30-11-2012
Columns van Harrie (November 2012)
Vrolijke Frans / Mannen & vrouwen / 07-11-2012
Rood, vuurrood loopt haar gezicht aan. Tot achter haar oren. Ze tintelen. Het kwam langzaam op via haar twee lieve jongens. Zwetend vanuit haar decolleté. Kroop langzaam tot onder haar neus. Een natte snor. Maar dit keer alleen van boven. Opstijgende rook. Maar wat nu? Rustig blijven, rustig blijven. Slechts een beetje puffen en vooral, wachten, wachten tot het stilletjes en vanzelf over gaat.
Brandende liefde? Bende gek, Frans. Dit is geen brandende liefde. Dit is pure zelfkastijding. Blozen als een puber. Dat is toch seffens lang geleden. Blozen geeft geen koude rillingen, Frans. Nee, ik ben niet in the mood. En Glenn, die mag je van mij nu even in je reet steken. Ik pas effen hoor. Heb je geen verkoelend muziekje voor mij. Of een zakje ijsklontjes. Ik voel me als een bokser die zojuist weer een ko heeft ondergaan. Geveld. Languit op de mat. Daar voel ik me nu thuis.
Of dit lang gaat duren, Frans? Joh, ge zult er nog van lusten. Tot bloedens toe. Als straf. Daar helpen geen appels of bananen tegen. Nee, ik ben in deze toestand zeer zeker geen fruitig typje. Die verrekte slang, dat paradijselijk serpent bezorgt mij dagelijks een rood hoofd. Een tomatenkop van hier tot gunder. Het liefst zou ik dat hoofd met een blikopener onthoofden. Het voelt als tomatenpuree van een goedkope soort.
Of je kunt helpen, Frans? Uit mijn buurt blijven, dat helpt. Ik ruik mezelf nu. Althans dat denk ik toch. Het zweet drupt nu ook nog eens van mijn spina, linea recta in mijn maxicosislip. Getver. Koud en nat. Dat wordt weer omkleden. Met een zucht stort ik neer op bed. Mijn gedachten zweven bonkend heen en weer. Naast me op het nachtkastje ligt een stapel beddengoed. Die ligt steevast klaar als reserveset voor noodgevallen. Waterafstotend uiteraard.
Ik kijk uit het slaapkamerraam en zie in de lucht een grote rode vlieger rondfladderen. Hij dwarrelt en sputtert. En ik, ik hoor de vlieger denken: Stort ik nu in, of stort ik nu neer? Frans rent achter de vlieger aan. De lieve schat. Tegen beter weten in. Wel lief. Hij heeft de vlieger bijna te pakken. Met een ferme sprong springt ie er bovenop. Plat op zijn buik. De vlieger knarst. Maar niet voor lang. Hij wringt en wurmt, hij bonkt en butst, hij gonst en gutst. Zo snel geeft de vlieger zich niet gewonnen. Hij heeft een hekel aan rust. Een echte rustverstoorder is dat monster en bepaald geen vrolijke Frans. Wat? Nee, ik heb het niet tegen jou.
Herfst / Mannen & vrouwen / 12-11-2012
Hij kijkt omlaag. Daar hangt ie dan. Onschuldig te bungelen. Tussen twee ballen. Helaas is er geen rook meer te ontwaren. Waar rook is is vuur, toch? Ja, ooit. Maar nu even niet. Met z’n linkerhand pakt hij hem vast. Schudden heeft geen zin. Er komt niets meer uit. Vroeger wel. Toen was het nog een echte James Bond. Shaken not stirred. Slechts poeier komt er uit zijn piemel. Goe poeier, dat weer wel. Maar owee, als ze kucht. Dat geeft me toch een hoestbui.
Langzaam wrijft ze met haar rechterhand over zijn gerimpelde ballen. Lief en zacht. Het helpt. Voor even. Het voelt ook lekker aan. Een beetje herfstig. Dat dan weer wel. Vochtig nat en ook een beetje bruin. Maar ach. Het is haar vent. Daar doet ze alles voor. Uit pure liefde. Kan geen novemberwindje aan tippen. Ook al waait ie koud, so what. Een beetje druilerig draait ze plagerig aan zijn piemel. Hoop doet leven. Langzaam rijst ie. Flauwtjes valt ie neer. Een beetje naar rechts. Zachtjes op de buik. In het kuiltje van zijn lies. Uitgeput. Nu al. Verdomd.
Moe maar voldaan draaien ze zich op elkaars zijde. Man en vrouw. Jenny en Jan. Lepeltje lepeltje. Genietend van de herfst die door het raam schijnt. Een flauw zonnetje lacht hun toe. Geeft een vette knipoog. Bladeren hangen in de lucht. Waaien langzaam wiegend naar beneden. De wind gaat liggen. Op de rug van vermoeide levens. Moe maar voldaan. Shaken not stirred. Goe poeier. Dat dan weer wel.
