijn bordje brengen. Sloffend uiteraard, met zijn grote voeten. De lummel. De zon schijnt loom door het gebladerte. Ik geeuw eens diep en strek mijn armen. Zarah zingt haar lied: "Ich weiss es wird einmal ein Wunder geschehn ...". Ik dacht het niet.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

29-09-2012

Project Buiten Om (19): Met twee maten meten

Het is even geleden dat ik berichtte over ontwikkelingen rondom het wijkontwikkelingsplan Helmond West. Dat heeft als reden dat de ontwikkelingen mij onlangs ook persoonlijk troffen. De impact die dit heeft gehad op mijn schrijven is groter geweest dan ik dacht. Het was noodzakelijk om even afstand te nemen.

In het voorjaar van 2012 had ik een gesprek met de coördinerend wethouder Helmond West over de compensatie voor garageboxhuurders van woningbouwvereniging woCom. De Belangenvereniging BUITEN(ONS)OM had namelijk geconstateerd dat er met twee maten gemeten wordt voor wat betreft de compensatieregeling aan garageboxhuurders, die hun garages gesloopt zien als gevolg van de aanleg van de Kasteelherenlaan. Huurders van garageboxen van particulier Verbakel worden WEL gecompenseerd, huurders van garageboxen van woningbouwvereniging woCom NIET.

De gemeente Helmond verstrekt aan 80 garageboxhuurders van Verbakel, een compensatie van 750 euro per garagebox. De 18 garageboxhuurders van woCom ontvangen niets. Zij kloppen op hun kin. Navraag hierover bij projectmanager Kasteelherenlaan / Goorloopzone en bij coördinerend wethouder Helmond West, geeft geen bevredigend antwoord. Zij verwijzen mij door naar woCom.

Navraag bij de Teamleider Leefbaarheid woCom geeft ook geen bevredigend antwoord. In het Sociaal Plan dat is afgesloten met de vier woningcorporaties in Helmond en met het platform Helmondse Bewonersorganisaties staat niets vermeld met betrekking tot vergoedingen van garageboxen. Ook komen de garageboxhuurders van woCom niet in aanmerking voor een nieuwe garagebox. Die zijn simpelweg op korte termijn niet voorradig. Als ik de wethouder aanspreek op het feit dat gemeente Helmond kartrekker is in het Wijkontwikkelingsplan Helmond West en daarmee ook eindverantwoordelijk voor compensatieregelingen, belooft de wethouder navraag te doen bij woCom.

De uitkomst van het gesprek moet ik twee weken later zelf achterhalen. Helaas is er geen geld beschikbaar voor de gedupeerde garageboxhuurders van woCom want er is geen compensatieregeling opgenomen in het Sociaal Plan. De gemeente Helmond wil de compensatie ook niet voor haar rekening nemen. Zij is bang een precedent te scheppen voor toekomstige ontwikkelingsprojecten.

Dat vind ik bijzonder en aanmatigend. Onder voorbehoud dat gedupeerden gecompenseerd worden is wel het wijkontwikkelingsplan goedgekeurd. Door alle fracties in de gemeenteraad in december 2009. Bijna drie jaar later als puntje bij paaltje komt, wordt ineens met twee maten gemeten. WEL compensatie geven aan garageboxhuurders die huren van particulier Verbakel en NIET aan garageboxhuurders die huren van woningbouwvereniging woCom. Dan zou ik het woord precedent toch echt niet meer in de mond durven nemen.

Gelukkig wordt er in de Meedenkgroep Goorloopzone / Stedelijke verkeersring meegedacht. Tijdens één van de vergaderingen is gehoor gegeven aan deze bestuurlijke dwaling. WoCom en de andere woningbouwverenigingen zullen geattendeerd worden op het missen van de regeling in het Sociaal Plan. Daarmee wordt hopelijk compensatie voor huurders van garageboxen bij onteigening voor de toekomst geborgd. Het is het enige wat mogelijk troost biedt aan de garageboxhuurders van woCom die hun auto niet meer kwijt kunnen in de wijk.

De garageboxen van de woCom zijn inmiddels gesloopt. De garageboxen van Verbakel nog niet. Er is nog wel een lijst voorradig met adressen van de voormalige huurders van de garageboxen, aldus de Teamleider Leefbaarheid woCom. Misschien kunnen de gemeente Helmond en woCom toch nog eens de handen ineen slaan om de gedupeerde garageboxhuurders van woCom eenzelfde compensatie te verlenen dan de garageboxhuurders van Verbakel. Het zou ze sieren! De aankopen van de woningen in de Itterestraat zijn gunstig verlopen voor de gemeente Helmond. Aan beschikbare middelen kan het dus niet liggen.

Mien

05-09-2012

Heel Helmond Dicht

Persbericht
In mei 2011 verstuurde Stichting Beeld uit Helmond een persbericht rond met een oproep aan alle Helmonders om deel te nemen aan het project Heel Helmond Dicht.

