30-09-2017

Webtales Verhalen September 2017

Spitspijt (12-09-2017)

Spitspijt kan twee kanten opgaan. Spijt van spit of spit van spijt. Het eerste geval mag duidelijk zijn. Daarbij nog wel even uitgelegd dat het woordje ten is weggevallen. Alle spit ten spijt kan het hier namelijk ook spitten betreffen. Ik ben echter voorstander van het gebruik van de stam. Bij spit en bij spitten. Qua taal maar ook fysiek. Qua taal. Vergelijk het met fiets en fietsen. De herenfiets met stam en de vrouwenfiets zonder. Fysiek. Ooit gespit zonder stam? Ik bedoel maar. Met alleen zo'n lullig schepje dat schiet niet op. Kunt u nog volgen? Ik haast niet meer. Enfin zowel qua taal als fysiek leidt, of lijdt zo u wil, de uitwerking tot spitspijt. Nooit te diep spitten zeg ik dan. Dan krijg je hetzelfde effect als bij het te diep graven.

Ik ken mensen die graven zich een ongeluk. Letterlijk en figuurlijk. Die krijgen ... u snapt het al ... last van spit. Te diep graven kan namelijk ook leiden tot spit. Voor dit soort spitspijt (spijt van spit) bestaat nog een remedie. Tijgerbalsem (mocht tijdig ophouden geen soelaas bieden). Ik edoch, geef liever de voorkeur aan leeuwenzalf. De leeuw staat in de pikorde immers hoger dan de tijger. Maar het moet gezegd. Aan leeuwenzalf hangt een veel groter prijskaartje. Genoeg over het eerste gevalletje spitspijt.

Ik ben u nog een uitleg verschuldigd over spit van spijt. Een veel ernstiger geval dan het eerste. Spijtoptanten die doorslaan krijgen hier doorgaans last van. Ik ga ze niet benoemen. Te persoonlijk. Maar u kent er beslist enkelen binnen uw eigen omgeving. Uit werksituaties of bedorven vriendschappen wellicht. Familievetes vormen ook een ideale broedplaats voor spijtoptanten. Veelal zijn het dan spijtoptantes. Spijtopooms ben ik nog niet vaak tegengekomen. Zijn vaak ook veel hebbelijker, ooms dan tantes.

Maar hoe werkt dat zo precies? Spit van spijt. Nou, heel eenvoudig. Eerst komt de spijt en dan de spit. Het werkt net zoals in een alfabet. Chronologisch, niet te verwarren met chronisch. Chronische spijtoptanten zijn de verschrikkelijkste die er zijn. Maar dit terzijde. In mijn alfabet komt de t voor de j en bestaat de ij niet, dat is in mijn optiek slechts een bundeling van i en j. Ik ben van de y [iegrek]. Dus eerst spijt en dan spit. En doet het al pijn, nu u deze verhandeling aan het lezen bent? Te diep gebukt in mijn alfabet? Daar wordt de spijt geboren. Niet verder bukken. Het helpt niet meer. Zelfs Midalgan brengt geen verwarming en daarmee verkoeling. Sorry. Spijt is nu eenmaal heel taai. Het laat zich niet snel behandelen. Houd ook maar op met verder spitten. U bent er eenvoudigweg nog niet klaar voor.

Tot slot. Spijtspit zit ook veel hoger dan spitspijt. Door de grote hoogte nestelt het zich in vrijwel alle rugwervels. Heel gevaarlijk. Spitspijt manifesteert zich veel dichter bij het poepgat, vlak onder de onderste rugwervels. Het lijdt in tegenstelling tot spitspijt nauwelijks tot obstipatie. Maarrr ... als het eenmaal vastzit, laat het nooit meer los. Afblijven zeg ik dan. Van spit en spijt. Het gaat uiteindelijk vanzelf over, de spitspijt, zowel van spit door spijt als van spijt door spit. Een kwestie van geduld. Bij het ene geval iets meer dan bij het andere. Sterkte.


Feestmuts zonder kater (13-09-2017)

Waar heb ik nu mijn neus gelaten? Ik kijk nog eens goed in de badkamerspiegel. Meestal kijkt hij mij doordringend aan. Nee, niet de spiegel, mijn neus. Is die dan zo bijzonder, dat ie het vernoemen waard is? Zeker. Het is namelijk een echte feestneus. Rood en groot. Iedere ochtend check ik of er ook een elastiekje aan vastzit dat naar mijn oren leidt. Maar nee. Nog nooit gezien. Ik poets mijn tanden en kijk daarbij nadrukkelijk naar de wasbak. Eigenlijk durf ik de spiegel niet goed meer aan te kijken. Of is het inkijken? Inkijkje in de spiegel? Nee, dat doet me aan iets geheel anders denken. Gelukkig ben ik niet in het bezit van de spiegel die ik nu voor me zie. Het beeld dat ik daarbij oproep is veel te erg. Ik zie nu mijn opa keihard poepend voor me. Bah.

Voorzichtig waag ik weer een blik. Maar niet voordat ik eerst tussen mijn ogen en boven mijn mond voel of daar zit wat ik hoop. Ja, hij zit er nog. Mijn feestneus. Ik kijk de spiegel weer aan. Verdomd. Geen neus. Hoe is het mogelijk? Elastiekjes hoeft ik niet te zien, maar mijn neus, waar is mijn feestneus gebleven? Mijn lieve lekkere grote rode knoeperd. Het lichaamsdeel dat mij altijd zoveel vreugde schenkt. En andere mensen ook. God wat is er ooit gelachen om mijn neus. Tot huilens toe. En nu is mijn handelsmerk plots verdwenen. Dat kan toch niet? Ik voel met mijn hand aan mijn neus. Die neus zit er toch nog echt. Vervolgens voel ik aan de spiegel, daar waar ik mijn neus verwacht. Wie neemt wie nu wie bij de neus? Niks nakkes nada voel ik bij de spiegel. Zelfs geen kuiltje. Nee, gewoon koud glas. Ik haal de spiegel van de muur en draai hem om. Daar zie ik ook geen neus. Mijn ogen turen nu naar de wasbak. Ook daar zie ik geen neus liggen. Vreemd. Waar is dat enorme ding nu gebleven?

Als ik de spiegel weer ophang aan de muur, schrik ik me plots een hoedje. In de spiegel zie ik nu een muts. Een fleurige feestmuts pronkt op mijn hoofd. Nee, niet aan de spiegel, in de spiegel. Hoe is dat nu mogelijk? Ik voel onmiddellijk aan mijn kruin. Niks geen muts. Word ik gek? Is mijn feestneus mogelijk getransformeerd in een feestmuts? Hoe dan ook, het is geen gezicht. Een muts en een kale plek midden in mijn gezicht. Eventjes, heel eventjes voel ik me Voldemor. Maar dan zonder feestmuts. Niet bepaald een typje ook, om een feestmuts te dragen. Hier moet ik even over nadenken. Wat hier gebeurt heeft aandacht nodig. Dat mag duidelijk zijn. Ik neem een klein pottertje uit het zwarte doosje dat boven de wasbak op het plankje staat. Black magic helpt altijd. Zodra ik het kleine snoepje binnenslik verdwijnt het maffe mutsje en keert mijn neus terug. Oef. Gelukkig maar.


Onverduurzaamd vlees (14-09-2017)

Dat is vlees zonder biociden. Niet lang houdbaar dus. Ik heb er zo'n pakweg vijftig kilo van aan mijn botten zitten. Edoch het bederft nooit. Hoe ik dat voor elkaar speel? Heel simpel. Iedere dag een stukje lopen. Daarbij span ik het vlees stevig aan en in. Weer of geen weer, mijn vlees moet bewegen.

Het tegenovergestelde van onverduurzaamd vlees is verduurzaamd vlees. Ook wel zuur vlees genoemd. Vreemd want het is juist vaak gezouten. Het schept verwarring dus. Zuur zout vlees. Ik zie ze regelmatig lopen. Zuur gezouten vleesbundels. Een enorme hekel heb ik aan dat soort vetpakketjes. Waarom? Ze zijn slecht voor het milieu en het is geen gezicht. Zeker als de vetpakketjes gedragen worden op korte dikke beentjes. Bah. Ieder moment verwacht je dat ze door de hielen zakken.

Let wel. Ik wil geen dikke mensen discrimineren. Neu. Ik zou niet durven. Want ... eerlijk gezegd ... begint bij mij ook het vet te groeien. Kan dat dan, ook als je veel beweegt? Jazeker. Zodra de verhoudingen niet meer kloppen kunnen er vreemde proporties ontstaan. Leeftijd versus levensstijl versus inspanning versus inname sappen en vaste vloeistoffen ... moet ik nog verder doorgaan? Nee, ook ik raak langzaam buiten proportie. Wat te doen?

Het houden van onverduurzaamd vlees is echt de enige remedie. Zonder biociden dus. Ik leg het u verder uit via een volksverklaring uit de digitale encyclopedie: wikipedia.
'Een biocide is een stof die organismen doodt. Een uitgebreide definitie: biociden zijn werkzame stoffen en preparaten [...] die een of meer werkzame stoffen bevatten en bestemd zijn om een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of het op andere wijze langs chemische of biologische weg te bestrijden.'
Do I need to say more? Mijd de biocide. Hij vreet u op. Letterlijk en figuurlijk.


Spel zonder grenzen met treinticket (15-09-2017)

Ik speel treintje met mijn dochtertje. In gedachten. Een dochtertje heb ik immers niet. Wat lijkt me dat leuk. Het treintje spelen. Deur in deur uit. Oude klapdeuren. De mensen verschieten als we gillend in tegenovergestelde richting op ze afstormen. Sommigen zien het niet aankomen. Een kalende man van vijftigplus en een klein spillebeentje met sproeten, lang blond haar in twee vlechten, die rechtop boven haar kruin naar buiten wijken. Kojak zonder lolly en een blonde Pippi Langkous.

Verbaasd draait iedereen zich nog eens om. Hebben ze het goed gezien? Ho, ho, ho. Er komt nog iemand aangestormd. Een man in uniform. Hij draagt een bromsnorpet en een kleurig spiegelei op een stokje. En hij fluit. Keihard. Alle inzittenden houden de handen voor hun oren. Wat een mafkees. Tot overmaat van ramp laat ook de locomotief nog een flinke harde wind. Toet, toet! Twee keer. Drie keer durft ie niet. De stouterd.

'Kaartjes, kaartjes, waar zijn jullie kaartjes?'

Kojak en Pippi hollen keihard verder. Onderwijl trekken ze lange neuzen naar Bromsnor. Die begint te hijgen. Dit maakt de man in functie niet vaak mee. Twee hollende idioten in zijn trein. Maar hij weet beter. De idioten zullen weldra stranden. De laatste coupé komt al in zicht.

Dan stopt Kojak plots en Pippi ook. Pippi vlucht het toilet in. Bang voor die enge man in uniform met zijn scherpe fluit. Kojak speelt de dappere en de onnozele. Althans dat neemt ie zich voor. Hij gaat breeduit in het gangpad staan. De laatste coupé is leeg. Gelukkig maar. Mocht het uit de hand lopen dan leidt hij in ieder geval geen gezichtsverlies. Gezicht behouden is hem heilig. Schamen is voor watjes. Blozen al helemaal. Bromsnor herhaalt zijn vraag.

'Kaartjes, kaartjes, waar zijn jullie kaartjes?'

Kojak kijkt de beambte, in somber blauw en strepen op zijn mouw, streng aan en dient de goede man van repliek.

'Kaartjes, kaartjes? We zijn hier niet in de Efteling, dit is een trein. U bedoelt wellicht treintickets.'

De conducteur is wat overrompeld en amechtig. Hij bukt voorover en leunt met twee handen op zijn knieën. Even ademhalen en tot tien denken. Dat is wat ie denkt. Intussen houdt Kojak hem twee treintickets voor de ogen. Bromsnor ziet zwart, heft hoofd en pet en kijkt naar de treintickets.

'Wilt u ze zelf even knippen meneer? ... Ik kan niet meer ... Enneh ... Rennen in de trein is verboden ... Wilt u dat niet meer doen.'

Pippi en de trein trekken intussen door. De lege coupé is langzaam volgestroomd met nieuwsgierige mensen. Het is ook een merkwaardig gezicht. Kojak, Bromsnor en Pippi in één trein. De reis gaat verder. En ik kan u vertellen. De eindbestemming wordt nooit bereikt. Waarom niet? Heel simpel. Spelen in en met een trein is veels te leuk.


Verbanddoos (16-09-2017)

Verbanden leggen vind ik als man soms erg moeilijk. Hoezo, vraagt u zich nu mogelijk af als man of vrouw of mixture. Ik leg het u uit aan de hand van een verbanddoos eersteklas, mijn buurvrouw. Zij is namelijk expert in het leggen van verbanden. Een vrouw ja, maar niet een vrouw naar mijn hart. Zodra ik haar ontmoet in de achtertuin of voor de huisdeur dan begint de verbanden-verhandeling.

'Heb je al gehoord dat mijn buren een nieuwe auto hebben gekocht? Een Lexus Nexus op zonne-energie.'

Bestaan die dan, denk ik onmiddellijk. En kijk haar een beetje onderzoekend aan.

'Jij rijdt toch in een hele oude Renault Diesel?"

Het komt uit haar mond als een donderslag bij heldere hemel, als een Irma-orkaan. Toevallig heet ze Irma. Dit soort verbanden leg ik dan weer wel graag, als man. Humor heet dat. Maar dat laat ik haar niet weten. Voor ik het weet begint ze een complete verbanden-verhandeling over alle orkanen in het Caraïbisch gebied van de afgelopen tien jaar. Want zo belezen is ze wel. Mijn buurvrouw Irma. Ze komt ook nog eens uit Sint Maarten. Het Franse deel. Nou dan weet u het wel. Niet over beginnen.

'En wat wil je nu precies zeggen Irma?' Probeer ik dan maar. 'Wat is het verband dit keer?'

Ze kijkt me nu wat argwanend aan. Dat vind ik niet vreemd. Ze kent me inmiddels. En ik haar.

'Hoezo, moet er een verband zijn dan?'

Ze moest eens weten. Maar klaren doe ik het niet voor haar. Dan heb ik serieus een probleem. Hoedt u als man altijd voor een verbanddoos.

'Nee hoor, maar vertel verder.'

'Jij doet een aanslag op fossiele brandstoffen en mijn buurman aan de andere kant niet. Dat wil ik zeggen.'

'Ah, daar hebben we dan toch een verband te pakken. Auto, buurman, fossiel. Dat gaat inderdaad samen.'

Buurvrouw Irma heeft nu ineens vraagtekens in haar ogen staan.

'Kijk buurvrouw, mijn auto rijdt op fossiele brandstof. Uw andere buurman rijdt op zon. Maar ... is zelf ook een fossiel. Dat bent u toch met me eens? U zei het laatst nog zelf. Die oude buurman van mij die komt uit de prehistorie. Zijn opvattingen lijken wel aftandse mammoetgedachten, Herinnert u het zich nog?'

Buurvrouw Irma, klapt dicht en loopt snel door.

'Dag buurvrouw!'

'Dag buurman!'

Een paar uur later belt buurman van buurvrouw Irma, bij mij aan de deur. Of ik eventjes mee wil helpen de auto aan te duwen. De zon is namelijk op. Ik stel voor om mijn auto te lenen. De zon gaat immers voorlopig niet meer schijnen. De buurman vindt het prima.

Ziet of vat u nu de onderliggende verbanden, lezer? Ik wil het graag weten. Als man. Vertel het mij als man of vrouw, of mixture. Dat maakt het extra spannend.


Stickerengelen (17-09-2017)

Ze staan me buiten op te wachten. Ik heb het allang gezien. Bij de Super. Zal ik wel of zal ik niet? Ik moet er nog even over nadenken. Bij de kassa tikt iemand mij op de schouder. Of ik mijn karretje niet uitlaad? Ik ben te diep in gedachten verzonken. Weet niet eens of ik wel alles heb verzameld. O ja, ik moet niet vergeten een rol plastic zakken mee te nemen. Voor het verzamelen van plastic, blik en kartonnen verpakkingen. Hoe verzinnen ze het? Plastic vleesverpakkingen mogen er niet in. Kaas verpakkingen wel? De gebruiksaanwijzing ben ik al weer lang vergeten.

'Vijfentwintig euro zestig. Zegeltjes meneer?'

'Nee, alleen stickertjes!'

