06-05-2024

Mien korte verhalen (60 en 61) met kleine grote waarheid

60) Kind van de oorlog (04-05-2024)
 
Het is woensdagavond 7 april 1943, donker en al laat. M. pakt haar fiets uit het schuurtje en gaat op pad, stiekem op weg naar haar vrijer, die aan de andere kant van Venlo woont. Achttien jaar jong en verliefd in oorlogstijd. Engelse aanvallen op het Ruhrgebied in Duitsland verstoren regelmatig de rust in Venlo, maar het kan haar even niet bommen. Ze wil G. zien. Het is een bewolkte avond en ze trapt stevig door. Dan gaat het luchtalarm af en de hel breekt los. Ze denkt aan haar vader die woest zal zijn, maar M. keert niet om. De schuilkelders haalt ze sowieso niet meer.

Met bonkend hart fietst ze verder. De Wellington bommenwerpers ronken hoog boven haar in de lucht, Duits afweergeschut ratelt en nachtjagers van de Luftwaffe spuwen spervuur. Bommen vallen uit de lucht, slaan in op huizen in de buurt waar M. naar op weg is. De schrik slaat om haar hart. Ze rijdt de straat in waar G. woont en ziet de puinhopen, smeulend vuur, huizen ingestort. Paniek in de straat. Ze rent naar de woning van G. en springt tussen de brokstukken in … en wat ze dan ziet … niet te beschrijven. Haar G. … haar G. … verschrikkelijk toegetakeld … geklemd tussen … verminkt … dood … dood … nee … nee!
 
Een kwartier later, een enorme knal en de lucht in vuur en vlam. Wellington HE 592 wordt getroffen door Duits luchtafweer, scheert over Hout-Blerick en stort neer. Vier Canadezen en een Engelsman vinden de dood. De gedropte bommen in de buurt waar G. woont hebben acht slachtoffers gemaakt. Allen dood, het verdriet enorm.
 
M. is volledig het spoor kwijt, getraumatiseerd door wat ze ziet. Eerder die maand heeft ze nog een schildklieroperatie ondergaan in de kelder van het Sint Josephziekenhuis, onder oorlogsgebulder. Dat ging niet helemaal goed. Teveel weggesneden. Struma heeft ze er aan overgehouden. Tijdens de operatie had ze ook nog een scheet gelaten. “Beter in de vrije lucht dan in de enge buik!”, had de dokter gezegd. Nu weet ik ook waar die spreuk van mijn moeder vandaan komt.
 
De oorlog slaat diepe wonden. Hoe lang heeft M. niet door de stad Venlo gezworven, samen met haar zus A., terwijl de rest van het gezin evacueerde naar Groningen. Gespleten en uit elkaar gereten, op zoek naar eten in een vreselijke hongerwinter, voedseltochten door granaatvuur.  Blerick bevrijd en Venlo nog niet. Uiteindelijk zijn M. en A., gedwongen door de vele bombardementen geëvacueerd naar de grote schuilkelder van trappistenabdij Uelingsheide in Tegelen.
 
Kind van de oorlog zo voel ik mij. “Er is iets mis met M.”, werd mijn vader verteld toen hij verkering kreeg met mijn moeder. Door zus A., die wat ouder is. Uit bezorgdheid, uit jaloezie misschien? Wie zal het zeggen? Logisch dat mijn moeder iets mankeert. Na wat ze op jonge leeftijd al heeft meegemaakt. De trauma’s, haar zwak gestel ontaarden soms in waanvoorstellingen. Die weet ze aanvankelijk nog te onderdrukken maar ontwikkelen zich verder naar verloop van tijd.
 
De liefde voor M. en mijn vaders diepe wens, als enig kind een gezin stichten, zorgen voor een huwelijk. Na de geboortes van mijn oudste broer en zus volgt een diagnose voor mijn moeder. Schizofrenie. Ze kan beter geen kinderen meer krijgen, is het advies van de huisarts. Mijn vader slaat het in de wind. Een groot gezin is zijn wens. Nog een broer en ik komen ter wereld. Een familieleven vol overlevingsdrang, liefde, zorg en stress, is het gevolg. Nauwelijks te bevatten dat mijn twee broers, mijn zus en ik er niet zouden zijn geweest als de vrijer van ons mam niet was gestorven door de oorlog. Hoe bizar, als kinderen van de oorlog. 
 