Project
Het project startte in mei met een dichtwedstrijd met als thema "Verbondenheid".
Circa 150 gedichten werden door Helmonders ingezonden. Daarna was het aan de kunstenaars om een kunstwerk te fabriceren en in te zenden met hetzelfde thema.
Wat voor kunstwerk iemand maakte stond vrij, beelden, schilderijen, kleine tekeningen of grote foto´s. Zolang het maar door de deur paste. De sluitingsdatum voor inzending was 22 augustus 2012.

Verkiezing
Een jury van zeven bekende Helmonders (of gerelateerd aan Helmond) met kennis op het gebied van taal en kunst, heeft op 23 augustus de beste 10 gedichten en 10 kunstwerken geselecteerd. Judith Bach (Neerlandicus), Wim Daniëls (Stadsdichter), Jos van der Donk (docent ROC ter AA + kunstenaar), Hans van Gennep (eigenaar boekwinkel Ganzeveer), Ruud Hakvoort (directeur Bibliotheek Helmond), Majelle Janssen (Projectmedewerker Helmondse Week van de Amateurkunst 2012)), Jolande van Meer (a.i. directeur Gemeentemuseum Helmond).
Mijn gedicht "Wiebelende paardenstaart" behoorde tot één van de geselecteerde gedichten. Naast mijn winnend gedicht heb ik ook nog twee anderen gedichten ingezonden, "Onversneden Pokon" en "Marionettenspel".
Een selectie van 75 gedichten zijn terug te lezen op de website van Stichting Beeld.
Zie: http://www.stichtingbeeld.nl/gedichten/

Expositie
De geselecteerde gedichten en kunstwerken worden vanaf 14 september 2012 tentoongesteld in het kaarsenfabriekje in Helmond (achterkant Valentijn bloemsierkunst, Kanaaldijk N.W. 47).
Wethouder van Cultuur, Jan van den Heuvel opent de expositie om 16.00 uur met een klein boekwerk waarin alle winnende gedichten en kunstwerken komen te staan.

Stichting Beeld
Stichting Beeld is een Helmondse stichting die zich richt op kunst & educatie. Haar missie is het verbinden van kunst & educatie door middel van creatieve projecten. De Stichting doet dit voor doelgroepen binnen het Helmondse met als doelstelling een verbinding te creëren tussen de diverse doelgroepen waarin iedereen iets kan leren.
Stichting Beeld is een initiatief van Joyce Klumpers en Petra Hovestadt

Opening expositie te zien op YouTube: Heel Helmond Dicht opening (7:19)

31-08-2012

Columns van Harrie (Augustus 2012)


Oranje boven: Roeien zonder boot / Sport / 02-08-2012

Ik heb het idee dat we wat vergeten zijn jongens. Maar ik weet niet precies wat. Jij enig idee, Diederik? Nee, Rogier, geen enkel idee. Heb je wel goed geslapen?
Met z’n achten hangen ze aan de waterkant. Onder een strak blauwe hemel. En toch hebben we wat vergeten, bromt Rogier. Sjoerd krabt wat aan zijn buik. Hij heeft nog een beetje last van zijn hamburger. Die viel toch wat verkeerd vanochtend. Roel heeft ook last van het ontbijt. Zijn broodje brasem zit nog dwars. Althans een flink stuk toch. Zijn keelappel heeft het formaat van een banaan.

Zullen we het lijstje voor de zekerheid dan toch maar even nalopen jongens? Het stelt mij in ieder geval gerust. Even kijken. Riemen, check. Zonnebrillen, check. Zonnekleppen, check, Nivea, check. Schreeuwtoeter, check. Polsbandjes, check. Spannende broekjes, check. Oranje t-shirts, check. Strakke schoentjes, check. EHBO-koffertje, check, IPod, check. Oortjes, check. Ja, we hebben toch alles. En toch mis ik iets?

Olivier en Michael peddelen met hun voeten door het lauwe water Dorny Lake. Er is nog niets te merken van spanning. Ze zijn zo aan de beurt. Een paar kleine bootjes zijn hun nog voor. Daarna mogen zij aanleggen. Gezellig met z’n achten. Het trainingsschema van de afgelopen vier jaar was strak. Het heeft gezorgd voor een goede teambuilding. Ook hun billen zijn goed gebuild. Net als hun armen en benen. Om maar niet te spreken van hun nek. Echte roeinekken. Ze hebben er zin in.

Kopje thee iemand? Olivier draait de thermoskan nog maar eens open. Beschuitje aardbeien erbij? Niemand? Sjoerd en Roel kijken Olivier kwaad aan. Alleen al bij de gedachte gaan ze bijna over hun roeinek. Oké, dan eet ik zelf wel een beschuitje.
Jozef zit een beetje voor zich uit te staren. Als een houten Klaas. Peter weet wel waarom. Hij heeft Katrien in Nederland achter moeten laten. Hij mist haar verschrikkelijk. Hij kan maar niet wennen aan een eenpersoonsbedje.