Ik laad alles vanaf de band weer in mijn karretje en bedank de collegaklant achter mij.

Buiten word ik bestormd door de stickerengeltjes. Ze springen om me heen en roepen allemaal 'ikke, ikke, ikke'. Eigenlijk zijn het ikke-engeltjes. De leukste 'ikke' duw ik mijn stickers in de hand. De glimlach van een kind. Goud. Zelfs de sippe glimlachjes.


Scheldheld (18-09-2017)

Lange Wapper, wie kent hem niet? Wijdbeens aan de kaai van Antwerpen. Wel honderd meter hoog. In mijn beleving dan. Nu ik er weer voor sta is ie pakweg vijf tot tien meter. Ik kan maar moeilijk hoogte schatten. Ik ben dan ook geen echte Ollander. Die hebben geen moeite met hoogte. Amai zunne. Die doen alleen maar uit hoogtes. Toch? Als rasechte Kempenaar kom ik uit

[Edit] Er is iets misgegaan met de inzending. Probeer nu de originele tekst weer even uit mijn hoofd te peuteren. Die had ik namelijk ingezonden via mijn telefoon. Tekst niet opgeslagen helaas.

't zand. Niet uit de klei getrokken dus. Ik ben alleen bekend met lage hoogtes. Koehoog. Maar mijn mooiste held blijft mijn Scheldheld. Ga hem maar eens goed bezien. Dat prachtige beeld aan de kaai van Antwerpen. Lange Wapper. Mijn held. Mijn onvervalste Scheldheld.


Toneelspelers voor de bühne (19-09-2017)

Wil wat doe jij vandaag aan?
Wat een rare vraag Max, iets chics. In vol ornaat.
Ik hou het vandaag wat gewoontjes, goed?
Oh, geen nieuw designdingetje van hoe heet ie ook alweer?
Nee, ik ga een beetje straight, doe jij je pak maar aan.
Maar waarom Max?
Omdat alles al op tafel ligt. Ik ga niet toneelspelen vandaag. Geen trek in. Er zijn al genoeg mensen die dat doen?
Ik ook?
Ja jij ook Wil, jij bent de grootste toneelspeler van allemaal.
Ja, ho eens even Max, ik vertegenwoordig wel het volk, wil je.
Ja, het volk wil je Wil. Houd dat vast.
Ik houd niets vast Max. Ik laat juist los. Vroeger moest ik een gek pakje aan en nu kies ik er zelf voor. Heb jij mijn sabel gezien?
Rechts in de keuken, naast het gasfornuis.
Thanx!
En je gaat niet weer de paarden op stang jagen Wil.
Nee, dat beloof ik.

Welke toneelspelers draven er vandaag allemaal op Wil?
Volgens mij zijn er geen afzeggingen Max. Iedereen komt vandaag een beetje netwerken. Hoedjes en pakjes gaan hand in hand. De kameraden.
Ja, ja, en oude schoenen. Net als vorig jaar. Het gaat nergens over. Het is geouwehoer voor de bühne. Ik vrees zelfs dat er dit keer niemand plankenkoorts heeft. Dat is toch zonde?
Je heb helemaal gelijk Max. Kouwe kermis. Maar ik doe mee. Ik houd wel van een beetje kermis.

Wil, heb jij mijn hoedje gezien?
Jij doet toch niet meer aan hoeden? Vorig jaar zij je nog 'hoed u voor hoeden'.
Je hebt gelijk Wil. Allemaal valse schijn. Waar is de bandana gebleven. Doe ik die aan. Lekker puh.
Nee, Max, niet de bandana. We gaan toch niet op de motor? We nemen de paarden en de koets. Ben je dat alweer vergeten?
Ach Wil, alsjeblieft, mag ik dit jaar niet als Maximas Banderas of Josine Depp? I love bandits! Dan doen we in ieder geval iets origineels. Het volk wacht daarop.
En ik dan zeker als Willinoppe Kruus? Gaan we niet doen Max.
Ga je wel cadeautjes geven Wil? En standjes? Of ben je tevreden met het afgelopen jaar?
Dat hou ik nog even geheim Max. Er moet nog iets geheim blijven,

Opschieten Wil, de koets is er al.
Ik kom.
Wil, Wil, het is een glazen koets. Niet weer hè.
Hoezo Max. Het klopt helemaal. We leven toch ook in glazen huizen?
Nou vooruit dan. Op naar kantoor.
Wel lachen hè Max. Daar houdt het volk van.


Vampierbeetjes (22-09-2017)

De grote dag is aangebroken voor Vlad Kiesvannics. Eindelijk mag hij aantreden, of liever gezegd aanvliegen, bij vampierenclub de Multitandos. Speciaal voor deze dag heeft hij zijn leren vel eens stevig opgepoetst. Als jongste telg van de beroemde vampierenfamilie Kiesvannics zou hij wel eens laten zien waarom de familie zo beroemd is. Maar beroemdste vampierenfamilie? Zijn dat niet de Dracula's? Nee, dat is een groot misverstand. De Dracula's zijn watjes vergeleken bij de familieleden van de Kiesvannics. En wel hierom.

Tijdens de laatste Roemeense Fladderoorlog in 1789 hebben de Kiesvannicsen de Dracula's een gigantische nederlaag bezorgd. Maar dat is tot op heden verzwegen. Sterker nog. Uit de geschiedschrijving geschrapt. De liters vergoten bloed waren nog niet gestold of de gênante geschiedenis werd al vervalst. Door een vreemde pennenlikker. Een historicus van lik me het vestje, ook wel bekend als Jimbuul Gumnicos. Nou ja, bekend. Niemand had er tot voor kort van gehoord. Maar dat terzijde. Hij was al heel lang fan van de Dracula's en kon de nederlaag van de Dracula's maar moeilijk verkroppen. Aanvankelijk kende hij, zoals het hoort, de overwinning toe aan de Kiesvannicsen. Met hele grote tegenzin pende hij aanvankelijk met Draculabloed de naam van de echte overwinnaars in het geschiedenis boek. Maar het stuitte hem al snel tegen de borst en veegde de naam, in reeds bijna geronnen bloed, snel uit. Hij doopte zijn pen opnieuw in de bloedpot en schreef in kapitalen DRACULA over de nu inmiddels wel geronnen bloedvegen. Edoch, de onderliggende naam bleef toch zichtbaar. Maar dat had Jimbuul niet gezien. Gelukkig maar. Achteraf gezien.

Kortom, de overwinning bleef door mondelinge overlevering (er was maar een geschiedenisboek en dat werd lang verstopt), tot ver in de moderne tijd toegekend aan de Dracula's. Totdat in 1978 de befaamde grafoloog Pyros Kiesvannics, en ja, vader van Vlad, de geschiedvervalsing ontdekte. Vanaf dat moment werd het pas echt oorlog tussen de beide vampierenfamilies.

Terug naar de aangebroken dag. De uitvliegdag van Vlad. Met slechts een opdracht. De tanden zetten in de leider van de Dracula's. Pyros was apetrots op zijn zoon en maande hem, nog voor de nacht aan zou breken, tot het verscheuren van graaf Dracula in hele kleine vampierbeetjes. Verpulveren moest Vlad dat liegebeest. En zo geschiedde.


Hartsvangers van Stavoren (23-09-2017)

Vlinders fladderen over mijn scherm. Doorzichtig en haast onzichtbaar. Maar fladderen ze nu echt, of verbeeld ik mij dat? Ik blijf kijken. Totdat er eentje opvliegt. Richting Stavoren. Ik volg en word een beetje misselijk van zijn onvoorspelbare wegbepalingen. Hoe dan ook, het gaat nog steeds richting Stavoren.

Hij krijgt veel bijval, de vlinder. Ik noem hem Rainbow Jimmy. Hopend dat het een man is. Hoe zie je dat bij vlinders? Of zijn deze hartsvangers onzijdig? Nee toch? Geen idee hoe dat zit bij sommige beesten. Neem nou mieren. Ik ken alleen een Truus. Maar zou er ook een Theo bestaan? Ik zoek het op. In de dierenencyclopedie. Op geheel eigen wijze. Eigenwijs. Van A tot Z neem ik het hele dierenrijk door. Wat een armoede. Nergens staat het bijgeschreven. M of V.

Ik besluit dan toch maar een woordenboek te nemen. Van A tot Z. Ik start bij aalscholver en eindig bij zwaluw. Kassa. Allemaal mannelijk of vrouwelijk. Ik ben gerustgesteld, maar heb er ondertussen wel een baard van gekregen. Een half jaar deed ik erover. Twaalfhonderddertien dieren heb ik geteld. Vreemd heel vreemd. Ik dacht toch wel dat er meer dieren vertegenwoordigd zouden zijn in de drie dikke delen van van Dale. Niet dus. Hoe gaat dat zijn over dertig jaar. Ieder jaar komen er weer duizenden nieuwe dierensoorten bij. Diep opgedoken uit oceanen en regenwouden. Ze verdienen allemaal een naam. Naast de vlinder, mier en olifant.

Eindelijk naderen we Stavoren. Een half jaar en dertien dagen verder. Rainbow Jimmy en ik. En achter ons een bonte stoet van mensen uit het land van Maas en Waal. Ze hebben veel plezier en zingen uit volle borst liedjes van Boudewijn Long en Robert de Groot. Wat een feest! Harten bonken. Zoeken contact. De liefde hangt in de lucht. Hartjes zweven. Wie gaat ze vangen?


Karmamamma (25-09-2017)

Ik heb een karmamamma. Iedere ochtend vouwt ze zich dubbel. Op een zacht roze matje. Met hele lieve muziek op de achtergrond. In haar pyama, met de gordijnen nog dicht. Behalve in de zomer. Dan mag het licht naar binnen schijnen. Gratis zonnegroetjes zijn gezond.

Soms slaakt ze ook kreetjes. Hele donkere, diep uit haar keel, of scherpe iele, voor in de mond. Bij de donkere diepe tuit ze de lippen. Die trillen dan mee, ritmisch op het bronstige geluid dat uit haar mond ontsnapt. Bij de scherpe iele trekt ze haar mondhoeken strak. Als een clown met geforceerde glimlach. De donkere kreetjes vind ik leuk. Bij de iele houd ik mijn handen voor de oren.

Het is allemaal goed voor het karma, vertelt mijn moeder. En iedere ochtend vraagt ze of ik niet mee wil doen. Mij niet gezien. Een beetje zweven boven een roze matje met de benen zigzag gekruist, de handen op de knieën en duim en middelvinger geringd? Geen denken aan. Nog liever ga ik naar de Efteling.

Maar het moet gezegd. Na het 'gekarm', zo noemt mijn mamma haar ochtendritueel, is zij altijd heel relaxed. Wat meteen veel zegt over de rest van haar zijnstoestand. Daar kan ik een boekje over open doen. Maar ik doe het niet. Heb ik beloofd aan mijn karmamamma. De wereld moet je niet alles vertellen. Die zit daar niet op te wachten. Veel beter is het om de wereld te voelen, in haar en zijn eigen zijn. Dat laatste snap ik nooit. Dat eerste kan ik nog inkomen. Volgens mamma heeft het te maken met mijn nog primitief ontwikkeld inlevingsvermogen. Het zal wel.

Bidden doet mijn mamma niet meer. Karmen is het nieuwe bidden. En het helpt. Voor eventjes. In de middag doet mijn mamma ook nog wat aan yoga. Na het strijken doet ze dan de plank en de schildpad. Soms ook de kraai. En als het heel goed gaat en ze zit lekker in haar vel, de kraanvogel. Ik mag gewoon even kleine egel zijn. Ze zet tijdens de yoga altijd muziek op van Chakra Kahn. Samen orakelen we dan, als de muziek afslaat nog wat Grieks. Ohhhhhhmmmmmm. Dat vind ik wel leuk. Mamma eindigt de yoga altijd met het aanraken van haar keypoint, de buiksleutel van een goed gevoel. Die zit ergens vlak onder de navel.

Het hoogtepunt van de dag is tegen de avond. Vlak voor het koken houdt mijn karmamamma altijd nog even een kleine klankschaalsessie. De deksels van haar gietijzeren Creusets lenen zich uitstekend daarvoor. Maar mijn favoriet is toch wel de vergiet met droge harde Basmanirijst. Als ik dan mijn ogen dicht doe, waan ik me heel even in een diep donker regenwoud. Van mijn gedachten uiteraard. De sessie eindigt altijd met een waterfluit. En dan komt papa thuis.


Dramadan, maar dan anders (29-09-2017)

Suiker. Ik wil veel suiker. Maar de winkel is dicht. Ik rol van ramadan in dramadan. Hel en verdoemenis. Ik moet suiker. Wacht, wacht. Ik weet het. Een oplossing. Ik heb namelijk een tante. In Marokko. Yes! Waar is mijn helicopter? Helicopter? Dat red ik nooit. Te weinig benzine. In mijn jet dan maar. Mijn Jumbojet. Wie spaart dat heeft wat, nietwaar? Maar waar heb ik hem gelaten? Op de zolder. Natuurlijk. Snel duik ik in de Turbanadozen. Gelukkig, in de derde zit ie al. Gespaard van Jumbozegeltjes. Mijn eigen Jumbojet. In mijn verbeelding tover ik de Jumbojet naar zijn oorspronkelijke proportie, met alles erop en eraan. Hij moet het wel doen. Gelukkig beschik ik ook nog over een megagrote vrachtwagen. Ook gespaard van Jumbozegeltjes. Ook die blaas ik op. Nu kan ik met mijn Jumbojet op de vrachtwagen naar het dichtsbijziende vliegveld. Bijziend ja. Want ook het vliegveld moet nog opgeblazen. In gedachten vlieg ik al over de Middelandse Zee. Waar woont mijn tante ook alweer? In een wit huis, voor zover ik mij kan herinneren. Daar naderen we de Pyreneeën. Ah ... Spanje. Mijn favoriete land. Al sinds mijn kind(s)heid. Olé. Meteen schiet de stad waar mijn tante woont in mijn hoofd. Casablanca. Natuurlijk. Wit huis. Hoe kon ik dat vergeten?
De landing is zacht. Midden in de woestijn. Is dit wel Casablanca? In de verte zie ik een vrouw met een hoofddoek op me aflopen. Zonder kameel. Ze kijkt me heel bezorgd aan. 'Suiker. Eet nu suiker!', schreeuwt ze. Langzaam kom ik bij. Wat een verhaal.

Webtales Workshop Schrijfopdracht September 2017

Alle problemen opgelost (12-09-2017) (In de Spotlight op Web Tales)

Problemen zijn net als woorden. Maar dan op zijn Frans. Paroles, paroles, paroles. Ik heb het proefondervindelijk uitgeprobeerd. Problemen, problemen, problemen. De mensen in het metrostation verklaarden me heel even voor gek. Sterker nog, ze keken niet eens meer welke metro er kwam. Neu. Ze stapten gewoon bij de eerste de beste metro die kwam in. Weg van alle problemen. Dat dachten ze. Nu hadden ze pas echt een probleem.

Nog meer problemen

Ik spring net op het nippertje mee de metro in. De schrik staat op het gezicht van de mensen te lezen. Nee, nee, nee, lijken de gezichten te zeggen. Ik zoek het eerste slachtoffer en schreeuw keihard in zijn oor. Problemen, problemen, problemen. Ik doe het in G-mineur. Dat komt snoeihard binnen, dat verzeker ik u. De man schreeuwt het uit. Stop, stop, stop. Ik krijg medelijden en spreek zijn buurvrouw aan. Problemen, problemen, problemen. In C-largo. Dat moet ze kunnen hebben. Wat een oren heeft die vrouw. Maar ook zij kan de woorden niet verdragen. Ook al heb ik ze nog zo mooi gezongen. Een meneer die alles rustig bekeken heeft tikt op mijn schouder. Dàt had nu net niet moeten doen.

Nog veel meer problemen

Het vraagt om een lucide aanpak. Geen idee wat dat is maar ik ga ervoor. Je hoort zo nu en dan wel eens wat. De man voor me wijst naar zijn mond, vervolgens naar zijn oren en schudt driftig met zijn hoofd van links naar rechts. Daarna draait hij met zijn wijsvinger snelle rondjes voor zijn oorgat en daarna houdt hij diezelfde vinger opgeheven voor mijn ogen en schudt daarmee wederom driftig op en neer. Dan valt het kwartje. Doof. Die man is doof. Houdt ie me nu voor de gek? Ik neem de proef op de som en schreeuw zo hard als ik kan. Problemen, problemen, problemen. Bijna alle passagiers plakken nu tegen de raam van de metro. Behalve de dove man. Stokstijf staat ie stil. Heel even. Dan valt ie neer. Dood?

