02-11-2022

Co-column met mezelf

Nog nooit eerder gedaan. Een co-column met mezelf. Al snel heb ik contact en zijn we het eens over het onderwerp. We besluiten ook om ouderwets via de email elkaar stukjes te schrijven. Om de lezer inzicht te geven in het schrijven van een co-column besluiten we om van en tevens over scratch te schrijven. Ik begin, zoals afgesproken via de mail.

Schrijven over scratch en van scratch, dat is al even geleden. Meestal gaan er tig correctors overheen in diverse hoedanigheden. Omdat ik meestal vroeg op ben is de eerste corrector ook ochtendmens. Hij gaat akkoord. Bijna met alles wat ik in de ochtend schrijf. Mooi. Bespaart de lezer een hoop ellende. Aangezien we besloten hebben de stukjes kort te houden volgt nu de eerste bijdrage van mijn andere ik.

Hallo, de ik die nu spreekt is al wat langer op. Ben zeer te spreken over de start van mijn voorganger, de andere ik. Die slaapt net als ik in een grote sigarendoos. Vandaag een tractatie uit onze eigen doos. En u, lieve lezer, bent de sigaar. Van scratch uiteraard. Het bandje zit er nog omheen. Hofnar, what else! U kunt ons over de longen of door de neus roken en lezen. Maar hoedt u wel voor een hoestbui. Vergeet ook niet door te ademen, terwijl u ons leest. Over naar ik een.

Dat mag duidelijk zijn. De andere ik kent zijn plaats. Er is hier maar een ik die op een staat. Ik dus. Klinkt misschien arrogant maar so what. Welke ik is dat niet? Vol van ik, niets mis mee, toch? Even terug nog naar scratch. Een raar woord eigenlijk en graag zoek ik een equivalent in het Nederlands. Voor equivalent heb ik al wat bedacht. Gelijk. Nee, niet meteen. Beter nog gelijke. Wat een verschil een ‘e’ toch maakt, van scratch. Kunnen ze in het Engels niet. Scratche krijgt meteen een andere lading. Ik laat de duiding even over aan de andere ik. Ik twee, wel te verstaan.

Ja, ja, dat ik te verstaan ben hoef je de lezer echt niet te leggen hoor. Ook al ben ik lang niet zo’n schreeuwlelijk als jij, ik een. Jij bent namelijk echt lelijk als je schreeuwt. Zo dat is eruit. Scratch is niet zo moeilijk in het Nederlands. Vanaf het begin, zonder er over na te denken, zoiets. Niet echt poëtisch, ik weet het. Maar daarvoor leent het Nederlands zich amper. Uitgezonderd dialectisch Nederlands. Voor poëzie wend ik me liever naar het Duits. Ins Blaue hinein! Prachtig toch? Kunnen de Fransen nog een puntje aan zuigen. Enfin, mijn duiding van scratch is gekend. Terug naar die andere koekenbakker, ik een.

Er valt me nu even een, twee, drie, niets te binnen. Vier dan maar. Vier is ook zo’n maf woord. Een nummer. Een portret. Een werkwoord. Twee werkwoorden. Vieren. Op twee manieren. Het vieren vieren. Met z’n vieren. Of vijven. Vieren en vijven, het is me toch wat. Hier vieren we voorlopig met twee het scratchen van scratch. Ik en mijn andere ik. Ben benieuwd of die nog wat toe te voegen heeft. Het laatste woord aan hem. De wijste van ons twee.

Ha, ha, ik een, die zijn verstand wint. Dat ik dat nog mag meemaken? Veel gebeurd in dit korte stukje over scratch van scratch. En u nog wat geleerd, lieve lezer? Het zou ons beiden vreugd en deugd doen. Ik een en ik twee. Een derde ik edoch laten we niet toe. Dat kunnen wij niet hendelen, handelen, handlen, handeln. En wie zit er te wachten op een trio-column. Niemand toch?