De bel gaat. Rogier kijkt verschrikt op. We zijn aan de beurt jongens. Maar ik weet het zeker, we missen nog iets. De jongens staan op en kijken nog eens goed om elkaar heen. Er schiet hen niets te binnen wat ze eventueel zouden kunnen missen. Het enige wat ze zien is een klein raar mannetje met een brilletje. Dear gentlemen, are you the Holland Eight? Vraagt het brilletje in hoog Engels. Yes? Follow me. Het jongetje lijkt op Billy Turf, geruite broek en blazertje kleden zijn dikke buik niet bepaald af. Een echt Eton college studentje die wat centjes bijverdiend tijdens de Olympische Spelen.

Nu begint het toch wel te spannen. De Holland Acht stappen fris het water op en nemen netjes de juiste posities in. Ze checken nog even of alles goed zit. Brilletje op, zonneklep in de goede richting, broekpijpjes in de plooi. Oortjes uit. Riemen vast. Seatbells zijn niet nodig. Ze zijn bepaald niet van plan om snel uit te varen. Een rustige start op de 5000 meter is absolute noodzaak om de finish überhaupt te halen. Peter roept door z’n toeter of iedereen klaarzit. Daarna brengt hij de tactiek nog maar even onder de aandacht. Denk eraan boys, vandaag varen we niet naar Wiersum. Dit zijn de Olympische Spelen.

Onrustig zit Rogier op het water. Wat missen ze nu toch? In eens valt het kwartje. De boot, de boot, nee, ze missen de boot. Jongens, we missen de boot. Paniek slaat om zich heen. Ze slaan met hun handen op hun hoofd en laten hun riemen in het water vallen. Alle jongens van de Holland Acht hebben een gelijktijdig besef dat ze toch wel erg met hun gedachten boven het water zweven.

Ze missen de boot. Waar is de boot? Hoe is het mogelijk. Peter overweegt nog even. Over het water naar de finish lopen of rennen? Nee, onmogelijk. Maar waar is die boot? In de verte klinkt een luid gejoel op de tribune. Ook daar is paniek uitgebroken. Het wordt al duidelijk waarom. Een enorm beest ontheft zich uit het water. In zijn bek een grote lange roeiboot. Het monster van Lake Dorny brult luid en slikt in één gulzige hap de Olympische droom van de Holland Acht naar binnen. Einde verhaal.


Oranje boven: Cijfers en letters / Sport / 09-08-2012

China gaat ongetwijfeld de mooie Olympische Spelen van Londen afsluiten als het land dat de meeste (gouden) medailles heeft gewonnen. Om dat te bereiken is een slim plan bedacht. Leg de focus op sporten waarin de meeste medailles te verdienen zijn (o.a. gewichtheffen). Concentreer je op sporten die niet populair zijn. Verover vooral medailles daar waar vrouwen excelleren en boventallig zijn. Ja aan zo’n sterke tactiek kunnen de Amerikanen, Afrikanen, de Russen en al die ik vergeten ben een puntje aan zuigen.

Ik gun het die Chinezen van harte, maar dan vind ik ook dat er absoluut niet gezweefd mag worden tijdens het snelwandelen. Niks ervan. Beiden voetjes aan de grond. En anders iedereen diskwalificeren die z’n voetjes niet één voor één afwikkelt. Helaas laten vertraagde beelden zien dat iedereen bij het snelwandelen foefelt. Iedereen heeft een zweefmoment. Zijn ze nu helemaal betoeterd? Al die juryleden die selectief met hun rode vlag staan te wapperen. Na drie keer zweven af? Dat is onmogelijk te controleren. Nee daar trappen wij niet in. Ze moeten op hun tellen passen, nee, nee, ze moeten op hun passen tellen. Toch?

Ieder nadeel heeft z’n voordeel sprak ooit een beroemde sporter. Dat blijkt ook in de atletiek zo te zijn. Kijk maar eens naar de winners van de lange en middenlange loopnummers. De atleten uit de arme Afrikaanse landen verzuren niet of nauwelijks. Dat doen Noordelingen, Westerlingen en Oosterlingen wel. Zowel in spieren als in zenuwen, soms zelfs in hun ziel. Ingegeven door vroege uitputting, macht en soms door uitbuiting.

Laat ik het verder maar vrolijk houden. De Olympische gedachte is en blijft mooi. Hij verbroedert en , verbindt en biedt iedereen gelijke kansen ongeacht rang en stand. Kijk maar eens naar de leuke beachvolleyballers. Een sport met het hoogste intelligentiegehalte. De afzonderlijke leden van ieder duo hebben of een 1 of een 2 achterop hun shirtje geborduurd. Anders houdt de scheidsrechter en het publiek ze niet uit elkaar. Dat noem ik nog eens intelligent.

