26-12-2017

Zalig Pasen Kerstman (2)

De kerstman treedt binnen. Het is al donker en de familie Engelhaar ligt al even te bed. De ene helft met zorgen over welke cadeautjes ze gaan krijgen en de andere met zorgen of het einde van de maand wel gehaald wordt, qua budget. Kortom, er wordt die kerstnacht slecht geslapen. Vol spanning kloppen vijf harten. Vijf? Ja, moeder en zusje zijn nog niet in beeld geweest, maar ze bestaan echt. Ze bibberen iets minder hard dan pa en de broertjes, maar toch, het geeft evengoed veel stress.

De kerstman streelt over zijn baard. Wommes trekt zijn oren in. Komt die kleine dikzak nu richting kerstboom gelopen? En wat draagt ie daar op zijn rug? Een lijk? Nee! Hij gooit het lijk hard op de grond. Uit de zak rollen allemaal cadeautjes. Bijna wil Wommes tevoorschijn springen. Zijn de cadeautjes voor hem? Nee, natuurlijk niet. De gedachte alleen al geeft Wommes wel een warm gevoel. En verdrietig tegelijk. Ze krijgen nooit niets in het leger. Ja, worteltjes. Voor de afwisseling met kerst, hele kleine. In zoet geweld. Smaakt best lekker. Maar het grootste feest is en blijft natuurlijk de worteltaart. Mmm ... Die is voor tweede kerstdag. Mjammie.

Waar moest ie nu ook alweer op letten, Wommes? O ja, natuurlijk, de beweging rondom de kerststal en -boom. De dikke kerstman heeft wel iets met de boom, maar niet met de stal. Die keurt hij nauwelijks een blik waardig. De zondaar. Ligt daar niet een heilig geest in? Moet ie die dan niet groeten, al is het maar uit respect? Zo dom is Wommes toch blijkbaar niet. Hij heeft altijd goed opgelet bij de catechismus. Die was altijd vroeg in de morgen, het eerste uur op de Mariakonijnenbasisschool. De rest kon hij dan niet meer volgen. Ja een half uurtje rekenen kon hij nog net bevatten. Optellen. Wel zo handig. Zeker bij het aantal bewegingen rondom de kerstboom en -stal bij de familie Engelhaar.

Zijn broer Wammes wil er dan altijd nog een goed verhaal bij. Liefst gestoeld op filosofie. Maar daar kan Wommes niets mee. Wat moet hij in hemelsnaam vertellen bij hetgeen hij nu ziet. De kerstman kleedt zich uit. Wat doet ie nu? Hoe valt dit te rijmen? Daar gaat de huiskamerdeur opnieuw open. De kerstman is intussen helemaal bloot op de bank gaan liggen. Geen gezicht. Alleen zijn muts heeft ie opgehouden. Voor de herkenning? Daar staat mams in de deuropening. In een dun vuurrood negligé. Nee! Dit gaat hier niet gebeuren. Wommes slaat zijn beide lange oren over zijn ogen. Dit wil hij niet zien. Hij kruipt langzaam naar achteren en vlucht door het vluchtgat,linea recta richting leger. Het is de beurt aan pa Haas. Maar niet nadat Wommes uitvoerig verslag heeft uitgebracht.

Pa leunt tegen de kerstboom en hoort de geluiden in de woonkamer aan. Wat een amateurs denkt hij onwillekeurig. Die geven nooit vaak van dattum, dat mag duidelijk zijn. Hij hoort de vrouw des huizens kreunen en mompelen. Het kreunen snapt pa Haas, het mompelen niet. Het lijkt zelfs op zeuren. Wie zeurt er nu bij zo'n happening? En wat doen ze er lang over. Hij was allang klaar geweest. De kerstman neemt blijkbaar de tijd. Totdat ...