27-08-2024

Spoken zien

“Ik heb een spook gezien!” 
“Dat zie ik.”
 “Enorm groot.”
 “Hoe groot dan?”
 “Zo groot, het past amper in mijn verbeelding.”
 “Dat is wel heel groot.”
 “Ik moet het nog verwerken.”
 “Dat begrijp ik, is het de eerste keer dat je het ziet?”
 “Ik denk het wel, maar weet het niet zeker.”
 “Kun je het beschrijven, in stukjes verbeelden?”
 “Ik zal het eens proberen.”
 “Doe maar op je gemak, ik heb alle tijd, ik zie dat het je raakt.”
 “Raken doet het zeker, het klotst tegen alle kanten van mijn hersenpan aan.”
 “Dat is pijnlijk, begin eens met een eerste stukje.”
 “Een hoekje, een randje of een uit het middenstuk?”
 “Doe maar uit het middenstuk, dat is wellicht wat makkelijker!”
 “Het is wit!”
 “Spierwit, vaalwit of donker wit?”
 “Ik weet het niet, ergens ertussen in, en er zitten vlekken op.”
 “Hoe zien die vlekken eruit?”
 “Het lijken wel vingerafdrukken.”
 “Van een man of een vrouw?”
 “Geen idee, kan ook goed van een dier zijn.”
 “Hoeveel afdrukken zie je?”
 “Op dit stukje drie, maar op een ander zie ik er weer twee, lastig.”
 “Houd ze maar goed bij elkaar die stukjes, op naar een volgend beeld.”
 “Ik weet het niet hoor, ik word er helemaal draaierig van, allemaal die losse stukjes.”
 “Doe maar een beeld uit de rand, misschien helpt dat tegen de draaierigheid.”
 “Effen kijken hoor, ik zoek me te pletter, ze zijn moeilijk te vinden die randbeelden, ik ben toch meer van het totaalplaatje, maar dat ben ik al jaren kwijt.”
 “Houd het dicht bij jezelf, dat werkt het beste.”
 “Ik heb er een, best wel eng hoor.”
 “Hoezo dat?”
 “Nou … het is min of meer een footprint … en ik weet niet zo goed of dat nu wel past bij mijn spookbeeld.”
 “Maar een footprint is toch alleen maar een goede basis om mee verder te gaan?”
 “Daar heb je een punt. Hee, hier heb ik er nog een. Ongelofelijk. Ook deze matchen met elkaar.”
 “Mazzelkont … zie je wel dat het gaat lukken … wat zie je precies?”
 “Nou, het ene beeld draagt een stukje sandaal en het andere beeld vult dit aan, geweldig toch?”
 “Zullen we dan nu voor een hoek gaan?”
 “Ik weet het niet hoor, hoekbeelden zijn niet makkelijk. Bijna altijd blauw. Te luchtig voor mij.”
 “Misschien beter stoppen dan en de volgende keer verder?”
 “Graag, I’m too puzzled voor mijn eigen spook!” 

--------------------------------------------

Wekelijkse schrijfopdracht Schrijven online #521 - Ik heb een spook gezien (27 augustus 2024)
Nadine van de Sande
“Je kijkt alsof je een spook gezien hebt!” Die uitdrukking kennen we allemaal. In de opdracht van deze week is dat ook zo. Je personage heeft iets gezien dat zo naar, eng of verwarrend is dat het die uitroep bij een ander uitlokt. Probeer mee te nemen dat je personage niet goed onder woorden kan brengen wat het heeft gezien zonder de nodige scepsis op te roepen, dat maakt het verhaal spannender.
Je mag kiezen voor een spreekwoordelijk spook – dat nare, enge, verwarrende element – maar echte spoken zijn ook welkom in dit verhaal. Het maximale woordenaantal is 400. 

20-08-2024

Onomkeerbaar

De draad weer opgepakt. Woorden alleen, schieten tekort. Plaats geven lukt amper. Het is te vers. Staccato lukt een beetje. Dat moet dan maar. Vrienden begrijpen het gelukkig. Mijn collega’s nog niet. Ze houden wat afstand. Zien mij soms worstelen. Weten niet te handelen. Ik snap dat wel. Het gebeurde, te heftig. Onmacht bevriest hun aandacht. Dat dit is aangedaan?