Veel liever kijk ik naar de edele turnsport. Ook wel hogere wiskunde genoemd. Althans de puntentelling van dit vreemde circus. Kleine poppenmeisjes in glimmend strakke pakjes en stoere Michelangelo’s met forse torso’s leggen de lat vaak veel te hoog. Het schouwspel rekstok spant de kroon. De jongens zijn in hun element van A tot G en al helemaal met een hoge D en E. Kortom zij husselen zo veel mogelijk elementen met hoge moeilijkheidsgraad in een perfect uitgevoerd programma eindigend met een magnifieke Miami freeze afsprong. Goud, goud, goud. Historisch Hollands goud. 16.533 karaats voor Epke Zonderland.

O ja en dan nog zoiets mafs met cijfers. Hoe val ik zo snel mogelijk af of hoe kom ik zo snel mogelijk af? Mocht je als judoka of bokser kiezen voor de zeilsport dan heb je een probleem. Zeilers willen er meestal graag een pondje meer bij zachte wind. Anders zweeft het bootje weg. Boksers vallen liever af want dat scheelt een pondje klasse en tegenstand. Degenen die deze twee sporten combineren, jojoën dus verschrikkelijk. Ze zijn meestal te herkennen aan de zware laptop die ze bij zich dragen. Het is alleen geen laptop, maar een slecht gecamoufleerde weegschaal. En maar twitteren op dat ding.

Natuurlijk willen we ook weten wat Usain Bolt voorafgaand aan zijn korte sprintjes eet. Want ook dat beïnvloedt de cijfertjes. Ja, tot achter de seconde. Niks spannends hoor. Geen Mac Donalds maar kip en rijst met een glaasje appelsap. Olympische Spelen zijn goed voor de gezondheid. Maar niet alleen dat. De afgelopen twee weken heb ik aardig leren rekenen en zappen. Een rekenmachine heb ik niet meer nodig. Ook mijn woordenschat is uitgebreid.

In een super split-tijd ga ik met een mooie interne amplitude op transport. Pakkingsgevechten ga ik niet langer uit de weg, zeker niet na een shoot-off. Voor de wind haal ik in het kruisrak met gemak zilver. Boeiend. Ik rak met alle vrouwen door wind en water, met low budget, double Dutch. Met mijn paard Pegasus spring ik over zebra Abbey Road en zin spontaan Hey Jude. Ik dans blij uit op een lange tafel, volgeladen met Big Ben’s. Ik kijk en luister naar de hoge en lage dunks van de beroemde Smart Meets.

Phelps, de grootste Olympiër alle tijden wint 22 medailles, Jacco Verhaeren coacht en leidt op tot 10x goud. Hoe groots zijn de trainer-coaches hoe groots de sporters. Diep respect voor de gladiatoren uit de moderne tijd. Voor alle winnaars van metaal, voor allen met een vierde plek. Een diepe buiging voor alle Ranomi’s, Epkes, Jacco’s, Martina’s, Edith’s en noem maar op. Voor alle raspaardjes. Voor alle winnaars en verliezers. En tot slot nog diep respect voor de Chinese badmintonner Lin Dan. Hij heeft al 16 miljoen volgers op Facebook. Gelukkig niet allemaal uit Nederland.


Lucifers / Maatschappij / Serie Zonden 1/7 / 20-08-2012

Telkens als ik ze uitblaas blakeren ze zwart na. Ik snuif de zwavel zoetjes op. Terug stoppen in het doosje mag slechts omgekeerd. De zwaluw brandt anders zijn staart. Het is alsof de duivel ermee speelt. Het gaat namelijk bijna altijd mis. Mijn vingers kleuren zwart van gruis, als ik de stokjes rood op zwart, in het veel te kleine doosje, telkens opnieuw sorteer. Ik vloek en tier en gruwel. En toch zijn ze onmisbaar die kleine zwavelstokken. Ze zijn mij dierbaar, mijn lichtbrengers in grote duisternis.

Slechts in de handjes van klein gespuis verheffen zij zich tot onruststokers. Ze branden ook nog eens veel en veel te snel op. Soms moet je eerst je vingers branden voordat het licht uiteindelijk tot je komt. Kaarsenstompjes en waxinelichtjes, zij baren nog het meeste zorgen. Verstopt en haast onbereikbaar verhullen zij zich in veel te kleine glazen en aardewerken omhulsels. Als dieven in de nacht. Spoken zijn het. Ze geven zich zelden bloot. Bang als ze zijn voor lucifers.

En toch heb ik ze nodig mijn lucifers. Want zonder licht kan ik mezelf niet aanschouwen. Dan rest mij slechts een zwarte spiegel. Geen toverkol zal dat ontkennen. Nee, het licht moet aan. Met fluwelen tong spreek ik zachtjes tegen mijn eigen spiegelbeeld en verheerlijk mijn superbe ziel en zaligheid. Vol trots borstel ik mijn gouden haar. Het zit weer als gegoten. Mijn nachtjapon glijdt om mijn goddelijk lijf. Het voelt warm en zacht. Geen enkele prins, koning of keizer kan mij weerstaan. Ze dragen mij op handen. Zowel als dier als mens.