Nu heb ik echt een probleem

Ik weet niet goed wat te doen. De passagiers gaan in een klein kringetje rondom de man en mij staan. De metro dendert intussen door. Heel irritant. Niets zo irritant als een kring mensen in een op hol geslagen metro. Ze plakken en ze stinken. De man blijft liggen. Ook al zo irritant. Niets zo irritant als een man op een vloer omringd door mensen in een op hol geslagen metro die plakken en die stinken. Ik kan maar een ding doen. Problemen, problemen, problemen. In Z-lentisimo dit keer. Ik weet wel wanneer ik me moet inhouden. Eureka. De man richt zijn bovenlijf op. En roept heel irritant. Heb ik u laten schrikken. Neu.

Alle problemen opgelost

Dat is werkelijk waar too much. Zo vinden ook alle omstanders. Oké ik maak dan wel veel lawaai. Heel veel. Maar faken, daaraan heeft iedereen een broertje dood. Wat er daarna gebeurde had ik u liever niet verteld. Maar het moet. Het kan haast niet erger lieve mensen. En masse heft het hele metrocompartiment zijn stem aan. In alle letters van het alfabet in alle tempo's. Sommigen ijl anderen weer zwaar diep. Tot op de bodem en skyhigh in koor. Problemen. Problemen. Problemen. Iemand trekt aan de noodrem. En ik kan het u vertellen, niet de stomdove man, doofstom. Nee. Maar hij vliegt wel buiten. Ik blij.

Les 1 Opdracht 1 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Suspense!


Stomdoof (13-09-2017)

Een stomdove man loopt over het perron van de metro. Het is nog vroeg. Zonder stok, want die heeft een stomdove man niet nodig. Althans dat denkt de man. Hij moest eens weten. Deze ochtend zou hij spijt krijgen van deze onbezonnen daad. Waarom? Dat vertel ik u zo. Ik ga vooralsnog eerst de spanning nog een beetje opbouwen. Naar een probleem, een groot probleem.

Ergens voelt de stomdove man toch wat argwaan. Een vreemd woord eigenlijk want wat is arg nu precies? Wanen kennen we wel. Toch? Nou, let op. De goede man heeft niet voor niets een feilloos gevoel voor wat er te gebeuren staat. Een zesde zintuig noem ik het. Op het perron lijkt alles rustig te verlopen. Een gewone doordeweekse ochtend. Maar zoals ik al zojuist voorzichtig aankondigde, schijn bedriegt. Niet dat ik de stomdove man als bedrieger wil duiden maar toch. Arg, wat geeft het ook? No problem.

Nee, u kent dat wel, zo'n dreigend unheimisch gevoel dat rondom metrostations kan hangen. Hitchcock zou er zowaar een puntje aan kunnen zuigen. Suspense. Niet meer dan dat. Totdat de metro het station komt binnenrollen. Zonder vogels, maar wel met piepende remmen. En dan gebeurt het. Het onverwachte.

'Problemen, problemen, problemen.' Een kleine long tall Bert met zwart haar, forse wenkbrauwen en een rode neus heeft zich uit de massa opgericht en zingt uit volle borst. Vals. Vals. Vals! Niet om aan te horen. De mensenmassa spurt zonder nadenken de metro in en kijkt verschrikt uit het raam. Althans de mensen die een plekje hebben weten te bemachtigen voor het raam. De stomdove man grijpt naar zijn stok. Arg. Mis!

Les 1 Opdracht 2 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Suspense!


Der Bomber (14-09-2017)

De zandloper staat op tafel. Heel langzaam zie ik het zand door het kleine gaatje stromen. En ik kan maar een ding denken. Laat het alsjeblieft heel even regenen in het bovenste deel van de zandloper. Kan dat? Nee, natuurlijk kan dat niet. Maar ik kan het wel denken, toch? Zodat het zand stroperig wordt en niet meer door het gaatje kan. Alsjeblieft. Ik moet toch ergens tijd winnen?

De zandloper staat nog steeds op tafel. Tien paar ogen staren me aan. Hoelang houd ik dit nog vol? Zie ik nu pretogen of bezorgde ogen? Ik kan het maar moeilijk peilen. Mijn eigen blik bevat maar een staat. Een staat van paniek. Ik voel ook tranen prikken. Nu al? Ik heb toch nog tijd? Mijn gedachten dwalen weer af. Wat als er nu een heel klein mannetje in de bovenste helft van de zandloper zou opstaan uit het zand? En dan, ja sorry, een heel klein poepje zou doen? Maar pas nadat hij driftig met zijn kleine handjes eerst een flinke kuil heeft gegraven. Kan dat? Ik stel het mezelf voor. Nee, dat gaat nooit lukken, graven en poepen tegelijk. Ik zie het zand steeds sneller stromen. Weg tijd.

De vraag, wat was nu ook alweer de vraag? Tien paar ogen staren me nog steeds aan. Een sportvraag. Wie scoorde in 1974 het bevrijdende doelpunt voor de Duitsers tijdens het WK voetbal? Wat een rotvraag. Hoezo bevrijdend doelpunt? Is dit een flauwe grap? Wil ik die vraag überhaupt wel beantwoorden? Maar opgeven is geen optie. Tien paar ogen kijken me op het moment suprême heel ernstig aan. Tien handen kloppen met hun vingers ongeduldig op de tafel. Hoezo tijdsdruk? De bonusvraag, in welke minuut werd er gescoord, laat ik schieten. Schieten, bombarderen? Der Bomber! Gerd. Gerd Müller! Ik zie de laatste korrel door het gaatje glijden. Shit! Weer verloren.

Les 1 Opdracht 3 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Suspense!


Goud in benen (15-09-2017)

Dick speelt advocaat van de duivel met engelengeduld. De mannen aan tafel kijken hem opgewonden aan. Zou deze man echt de oplossing hebben? Vanavond mogen ze wat langer opblijven en een spelletje spelen. In oranje pyjama's. De druk moet eraf, zo legt Dick uit. De mannen weten nog niet goed wat er boven hun hoofd hangt. Dick wel. Uitsluiting. Niemand wil dat. Maar Dick weet raad. Wie goed kijkt ziet ook dat er langzaam twee rode hoorntjes op zijn voorhoofd verschijnen. Spelletjes spelen helpt altijd.

'Wie is er aan de beurt?' Zenuwachtig kijken tien paar ogen naar Janssen, die vervolgens een kaart op tafel omdraait. 'Hoe heet de man die goud in benen had, maar datzelfde goud uit handen gaf toen bleek dat de verzekering niet langer zijn linkerbeen dekte en daarnaast ook nog eens een verkeerd merk schoenen droeg?' Wat een rotvraag, denkt Janssen en kijkt naar de zandloper die snel wordt omgedraaid. De tijd gaat in.

Het zand in de zandloper kleurt ineens goud. Dat kan toch niet. Tien paar ogen aan tafel zien hetzelfde. Dick grijpt in. Hij is niet voor niets advocaat van de duivel. 'Wie deze vraag weet mag de zandloper houden.'

Geroezemoes aan tafel. Robben steekt zijn vinger omhoog, wacht niet af en begint meteen te spreken.
'Dat is niet eerlijk. Janssen is aan de beurt en die vraag is veel te makkelijk!'
'Cruijff!', roept Sneijder ins Blaue hinein.
'Kop dicht Wesley, Janssen is aan de beurt!'
'Ho, ho!', valt Dick bij. 'Iedereen mag raden en Wes heeft gelijk. Het antwoord is Cruijff. Hij wint de gouden zandloper.'

Even blijft het stil aan tafel. Maar dan breekt de pleuris uit. Alle oranje pyjama's vallen elkaar ineens aan en zetten hun tanden in elkaars nekken. Bloed spat tegen het plafond. Wat gebeurt er nu? Dick ziet het allemaal met grote ogen aan. Heeft hij dan toch de macht? Twee grote rode hoornen op zijn voorhoofd knipperen fel aan en uit. Vervolgens wordt er luid op de deur geklopt. Ruud, die de deur bewaakt zet zijn fotocamera aan en gooit de deur open. Elf rode duivels vliegen naar binnen. De kamer verandert in een gekkenhuis. Totdat plots de zandloper stilvalt en weer kleurt in zandbruin.

Les 1 Opdracht 4 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Suspense!


De herfst was laat dit jaar (17-09-2017)

De herfst was laat dit jaar. De blaadjes bleven heel lang hangen aan de bomen. Evenzo de eikels. Was dit weer het zoveelste teken aan de wand? Aan de wand van het bos in de Ardennen?

Nee, dit is toch niet de tekst die Mischa voor ogen heeft. Een wand van het bos? Hoe komt ie erop. Dat gaat helemaal nergens over. En het ergste van al. Alle verdere inspiratie ontbreekt. Komop, denkt ie. Laat ik maar eens door een bos gaan lopen. Een echt bos. Niet zo'n plastic bos van IKEA.

Dat plastic bos had Mischa de afgelopen week nog bekeken. In een gids. Een kleurengids. Lelijk. Oerlelijk. Daar zou hij nooit en te nimmer inspiratie in vinden. Nee, dit keer moest hij als kunstenaar, als jonge schrijver, toch eens voor het echie kiezen.

Het deed Mischa denken aan de kunstacademie, waar ie geflopt was. Waar een boom van een kerel, luisterend naar dezelfde naam hem had voorgesteld eens een weekend in een kuil te gaan zitten. In een bos. En alleen maar waar te nemen wat er in die kuil gebeurde. Met de kuil en met hem. Een maffe opdracht die Mischa meteen had doen besluiten te stoppen met de academie.

Daan zit ie dan. In het bos dat nog herfst moet worden. Met een klein schepje graaft ie zich autobio. Hij doet er lang over. Hij is dan ook geen meesterschepper. Helemaal niet. Na drie uur spaden duikt hij in de kuil en geeft zich over aan het ontluiken van de herfst. Maar de herfst komt maar niet. De eikels vallen niet en evenmin de blaadjes.

Vier weken bivakkeert Mischa in zijn kuil. Zijn moeder komt hem af en toe voeren. En 's-avonds wordt er een klein grondzuil over de kuil gelegd. In een overlevingsslaapzak brengt ie de nachten door. En ja, na vier weken vindt hij dan eindelijk inspiratie, gaat naar huis en schuift aan tafel.

Maar laten we eerlijk zijn, lieve lezer. Het slaat als een tang op een varken. Toch? De tekst uit de eerste alinea kan niet echt door de beugel. Wel? Nou, helpt u dan Mischa verder in zijn kunstenaarschap. Alle ideeën zijn welkom. Zijn impresario houd zich war aanbevolen. Schrijven kan naar. Walnootstraat 12, 4367 CK Beukendorp. Graag ter attentie van Mischa Art. Dank u wel. Namens Mischa.


Les 2 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Inspiratieopdracht herfst


Vakantiebeleving (20-09-2017)

Ik zit in de auto. Dat kan zeven dingen betekenen. Ik ga naar mijn werk, ik doe boodschappen, ik ga op bezoek bij vrienden of familie, ik ga op museum- of theaterbezoek, ik toer wat rond, ik ga naar het benzinestation, ik ga op vakantie. Hiep, hiep hoera, bij de laatste optie. Of ben ik er toch nog een vergeten? Ja, natuurlijk. Ik zit bij iemand anders in de auto. Dat kan natuurlijk ook.

Je kent dat wel. Een auto. Zo'n ding op vier wielen, of zes, of acht, of misschien wel tien. Al naar gelang de bestemming. Vrachtauto's reken ik ook tot auto's. Maar wat als de auto nu plots een vliegtuig wordt? Kan dat dan? Ja, dat kan. Ik ga het u vertellen. Een vakantiebeleving, want dat was het.

Aan het benzinestation ergens in Italië, sta ik peentjes te zweten. Zo warm is het. Ik ben nog maar zeventien en een bezorgde moeder zou denken: 'Wat doet die jongen daar, zo alleen bij een benzinestation?'. Maar die moeder heb ik niet. Dus daar hoef ik me geen zorgen over te maken. Over de moeder dan. En vice versa.

Maar daar sta ik dan. Met het zweet op mijn voorhoofd en een kartonnen bord in de hand. Ik houd van simpel en direct. Holland staat er opgeschreven. In kapitalen. Want de automobilisten moeten het wel goed kunnen zien. Na lang wachten stopt er een dikke vette Mercedes. Anders kan ik het niet uitdrukken. Dit moet gevoeglijk bijvoeglijk verteld worden. Ik permitteer me dat. Ondanks de opdracht om bijvoegingen te mijden. Show don't tell.

Nou, de show was compleet. De chauffeur had echter wat argwaan. Of ik een briefje wilde ondertekenen dat hij niet verantwoordelijk was voor eventueel letsel berokkend tijdens de reis. Ach, wat kon mij nu gebeuren?

Les 3 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Schrijven is schrappen


Kale dialoog (21-09-2017)

Wassen en knippen?
Graag.
Mooi weer vandaag.
Ja, gisteren en morgen niet.
U bedoelt?
Precies wat ik zeg, gisteren en morgen niet.
Ja, ja.
Volgens Pien dan.
Armand?
Die ja, die kan het weten.
Hoezo?
Nou gisteren klopte het weer zoals hij voorspelde.
Ja.
Dan klopt het morgen weer.
Dat is een aanname meneer.
Klopt. Niets mis mee toch?
Let maar eens op. Overmorgen komt het uit.
Dat het weer van gisteren klopt?
Precies.
Nu heeft u mij tuk.
Daar heb ik geen zin in.
Waarin?
In Tuc.
U bedoelt?
Ik heb zojuist al gegeten.
Oh, die Tuc bedoelt u?
Een zout koekje.
Ja, dat smaakt niet bij de koffie.
Hoever bent u al kapper?
Halverwege.
Links of rechts?
Van allebei een beetje.
Overdwars dus.
Precies.
Geen bloempotkapsel hoor?
Nee, ik zou niet durven.
De vorige keer stak mijn vrouw spontaan rozen in mijn oren.
Het is niet waar?

Les 4 Opdracht 1 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Dialoog


Vergeten groenteman (Het verhaal) (26-09-2017)

Sta ik bij de groenteman, kruipt er een klein mannetje voor. Met een rollator. Ik denk wat krijgen we nu? Dat gaat hier niet gebeuren. Al een uur sta ik te wachten op drie mensen voor me die de meest onmogelijke dingen bestellen. De groenteboer houdt het amper bij. Hij moet zelfs 'nee' verkopen aan een van zijn klanten. Afrikaanse vijgentakken heeft hij niet. Nog nooit van gehoord ook. Kun je die überhaupt eten, denk ik dan. Of de groenteman even op zijn laptop wil kijken.

Laptop? Laptop? Dat is geen laptop. Dat is een weegschaal. O. Of de groenteboer dan vergeetviolen heeft. Wat? Vergeetviolen, groene. Groene? Groene vergeetviolen? Bestaan die dan? Wordt hier iemand voor de gek gehouden? Het lijkt er veel op. Achter in de zaak laat iemand van zich horen. Een luide bas klinkt. Ja, die zijn er zeker. Hij heeft ze gisteren nog gegeten.

De groenteman slaat nu een kruisteken en richt zijn armen omhoog. Lieve heer, zeg me dat het niet waar is? Nou, hij stak ze toch echt omhoog. Ineens wordt een beetje onduidelijk wie wat zegt. Eigenlijk wordt het hoogste tijd voor aanhalingstekens en namen. Maar zelfs die heeft de groenteboer niet. Wat nu? Gewoon opnieuw beginnen? Neu, geen denken aan.

Het kleine mannetje met de rollator staat inmiddels voor de toonbank. Met veel pijn en moeite kan hij maar net zijn pet op de toonbank leggen. Op zijn tenen. Dat wordt straks lachen als ie moet betalen. Dit is een hippe groenteman. Hier kun je alleen maar pinnen. Ananas en meloen. Wedden dat ik straks zijn pincode mag intoetsen? Mooi niet.

Het kleine mannetje dringt nog meer voor. Dat doet ie door met een paraplu lichtjes in de zij te prikken van zijn buurvrouw. Die schrikt en slaakt een klein gilletje. Ze slaat ook nog haar hand voor de mond en roept schalks: ‘Oeps’. Vervolgens slaat ze de kleine man keihard in zijn gezicht. Ik vraag me nu serieus af, was dat wel haar zij?