Als de rapen gaar zijn / Mannen & vrouwen / 19-11-2012
Piet laadt de vaatwasser uit. Truus veegt de vloer aan. Niet met Piet. Dat zou ze niet durven. Truus maakt het bed op. Trekt de lakens af. Niet met Piet. Dat zou ze niet durven. Piet vervangt een lamp. Samen met zijn zonen. Die draaien de tafel rond waar hun vader op staat. Truus vindt dat maar niets. Zij houdt niet van spelletjes. Behalve met haar dochters. Het liefst doen ze voetje van de vloer. Die wordt dan niet vies. Gelukkig maar.
Piet houdt van auto’s. Ja van allemaal. Het liefst als ze hard gaan en veel geld kosten. Uit de bocht vliegen zo gezegd. Truus houdt van boodschappen doen. Shoppen en ook het liefst met een auto. Een blitse auto en waar lekker veel in past. Boodschappen dus. Het liefst reclameartikelen. Op de bon. Nee, niet de auto. Hoewel. Ach, daar heeft Piet dan weer minder moeite mee.
Het liefst loopt hij op witte sokken. Nee, niet om een wit voetje te halen. Dat hoeft hij niet meer. Zijn Truus heeft liever bruine sokken. Eer van haar werk, noemt ze dat dan. Lekkere vieze wasjes. Piet houdt ook van neuspeuteren. En van navelstaren. Soms raakt ie daarvan in de war. Dan peutert ie navel en staart ie neus. Erg lastig. Truus kamt graag haar haar. Overal. Ook onder haar oksel. Dat kietelt. Lekker toch? Piet houdt helemaal niet van kietelen. Gelukkig heeft hij ook geen kietelaar. Vindt ie maar lastig, zo’n ding.
Kontkrabben is ook zo’n leuke hobby van Piet. Vooral als er bezoek is. Dan ligt er een uitdaging om het stiekem te doen. Truus heeft dat meestal als eerste door. Ze roept dan keihard door de kamer. Hij heeft weer last van reetkevers, onze Piet. Gauw trekt Piet zijn hand dan terug. Zonder er aan te ruiken. Dat zou hij eigenlijk het liefst willen. Maar ja, dat mag niet.
Truus moet ook regelmatig poetsen. Een vervelende tic van Truus vindt Piet. Vooral in gezelschap vindt Piet dat lastig en gênant. Staat Truus ineens op uit haar stoel en gaat op haar tenen voor de deuropening staan. Borsten vier omhoog strekt ze haar arm uit. Met gebogen wijsvinger glijdt ze dan over de deurlijst. Stof tot nadenken. Niet gepoetst roept ze dan stout naar de gastvrouw. Het huis is duidelijk niet van Kant. Verontwaardigd legt ze dan nog een keer het Oedipuscomplex uit aan degene die het horen wil. Dat doet ze met behulp van de Rubiks kubus, met een vierkant gezicht en vol trots. In amper 5,66 seconden en in klare taal. Uiteraard.
Piet laadt de vaatwasser weer in. Goede glazen niet. Dat mag niet van Truus. Daar mag hij alleen maar uit drinken. Maar ze mogen niet de vaatwasser in. Wel het vaatwasblokje. Maar dat is niet van goed glas. Dat is van poeier. Goe poeier. Zoals VIM dat vroeger was. Dat waren nog eens tijden. Truus gaat weer boodschappen doen. In haar blitse hippe autootje naar de Bijenkorf. De bijenwas is in de aanbieding. Lekker vies. Ze koopt een kilo. Je weet het maar nooit. Morgen kan het oorlog zijn.
Daar houdt Piet dan weer van. Oorlog. Een beetje maar hoor. Niet te veel. Past bij de moderne tijd en bij het man zijn. Want dat is ie toch? Een echte man. Zij vrouw Truus is ook een echte Truus … eh vrouw. Die houdt absoluut niet van oorlog. Liever bewaart ze de lieve vrede. Daar gaat ze voor. Met heel haar lijf en leden. Owee, degene die aan haar zoete lieve vrede komt. Die krijgt van haar dan rare gapen … eh … gare rapen. Gelukkig beschikken Piet en Truus sinds kort over een gare rapen kelder. Daar wordt de vrede bewaard en bewaakt. Voor altijd.
Schuimmarcheerders / Mannen & vrouwen / 23-11-2012
Brood is wat de mensen op de been houdt. Bruin brood voor stoere mannen. Wit brood voor zoete watjes. Brood met zaadjes voor lieve vrouwtjes. Gewoon voor de textuur. Om lekker tegen het gehemelte te laten rollen. Om te knarsetanden en ja, om stiekem uit te spuwen. Als niemand het ziet natuurlijk. Sesam of maan. Maakt niet uit.