Maar wat moet ik daar nu mee? Ze kunnen mij noch in licht noch in duisternis bekoren. Mijn eigen houden van stijgt boven alle grenzen uit. Mijn houden van is onbereikbaar voor gewone stervelingen. Ja zelfs voor bijzondere, ja zelfs voor goden. De mindere en de meerdere. Slechts ik, ik kan mezelf bekoren. Brandend van liefde in mezelf. Ik draai wat mottig om mijn eigen licht. In hoge moed vind ik uiteindelijk rust en vrede. Ik houd alle lucifers die ik nog heb in mijn handen vast. Ik ontvlam. En heel, heel langzaam, burn ik out. In zwart gruis en in ijdelheid.


Simon de tovenaar / Maatschappij / Serie Zonden 2/7 / 24-08-2012

Simon de tovenaar was gek op knaken. Hij stond ermee op en ging ermee naar bed. Zijn hele hebben en houden was gericht op het verzamelen van knaken. Aanvankelijk ging het vergaren hem makkelijk af. Met list en bedrog wist hij de mensen in zijn omgeving heel wat knaken af te troggelen. Zijn verzameling dijde al snel uit. Maar zijn honger bleek onverzadigbaar. Hij verlangde steeds naar meer.

Zijn tovertrucjes waren allang over de houdbaarheidsdatum heen. Daarom besloot Simon bijles te nemen. Bij een tovenaar nog groter dan hemzelf. Zijn oog was gevallen op een tovenaar die heel veel grote huizen bezat. Money was zijn naam. Een ervaren rot in het vak. Simon volgde hem al een tijdje. Idolaat was hij van deze projectontwikkelaar. Hij verkocht huizen aan een ieder die hem maar wilde geloven.

Huizen in steen en marmer maar ook huizen van vlees en bloed. Gelijk een lichaam. Hij verkocht de huizen wel tegen een hoge prijs. Vaak tot op de spits. Maar uiteindelijk wierp het voor de gelovigen altijd vruchten af. Vruchten waar de projectontwikkelaar vervolgens weer keihard op hamerde. Want hoe meer zielen de projectontwikkelaar won, hoe groter zijn bezit toenam. Een machtig spel dat Money tot kunst had verheven.

Deze kunst keek Simon al gauw af van zijn grote voorbeeld. Dat wilde hij ook, nog meer knaken verdienen en aanzien en macht verwerven. Hij droomde zich al rijk als grootgrondbezitter van heilige huisjes. Daar was niets mis mee. Zijn grote voorbeeld was ruimschoots behangen met goud en juwelen. Het sierde deze wolf in schaapskleren. Maar eerst moest Simon nog een nieuwe toverstok vinden om mee te slaan. Wacht, nee, beter nog, een stok om zijn grote voorbeeld mee te verslaan. Money de trouwe hond. Hij zou er nog van lusten. De vrek.


Muziekalen / Thema column / 28-08-2012

Muziek is een muze. Een mooie muze. Ze betoverd. Ze streelt. Ze raakt. Ze zwijmelt. En heel, heel soms, is ze opstandig, rebels. Zweert ze wraak. Bijna een mens die muze. Soms is ze ook erg glad, dan wordt ze plots muziekaal, mijn muze. Glibberig als een vis. U verstaat mij wel. Vol bewondering ben ik over haar. Ja, ik koester warme herinneringen aan mijn muzen. Nu nog. Nog steeds. Ik haal ze even terug in mijn herinnering. De bijzondere. Van vroeger. heel vroeger. Het is ons immers gevraagd. Op ColumnX.

Ik draag ze stuk voor stuk een warm hart toe. De vrouwen, de muziek, mijn muzen. In alfabetische volgorde dus mijn favoriete top vijf. Mijn muziekalen. Kent u ze nog? Eufrazie van Doemmele, Georgette, Liza Sjokkel, Marjet en Virginieke! En ja, u kunt klikken op de dames. Maar doe het wel voorzichtig en met respect gij vreemdeling.

Schrijf een column over een top of juist een flop 5 (met andere woorden positief over 5 nummers of juist negatief). Dit moet verwerkt worden met minimaal 2 YouTube links.
Voor de mensen die het nog iets moeilijker willen maken voor zichzelf... jullie kunnen die extra uitdaging zoeken door de gekozen muziek te relateren aan de actualiteit.Themacolumn op ColumnX.