Tien kilo aardappelen wil de man en tien kilo wortels en vier netten grote uien. Drie keer raden wat het kleine mannetje de komende weken eet. Hij kijkt me onderzoekend aan terwijl hij zijn portemonnee trekt. Ik voel de bui al hangen. Voor mijn paard, zegt hij plotsklaps. Niet voor hemzelf hoor. Of ik even voor hem wil afrekenen? Hij kan niet bij de pinautomaat. Luid en duidelijk schreeuwt hij de cijfers in mijn oor zodra ik buk. Ik ben niet doof? Hij wel.


Vergeten groenteman (De dialoog)

“Hé, hallo, gaan we hier voordringen meneer? Dat ken echt niet. Gezien hoeveel mensen er nog voor je staan. Kleine koekenbakker.”
Het is inderdaad een heel klein mannetje met rollator dat probeert voor te dringen bij de groenteboer.
“Maar meneer, u ziet toch dat ik slecht ter been ben. Moet ik dan heel lang blijven wachten misschien? Waar is de hoffelijkheid gebleven?”
Een aantal mensen om mij heen kijkt me nu bedenkelijk aan.
“Vooruit dan maar. Opdondertje. Maar ik ga niet voor jou pinnen, als je dat maar weet.”

“Voor wie zijn de Afrikaanse vijgentak?”, roept de groenteman verstrooit.
“Voor mij Schillenboer, zet ze hier maar neer.”
De groenteboer is niet blij met zijn koosnaam, maar hé, het zijn en blijven klanten. Koningsklanten.
“Wat ga je er eigenlijk mee doen, Deus?”
Ook Deus is niet blij met zijn koosnaam, maar hé, het is wel de groenteboer en hij heeft Afrikaanse vijgentakken. Probeer die maar eens ergens anders te krijgen.
“Eh, weet ik nog niet Schillenboer, puree van maken denk ik. Ik moest ze meenemen van mijn vrouwtje, ons Sofieke.”
“Ons, ons, ons? Van wie is ze dan allemaal Deus?”
“Nou van Karel, Dre en Teun. Dat weet je toch? Flauwerd.”
De drie zonen dus, van Deus en Sofieke.
Schillenboer moet lachen. Net als de rest van de winkel.

“Dan heb ik hier nog een pondje groene vergeetviolen. Van wie zijn die?”
Geen antwoord. Geroezemoes in de winkel.
“Hallo, vergeetviolen, groene, van wie?”
“Dat heb je nou met die kleredingen, die worden altijd vergeten. Klootviolen.”

“Meneer, meneer, ben ik al aan de beurt?”
Het kleine rollatormannetje zwaait met zijn kleine petje boven de toonbank uit.
“Wie roept daar? Ik hoor u niet?”
Met een vette knipoog kijkt Schillenboer alle aanwezigen in de winkel aan.
“Hier, hier, hiero!”
“Oh, ben jij het weer pet, aan het voorkruipen zeker?”
“Neu, ik zou niet durven, die meneer hier achter mij liet me voor.”

“Ho, ho, wacht eens even!”, klinkt een iel hoog stemmetje naast hem. Daar staat een koket dametje op naaldhakken en staart het kleine rollatormannetje vanuit de hoogte heel erg uit de hoogte aan. “Ik ben aan de beurt!”
"O, ja!"
“Meneer, meneer, wat doet u nu. Oeh, ah, lekker, nee, nee.”
Met een grote smak slaat ze het mannetje met haar vlakke hand tegen zijn gezicht.
“Viespeuk!”

“Graag tien kilo aardappelen, tien kilo wortelen en vier zakken uien Schillenboer. En hij betaald.”
Ik krijg een pasje in mijn hand geduwd en ik buk. Vier cijfers schreeuwt ie in mijn oor en nog wat anders.
“Voor mijn paard. Begrijpt u wel?”

Les 4 Opdracht 2 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Dialoog


Boos (28-09-2017)

Ik ben verschrikkelijk boos. Zo boos ben ik nog nooit geweest. Het gaat alle boosheid te boven. En ik heb wat boosheden meegemaakt. Poe poe. Dat wil je niet weten. Natuurlijk wil je het weten. Maar ik ga het niet allemaal vertellen. Boos is eigenlijk mijn zijn. Kom je me ergens tegen, zie je me boos. Ook als ik lach ben ik eigenlijk boos. Hoe dat zo komt? Nou heel simpel. Boos geboren in een hele boze omgeving. Kan dat? Ja dat kan. Mij is verteld dat zowel de vroedvrouw als de dokter even terugdeinsden toen deze me voor het eerst zagen. Zo boos was ik al. Ik huilde niet. Ik krijste. Ik krijste een complete collectieve boosheid van pakweg tweeduizend maanden naar buiten. Het hield eenvoudigweg niet meer op.

Tweeduizend maanden? Ja, boosheid van tweeduizend maanden. Ik ga niet alles benoemen van die opgekropte, uitgelopen, collectieve boosheid. Ik zal slechts het begin benoemen. Op de dag af tweeduizend maanden geleden, 28 januari 1851 om precies te zijn, keerde mijn familie de goedheid voorgoed de rug toe en stortte zich in boosheid. Wat volgde is een herhaling van zetten, keer op keer, generatie op generatie. Het werd altijd doodgezwegen. De grondslag van de boosheid. Jammer maar helaas. Alles werd erbij gesleept om toch maar de boosheid te kunnen plaatsen. Boosheid moest een reden hebben.

Totdat er in de jaren vijftig een omslagpunt kwam. De hippietijd moest nog aanbreken. Maar onze familie was er al snel bij. Boosheid moest men koppelen aan liefde. Aldus geschiedde. Het is daarom dat ik zeg dat mijn boosheid eigenlijk geen boosheid is maar liefde. Kijk, dat klinkt al veel liever, leuker en gezelliger, toch? Met zo iemand wil u wel in contact treden, toch? Zeker als de liefde ook een beetje stout is. Mag. Niets leuker dan stoute liefde. Maar let op. Eigenlijk draait het hier om stoute boosheid. In ons geval. In mijn geval. Boos is lief. Onthoud dat goed.

Lief

Omringd door louter lieve mensen heb ik altijd mijn boosheid ingeslikt. Is dat verstandig? Buikpijn heeft het mij opgeleverd. Aanhoudende buikpijn. Alleen maar om de liefde te dienen. Wie wil nu niet dat de ander lacht en blij is? Daar is voor boosheid geen enkele plek. Ik weet het, het is nooit leuk om alleen maar boos te zijn of boosheid uit te stralen. Daarmee maak je geen vrienden. Maar toch? Is de mantel der liefde dan zo’n warme deken? Ik weet het niet.

Ik vertrouw zelfs de mantel van Sinterklaas niet meer. Nooit gedaan overigens. Sinds ome Toon mij vertelde dat die mantel een nepmantel is die helemaal niet uit Spanje komt, ben ik voorgoed afgehaakt bij goedheid in mensheid. Zeker toen ome Toon mij heel duidelijk aanwees, op de rug van Sinterklaas, waar onze asbak had gestaan? Onze asbak? Ja, want het was ook ons rode tafelkleed, dat de Sinterklaas om zijn nek had geslagen. Nou ja, eigenlijk nog niets aan de hand, want Sinterklaas vergeet ook wel eens iets en misschien was zijn mantel wel in de was. Zo probeerde de familie de boel nog te redden. Maar toen andere ome Toon zijn baard omlaag trok en in zijn mond een glaasje jonge jenever knikkerde, toen wist ik genoeg.

Fake, fake, fake. Ik leef in een fakewereld. Hoe kan ik dan nog lief blijven? Nou, niet zo moeilijk. Voor de cadeautjes natuurlijk. Want die wilde ik niet missen. Gelukkig was ik nog steeds omringd door lieve mensen, en een hele boze. Ome Toon de eerste sprong werkelijk waar uit zijn vel. Hij kwam voor mij op. Supertof. En al mijn woede ventileerde zich in ome Toon. Wie nog een keer dit mannetje voor de gek zou houden, zou te maken krijgen met ome Toon.

Andere ome Toon was intussen omgevallen. Klaar. Uitgeteld. En de rest van de familie kon alleen maar lachen. En lief zijn. Maar was dat dan wel echt? Ik twijfelde voort aan alles. En ik zal het u eerlijk zeggen. Ik twijfel nog steeds. Aan alles. Maar hoe dan ook. Alles beter dan boos. Veel beter ben je lief. Zelfs in het spelen. Lief spelen werkt altijd.

Les 5 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Ontdekkend schrijven


In de bus met Trudie Kortjakje (02-10-2017)

Honderdenzes wordt Trudie Kortjakje vandaag. Je zou het niet zeggen. Ze ziet er maar voor de helft zo uit. De andere helft is vijfentwintig. De bovenhelft zogezegd. Trudie gaat op bezoek bij haar tweelingzus Funny. Die is van hetzelfde kaliber en net zo vief. In de verte ziet ze de bus al aankomen. Stoer steekt Kortjakje de duim omhoog. De bus die moet wel stoppen bij Langelindelaan 4.

Met een diepe zucht ploft de deur open. Kortjakje hijst zichzelf naar boven. Haar onderkant is toch wel oud. De benen willen amper mee. Die hebben vandaag geen zin in lopen. Ze blijven veel liever staan. Stevig spoort Trudie beide benen aan.

"Graag een retourtje Waaghalslaan, meneer de buschauffeur."
"Weet u dat wel zeker, mevrouw Kortjakje?"

Haar blik is veelzeggend. Trudie is niet van de grappen. Ze tuurt even snel de bus in. Shit, stampvol. Shit, een nieuw woord uit het kersverse vocabulaire van mevrouw. Ze volgt namelijk al drie weken een cursus Haags straatslang.
Ze telt vijf euro dertig neer op de kleine schuifla.

"Het is weer druk vandaag, Bernhard."
"Komt goed, mevrouw."

Een korte blik van verstandhouding stemt Trudie gerust.

Op de eerste tien stoelen van de bus zitten grote, lange, slungelachtige puberkabouters met oortjes in en telefoontjes in de hand. Hun verhoudingen van lijf en ledematen zijn nog buiten proportioneel. Uit de boekentassen onder de stoelen puilen dikke boterhammentrommels. De elastieken staan op springen. Snel loopt Trudie door. Ook achter in de bus is geen plek. Nors kijkt ze richting Bernhard. Die heeft Trudie's trage wandelgang nauwlettend in de spiegel gevolgd. Hij weet nu wat te doen.

"Hallo, hallo, attentie, attentie. Wil er iemand achterin even plaats maken voor mevrouw Kortjakje, ze is al honderdenvijf!"
"Honderdenzes vandaag!, gilt Trudie keihard terug.

De hele bus schiet wakker. Als oudsopraan van het beroemde Nationale Balalaika Koor uit Boedapest staat ze nog steeds haar vrouwtje. De puberkabouters voor in de bus laten van schrik hun telefoontjes los en grijpen naar de oren. Nee, de oortjes zitten er nog in. Hoe is dat mogelijk? Dwars door vier oren heen, komt ze vierkant binnen.

"O, maar dan gaan we even zingen voor Trudie jongens ... met z'n allen ...!", schreeuwt Bernhard door de microfoon.
"Lang zal Trudie leven, lang zal Trudie leven ... lang zal ... in de Gloria ... hiep, hiep, hoera!"

Intussen heeft een busbewoner plaats gemaakt voor Trudie. Onderuitgezakt zit ze in de zetel. Een hoopje mens dat Trudie heet. Trudie heette. Trudie is niet meer.


In de bus met Trudie Kortjakje (Extended version)

Honderdenzes wordt Trudie Kortjakje vandaag. Ze heeft twee armen, twee benen en een hoofd. Alles stevig ingepakt in bontmantel. Ze mag dan wel Kortjakje heten, haar mantel reikt tot over de enkels. Het vriest namelijk om en nabij de vijfentwintig graden. Honderdenzes. Je zou het niet zeggen. Ze ziet er maar voor de helft zo uit. De andere helft is vijfentwintig. De bovenhelft zogezegd. Trudie gaat op bezoek bij haar tweelingzus Funny. Die is van hetzelfde kaliber en net zo vief. Met dit verschil, dat Funny niet zo grappig is als Trudie. Eigenlijk hebben de ouders verkeerde namen geplakt op hun dochters. Maar dit terzijde. In de verte ziet ze de bus al aankomen. Stoer steekt Kortjakje de duim omhoog. De bus die moet wel stoppen bij Langelindelaan 4, een mooie laan vol grote zomereiken, zonder blad, het is immers winter. Al vier weken.

Met een diepe zucht ploft de deur open. Kortjakje hijst zichzelf naar boven. Haar onderkant is toch wel oud. De benen willen amper mee. Die hebben vandaag geen zin in lopen. Ze blijven veel liever staan. Stevig spoort Trudie beide benen aan. Dat doet ze met een klein leren zweepje, dat ze met ferme uithalen, achter op haar dijbenen loslaat. Ze moet wel stevig slaan om effect te sorteren door het dikke bont. Maar het gaat vooruit. Langzaam.

"Graag een retourtje Waaghalslaan, meneer de buschauffeur."
"Weet u dat wel zeker, mevrouw Kortjakje?"

Haar blik is veelzeggend. Trudie is niet van de grappen. Ze tuurt even snel de bus in. Shit, stampvol. Shit, een nieuw woord uit het kersverse vocabulaire van mevrouw. Ze volgt namelijk al drie weken een cursus Haags straatslang.
Ze telt vijf euro dertig neer op de kleine schuifla.

"Het is weer druk vandaag, Bernhard."
"Komt goed, mevrouw."

Een korte blik van verstandhouding stemt Trudie gerust.

Op de eerste tien stoelen van de bus zitten grote lange slungelachtige puberkabouters met oortjes in en telefoontjes in de hand. Hun verhoudingen van lijf en ledematen zijn nog buiten proportioneel. Uit de boekentassen onder de stoelen puilen dikke boterhammentrommels. De elastieken staan op springen. Snel loopt Trudie door. Ook achter in de bus is geen plek. Nors kijkt ze richting Bernhard. Die heeft Trudie's trage wandelgang nauwlettend in de spiegel gevolgd. Hij weet nu wat te doen.

"Hallo, hallo, attentie, attentie. Wil er iemand achterin even plaats maken voor mevrouw Kortjakje, ze is al honderdenvijf!"
"Honderdenzes vandaag!, gilt Trudie keihard terug.

De hele bus schiet wakker. Als oudsopraan van het beroemde Nationale Balalaika Koor uit Boedapest staat ze nog steeds haar vrouwtje. De puberkabouters voor in de bus laten van schrik hun telefoontjes los en grijpen naar de oren. Nee, de oortjes zitten er nog in. Hoe is dat mogelijk? Dwars door vier oren heen, komt ze vierkant binnen. Ook de mensen van de middenrij laten van schrik alles los wat ze vasthadden. Met het bizarre gevolg dat er nu plots zeven goudvissen wegspoelen richting busputje achtervolgd door een wilde hongerige poes, die weer achtervolgd wordt door een leipe teckel. Ja, echt waar. Het lag aanvankelijk allemaal op schoot.

Dit kan Bernhard niet over zich heen laten gaan, zo maar laten passeren en hij parkeert de bus even langs de kant.
"Oké jongend, maar dan gaan we even zingen voor Trudie ... komop met z'n allen ...!", schreeuwt Bernhard door de microfoon.
"Lang zal Trudie leven, lang zal Trudie leven ... lang zal ... in de Gloria ... hiep, hiep, hoera!"

Intussen heeft een busbewoner plaats gemaakt voor Trudie. Onderuitgezakt zit ze in de zetel. Een hoopje mens dat Trudie heet. Trudie heette. Trudie is niet meer.


In de bus met Trudie Kortjakje (Limited version)

Honderdenzes wordt Trudie Kortjakje vandaag. Ze gaat op bezoek bij haar tweelingzus Funny. In de verte ziet ze de bus al aankomen en steekt haar duim omhoog. De bus stopt bij Langelindelaan 4.

De deur ploft open. Kortjakje hijst zichzelf naar boven.

"Graag een retourtje Waaghalslaan, meneer de buschauffeur."
"Weet u dat wel zeker, mevrouw Kortjakje?"

Haar blik is veelzeggend. Trudie is niet van de grappen. Ze tuurt even snel de bus in. Shit, stampvol. Ze telt vijf euro dertig neer op de kleine schuifla.