Worst moet erop. Voor het mannetje. Liefst vette worst. Chocolade hagel voor het vrouwtje. Fans, fans, fans. In het weekend een eitje uiteraard. Dooier heel voor het mannetje. Die wil lekker slobberen, als een Donald Duck. Het vrouwtje wil er tomaatjes bij. Fris en fruitig. Het eierrandje moet hard. Liefst met een bruingeel korstje. Op zondag bestrooid met suiker. En een sapje. Het mannetje drinkt koffie. Zwart, heel zwart. Anders gaat ie bibberen. Het quotum moet ook in het weekend doorgezet worden. Twaalf kopjes per dag, maar nu in minder dan acht uur. Da’s pas sport. Ploeteren door de drab.
De jus moet vers zijn. Niet van gerimpelde sinaasappelen. Bende gek. Dat doet alleen maar denken aan verlepte bovenbenen. Die verrekte kwallen. En liefst van de Appie Happie. Die komen tenminste uit Spanje. Strenge navels. Voor het betere buikgevoel. Diarree in het weekend is maar niks. Voorkomen is beter dan genezen.
Het mannetje schilt liever appeltjes. Nee, niet met het vrouwtje. Bende gek. Hij kijkt wel uit voor zijn granny old delicious. Hij is dol op de malus pumila. Zolang de vlezige vrucht uit drie afzonderlijke lagen bestaat is er niets aan de hand. Soms vormen twee of drie lagen één geheel en zijn ze afzonderlijk niet meer te herkennen. Het exocarp en mesocarp zijn dan niet meer van elkaar te onderscheiden. en vormen gezamenlijk met de opgezwollen bloembodem het vruchtvlees. Bah. Je ziet dan door het klokhuis de klepel niet meer hangen. Wel de zaadjes en in het midden de vaatbundel naar het steeltje van Repel. Gelukkig maar.
Het enige sap dat het mannetje lust is met een schuimkraag. Voedzaam gelijk brood. De brouwer en de bakker zijn dan ook zijn enige vrienden. Da’s niet waar stookt zijn vrouwke. Bokma heet ze. En ja, ze heeft gelijk, die vindt ie ook lekker. Het vrouwtje is meer van de mousserende wijntjes. Ja, die schuimen ook. Schuimmarcheerders dat zijn het, die mannetjes en vrouwtjes.
Themacolumn: Nachtzuster, SIMBA en … / Thema column / 26-11-2012
"Rij maar snel naar de spoedeisende hulp", zei de huisarts.
Hij zou het ziekenhuis op de hoogte brengen. Het was acht uur, ochtendspits dus, en ontzettend druk op de weg. Het leek wel of alle verkeerslichten op rood sprongen om ons te pesten.
"Wat is dat hier voor een klotezooi!? Laat me eruit! Rot op!!"
"Meneer, gaat u alstublieft even liggen".
Met zachte dwang probeerde ik de verwarde patiënt terug in positie te krijgen, maar zijn verwoede pogingen om de benen uit bed te zwaaien verhinderde dat.
En ik, tja ik blijf ook het komende jaar een grote hork met de subtiliteit van een bulldozer en zal nog steeds onsamenhangende stukjes pure onzin schrijven vol met spel- en grammatica fouten. Ook het komende jaar zal ik deze blauwe Jomanda jurk nog vaak dragen, want dat is mij heel goed bevallen. Het geeft me namelijk een heel apart gevoel van binnen. En natuurlijk zal ik wederom elke vrijdag bij de dokter zitten voor mijn wekelijkse antibiotica injectie om van die hardnekkige pleuris druiper af te komen.
Eind goed al goed. Zei de olifant tegen het varken, terwijl hij de porceleinkast op slot deed. Beiden bliezen ze het verhaaltje uit. Bisonkit en Edward lagen helemaal in een deuk.
Wat zien ik? Kinderleed. en ...
Themacolumn: Lenen, stelen, bietsen, jatten
De opdracht: Steel van twee verschillende schrijvers/sters een alinea uit een stuk, geplaatst op ColumnX, en schrijf dat aan elkaar in 500 woorden. (inclusief de gestolen alinea's) Het enige wat er aangepast mag worden is een evt naam en persoonlijke voornaamwoorden. (ik, hij, zij, het, wij)
Als titel gebruik je: Themacolumn, gevolgd door de twee namen van de originele alineaschrijvers. Een linkje, of de naam van de column waaruit je gejat hebt, kan onder het stuk komen te staan.
Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.