Box spring / Maatschappij / Serie Zonden 3/7 / 30-08-2012

Heerlijk vind ik het om me te vergapen aan de bloemetjes en de bijtjes. Ontluikende lente en zwoele zomers zijn mijn favoriete jaargetijden. Ik kan intens genieten van de groeistuipen der natuur. Soms zit ik een hele middag te kijken hoe de beestjes elkaar voortduwen. In en uit en op en neer. Het geilt me op. Ik kan het niet ontkennen. Primitief misschien, maar o zo waar.

Hele studies heb ik er al van gemaakt. En het moet gezegd. De natuur maakt geil. Botergeil. Roombotergeil. Zolang je het maar wil zien. Zolang je het maar over je heen laat komen. Zelfs de cactus en de dennenboom kunnen er wat van. Ook zij weten hoe in geiligheid de beer te rijden. Net als het aarsvarken en de sprinkelhaan. Met speels gemak doen zij het in modder en in zand. Bronstig en wellustig is de moeder der natuur.

Zodra de lente en de zomer langzaam zijn gestorven blijft het maar behelpen, in herfst en winter. Uit pure noodzaak verleg ik dan mijn genotsgrens naar de homo sapiens. In de avonduren winkel ik langs deuren en ramen, hongerig en op zoek, naar zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. En als ik dan de juiste gelegenheid en homo sapiens vind, vraag ik me heimelijk af, wie is nu de voyeur en wie de exhibitionist? De brulaap die in zijn geiligheid de gordijnen vergeet te sluiten of ik de geile aap die binnen gluurt? Wat kan het me ook bommen, zolang ik maar aan mijn trekken kom.

Soms laten mijn onderzoeksobjecten geile sporen achter. Daar word ik pas helemaal gelukkig van. Zodra mijn onderzoeksobjecten op apegapen liggen sla ik toe. Soms is de buit een frivole slip, afkomstig uit een zojuist voltrokken slippertje. Soms een potje zalf of een flesje olie. Ik snuif het allemaal naar binnen. Het geeft mij een voldaan gevoel van warmte. Vaak voel ik aan mijn buit de geiligheid nog gloeien. Niks mis mee. Handig ook voor koude winternachten.

Als de herfst en winter mij te bar worden is er gelukkig altijd nog het internet. Websites, portals, chatrooms, datingsites, niets is mij te dol als geile beer. Sociale media zijn voor mij een zege. Mijn kamer is opgebouwd uit vier brede, plafondhoge, digitale wanden. Het plafond is één grote spiegel die aan alle randen is behangen met webcams. Een dolby surround set maakt mijn theater compleet. Vanaf een megagrote ronde boxspring, geplaatst in het midden van de kamer, speel ik rollenspellen. Met mezelf en met anderen. De afstandsbediening is altijd stand-by. Soms ga ik aan en soms ga ik uit. Vol drift plant ik voort, mijn geile overtuiging. Als dolle stier of guitige geit.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.

19-08-2012

Bankstel

Plakken op het pluche. Gordijnen dicht. Het licht dat mag niet binnen schijnen. De TV verdraagt dat niet. Zappen langs ontelbare kanalen. In het luchtledige. Op zoek naar wat? Bovenop de centen zitten. Niemand mag het weten. Het kindernet vertelt van een grote eend met dito snavel. Met wandelstok en wijze blik bestijgt de eend de grote ladder. Op zoek naar groot geluk.

Wentelen in dollars en alles dankzij Guus. De harde werker op de bank bewaakt alleen nog digitale flappen. Samen met zijn maatje. Een mooi stel. Grijsgroene giro-enveloppen schuift hij open met een strak mes van edelmetaal. Mooie letters in Times Roman gegraveerd. Ze zeggen alles. Willie werkt al 25 jaren aan idee en werkelijkheid. Grijze haren heeft hij lang geleden reeds verworven. Dankzij de bank in Oude Pekela.

Daar zitten zij dan zwart gekleed. Guus en Willie. Kunstig op de bank. Gordijnen dicht. Want niemand mag het zien. Het licht, de boetedoening en alle zaligheden. Ook de kier moet nog gedicht. Buren gluren overal. Het verraad, de leugen, ze liggen op de loer. Niemand mag het zien. Plakkend op het pluche en leer. Almachtig is de bank. Hij weet van niks. Houden zo.

17-08-2012

Glashard

Het is nu alweer vijf dagen geleden en nog kan Philip het niet geloven. Wat heeft hij in hemelsnaam verkeerd gedaan dat hij het ijs niet heeft kunnen breken. Nu zit hij met de gebakken peren. Hoe vertelt hij dit aan zijn lieve vrouw Flatly. Glashard liegen lijkt zijn enige optie, maar niet vandaag.

Vandaag moest hij geslepener zijn. Bananen bak je EN peren stoof je. Door deze blunder is hij nu de pisang. Er is geen mogelijkheid om dit verborgen te houden voor zijn vrouw die zichzelf in de loop der jaren als een amoebe heeft omgevormd tot Fatlyl door haar vuilnisbak-gedrag. Flatly heeft een neus voor alles wat eetbaar is en na vijf dagen begint er een fruitig, zoete cidergeur te komen uit het schuurtje waar Philip de peren zolang verborgen heeft.