"Het is weer druk vandaag, Bernhard."
"Komt goed, mevrouw."

Op de eerste tien stoelen van de bus zitten grote puberkabouters met oortjes in en telefoontjes in de hand. Snel loopt Trudie door. Ook achter in de bus is geen plek. Nors kijkt ze richting Bernhard. Die heeft Trudie's trage wandelgang nauwlettend in de spiegel gevolgd. Hij weet nu wat te doen.

"Hallo, hallo, attentie, attentie. Wil er iemand achterin even plaats maken voor mevrouw Kortjakje, ze is al honderdenvijf!"
"Honderdenzes vandaag!, gilt Trudie keihard terug.

De hele bus schiet wakker. Als oudsopraan van het beroemde Nationale Balalaika Koor uit Boedapest staat ze nog steeds haar vrouwtje.

"O, maar dan gaan we even zingen voor Trudie jongens ... met z'n allen ...!", schreeuwt Bernhard door de microfoon.
"Lang zal Trudie leven, lang zal Trudie leven ... lang zal ... in de Gloria ... hiep, hiep, hoera!"

Intussen heeft een busbewoner plaats gemaakt voor Trudie. Onderuitgezakt zit ze in de zetel. Een hoopje mens dat Trudie heet. Trudie heette. Trudie is niet meer.

Les 6 Workshop Schrijfopdracht Web Tales: Ontdek jouw stijl

Webtales Gedichten September 2017

Mensgericht (20-09-2017)

Mensgericht

Dier plant
Dier mens
Skip dier

Plant dier
Plant mens
Skip plant

Mens plant
Mens diert
Skip mens

Ad vo kaat
Kaat vo ad?
Vo ad kaat

Rechter
Linker
Verdict

Richt op mens
Mens richt op
Mensgericht


Talisman (21-09-2017)

Taal is man
Man is taal
Popla kennen we allemaal

Taal eens man
Taal eens vrouw
Popla kennen we allemaal

Ik draag je op mijn hart
Jij hangt op mijn borst
Popla kennen we allemaal

Breng je mij geluk
Ik zal er niet om talen
Popla kennen we allemaal

Ik hou je vast
Omarm je stevig
Popla kennen we allemaal

Zelfs in kleine kamers
En toch, ik buk, daar ga je talisman
Popla kennen we allemaal


Vino, vino, waar is de wijn? (21-09-2017)

Vino amarosso
Op de wang een beetje blosso

Afrikaner Italiano
Im Keller oder Bistro?

De buik
Lieflijk omvat

Hoofd omver gesabeld
Champagne and wine

De boot vaart heen
Met glasscherven in de boeg

Aan het touw daar hangt nog kurk
Ho, ho, oppassen voor mijn jurk

Het zout dat mag passeren
Rode vlekken in mijn kleren

Wit wast beter weg
Riessling Schatz, Dash past goed

Geist im Keller
Wir fahren loss

Nach Lotz?
Nein, nach Sankt Rosé.

Hollikadé
De wijn dat is mijn zee.

(Inzending voor publicatie menukaart Restaurant de Liefde te Doesburg)


Zuipen is een kunst (26-09-2017)

Gin tonic
Bakje Bav
Bacardi Cola
Triple Duvel nondeju

Ranja ohne rietje
Klare met
Gemeentepils met bubbels
Bruidstranenhuilbui Joke bruis

Choc on the rock
Martini albino
Cape fear
Isostar

Shaken don't disturb
Wodka Wanda Wladimir
Dropshot
De Pisang

Milkyway naar Mars
Mellowcake
Mandarijnensap in Malibu
Bittersweet mint and lemon

Sinaasappel suiker
Trink trink Brüderlein trink
Irish Coffee Jägerthee
Schnaps im Stiefels

Biertje?
Mort subit?
Alcoholis horizontalis
Junge kommt nie wieder

Epistel Paultje
Apostel Proost
Sinas Smile
Ad volente libitum fundum

Zuipen zoepen
Waxen wieksen
Slempen slobberen
Slokken slurpen

Zuigen zoegen
Hijsen pimpelen
Bakken rammen
Brokje leggen

Brak-even-point
Huugotje peerdenpis
Torrezatte kroegtijger
Walhalla zaligheid


Griest komt uit de biest (27-09-2017)

Griest komt uit de biest
Niet geschikt voor pannenkoek
Wel als kalvenpap


Vreemde trouwkaart (28-09-2017)

Zwart komt ie binnen
In een witte envelop

Met een gouden randje
Tegelijk met het nieuws

En een bosje bloemen
In cellofaan

Ongelofelijk
Het is gedaan

Met Theo en met Thea
Ze gaan trouwen

Na pakweg vijftig jaar gedeeld in leed
Wordt hier een huwelijk gesmeed

Van treurnis en verdriet
Met nog vele jaren in het verschiet

Ik kan niet lachen
Slechts huilen

Waarom doen zij dit elkaar aan?
Aan het bijna einde van hun bestaan

Ruzie, trouble, herrie, oorlog
Wie maakt wie nu blij?

Trouwen op je sterfdag
Hoe kom je daarbij?

Hoe dan ook
Bedankt voor de brief

Het scheelt tenminste postzegels
En heel veel cake

Het spijt me dit te moeten zeggen
Maar ik kan echt niet deze week


Dramadan (29-09-2017)

Bolsjewiek uit Afghanistan
En Pietje Pukkeflet uit Madurodam
Het zijn zo van die namen
Kan niemand echt beramen

Pipi uit Tantesjiekie
En de Fons uit Borgerwiki
Of Leo uit Omega Konteo
Merantie Miranda uit Veranda

Ik heb ze niet gegeven
Ze komen zomaar uit de lucht gezweefd.
Beerke Puntje uit de Duim
Pinkeltje en Plas uit Wolkewietje

Maar de leukste van al
Is Corrie Koket uit Cape Carnaval
Hoewel ze eigenlijk niet kan tippen
Aan Alexander van Xantippe

En wat te denken van Artholomeus Dromedaris uit Schenk
Familie van Baard Staartjes uit Sesamstraatjes
Of Wieteke van Gort uit Dramadan
Niet te verwarren met Oliver uit Kazachstan

Toch liever gewoontjes, Jan, Klaas of simpelweg Trompet
Berend, Boudewijn, Willem, Ron, Eva, Mies of Matthijs
Of gaan we nog effen dubbelen
Met Peterjan, Karelkees, Theatruus en Wiebewubbelen

Namen noemen bij het beestje
Aap uit Naab, Krokodil uit Mandril
Zijn het geen prachtige geboorten
Mien uit Stien en Stien uit Mien

120 Woorden September 2017

120 Woorden (120W) is een website gerund door vrijwilligers waarop ik kleine stukjes van exact 120 woorden plaats. Meestal aan de hand van opgelegde themawoorden.
Motto 120 Woorden: Er wordt veel te veel geschreven en daardoor veel te weinig gelezen. Weg met de breedsprakigheid. 120 woorden is precies genoeg.


Beschuitkomst (02-09-2017) (Themawoord: Uitkomst)

Vijfentwintig kindjes geboren en de beschuiten zijn op. Wat nu? En wat ging eraan vooraf?

Het betreft in deze vijfentwintig unieke kindjes. Dus geen twins of andere varianten. Ergo, vijfentwintig concepties zo’n negen maanden geleden. Frapant genoeg ook de fase waarin de beschuitcrisis zijn of haar aanvang nam.

Bij Bolletje om precies te zijn. Zij besloten over te gaan op vierkante productie. En zoals het volgers betaamt, zij volgden de marktleider. Ergo, geen rond beschuit meer. Sterker nog. De lekkernij verloor zijn geldigheid. De naam beschuit mocht niet langer gebruikt worden.

Zelfs de Dikke van Dale, het Groene boekje en alle andere Nederlandse taalinstituten haalden het beschuit onderuit.

Vijfentwintig baby's kloppen op hun kin. Het bestaat niet. Ze willen Bolletje!


A2 +B2 = C2 (03-09-2017) (Themawoord: Uitkomst)

Abracadaba heb ik nooit goed begrepen. Hoe dat zo kwam? Een wiskundeleraar in de brugklas die het zelf nauwelijks begreep. Kan dat? Ja dat kan. Kende zelf de stof die noodzakelijk was voor de brugklas maar wist het niet goed uit te leggen. Uitkomsten zonder uitkomst helaas.

Halverwege het jaar nooit meer gezien. Zonder verdere uitleg. Had bijna medelijden met hij die het allemaal niet wist uit te leggen. Wat ik me nog kan herinneren. De leerlingen achter in de klas die tegen elkaar zeiden, toen de leraar vastliep bij de huiswerksommen op het bord: zullen we het hem nu vertellen, of wachten we nog even. Hij gaat binnen nu en drie zinnen de mist in. We wachten nog effe.


Domummieren (04-09-2017) (Themawoord: Mummie)

Domummieren, een contradictio in terminus of een tautologie? Hoe dan ook, domummieren zijn zeer stijlvol en stijlvast. Ze keren immer terug naar huis. Maar, dan moet dat huis wel honkvast zijn. Anders kunnen zij met hun groen (ja, ze zijn groen) glanzende strakke pantsertjes niet door de poorten die ze zelf hebben opgeworpen.

Deze ieniemieniemieren, ze zijn nauwelijks waarneembaar met het blote oog, friemelen wat af op weg naar hun thuishonken. Maar willen ze eigenlijk wel thuiskomen? Wie goed kijkt ziet deze noeste arbeiders der natuur toch regelmatig twijfelen in de richting die ze willen gaan met hun zes pootjes.

Dit succesvolste dierenvolk op aarde vindt haar thuis overal. Waarmee we de domummier, als term, aldus kunnen kwalificeren als tautologie.


Mummiek (05-09-2017) (Themawoord: Mummie)

Je ziet het wel vaker op televisie, mummiek. De techniek van uitzichtloos in de camara kijken. De kijker vervolgens laten denken wat ie wil.

Enkele beroemde tv-karakters beheersten deze tactiek tot in den treure. Wat te denken van Ridge, de complete familie Ewing, vrijwel alle karakters uit Peyton Place. Swiebertje, Dorus, Arnie, om ook een paar locals te noemen. Met lege ogen de camera inkijken.

En de kijker maar invullen, de romantische gedachten, vertwijfeling, de pijn, de verwondering, de afschuw. Allen met lege blik. Kan dat dan? Bij zulke diverse emoties? Zeker.

Hoe goedkoper de televisie, hoe goedkoper de blikken. De kijkers willen door de week geen dubbele blikken onderhuids. Nee, ze willen helderheid, zuiverheid. Hapklare eenvoudige soap en humor.


Mummiemanieren (06-09-2017) (Themawoord: Mummie)

Mummiemanieren, in de wandelgangen ook wel zombiefanfare genoemd, kennen een lange geschiedenis in theater en film. De film Nosferatu zet in de jaren twintig de trent.

Met mystiek omgeven doolt de titelfiguur, een verwezen mummie, al snel via het witte doek, linea recta door je brein. Via de Adams Family krijgt hij in de jaren vijftig gelukkig een wat meer luchtigere invulling en kunnen we weer lachen om zombietaferelen en mummiespel.

De zombiedans van ene zekere Michael in de jaren tachtig zal echter nooit en te nimmer meer van ons netvlies en uit ons individuele en collectieve geheugen verdwijnen. Daar kan Efteling’s Spookhuis nog een puntje aan zuigen. Niemand beats Michael Jackson’s Thriller. Hooguit boze wolf en zijn zeven geitjes.


Gummiemummie (06-09-2017) (Themawoord: Mummie)

Onlangs werd een bijzondere vondst gedaan bij opgravingen in Amsterdam. Een gummimummie, een stoffelijk overschot bestaand uit een skelet en een merkwaardig vel, een gummivel. Heel vreemd.

Wetenschappers bogen zich over het vel van gummi. Weliswaar was men bekend met twee soorten van mummificatie; door conserverende bewerkingen of door natuurlijke omstandigheden, maar dit betrof een kruising.

Gummi was er toegepast, dat moest wel. Maar het pikzwarte uiterlijk kon alleen ontstaan zijn door zwarte steenkool, niet toevallig aanwezig in de gang waar ze de gummimummie vonden.

Naast de mummie werd ook een vreemd rood gewaad, een mijter en een staf gevonden. De conclusie werd al snel getrokken. Hier was sprake van gummigeklaas in plaats van houtgeklaas, steenkolenpolitiek en pepernotendramatiek. Bijna Sinterklaas.


De snor van Dalí (06-09-2017) (Themawoord: Mummie)

Die staat nog steeds omhoog. Zo zijn de bevindingen na de opgraving van zijn gebalsemde corpus. De man bekend van zijn wonderlijke kunsten en zijn extravagante levensstijl was een icoon onder de surrealisten van zijn tijd.

Hoe hoog stond die snor dan? Dat is een interessante vraag. Volgens de dochter van de poetsvrouw in huize Dalí erg hoog. Zo hoog dat hij er geslachtsgemeenschap mee kon bedrijven. Hoe sterk! Dat wilde de wilde dochter dan wel onderzoeken. Wie weet paste haar die snor wel?

Maar helaas. Mummie Salvador beschikte niet over de juiste genen qua voortplanting. Mispoes dus. Geen centen en geen roem valt de dochter van de poetsvrouw ten deel. Misschien nu de zaak beter afstoffen en verder leven.


Mummie (10-09-2017) (Themawoord: Mummie)

Het is de lekkerste mie van de wereld. Mummie. Zelf gemaakt door ons mam. Die komt uit Engeland. Ons mam. Niet de mie. Als ze uit Nederland was gekomen had de mie gewoon mammie geheten.

Mijn vader, uit Nederland, is meer van de taart. Die maakt het liefst hartige taart. Pappie. Eigenlijk moet het dadpie heten, volgens mammie, maar pappie klinkt veel leuker.

Mijn moeder is geboren in Hongkong. Ze eet zelf het liefst Aziatisch. Lekkere vette worst uit Azia, een klein dorpje vlakbij Köln. Aziatisch is Aziaworst gegarneerd met augurk en zilveruitjes.

Ik edoch blijf haar mummie het lekkerste gerecht van de wereld vinden. Mummie van mijn mammie. Op de tweede plaats komt dan de pappie van mijn vader.


Publicola stupidico (11-09-2017) (Themawoord: Quaestor)

Hij was er al vroeg bij. Publius Valerius Publicola. De eerste schatbewaarder in de Romeinse tijd. Voor Jezus Christus wist hij al waar Abraham zijn mosterd moest halen en ook in welke hoedanigheid.

Toentertijd was het zoete zwarte vocht al goud waard. Had hij zijn nakomelingen maar beter geïnstrueerd, dan waren ze nu poepierijk geweest en machtig. Had Publicola het receptuur destijds beter uitgewerkt, ten gelde gemaakt, gepatenteerd en doorgegeven, dan hadden zijn nakomelingen niet zoveel armoede geleden.

Quaestor toutalis riskantos nixos approciendos e pechos. Het zij zo. De knip op de beurs, dat moest Publicola houden van zijn vrouw. Sinasprilla Sevenuppes heeft hem weerhouden geschiedenis te schrijven. Een godendrank heeft eeuwenlang helaas het licht nooit gezien, onbeproefd tot 1886.


Aqua es tornado (11-09-2017) (Themawoord: Quaestor)

Ik hou me vast aan… Ja, aan wat? Ik bind me vast aan… Ja, waaraan? Water stijgt tot aan mijn lippen. Ik strek mijn tenen. Heel even. Dan adem ik water. Zout en zilt en ik ga kopje onder. Verlies mijn bewustzijn heel langzaam.

Zeepaardjes zwemmen aan me voorbij. Hee, komen die hier voor? Ik slinger me om de nek van een van de kleintjes. Onder de waterspiegel hebben zij ongekende vaart. Ik word langzaam meegenomen. Word misselijk van het langzame heen en weer gewiebel. Maar ho, ik ga vooruit.

Op een vreemd strand spoel ik aan. Men spreekt Frans, in mobiele telefoons en op tablets.
Ik lees in een browser: aquaestornado.Fr
Eronder in tekst: Va bien!
Ik ben gered.


Europees jokeren (12-09-2017) (Themawoord: Quaestor)

Een favoriet kaartspel veelvuldig gespeeld onder europarlementariërs. Sommigen zijn zo fanatiek in dit spel dat ze iedere ochtend zich haasten om een handtekening te zetten op het aanwezigheidsformulier dat carte blanche geeft om de rest van de dag te jokeren.