‘Wat is er gebeurd?’ Ik val in armen. Ze bieden mij troost. ‘Kopje thee dan maar!’ Thee helpt bij verdriet. Meer nog dan koffie. ‘Ik ... ben ... gruwelijk ... toegetakeld.’ Zeg ik stotterend, snotterend. ‘Dat zien we, ja!’ Een stoel wordt aangeschoven. Ik zet me neer. ‘Midden in de nacht!’ Vrienden schrikken van verhaal. ‘Ik zoek nu rust.’ Ik mag blijven slapen. Durf niet naar bed. Het angstzweet breekt uit. Zij zien de paniek. ‘Je bent hier veilig!’ Dat besef ik wel. Maar mijn gevoel niet.

Collecte in de tram. Ik geef twee euro. Voor slachtoffers in nood. We zijn het allemaal. De collectant is blij. De tram stuitert verder. Het voelt niet senang. Mijn lijf doet pijn. Herstellend van het trauma. Maar ik moet verder. Zoek troost bij vrienden. Familie heb ik niet. Gelukkig zijn ze thuis.

Ik lig in bed. De ruimte is wit. Geroezemoes op de gang. Een verpleegster komt binnen. ‘Aha, meneer is wakker’. Ik zie toeters, bellen. Bedrading rondom mijn bed. ‘Waar ben ik zuster?’ Zuster zit naast me. ‘In het ziekenhuis meneer.’ Flitsen in mijn hoofd. Bitjes geheugen reframen langzaam. ‘Wat is er gebeurd?’ Zuster reikt water aan. ‘Drink eerst even wat?’ Zuinig sappel ik water. ‘U lag op straat.’

Ik hoor de ambulance. Voel me zwak, misselijk. Broeders tillen me op. Ik wil dit niet. Onrust in mijn lijf. Opstandig worstel ik los. De broeders knijpen hard. Ik rol ambulance in. Spreken lukt me niet. Een waas voor ogen. En ik val uit. Overgelaten aan mijn lot. Herinneringen wijzen de deur. Wat moet ik nu?

Klap op mijn gezicht. De deur uit getrokken. Geschopt, geslagen en gebeten. Hart bonkt in keel. Adrenaline spat uit aders. Woede, twijfel, angst overvallen. Ik zoek bescherming op. Houd vast aan agressor. Wachtend op een doodschop. Ik wil luid schreeuwen. Maar mijn stem zwijgt. Ik hoor iemand praten. ‘Je verdiende loon, hond.’ Dit is een misverstand.

Luid gebonk op deur. Irritant getik op raam. Gerammel aan het rolluik. Wie staat in brand? Slaapdronken veer ik op. Toch niet mijn ex? Niet weer dat gedoe? Ik kijk uit raam. Een vreemde gast beneden. Zij kijkt me aan. Is het een zij? Wie is die gast? Zal ik open doen? Een verward persoon mogelijk. Was ik dat ooit? Jazeker was ik dat. Medelijden overwint in mij. Doe de deur open.

----------------------------------------------

Wekelijkse schrijfopdracht Schrijven Online #520 - Aan de deur (20 augustus 2024) - Johanna Müller
Het is al laat. Je bent bijna klaar om naar bed te gaan (of je ligt er al in) en er staat plots een onbekende aan de deur. Die belt niet aan maar klopt als een wilde op je deur, op je raam, rammelt met de rolluiken.
De opdracht van deze week is: wat gebeurt er vanaf het moment dat je dat hoort, wie staat er aan de deur (als je die al opent) wie is het en wat gebeurt er vervolgens? Heb je spijt dat je de deur opende of net niet?
Je kan een verhaal maken van 500 woorden. Maak er een geloofwaardig verhaal van, en neem de lezer zeker mee in de verschillende emoties die je doormaakt als hoofdpersonage.

[Inspiratiebron voor mij was de film Irréversible. Een heftige film. Door de enscenering lijkt het kijken meer behapbaar, aan het eind edoch verontrustend. https://nl.wikipedia.org/wiki/Irr%C3%A9versible]

15-08-2024

Een appel doen op appels

Ik ben dol op appels. Dagelijks eet ik er een. Het liefst een zoetzure. Jonagold is mijn favoriet. Heeft ook een heerlijke structuur en geeft een goed mondgevoel. Bovendien ziet hij er ook mooi uit. Precies zoals je een appel tekent. Rood met geel en een steeltje met een blaadje eraan. Staat zoals een huis, met schuin dak, raam, schoorsteen en voordeur. Wat kan tekenen toch eenvoudig zijn.
Dagelijks doe ik dus een appel op appels. Ze zijn ook nog eens voedzaam en gezond en goed tegen de dorst. Of is het voor de dorst? An apple every day keeps the doctor away. En niet zeuren over missende streepjes op de e. Aan het appelmonster doe ik namelijk niet mee.