 
61) Disco Inferno (07-05-2024) 

Disco inferno. De beat klinkt uit de zaal. Black is the night. Dat is wat ik zie, voel en hoor als ik voor 'Disco Club Carte Blanche' sta op de Oelemarkt in Weert. Ik sta in de rij voor een van de hipste discotheken van het land. Een van de eerste ook, naast 'Dansen bij Jansen' en 'Cartouche'. De discotheek is groot vol glitter en fame, zijn naam vooruit gesneld. En ik ga er vanavond voor het eerst naar toe, met vrienden. Als we binnen mogen? Ik twijfel nog wat over mijn outfit. Zou het de portier bevallen? Niks mis mee. We mogen allen naar binnen. Het rode pluche is niet van de lucht en heel het plafond hangt vol met plastic tranen aan touwtjes. Lichtjes twinkelen in onze ogen. Spectaculair, ik kan niet anders zeggen, naar een ontwerp van de Spaanse architect Domingo López. Jassen geven we eerst af in de garderobe, we krijgen zelfs een muntje. Via een bordes betreden we de smalle ring rondom de dansvloer. Wijde pijpen en high heels on the dancefloor. Schaars geklede dames. Ik kijk mijn ogen uit, wat een mooie vrouwen? Een wilde droom manifesteert, komt uit. Maar die verlegenheid ... Hij ligt me nu toch echt wat dwars. We drinken cola tic en gin tonic, maar ook dat helpt niet. De drank is haast onbetaalbaar, zo armlastig als we zijn. Maar we zijn er wel bij. Het hoogtepunt van het weekend in de leepste tent van de wijde omgeving. Maar het moet gezegd, het voelt ook wel klef. Geheel anders als de stamkroeg waar we normaliter in vertoeven. Het voelt wat koud, niet vertrouwd.

Dan maar plassen. Het toilet is al net zo'n happening als het gelikte interieur. En wat groot? Dat wordt betalen, zie ik bij de deur. Ook het toilet vraagt entree. Gelukkig ben ik op alles voorbereid. Dus ik schrijf heel cool een acceptgiro uit, inclusief fooi. Ik haal de betaalkaart uit de binnenzak van mijn goedkope jasje en zie de blik van de portier op glimlach staan. Hij kan het wel waarderen en geeft me een vette knipoog. Vijftig cent schrijf ik op. 'I feel love' schalt intussen door de megagrote boxen. Ik kan amper stilstaan en heupwieg zachtjes mee op de muziek. Ik probeer de bromvlieg weg te schieten op de bodem van het urinoir. Maar het lukt niet echt. Nog nooit zo'n fris ruikend toilet bezocht. Ik snuif de patuli diep mijn neusvleugels in. Weer eens wat anders dan dennengeur. De speciaal uit Amerika geïmporteerde lichtshow en geluidsapparatuur zijn fantastisch. Nog nooit klonk 'Donna Summer' zo mooi. En dan te beseffen dat nog geen maand geleden deze prachtige tent geopend is door Mac Kissoon himself en de Disco Go Go Girls. Helaas tot onze grote spijt konden we daar niet bij zijn. Uitverkocht. In no time. We blijven nog wat hangen. Als we even later toch besluiten om richting onze stamkroeg te gaan buts ik per ongeluk tegen een mooie dame aan. Ze kijkt me verontwaardigd aan en zegt venijnig "Sorry, I'm a lady!". Ik denk onmiddellijk, geef mij maar Baccara. Klinkt en smaakt iets meer appetijtelijk. We halen onze jassen op en vertrekken naar de overkant, naar de Vijzel en treden binnen onder het geluid van Dillinger, Cokane my brain. Nou dat doen we maar effen niet. A bottle bier volstaat.