19-12-2017

Vlucht naar Egypte

Er zijn moppen die beklijven, nergens over gaan en toch alleszeggend zijn. Die persoonlijke smaak overstijgen, verbinden in gulle lach, desnoods onbegrip. Bevrijden, wringen. Contradicties in terminussen.

Behalve als ze door dezelfde oom urenlang orakelt worden op lange winteravonden. In de zomer kun je ze ontvluchten door simpelweg naar buiten te rennen. Maar in de winter zijn het soms ware martelingen. Beslagen ten ijs moet je dan komen om die ludieke saaie oom de moppenmond te snoeren.

Ik waan me dan altijd op een grote zandvlakte, in bloedhete zon, ergens in Egypte of Marokko. En wanneer het blijft knellen gooi ik hem eruit:

‘Het is geel en trekt door de woestijn?’

‘Een kudde vanille-yoghurt'.

Niemand lacht. Te absurd voor woorden.