De fanatieksten zitten op de afdeling Financiën van het Bureau van het Europees Parlement. Ongekend zijn de resultaten van de famous group 2007-2009, ook wel bekend onder de naam Quaestores Schoppen Zes. De namen wil ik u niet onthouden. Mia de Vits, Szabolcs Fazakas, Ingo Friedrich, Astrid Lulling, Jan Mulder en Jim Nicholson.

Astrid Lulling, de fanatiekste in dit exquise gezelschap jokeraars, ontving nog ooit de Orde van de Eikenkroon. Dat bombardeerde haar meteen tot de grootste joker aan tafel.


Sleutelwoordenbewaarder (13-09-2017) (Themawoord: Quaestor)

Roger was een slechte thesaurier. Als schatbewaarder van de Thesaurus Linguae Latinae had hij nog veel te leren. Het naslagwerk sprak echter slechts boekdelen en wartaal. Even overwoog hij contact op te nemen met conculega Sean en mevrouw Geldstuiver, maar zij gaven niet thuis.

Achter het woord thesaurier had hij nog het woord quaestor zien staan. Maar Roger had niets met synoniemen, laat staan met hyperoniemen of hyponiemen. Als houder van het ontsluitingsmiddel, waarbij unieke concepten door hiërarchische, equivalente en associatieve relaties verbonden zijn, die voorzien in een semantisch netwerk voor het toegankelijk maken en koppelen van collectiegegevens, wist hij niet hoe de sleutel in het slot te steken. Hij voelde zich verbannen in een talig doolhof, een slechte conquastordor.


Löyly sessie (20-09-2017) (Themawoord: Fluim)

Trouwe Finlandgangers voorop. Maar ook inheemse saunagangers zullen bekend zijn met dit hippe fenomeen. Zittend in een sauna volgestouwd met mensen van diverse gewichtscategorieën en sexen. Want het is hip en zeer geliefd zo’n Löyly sessie.

IJs op het vuur. Puffen en nog eens puffen. De vlaggeman in het midden zwiert met een grote vlag of natte handdoek richting tribunes, waarop het gepeupel de warme lucht en geur ontvangt en opsnuift. Sommigen zitten in yogahouding andere buigen voorover, met het hoofd tussen de knieën. Veuls te warm.

Ik kijk naast me. En ja, hoor daar zie ik hem hangen. Een lullige fluim onder de neus van mijn buurman. Een lichte walging maakt zich van mij meester. Hopelijk blijft ie hangen.


Kwispedoor (20-09-2017) (Themawoord: Fluim)

Komt een zwerver de kerk binnen. De kapelaan die voor in de kerk het altaar een grote beurt geeft ziet, nee ruikt, de zwerver aankomen. Een oude bekende. En hij zal wederom hetzelfde vragen. Maar dit keer heeft kapelaan goed nagedacht. Hij zal hem hebben.

Of hij misschien een slokje wijn mag drinken? Zie je wel. De kapelaan krabt zich achter zijn oor. Wel mijn vriend. Als jij een slokje neemt uit de kwispedoor, dan krijg je een glas wijn.

De zwerver zet de kwispedoor aan zijn mond en drinkt deze in een teug leeg.

‘Maar waarom doe je dat?’, vraagt kapelaan vol afschuw. ‘Een slokje was genoeg!’

‘Wel kapelaan, allemaal leuk en aardig, het zat allemaal aan elkaar vast.’


Sterfluim (21-09-2017) (Themawoord: Fluim)

Droevig hangt de ster aan het donkere firmament ster te wezen. Hij heeft niet lang meer te gaan. Zijn dagen, voor non-meteorologen, zijn nachten, zijn geteld. Hij wacht slechts op het juiste moment.

Er moet toch iemand getuige zijn van zijn vrije val. Hij kan die met wat inspanning een beetje manipuleren, lees uitstellen. Het is nooit leuk om als ster te vallen. Gevallen sterren staan nooit meer op?

Wacht, daar wordt een gordijntje weggeschoven. Vandaag een heldere nacht. Dat belooft. Ja, de ster ziet het goed. Een verliefd stelletje smachtend achter vensterglas. Coïtus zojuist achter de rug.

Verliefd staren ze omhoog. Van inspanning naar uitspanning. Perfecte timing. Vol overgave en sterfluim stort hij neer. Langzaam dooft zijn staart uit.


Bertha is vergeten (23-09-2017) (Themawoord: Fluim)

Hoe lang staat ze nu al in de wei? Heeft boer Knol haar vergeten? Echt knudde. De kudde staat al weken binnen. Lekker in de luxe megastal. Bertha niet. Ze is vergeten door boer Knol.

Het enige dat Bertha kan doen is aandacht trekken. Ze weet alleen nog niet goed hoe. Heeft ze nooit geleerd. Altijd ging ze op in de grote kudde. Haast onzichtbaar. Haar huidpatroon kent ook geen bijzondere kenmerken. Hard loeien dan maar.

Dat durft Bertha niet. Bovendien komt er niet echt hard geluid uit haar grote koeienmond. Die zit namelijk verstopt met fluim. Dikke koeienfluim. Zodra ze loeit spat het fluim in haar gezicht. Niet fijn.

Bertha is vergeten. Wat erg. En nu sneeuwt het al.


Inboedelen (25-09-2017) Themawoord: Inboedel)

Inboedelen, niet te verwarren met inboedélen. Nee, bij dat laatste ontbreekt geen ‘d’. Ga nou niet zoeken. Je zoekt je helemaal suf. Zoals dat meestal gaat bij inboedels. Waar is nu dat mooie… gebleven? Ze of hij heeft dat toch niet aan hem of haar gegeven? Stiekem? Het febbeke van…

Nee, er zijn ergere ruzies geweest. Nog voor de inboedelscheiding. Het is maar materie? Maar intussen neemt de ‘heb’ buitenproportionele omvang aan. Een nieuwe scheiding in de maak?

Nee, ik heb het hier over het delen van inboe. Dat is toch het mooiste wat er is? Het samen en intens delen van inboe, het broertje van de inborst, of zusje, zo u wil. Twee handen op een borst, een hart.


Minboedel (25-09-2017) Themawoord: Inboedel)

Ik kom het woord tegen in een evangelische tekst uit de Middeleeuwen en brengt me meteen in de war.
‘De minboedel werd tekort gedaan.’
Daar kan ik geen soep van maken. De context ontbreekt. Er zijn stukken weggepoetst. Werd de boedel van de min nu tekort gedaan door deze weg te gooien?
Of zegt het meer iets over de min. Bedoelde men eigenlijk een janboedel?

Ik lees verder in de tekst op zoek naar verheldering. En ja hoor. Vier pagina’s verder volgt een plausibele uitleg.
De min had na het minnen een aantal plussen voorzien bij het iets minder minnen van de baby. Dan is er duidelijk sprake van een mindoedel.
Of maak ik er nu een janboel van misschien?


H2B Jan Dabbe is ziek (26-09-2017) Themawoord: Inboedel)

Op het prikbord in de hal onderaan de trap staat het opgeprikt: ‘Alle lessen van Jan Dabbe vervallen wegens ziekte’.
Hoe is dat mogelijk? Jan Dabbe, onze docent Engels is nooit ziek. Laat staan zwak of misselijk? Dan moet er toch wel iets ernstigs aan de hand zijn.

Het eerste uur valt dus uit. Mooi. Op naar de kantine. Maar die is in rep en roer. Voor de raam staat een rij studenten naar buiten te kijken. Op het grasveld staat een woeste vrouw. Voor een bestelbus van Autorent. Ze is furieus.

‘Bloody hell, you can keep everything. It’s over and out!’

Het is de vrouw van Dabbe. Ze flikkert de complete inboedel op het gras.

‘The house is mine!’


Winterinboedel (28-09-2017) Themawoord: Inboedel)

Mijn tuineekhoorn is in de war. Hij maakt rare sprongen. Van boom naar boom naar boom naar boom naar boom… en dan ben ik hem plots kwijt. Uit het oog verloren. Zoals dat wel vaker gebeurt bij eekhoornspot.

Misschien zit ie verschuild achter de laatste boom. Maar evengoed kan ie ook alweer in de eerste zitten. Is dat zo vreemd? Nee, op het eerste gezicht niet. Maar mijn tuineekhoorn is een bijzonder geval. Hij hinkt en heeft een vreemde tik.

Hij draait namelijk regelmatig zijn hoofdje 360 graden om zijn atlas. Alleen vandaag niet meer. Ik ben de kluts kwijt. Hij ook. Hoe vindt en verzamelt hij nu in hemelsnaam zijn winterinboedel? De walnotenboom draagt geeneens noten. Ook dat nog!


Bananendoos (29-09-2017) Themawoord: Inboedel)

Gelukkig. Er staat nog een bananandoos tussen de dozen bij de supermarkt. Nu kan ik eindelijk verhuizen. Deze doos gaat met mij mee. Hij past amper in mijn boodschappenkarretje. Beter draag ik hem.

Turbana protesteert een beetje. Ze past maar net in mijn kleine autootje. Een echte doos. Een protestdoos. Wacht maar tot we thuis zijn kreng. Dan stop ik je helemaal vol.

Het bankstel is al ingepakt. Nu nog het bed en de schemerlamp. Met een beetje schuiven past het er allemaal in. Gelukkig heb ik niet veel kleren en keukenspullen. De tuinspullen bewaar ik tot het laatst. Mijn fiets die moet ook nog mee. Mijn complete inboedel in een bananendoos. Turbana heeft het zwaar. Het poppenhuis is leeg.


Een inboedel (29-09-2017) Themawoord: Inboedel)

Ze zit naast me in het bankje. Hakataka Taoriana. Een moeilijke naam. Ik weet het. Ze komt dan ook niet uit Pieterjanburen maar uit Inboedoektoe.

Met haar grote ogen kijkt ze me aan. Ik zie haar dikke lippen tuiten. Volle dikke lippen die rood glanzen. Ze doet de lippen een klein beetje uit elkaar en streelt met het puntje van haar roze tong heel langzaam over haar bovenlip.

Nee! Ik geef geen kick. Dit nieuwe meisje in de klas weet van wanten. Vreindjes hebben me al gewaarschuwd. Dit mooie meisje is een del. Ze heeft ook al een bijnaam gekregen. Ik krijg een vette knipoog. Zo ook de klasgenoten om mij heen. Wat een del. Een echte inboedel, uit Inboedoektoe.

19-09-2017

Van der Stokke wacht op antwoord (vervolgverhaal met meerdere auteurs)

Vervolgverhaal geschreven met een aantal schrijvers op website Web Tales in de periode 19-09-2017 tot en met 04-12-2017.
Hieronder een overzicht van mijn bijdragen en links naar de bijdragen van anderen.
Deelnemers in chronologische volgorde (tussen haakjes aantal bijdragen):
Mien (8) - J.A. XXer (7) - Breinpijn (2) - Esperanza (2) - Silk (3) - Mixmaus (6) - Astra (6) - Runner (4)

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Van der Stokke wacht op antwoord (1) (In de Spotlight op Web tales)

Hij had allang niet meer geschreven. Julius van der Stokke. Heel vreemd, want als er iemand is die graag schrijft dan is het van der Stokke. En dat wist iedereen. Ze hebben het allemaal aangezien. De kroegtijgers van café Epistel. Maar geen van allen voelde zich geroepen om er ook maar iets aan te doen. Wat is er toch aan de hand met Julius? Al jarenlang bezoekt hij zijn stamineeke iedere woensdagavond. Schrijft dan tot haast middernacht op zijn schrijfblok, om vervolgens klokslag twaalf uur zijn pen neer te leggen, rechtop te staan en een selectie van het zojuist geschrevene hardop voor te dragen. Goed. Altijd goed. Daar zijn alle kroegtijgers het over eens.

Maar nu zit Julius op woensdagavond alleen nog voor zich uit te staren. Niemand, maar ook niemand die hem durft te vragen naar zijn talen. Waarom schrijft en orakelt Julius niet meer? Ook kroegbaas Zuup Lotharius weet er zich geen raad mee. Bijna dertien jaar geleden zag hij Julius voor het eerst zijn kroeg binnenstappen. Meteen was er die klik geweest. Niets zeggen, potje bier drinken, schrijven aan tafel en dan de oprichting. Het verheven taalgebruik. De donkere bas die gedichten buldert rond de klok van twaalf. En nu, nu orakelt Julius niet meer. Hoe dat zo?


Van der Stokke wacht op antwoord (2) - J.A. XXer
Van der Stokke wacht op antwoord (3) - Breinpijn
Van der Stokke wacht op antwoord (4) - Esperanza
Van der Stokke wacht op antwoord (5) - Silk (In de Spotlight op Web Tales)
Van der Stokke wacht op antwoord (6) - Mixmaus
Van der Stokke wacht op antwoord (7) - Astra


Van der Stokke wacht op antwoord (8) (In de Spotlight op Web tales)

Zuup kijkt over de schouder van Julius mee en leest hardop voor: ‘Troela Mineroela, waarzegster in goede en slechte tijden. Alleen telefonische consulten. Bellen kan dagelijks, drieëntwintig uur, zeven dagen per week. Uitgezonderd ’s avonds tussen elf en twaalf. Telefoonnummer: 06-0987654321’.
Het is best een knappe vrouw. Niet bepaald een zigeunertypje. Ze heeft lange, blonde haren tot op haar schouders. Een heel klein decolleteetje is zichtbaar, inclusief een medaillon tussen de kleine borsten. Het medaillon lijkt nog het meeste op een crucifix. Heel eenvoudig zonder tierlantijntjes. Intussen hebben ook de biljartspelers zich achter Julius en Zuup geschaard. Ze stemmen allemaal in met wat ze zien. Wat een mooie vrouw!

De biljartspeler die zo even geleden het kaartje opraapte realiseert zich plots dat hij ook nog een muntstuk in de hand heeft. Een euromuntstuk van een vreemd land. Dat heeft hij met zijn kennersoog onmiddellijk gespot. Een euroland dat de biljartspeler niet kent. Het voelt enorm heet aan in zijn hand. Alsof het gloeit. Het begint zelfs zo zeer te gloeien dat hij al snel het muntstuk moet overhevelen naar zijn andere hand. Wat vreemd. En waar is de mevrouw van de tonic nu eigenlijk naartoe? Ze kan nog niet weg zijn. Alle biljartspelers barricaderen namelijk de deur.

Naast het rode gordijn bij de deuropening ziet de biljartspeler de vrouw staan. Ze staat op het punt van vertrekken. De ogen van alle aanwezigen richten zich op de vrouw en de biljartspeler (wacht ik zal hem eens een naam geven, wel zo makkelijk) ... en Tinus over de Rooije stapt op de vrouw af. Ze duikt weg achter het gordijn en slaat snel ook nog een hoofddoek om haar hoofd. Wat heeft zij ineens te verbergen? Daar houden mannen niet van. En al helemaal biljartspelers niet. Ook de ogen van Zuup en Julius zoeken de vrouw nu op. Het wordt wel heel dreigend voor de vrouw achter het gordijn. Ze heeft maar een uitweg en dat is zichzelf blootgeven. Het kan niet anders. Ze laat de doek weer van haar hoofd glijden en buigt het wat verlegen naar beneden.

Tinus over de Rooije, stoere gast, ruwe inborst maar ook gezegend met een enorm groot hart, is de kwaadste niet. Met zachte hand grijpt hij heel lieflijk de kleine dame bij haar kin en duwt deze met zijn eigenlijk best wel grote kolenschop heel teder omhoog. Lichtgroene ogen staren hem aan. Blond, langkrullend haart valt in plooien rond haar melkwitte hals. Ze ruikt ook nog eens heerlijk, naar iets onbestemd, zoet, vanilleachtig.
“Maar ik ken jou ergens van?”, roept Tinus hardop uit. Terwijl hij dit roept kijken alle ogen van de omstanders beurtelings naar de foto in de hand van Julius en naar het verlegen meisje. Het is niet waar? Maar dat is ze. De gelijkenis is onbetwist groot. Heel groot.
“Jij, jij, ... jij bent het? Jij bent de waarzegster. Het is niet waar?”, roept haast iedereen in koor. “Maar dan kunnen we aan jou … nu …


Van der Stokke wacht op antwoord (9) - J.A. XXer
Van der Stokke wacht op antwoord (10) - Runner
Van der Stokke wacht op antwoord (11) - Esperanza (In de Spotlight op Web Tales)
Van der Stokke wacht op antwoord (12) - Silk
Van der Stokke wacht op antwoord (13) - Mixmaus (In de Spotlight op Web Tales)
Van der Stokke wacht op antwoord (14) - Astra


Van der Stokke wacht op antwoord (15)

“Cut, cut, cut!”. De man die een enorme toeter voor zijn mond houdt is blijkbaar woedend. “Ja, doe de lichten maar even aan, we houden vijf minuten pauze. Godsakker. Zijn we er bijna, verknoeit Petra weer eens de boel. Hoe kan dat toch?”