Hij heeft nog wel overwogen een gigantische fruitvliegval te zetten, maar vreest nu dat het te laat is. Er zwermen steeds meer vliegjes uit de schuur naar buiten. De ingrediënten voor de verjaardagstaart dacht Philip veilig te stellen in zijn eigen heiligdom, zijn schuur. Het onrustige gedrag van zijn vrouw verraadt echter niet veel goeds en wanneer hij liegt is dat vaak zo doorzichtig dat hij dit niet aandurft. “Wat verstop jij in je schuur?” krijst Flatly met uitpuilende ogen en het schuim op haar mond.

Een kwaal die ze heeft overgehouden na het eten van de taart van vorig jaar toen hij waspoeder had gebruikt in plaats van bakmeel en hij zijn misbaksel niet verborgen heeft kunnen houden voor haar.
Nog voordat hij een waarschuwing had kunnen geven, had zijn lieftallige Flatly haar tanden erin gezet en was de schuimtaart in no time achter de kiezen. Haar obsessie voor voedsel gaat ver voorbij het extreme alsof ze in een permanente hongerwinter verkeerd kan geen enkele vorm van voedselverspilling onopgemerkt blijven. Het gereedschap in de schappen van zijn schuurtje begon te trillen, een teken dat ze in aantocht was. Zijn kans op een briljant idee vervloog toen de deur van zijn schuurtje openzwaaide en Philip op heterdaad betrapt was.

Dan toch maar liegen, besloot Philip nadat hij zijn volslanke Fatlyl Flatly geklemd zag staan tussen de deurposten van zijn heiligdom. “Het is niet wat je denkt mijn liefste. De taart die je hier ziet staan heb ik niet zelf gemaakt, het is een plastic model, een voorbeeldtaart. Voor jouw verjaardag, maar je kunt hem nog niet eten!” Flatly wrong zich opgewonden door de deurposten, veegde met haar mouw het schuim van haar mond en stormde op de imposante groengekleurde taart af.

Nog net voordat Flatly kon toehappen wist Philip de taart uit haar handen te slaan waardoor deze door het openstaande raam naar buiten vloog en in de, aan de schuur grenzende, sloot belandde.
"Waar was dat nu weer voor nodig? Je...je...je weet dat ik niet tegen voedselverspilling kan", bracht Flatly snotterend uit waarna ze in huilen uitbarstte.
Altijd wanneer dat gebeurde brak Philips hart, hij kon het niet verdragen als zij verdrietig was.
"Maar schatteboutje...ik zei je toch dat het enkel een plastic model was voor de meest fantastische taart die ik ooit voor je gebakken heb" , herhaalde Philip zijn leugen. "Zo levensecht en met gebruik van geurstoffen dat zelfs de drosophila's dachten dat deze echt was", dikte hij nog aan. "Heb ik je ooit eerder met je verjaardag laten barsten?"

En op een wel zeer vreemd tijdstip van de dag kraaide er een haan, glashard, drie keer!

Co-column geschreven op website ColumnX door Mien en KingArthur

16-08-2012

Uit het juiste hout

Wanneer je van hout houdt, houdt hout je bezig. Misschien heb ik deze liefde wel altijd onderdrukt of genegeerd maar dat deze brandstof mij sinds jaren bezig houdt is een feit. Dat het warmte kan geven is mij derhalve wel bekend maar mijn bewondering ervoor ging niet verder dan een glimlach op mijn gezicht wanneer ik weer een hoofd of iets anders zag in een vreemd vergroeide stam of tak waarna het gezaagd en gekloofd uiteindelijk in de open haard belandde. Dit alles veranderde toen zowel mijn ketting- en cirkelzaag de geest gaven en ik op zoek moest naar vervangend gereedschap. Surfend op het net om te zien wat er beschikbaar is om een stuk tak in tweeën te krijgen, ging er een wereld voor mij open.

Nu liggen de honderd beitels die ik heb aangekocht op een tafeltje naast me en kijken me uitnodigend aan. Zorgvuldig kies ik er eentje uit, maar niet voordat ik eerst plastic handschoenen heb aangetrokken. De patiënt die voor me ligt komt uit Brazilië, heeft een bruin gespierd lijf van tropisch hout, een beetje knoestig dat wel. Hij lekt uit zijn nek, een vreemde sapstroom waarvan ik de herkomst niet ken, roodachtig stroperig. Als jonge onderzoeker heb ik natuurlijk een monster genomen en dit onder mijn microscoop onderzocht.

Het resultaat was verbluffend. Is dit een bewijs van een knagend vermoeden waar ik al zo lang mee rondloop? Op zoek naar mijn roots denk ik een verloren tak uit de familiestamboom gevonden te hebben! Om uiting te geven aan mijn opwinding blies ik de handschoenen op tot ballonnen en trakteerde mezelf op een spirit. Echter het feestje kon niet te lang duren, nader onderzoek was vereist.