12-08-2024

Familieopstelling

We staan in het bos. De zon schijnt door de bomen en het ruikt heerlijk naar hars. Ik ben aan de beurt. De gedachte alleen al windt me op. Eerst maar eens mijn grote zus een plekje geven. Ze doet altijd onnozel dus plaats ik haar achter een dikke den. De broer die na mij komt, best aardig, zet ik dicht bij me. Op vijftig centimeter. Minder afstand kan ik niet verdragen en is gezien de situatie ook gevaarlijk. Mijn oudste zus kijkt uitdagend. Waar zal ik die eens plaatsen? Een takkewijf is het. Ik laat haar plaats nemen op een laaghangende tak van een dikke eik. Kan ze mooi overzicht houden. Mijn oudste broer dan nog. Met zijn overstelpend verantwoordelijkheidsgevoel stuur ik hem de struiken in. Nu is het zaak om de juiste tekst bij de juiste personen te vinden.

De therapeut naast me kijkt me aan. Hij ziet me worstelen. Ik heb het mezelf wel lastig gemaakt en moet bekennen dat ik de dingen misschien toch anders had willen doen. Ik kan dan ook niet de juiste woorden vinden bij mijn broers en zussen. Ze blijven wie ze zijn. Zichzelf helaas. Verplaatsen in een ander kunnen ze maar moeilijk. Hoeft ook niet. Het feit dat ik ze opstel geeft al voldoening. Geen terechtstelling maar een gekoesterde wens. Woorden zijn overbodig, daden ook. De therapeut ziet dat het kwartje is gevallen. Vanuit de kuil, die ik met veel pijn en moeite heb gegraven, kijk ik samen met hem naar mijn broers en zussen. Ik nodig hen allen uit om even te lachen en dan langzaam naar mij toe te komen en me een lieve aai over de bol geven. En zowaar, het gebeurt. Ik ben de gelukkigste man ter wereld. Heel even. Wie is de volgende?

--------------

Wekelijkse schrijfopdracht Schrijven Online #518 - Setting (6 augustus 2024)  -  Odile Schmidt
Schrijf een kort verhaal waarin de setting net zo belangrijk is als de personages in maximaal 300 woorden.

07-08-2024

Bedleed

Ik droom. Denk ik toch. Maar is niet zo. Mijn droom is levensecht helaas. Zwevend door ruimte op een matras. Het prikt, het kriebelt, het jeukt vleselijk. Vastgebonden lig ik op een bed van doodsangst. Worstelend probeer ik me te bevrijden van de ketens. Maar ze laten mij niet gaan en houden armen benen vast. Wat en wie heeft mij gebracht naar dit vreselijke lot van vaagheid? Niemand  heeft me iets verteld, gewaarschuwd, over deze bizarre situatie waarin ik verkeer.

Ik besluit om het maar gewoon te accepteren, te doen of het niet bestaat. Echter zo blijk ik helaas niet getrouwd te zijn, want mijn hoofd sputtert stevig tegen. Hij slaat eerst van binnenuit tegen mijn slaap en bokst vervolgens tegen mijn ogen en oren. Klaarwakker ben ik ineens en besef onmiddellijk dat het geen droom is die mij achtervolgt maar werkelijkheid. En wel een van een ongelofelijke bitterheid, die me fysiek en mentaal gevangen houdt en me hevig treitert. Dit gaat mijn bevattelijkheid te boven en ik schreeuw het uit, voel me opgejaagd, niet begrepen en niet gehoord.

Alle communicatiemiddelen zet ik in en laat een postduif ontsnappen, al zuigend uit mijn duim, waar ik met mijn mond net bij kan. Maar ook de postduif weet zich met deze ruimte geen blijf en vliegt zich stuk op isolatie die zijn vrijheid belemmert. Hij landt op het bed waarop ik nog steeds vastgeketend lig en fluistert zachtjes woorden in mijn oor van liefde en geluk. Volgens zijn zeggen is gedeelde isolatie halve isolatie en knipt met zijn puntige snavel de ketens door die het verhaal eenzijdig tegenhouden. De bevrijding is groot en ik gooi meteen alle ramen open, maar kan niet kiezen uit welk raam ik mijn toekomst tegemoet ga springen.

-------------------------------------------------

Wekelijkse schrijfopdracht Schrijven Online #517 - Isolatie (30 juli 2024)
Odile Schmidt
Kies of verzin een plaats met geïsoleerde ligging en laat deze een belangrijke rol vervullen in een verhaal van maximaal 300 woorden. 
[Ervoor gekozen om het aantal woorden per zin te laten toenemen met steeds een woord extra]