Petra kijkt wat bedeesd opzij. Ze had de rol nooit op haar moeten nemen, dat weet ze nu. Meedoen in een crimi is niet haar ding. Al die tijd heeft ze moeten wachten op haar eerste optreden en nu, net nu zij aan de beurt is, gaat het mis. En het ergste van al, ze weet nog niet eens precies waarom. Maar dat gaat Woody haar ongetwijfeld uitleggen. Ze rekent er al op.

“Petra, wil je even bij mij komen, lieverd!”
Zie je wel, daar begint het gevlei al. Altijd op je hoede zijn meid. Je hebt al vaker met dit bijltje moeten hakken.
“Ja, sorry Woody, ik weet het, ik bak er niets van, toch? Dat microfoontje mocht ik er nog niet uithalen. Ik weet het, ik weet het. Eerst mijn pistool en dan in de volgende scène het microfoontje. Sorry, sorry, ik ben ook zo zenuwachtig, zoveel goede spelers en dan kom ik hier kijken met mijn apensmoeltje. Het is gewoon teveel!”
“Nou, nou, meid, zo erg is het nu ook weer niet. Kom eens bij me zitten. Hier zo ja. Op de bank. Dicht tegen mij aan. Voelt dit al beter?”

Intussen heeft de complete crew de zaal verlaten. Woody en Petra zijn voor even alleen. Licht, geluid, cameramensen en alle acteurs zijn snel naar buiten gerend. Ze hebben de kans waargenomen. Dit komt namelijk niet zo gauw voor, Woody die een pauze neemt. Ze waren al doodmoe van het uren draaien en opnemen. Ze wisten het toen ze eraan begonnen, lange takes en heel, heel veel herhaling. En nu dit weer, de laatste scene. Best wel lastig met een regisseur die moeite heeft met ontknoping en eindtakes. Die eigenlijk het liefst van al de boel open houdt. Open einden daar houdt Woody van. Alleen, de producent, die vindt dat niet zo leuk. Overschrijdende budgets. En ja, onder ons gezegd, waar moet Web Tales dat nu van betalen?

“We moeten dit toch samen oplossen Petra, en ik heb wel een idee. Die pa van jou, die wil toch ook dat jij een grote ster wordt aan het grote filmfirmament, niet?”
“Ja … jaha …!”, snikt Petra.
“Misschien moet je eens met hem praten. Dan laten we het voor vandaag rusten en kijken we morgen of we weer wat meer budget hebben. Dan kan ik een fantastische laatste wending geven aan ons verhaal. Ik weet inmiddels welk antwoord van der Stokke nog nodig heeft. Maar de centjes, de centjes hè, die zijn langzaam op. Ik voorzie nog een belangrijke rol voor jou weggelegd. En eens even kijken, ik heb volgens onze woordenteller, nog ruimte voor pakweg zevenhonderdvijftig woorden. Dat moet toch lukken. Spreek jij even met je pa en alles komt goed. Hij heeft vast nog wat centjes over. Ik verzeker het je.”

De crew wordt weer bij elkaar geroepen. Dat kost nogal wat moeite. Ze zijn allemaal blijven hangen in het filmcafé Fliffy. Daar heeft de complete crew zich even toegelegd op de laatste games. Dat geeft ontspanning. Eerlijk gezegd hadden ze verwacht dat het wel wat langer zou duren. Iedereen weet hoe moeilijk Woody het heeft met ontknoping en eindtakes. Zeker nu hij een oogje heeft laten vallen op zijn febbeke Petra. Ze hebben al gewed hoelang hij haar nog in huis weet te houden. De ervaren crew kent elkaar en pappenheimer Woody. En de teller! Die staat op 12.230 woorden! Er is nog ruimte binnen het woordenbudget. Gelukkig maar.


Van der Stokke wacht op antwoord (16) - J.A. XXer
Van der Stokke wacht op antwoord (17) - Runner
Van der Stokke wacht op antwoord (18) - Silk


Van der Stokke wacht op antwoord (19)

Julius van der Stokke ligt amper een half uur in bed als de telefoon gaat. Op de display van de telefoon die naast hem op het nachtkastje ligt verschijnen groene letters: Akkefiet. Vervolgens kijkt Julius op de wekker. Half elf, zo laat nog? Wil hij de telefoon wel opnemen? Maar de nieuwsgierigheid wint het van zijn moeheid. De afgelopen uren, dagen, weken zijn behoorlijk uitputtend en belastend geweest, maar vooruit, dokter Akkefiet belt niet voor niets. Hij neemt op.
“Julius, hoe gaat het jongen?” Klinkt het meteen aan de andere kant van de lijn.
“Goed Carl-Sigmund, eigenlijk best wel goed, maar ik sliep bijna, eindelijk!”
“Ha, ha, daar kan ik inkomen, beste jongen, behoorlijk wat meegemaakt de afgelopen tijd, nietwaar. Ik begrijp dat je tegelijkertijd in een filmscenario en wildwestverhaal hebt gebivakkeerd, en dat in jouw toestand. Niet niks.”
“Kom ter zake Akkefiet, ik wil echt slapen nu!”
“Zojuist had ik inspecteur Derk Kojak Colombo aan de lijn Julius met een verontrustende mededeling.”
“Derk Kojak wie …?”
“Kom op Julius, we gaan nu geen geintjes uithalen, wil je? Je kent het verhaal toch wel van Carlos? Derk Kojak is al jaren naar hem op zoek geweest en heeft hem eindelijk gevonden in de coulissen van Cafe Epistel. Zuup heeft hem nog gebeld daarover, maar ook verteld dat jij er meer van wist. Hij wil nu weten of ie jou kan bevragen daarover. Hij was wel zo wijs om mij daarover eerst te consulteren. Je bent toch een periode behoorlijk out de running geweest Juul.”
Aan de telefoon blijft het even stil. Julius heeft even tijd nodig om bij zinnen te komen. Dit is geen complot, dat mag duidelijk zijn. En Derk Kojak heeft hem nodig nu. Hij die altijd zwaar is genegeerd door het volledige politiecorps. Hij die nu de helpende hand moet bieden. Wil Julius dat wel?
“Wat vind jij ervan Carl-Sigmund, moet ik dit wel willen, moet ik dit wel doen?”
“Eerlijk antwoord, Juul?”
“Graag!”
“Op therapeutische basis, zou ik dat zeker aanbevelen Juul. Kan jij je nog de zweeftoestand herinneren van twee maanden geleden? En de korte inzinking een paar dagen terug? Die houden verband jongen. Dat moet je verder onderzoeken. En nu is de ultieme kans. Je komt nu rechtstreeks in contact met Derk Kojak en zijn politiecorps. Ik zeg: spijkers met koppen slaan jongen. Bovendien heb je ook nog wat te stellen met Carlos, niet?”
“Verrek, Akkefiet, je hebt helemaal gelijk. Daar had ik nog niet aan gedacht. Aan Carlos ben ik zeker schatplichtig. Eigenlijk, eigenlijk zou ik hem eerder willen spreken dan Derk Kojak. Maar dat is haast onmogelijk.”
“Niets is onmogelijk Juul. Ik heb zo mijn connecties in Blok 12 van gevangenis het Hemelpoortje. Ik heb begrepen dat Carlos daar is ondergebracht. Wil ik een ontmoeting organiseren? Derk Kojak kan ik nog wel even aan het lijntje houden. Ik verschuil me achter mijn geheimhoudingsplicht en leg hem uit dat je nog even tijd nodig hebt om bij te komen.”
“Tof Akkefiet. Mag ik je nog wat vragen, nu ik je toch aan de lijn heb? Hoe gaat het met Zuup? Ik heb hem zo tekort gedaan de afgelopen weken. Hij wist niet wat hij over zich heen haalde met zijn toezegging aan Woody voor gebruikmaking van Café Epistel als filmlocatie. Zeker niet met de recentste ontwikkelingen. Nooit gedacht dat Carlos zijn gezicht zou durven laten zien.”
“Met Zuup komt het goed. Bartenders krijgen veel te verduren, maar Zuup kan veel hebben. Ik moest je sowieso de groeten doen van hem. En een ding Juul. De drie-eenheid die wij samen hebben kan niemand verbreken. Don’t forget that! Doeg, houd je goed, ik neem nog contact op. Ga nu even bellen met Derk Kojak.

“Met Derk Kojak Colombo, wie belt me hier middenin de nacht?”
“Hallo, met Carl-Sigmund Akkefietje, ik heb zojuist een lang telefoongesprek gehad met Julius van der Stokke …”


Van der Stokke wacht op antwoord (20) - J.A. XXer
Van der Stokke wacht op antwoord (21) - Mixmaus (In de Spotlight op Web Tales)
Van der Stokke wacht op antwoord (22) - Runner
Van der Stokke wacht op antwoord (23) - Astra


Van der Stokke wacht op antwoord (24)

Van schrik valt iedereen aan de lange vergadertafel van zijn stoel. Behalve de notaris. De stoffige lange Brillemans beleeft zijn hoogtepunt. Dit is zijn momentum, hij richt zich op en trekt heel langzaam aan de hand. Een handreiking van Els, een verrijzing. Uit het testament stijgt nu ook rook omhoog. Iedereen moet kuchen. Wat een stank. Heel langzaam verrijst een spookachtige gedaante in de nevel. Het is Els, Els Benevelo Rossini Luisignol Rodenrijs. Het effect is groot, maar duurt slechts heel even.

“Cut, cut, cut! Nee, nee, nee, weer niet goed. Waar is de effectenman? Verdomme. Ik heb nog zo gezegd geen Harry Potter-taferelen! Pauze, opgesodemieterd allemaal. Ga maar naar Fliffy. Over een uur gaan we weer verder. Sjors en Jimmy, Petra en Sjaak en de effectenman, hoe heet ie nou ook alweer? Frits, nu weet ik het weer. Jullie blijven even hier voor de nabespreking."

De rest druipt af. Alweer een draaidag met veel troubles. Woody is langzaam aan zijn eind. Hij weet dat het geld dat hij gekregen heeft van Koeievoeten uiteindelijk toereikend moet zijn om de film tot een bevredigend einde te brengen. Maar dan moeten de effecten wel beter tot zijn recht komen. Frits van Nevel wordt op het matje geroepen.

“Kijk Frits, ik wil dat Sjors en Jimmy beter uitgelicht worden. Zij spelen de hoofdrol in deze scène. Dat wil ik dan ook zien."
“Wie is Sjors ook alweer?"
“De dokter oen, Carl-Sigmund Akkefietje, en nou niet meer vergeten!”
“En Jimmy?”
“Julius van der Stokke!!! Hoe vaak moet ik dat nog zeggen. Lezen jullie je draaiboek niet goed of zo?”
“Ja, maar ik doe de belichting helemaal niet, dat doet toch Peer Dark?
“Da’s waar. Da’s waar. Maar de nevel gaat ook niet helemaal goed van Nevel! Ik wil niet dat die zo snel verdwijnt. Suzanne moet echt langer in die mist blijven. Los het alsjeblieft op.”

Frits vertrekt en haalt Peer erbij. Die krijgt een klaagzang naar zijn oren gegooid waar de honden geen brood van lusten. Zal Woody het einde van deze vermoeiende draaidag wel halen?
Sjors en Jimmy kijken elkaar ongerust aan. Zij hebben wel wat beters te doen dan tig keer dezelfde scene repeteren. Het is bijna weekend en dan gaan ze los. Samen. Ze spelen niet alleen de hoofdrollen in deze bizarre film maar ook een hoofdrol in elkaars leven. Sinds kort. Niemand die het weten mag. En zeker Woody niet.

“Sjors, roep jij even de filmcrew terug. We gaan weer beginnen!”

De filmcrew is kompleet en iedereen neemt plaats aan de vergadertafel. De laatste take van vandaag moet een voltreffer worden. Woody besluit om wel eerst nog een keer de dialogen droog te oefenen. Hij heeft geen zin om weer veel geld kwijt te raken aan de speciale effecten.

“Suzanne, it’s up to you! Begin maar met je tekst vanaf de onthulling in de nevel.”

“Beste mensen, hier ben ik dan. Els Benevelo Rossini Luisignol Rodenrijs, in vol ornaat. Zo te zien maak ik jullie aan het schrikken. Niets is minder waar. Zo’n schrik als mij is aangedaan, daarvoor wil ik jullie behoeden. Uit de dood herrezen inderdaad, voor even, want ik wil zo snel mogelijk weer ter rusten gaan, het bevalt mij uitstekend in het onderaardse. Jullie in het bovenaardse hebben nog een lange weg te gaan. Ik benijd jullie niet. Eentje mag zo meteen gelijk met mij mee vertrekken, een echte bofferd. Dat is dan ook meteen mijn geheim. Ja, het geheim waarnaar jullie hunkeren. Alleen beseffen jullie nog niet de volle breedte van de uitwerking van dit bijzondere geheim. Brillemans hier naast me, wilde eigenlijk mijn testament aan jullie voorlezen en toelichten. Maar ik heb besloten om het toch zelf te doen. Zijn er tot op heden vragen?”

Sjaak en Petra steken tegelijkertijd hun handen op. Broer en zus Henk en Sarah hebben wel enkele vragen. Zo staat ook in het script. Sjaak begint, als jongste heeft hij altijd zijn mond al moeten houden. Nu durft hij eigenlijk. Na al het tumult.

“Mams, lieve mams, ben jij het echt? Ik ben zo blij je weer te zien, maar kan me jou amper herinneren. Ik geloof het bijna niet. Heb jij een bewijs?”

Petra vult aan.
“Ja mams, ook ik wil een bewijs. Ik kan mijn ogen haast niet geloven.”

Suzanne legt een medaillon op tafel en neemt het woord.
“Kijk Henk en Sarah, herkennen jullie niet dit medaillon, dit mooie crucifix, kijk eens goed naar het smaragd middenin het kruis. Komt het jullie bekend voor?”

Klaartje neemt het woord. Met haar blonde haren lijkt ze als twee druppels water op de Maagd Maria.
“Maar zussie, lieve zussie, dat is hetzelfde medaillon als ik heb. Dan is het dus waar. Jij bent mijn zussie. Mijn lieve zussie.”

Woody is tevreden.
“Oké, jongens tot hier en niet verder. Prima zo. De intonatie en gelaatsuitdrukkingen zijn uitstekend. De timing is ook perfect. We gaan de scène nu definitief opnemen met alle speciale effecten. Morgen gaan we dan verder met de verdere lezing van het testament. Genoeg dus voor vandaag.”


Van der Stokke wacht op antwoord (25) - J.A. XXer
Van der Stokke wacht op antwoord (26) - Mixmaus
Van der Stokke wacht op antwoord (27) - Runner (In de Spotlight op Web Tales)
Van der Stokke wacht op antwoord (28) - Astra (In de Spotlight op Web Tales)


Van der Stokke wacht op antwoord (29)

Woody en Charles Koeievoeten plegen even overleg. Het gedoe met de drones gaat klauwen geld kosten. Maar het is nu eenmaal Charles’ stokpaardje. Woody besluit dan ook zijn keutel in te houden en gooit het over een andere boeg. Het script begint nu wel heel dicht zijn einde te naderen. Dat betekent dat er nu een duidelijke keuze gemaakt moet worden om al dan niet van filmlocatie te veranderen. Een groot probleem vormen echter de vliegrechten van drones in Lapland. Het verhaal een schop geven richting Amsterdam is dan ook weer zo goedkoop. Charles denkt na en komt al snel met een besluit. Ze besluiten door te gaan op de zojuist ingeslagen koers. Ze naderen sowieso het eind en er is voldoende budget beschikbaar. Zelfs voor speciale effecten.
Charles geeft uiteindelijke zijn fiat en voegt nog een wijze raadgeving toe. De eigen inbreng van de hoofdrolspelers bepaalt waar het verhaal naartoe gaat. Bij Lisa is sowieso al twijfel geconstateerd. Dus laten we daar de twijfel verder aanwakkeren. Het geeft alleen maar ruimte voor mooie plotwendingen. Maar een ding is en blijft leading. Petra blijft een belangrijke rol spelen. Dus eindigt het verhaal zoals is afgesproken met het succes van Sarah.
Gelukkig kan Woody zich hierin vinden. Met het blijde nieuws worden de opnames vervolgd. Na een korte briefing kan er weer gefilmd worden. Iedereen kan helemaal los gaan. Een unicum op een filmset. Woody belooft alleen nog maar bij te sturen daar waar nodig. Dialogen worden ook niet meer droog geoefend. Voortaan wordt er rechtstreeks opgenomen. In latere montage aan het einde van de draaidag kan altijd nog geknipt.

