12-04-2022

Over anderhalvemetermaatschappijen en onberekenbare lieden

Een liniaal van anderhalve meter. Die houdt nooit stand. Die breekt, vroeg of laat. Hetzelfde geldt voor een rolmeter. Zeker de goedkope. Die laat na een meter vaak al zijn koppie hangen. Van een liniaal zou je dat niet verwachten. Die zijn gemaakt van hout, hard plastic, aluminium of een ander metaal. Maar een liniaal van anderhalve meter is edoch zeldzaam. Te lang. Vertaald naar A-formaat kom je dan uit op pakweg een anderhalf A1-tje. In de lengte uiteraard. Niet in de breedte. Lang en breed uitgemeten komen we hier dus niet tot elkaar en houden de nodige afstand. Dat zijn we ondertussen wel gewend. Afstand houden. Fysiek. Het is nog even wennen, nu het weer mag, na de terugval van het coronamonster. Maar hoe zit het met de geestelijke afstand, de emotionele, de persoonlijke? Hoe groot (of hoe klein) is die gebleken. Verbleekt. Verwaterd.

Contact op afstand. Met onze neus op het beeldscherm. Tranenbuizen liepen leeg. Plastic glazen en raampjes knuffelen. Wie is het al vergeten? De telefoonhandel heeft miljarden verdiend. Softwarebedrijven keihard wol gespind bij alle malaise. Met afstand rijk geworden. Bah. Linialen breken. Meetlatten werken niet meer. De maat wordt ons genomen. Betalen zullen we. De nasleep van een vloek. Hoe gaan we dat straks duiden? Als we terug kijken naar de geschiedenis? In de waan van de dag leggen we de focus op lente. Een nieuwe lente zonder oorlog en andere extremiteiten. Rust willen we. De angel uit een snel en vluchtig bestaan. Laat de lentebij ons steken met een wonderserum, een geluksprikkel vol met zoete verse honing. Doping der natuur. Opdat die ons redt van anderhalvermetermaatschappijen en onberekenbare lieden.