Ik had kennelijk te vroeg gejuicht. In het monster dacht ik sporen te herkennen van indianenbloed, wat mij meteen op het spoor zette van het Wilde Westen. Om absoluut zeker te zijn van mijn zaak stuurde ik het monster op naar het tropisch laboratorium van Woodstock, gelegen onder de rook van New York. Ik las de brief die ik ontving van het laboratorium hardop voor aan mijn vrouw, waarbij de laatste zin veelzeggend was. “Om zeker te zijn dat uw monster indianenbloed bevat, raden wij u aan contact op te nemen met de Irokese Confederatie die zetelt in de hoofdstad van Onondaga County, Syracuse.”

Die eikels van de Confederatie namen dit contact wel heel letterlijk zodat ik hen persoonlijk moest ontmoeten. Liever heb ik vaste grond onder mijn voeten maar in dit geval kon ik niet anders dan het hele takke end te vliegen. Voor het vertrek nam ik afscheid van mijn Braziliaanse broeder die nog steeds uit zijn nek lekte. Dankbaar nam ik hier nog enkele monsters van voor het geval dat men in Syracuse nog aanvullende testen wilden doen. Mijn vrouw ging mee ter ondersteuning omdat zij geen blad voor haar mond neemt.

De ontvangst in Syracuse was boven verwachting want de voorzitter van de Irokese Confederatie heette ons persoonlijk welkom op Syracuse Hanckock International Airport. De resultaten van het onderzoek hadden een opmerkelijke uitkomst gegeven die zowel de Irokezen als mij en mijn vrouw hogelijk verbaasden. Het monster bleek niet tropisch en niet uit Brazilië afkomstig te zijn maar uit Canada, gedetermineerd door het onderzoekscentrum als een sierlijk stuk 18e eeuws dennenhout, gebruikt als ornament voor Irokese woonhuizen, ook wel Longhouses genoemd. Aangezien het sierlijke ornament als familiestuk al eeuwenlang bewaard is gebleven viel een grote zorg van mijn schouders. Mijn familieroots lagen niet in Brazilië maar in Canada, ik was geen oude Arawaak en ook geen importslaaf, ik was een onvervalste indiaan, uit het juiste Irokese hout gesneden .

Co-column geschreven op website ColumnX door KingArthur en Mien

13-08-2012

Leesteken

de zon plakt aan een strak blauwe hemel en ik neem plaats op mijn favoriete terras langs het kanaal de krant die voor me op het tafeltje ligt schuif ik terzijde een groot glas duvel kijkt me lonkend aan ik neem een hap uit het schuim en voel het knisperen tot achter mijn oren eindelijk is mijn vakantie begonnen

naast me vang ik wat flarden op van een gesprek een gesprek dat nergens over gaat kortom een nietszeggend gesprek de zon plakt nu ook in mijn nek en ik laat het mij rustig welgevallen tijd voor een goed verhaal ik haal mijn ipad te voorschijn en log in eerst maar even een spelletje om er in te komen niks zo lekker als een potje pacman om de vingers even los te gooien

het begin gaat altijd wat traag ik gooi tijdens het spel dan ook snel een tekstdocumentje open en denk aan een onderwerp om over te schrijven intussen laat ik de pacmankever op de automatische piloot over mijn beeldscherm grazen mijn oog valt op een artikel in de krant die ik zojuist nog terzijde heb geschoven gevaar voor teken houdt Nederland in de ban teken over welk teken hebben ze het denk ik in mijn naïviteit

ik lees de eerste titel van het artikel en zie al snel dat het over die vervelende beestjes gaat die in de bossen op lekkere hapjes wachten het kwartje valt en ik heb meteen een nieuw onderwerp voor mijn verhaal gevonden over de titel twijfel ik nog maar dat komt later ik klop de eerste regels van mijn verhaal in het tekstdocument de zon plakt aan een strak blauwe hemel en ik neem plaats op mijn favoriete terras langs het kanaal

al gauw heb ik mijn eerste ipad pagina vol ik lees de pagina eventjes over en neem nog een flinke hap uit mijn duvel terwijl ik lees gebeurt er iets vreemds plots verdwijnen de leestekens uit mijn verhaal ook met de hoofdletters lijkt iets aan de hand te zijn in de hoek van mijn ipad zie ik de pacmankever gniffelen ook hij heeft blijkbaar het artikel in de krant gelezen

hongerig als ie is heeft deze verrekte leesteek al mijn leestekens opgevreten tevreden en voldaan wrijft de geletterde etterbak over zijn buik alle hoofdletters heeft hij klein geknabbeld tussen zijn scherpe tandjes zie ik nog wat bloed druppelen ook de kapot gevreten hoofdletters kleuren rood rotbeest