Take 301017 Aan huis bij Severinus

Notaris Brillemans haast zich naar zijn huis in de Donkere Kastanjelaan. Carlos en Derk-Kojak zijn er al. Ze wachten hem voor de deur op.
“Severinus Zeperd, ben je daar nu eindelijk?” roept Derk-Kojak keihard door de straat.
“Sstt … oelewapper niet zo hard, niemand, maar dan ook niemand mag weten dat ik Severinus Zeperd ben.”
“Sorry, maat, even vergeten. Het ging zojuist toch allemaal goed nietwaar?”
Carlos houdt zich gedeisd en met z’n drieën stappen ze het huis van Severinus binnen. Ze zijn wel toe aan een kopje koffie. De mannen scharen zich aan een kleine ronde tafel die midden in de woonkamer staat. Boven de tafel hangt een klein gloeilampje aan een stoffen zwarte draad. De bekabeling laat duidelijk te wensen over. Dat is wat Carlos onmiddellijk opvalt. Carlos heeft ervaring met bedrading op allerlei gebied. Dat strekt van ervaring van bekabeling van drones tot het betere bommenwerk. Dat kan nu wel eens goed van pas komen. Severinus zet intussen koffie. Vanuit de keuken roept hij de twee mannen toe.
“Carlos of Derk, kijk eens even in de bovenste lade van de kast rechts naast de deur. Daar zit een grote kaart in van Lapland. Die hebben we nu nodig.”
Derk die het nieuwsgierigst is trekt de lade open en haalt er een geplastificeerde kaart van Lapland uit. Op de kaart staan vijf plaatsen met rood omcirkelt. Een plaats zelfs dubbel. Meteen gaat een belletje rinkelen. Aandachtig bestuderen de beide mannen de kaart, in het bijzonder de plaatsen die omcirkeld zijn. Jokkmokk, Kiruna, Lulea, Boden en Kalix. Jokkmokk is dubbel omcirkeld.
“Ah, jullie hebben de kaart gevonden. Zoals jullie zien liggen de omcirkelde plaatsen allemaal in een omtrek van nog geen honderd kilometer van elkaar. In Jokkmokk ligt de koffer zonder geld begraven. Vandaar de dubbele cirkel. “
Triomfantelijk kijkt Severinus de twee mannen een voor een aan. Die begrijpen er helemaal niets van. Hoe is Severinus in hemelsnaam aan deze informatie gekomen? Het is strikt geheim. Dat is ook te zien aan de stempel die in de hoek van de kaart staat. Top secret.
“Severinus, je weet toch wel dat deze informatie geheim is?” legt Derk-Kojak voor.
“Komop Derk, niet zo schijnheilig. Jij wist net zo goed als ik van de complotten. We zijn niet de enige die samenwerken en informatie op een speciale manier kunnen achterhalen. Als we partij willen bieden tegen Lisa en consorten, dan moet je van goede huize komen vriend en ik ga niet vertellen hoe ik aan deze informatie kom!”
Derk-Kojak zwijgt en Carlos neemt het woord.
“Kijk jongens, binnen nu en vierentwintig uur is er bij iedereen het besef hoe de steel mogelijk in de vork steekt. Onze tegenstanders zijn niet dom. Ze weten dat mijn verhaal niet klopt. Maar niet iedereen heeft dezelfde informatie. Laten we er ons voordeel mee doen. Los nog van het feit hoe we aan de informatie gekomen zijn. Twee drones zijn in ieder geval al neergestort. De filmcrew heeft dus minder tweetallen om in het vizier te houden. Bovendien zijn ze de verbinding met onze drone kwijt. Dat moest ook wel want anders hadden ze nu al geweten dat Severinus bij ons hoort.”
Sverinus knikt en neemt het woord weer over.
“Kijk mannen, het is heel simpel. De kaartjes, het vervoer en de logies zijn al geregeld. Het is nu alleen zaak dat we er eerder zijn dan de rest. Dus drink je koffie op en bamos.”

Take 301017 De overval op Julius en Carl-Sigmund

Julius en Carl-Sigmund vallen elkaar in de armen. Het motorzijspan met Lisa en Zuup scheurt keihard door de straat en verdwijnt aan de horizon. Kort door de bocht, onder ons gezegd, zo hard als Max Verstappen in een Red Bull. Een klein moment van onoplettendheid heeft ervoor gezorgd dat Lisa de envelop uit de handen heeft gerist van Julius. Die baalt vreselijk.
“Non de ju. Daar gaat onze potentiële goudmijn. Heb ik eindelijk een beetje geluk en hoef ik me mogelijk geen zorgen meer te maken om inkomen als broodschrijver, plukt die verdomde Lisa zomaar het geluk uit mijn handen. “
Carl-Sigmund schrikt van de reactie van Julius. Zo heeft hij zijn vriend al lang niet meer gezien. Zo verbolgen. Hij weet wat er gaat komen en besluit meteen actie te ondernemen. De enige juiste actie. Dokters zijn ook maar mensen. Een hulplijn heeft hij nodig, voor Julius. Nu, onmiddellijk. Niet langer wachten. Carl grijpt in een van de kleine zakjes van zijn vestje en haalt er een telefoon uit. Dit is een noodgeval, absoluut. Hij scrollt naar de ‘R’ in zijn contactenlijst. Ah, daar is ie. Lang niet meer gebeld. Rossi. Dokter Rossi. De telefoon gaat over.


Van der Stokke wacht op antwoord (30) - J.A. XXer
Van der Stokke wacht op antwoord (31) - Mixmaus
Van der Stokke wacht op antwoord (32) - Astra


Van der Stokke wacht op antwoord (33) (In de Spotlight op Web tales)

Rudolf, het roodgeneusde rendier huppelt vrolijk verder op weg naar de Lappesuando Lodge. Nog even en hij is bij zijn last post. Hier zal straks het plot van 'Van der Stokke wacht op antwoord' zich openbaren. Hij hoeft ook niet echt langer incognito te zijn. Wat heet incognito? Rudolf vindt het veel te leuk om zichzelf te verkleden. Hij is niet voor niets acteur. Van het moment dat Woody de acteurs de vrijheid heeft gegeven om zelf te komen met plotwendingen weet Tony Truffatori genoeg. Hij ruikt zijn kans. Al snel transformeert ie van Rudolf in Dominique Kroes. De rol van commissaris ligt Tony veel en veel beter. Hij hoeft nu slechts te wachten in Lappesuanda Lodge tot iedereen voorbijkomt. Net als notaris Severinus Zeperd, Carlos Antonius Benevelo Rossini en Derk-Kojak Colombo (RIP) is hij gekend in het plot en weet hij dat ieder team uiteindelijk via de ontdekkingen in de koffer bij de lodge zal arriveren. Van hem mag het gerust een eeuwigheid duren. Loopt ie lekker binnen. Het zal producent Charles Koeievoeten worst wezen, zijn budget is onuitputtelijk, zeker waar het zijn dochter Petra aangaat.

Over Petra gesproken, waar zit dat mooie fotomodelletje Sarah nu precies? Rijdt ze niet rond in een Renaultje Clio samen met haar broertje Henk? Jazeker. En ze rijden stevig door. Ze hebben er ook goede aard aan en zingen vrolijk liedjes met elkaar. “En dat we toffe jongens zijn, dat willen we weten!” De lange rit naar Lapland nemen ze de tijd voor elkaar. Ze hebben genoeg te vertellen. Met recht zijn ze het gelukkigste team binnen de wedstrijd.

Met Julius en Carl-Sigmund gaat het een stuk slechter. Na de aanrijding met Lisa en Zuup Lotharius is dokter Rossi gebeld. Na een drie uur durend consult, naar het schijnt is de dokter naast ijdeltuit ook een ongelofelijke gelddigger, heeft ibuprofen Julius weer op de been geholpen. Zonder envelop lijkt hun rol uitgespeeld in filmverhaal ‘Van der Stokke wacht op antwoord’, maar niets is minder waar. Onder zijn jas haalt Julius een kleine glazen bol tevoorschijn. Carl kijkt Julius bedenkelijk aan. “Die ga je nu toch niet inzetten Julius, wat hebben we nu afgesproken?” Julius begint te stotteren. “Ma … ma … ma … rrr … rrr … maaaaaa … maarrrr … maar … d … d … d … d … de … de … de … di … di … ! “ Ongeduldig breekt Carl Julius af. “Nee Julius, dit is geen noodgeval!” “Wellus!” Julius krijgt plots de geest. “Ik ga kijken, nu!”

De volgende vraag dringt zich nu aan de lezer op. Als Julius in het bezit is van een glazen bol, dan kan ie toch makkelijk alle antwoorden vinden? Klopt lezer. Maar dat gaan we hier dus niet doen. Geduld. Laat u verrassen.

“Kijk, kijk, ik zie het al. Hier kijk, zei je die rode Scania daar?” Carl gluurt in de bol maar ziet niets. Een bekend fenomeen. De glazen bol is slechts zichtbaar voor diegene die erin gelooft. Aangezien Carl een wetenschapper is van het eerste uur, houdt hij zichzelf blind. Jammer dan. “Ik zie niks Juul!”
“Wauw, het is een Scania Red Bull Max 33. En kijk, kijk daar, zie je dat mannetje niet springen van blijdschap? Daar bij die koffer. Geld Carl. Hij heeft geld in zijn handen, veel geld. “ Carl kijkt Juul nu wat verwonderlijk aan. Zoveel energie die in een keer loskomt. Een goed teken. “Ik zal even inzoomen Carl, let op. Zie je nu wel. Kijk eens naar dat briefje in de koffer, ja daar tegen de wand geplakt!” Verrek, nu ziet Carl het ook. Zijn wil om te zien heeft hem zijn wetenschappelijke principes even doen vergeten. “Je hebt gelijk Juul, wat staat er nu precies, ik kan het niet goed lezen.” Julius leest hardop voor. “De vinder van deze koffer vindt behalve geld, veel geld, vijf miljoen om precies te zijn, ook nog antwoorden. Heel veel antwoorden. Vijf miljoen om precies te zijn.”
Een vreemd briefje concluderen beiden heren. Heel erg cryptisch. Ze piekeren zich even suf.
"We moeten er naartoe Carl. Nu onmiddellijk. Geen tijd te verliezen. Ik track wel even via de glazen bol de juiste coördinaten. En ja, we hebben mazzel. Ik ben namelijk ook in het bezit van de transportmodule van mijn glazen bol. Houd je vast. Want zodra ik de coördinaten weet te tracken wordt het transport geactiveerd en transporteren we automatisch."
Carl houdt Julius stevig vast en Julius activeert de trackcoördinator. In een oogopslag zien ze de coördinaten verschijnselen. 66° 36′ NB, 19° 50′ OL. En weg zijn ze. Met een plof landen ze in een weiland. Een stukje verder zien ze een brug liggen, de Kalixälven brug.


Van der Stokke wacht op antwoord (34) - J.A. XXer
Van der Stokke wacht op antwoord (35) - Mixmaus
Van der Stokke wacht op antwoord (36) - Breinpijn
Van der Stokke wacht op antwoord (37) - Astra


Van der Stokke wacht op antwoord (38)

Woody en Charles hangen nu boven het Noorse landschap. Ze hebben wel trek in een tripje ‘ins Blaue hinein’. Al dat gedoe op de filmset steeg de beide heren even naar het hoofd. Het was een goed plan geweest van Charles om even de kop leeg te gooien. Alles liep redelijk in kannen en kruiken, totdat de drones moeilijk gingen doen en maar geen lucht kregen van de teams. Het zij zo. De oude helikopter van de Duitse luchtmacht komt nu goed van pas. Ongelofelijk dat Charles in een hangar in het Zweedse Noorden een helikopter gestald heeft staan. Woody kan er haast niet bij.

Vanuit Amsterdam is de hele crew kortgeleden naar vliegveld Kiruna gevlogen en heeft zich daar geïnstalleerd in het kleine stadje Kalix. Al snel vatten de mannen post bij het dichtstbijzijnde café bij de filmlocatie. Ze bombarderen het gelijk tot Fliffy 2.0. Fliffy omdat het warme herinneringen teweeg brengt en 2.0 omdat het werkelijk waar een Zweeds café is met alle hightech multimedia snufjes die maar mogelijk zijn. Die Zweden zijn echt wel bij. Zelfs G5 hebben ze al. Top.
De crew is blij met de mededeling dat het script mogelijk wat aangepast gaat worden de komende dagen omdat een van de hoofdrolspelers plotseling ernstig ziek is geworden. Zo ziek dat ie zelfs in coma ligt. De rol van Julius zal daarmee een andere dimensie, een andere invulling krijgen. Woody en Charles zijn er nu over in beraad. Onder het mom van een pleziertochtje. Leer de crew hun bazen kennen. Ze weten wel beter.

Intussen bibberen Sarah en Henk steeds meer. Ze zoeken elkaars gezelschap in de hoop dat de helikopter die boven hen zweeft niet zal landen. Er is daarvoor nochtans plek genoeg. De fjorden kennen ongekende leegtes hoog op hun ruggen. Dat is niet het punt.
“Eigenlijk ben jij best wel een leuke vrouw Sarah, weet je dat wel?”
Sarah kijkt Henk verbaast aan. Dat haar broer dat nu juist op dit moment moet zeggen. Mannen en timing, het gaat niet samen.
“Dank je Henk, lief dat je dat zegt, maar er hangt ons op dit moment iets boven het hoofd waarvan ik de reden mogelijk niet wil weten.” Henk draait zich naar Sarah toe en legt een hand om haar schouder.
“Dat weet ik lieverd, zullen we elkaar dan niet beter vasthouden?”
Sarah trekt de arm van Henk van haar schouder en schreeuwt het uit.
“Ze landen, ze landen, kijk, daar!”
En ja hoor, de helikopter landt.

Woody en Charles stappen uit de helikopter. Ze hebben Sarah en Henk in hun Clio allang gespot. Ze zijn de Sjaak. Nu heet Henk natuurlijk al eigenlijk Sjaak, maar dat is niet grappig bedoeld. Maar dat terzijde. Ze lopen lachend op Henk en Sarah af.
“Wat doen jullie hier in Noorwegen, als ik vragen mag?”, begint Woody.
“De … de … de … het … het … het … is een idee … van … van … ons …”
Sarah kan het stotteren van Henk niet langer aanhoren.
“... van ons beiden ja, een idee om te capituleren. We vinden deze maffe soap eigenlijk helemaal niets. We worden amper op de hoogte gesteld van wat komen gaat en het script floepert alle kanten op. En jij, godverdomme pa, jij had me een hoofdrol toegezegd. Nou mooi niet. En nu kom je zeker vragen of ik erin wil springen he, jou uit de nood wil helpen nu Jimmy in coma ligt? Nou mooi niet hoor. Bekijk het maar.”
Woody kijkt Charles argwanend aan, benieuwd naar diens reactie. Wat maakt die kleine druktemaker van een Petra zich nu druk om.
Charles begint keihard te lachen.
“Maar liefje, dat is helemaal niet ons plan. Wij zaten hierboven samen wat te cocoonen in mijn heli om tot oplossingen te komen en toen zagen we die Renault Clio, die ik natuurlijk uit duizenden herken. Jouw favoriete rode wagentje, Petra. Ik zeg landen. En dat deed ik ook. Maar … maar … lieverd … je brengt me haast op een idee. Ik denk dat ik je moet gaan koppelen aan Lisa. Dat is de enige manier om dit verhaal nog een beetje vlot te trekken. Wat vindt je daarvan? Dat is toch echt wel een hoofdrol. Lisa komt het sterkste uit het verhaal en dan kun jij prima tegengas bieden.”