Maar terug naar toeval. Voor zover u die nog niet gekregen hebt als
lezer. Een kruising van wegen. Een voorbeeld. Jantje van de
sportacademie is op sportkamp in Amerika. Na een drukke tijd van drie
maanden heeft hij een maand vrij om door Amerika te trekken. Maar eerst
naar de Big City New York. Op Times Square komt ie Pietje tegen, van de
sportacademie, een ouderejaars. Nee, dat kan niet. Hoe is het mogelijk.
Toeval? Nee hoor, een kruising van wegen. Pietje heeft toevallig ook een
sportkamp gedaan, in dezelfde periode. En ook hij besloot vandaag een
wandeling te maken in de drukste straat van New York. Twee mensen, een
gedachte. Meer voorbeelden? Niet echt nodig toch? Toeval, een kruising
van wegen.
Daar ligt hij op straat. Het speeksel uit de mond. Trillend over zijn
hele lijf. Een monsterlijk gezicht. Gewelddadig haast. Zo’n groot beest.
Een grote menigte stroomt toe. Ze slaan allemaal de handen voor hun
mond. Uit schrik en medelijden. Niemand die iets kan doen. Niemand die
iets durft te doen ook. Zo’n groot beest met stuiptrekkingen.
Gevaarlijk. Die leg je niet zomaar aan de kant. Op zo’n moment denk je,
kon ik maar toveren. Ti ta toveren of hokus pokussen. Potteren, nog
beter. Ik zou onmiddellijk een spreuk bedenken die de arme stakker tot
rust zou brengen. Of een toverdrank, een goede welteverstaan, niet
eentje die zo lelijk borrelt en waar van alles in drijft. Geen
heksensoep aldus. Maar ik denk dat het paard me niet ziet staan. Het
schuimbekken staat het arme beest nader dan het lachen. Humor kan veel
ellende wegnemen. Maar hier is geen beginnen aan. En toch. Er moet toch
iets te mennen zijn. Het volk misschien? Ja, natuurlijk. Ik besluit het
initiatief te nemen, voor het eerst in mijn leven en spreek het volk
toe:
‘We moeten dit arme beest redden mensen. Helpt elkander en helpt het
paard. We spannen het terug voor de wagen. Want een oude boom moet je
nooit verplanten. Dat geldt ook voor oude paarden. Dus vooruit met de
geit. Een, twee, drie …!’
Te laat. Het arme beest heeft de geest gegeven. Zonder kruis midden op de weg. De paardenhemel wacht.