26-11-2008

Mensenpraat en prietpraat

Een ode aan Armando en Scheherazade

Twee boeken liggen naast elkaar op tafel. Kruisbestuiving vindt plaats. Ogen struinen letter voor letter, woord na woord, in beiden boeken alinea’s af, op zoek naar verwondering. Woorden en zinnen vechten om aandacht, prikkelen de nieuwsgierigheid en blijven hangen bovenkamers. Stiekem sluipen ze uit de twee boeken weg en zoeken elkaar op. Woorden en zinnen verenigen zich in een warrig hoofd. De chaos is compleet en gaat op zoek naar nieuwe orde.

Zoals moedertaal zoekt naar wegen om het onontgonnen vaderland te beschrijven. Zo zoekt prietpraat verbinding met mensenpraat op zoek naar eensgezindheid in verwondering en wijsheid. Via tweegesprekken. Niet meer en niet minder. Onbeduidend en nodeloos zijn ze opgetekend voor de eeuwigheid. De stilte overwinnend en de leegte brekend. Mensenpraat is de taal der vertwijfeling.
Prietpraat daarentegen is niets anders dan een verzameling van kindergezegden. Een weergave. Een rationele verklaring voor ongrijpbare dingen. Wijsheden geuit door kinderen. Prietpraat is een bundeling uitlatingen van onverwachte charme.

Hier volgen enkele optekeningen uit het labyrint van kinderdenken en volwassen hersenspinsels. Nodeloze mededelingen die wellicht na enkele ogenblikken vergeten zullen zijn. In rook opgegaan. Een korte beschouwing op humor en filosofie van de hoogste plank, losgelaten in een warm zwembad van eenvoudige taalkunst en verwondering.
Geen woord is verzonnen. Thanks to Armando en Scheherazade.

Een jochie kijkt naar een film over een ontvoerd kind, waar één miljoen losgeld voor wordt geëist. Het zegt stomverbaasd: ‘ Gò mam, ik wist niet dat mensen zo dúúr waren!’

- Ach, het is droog.
- Hoe bestaat het.
- Dat had ik niet verwacht.
- In ieder geval beter dan dat het regent.
- Ja, je kan het beter droog hebben.
- Word je tenminste es een keer niet nat.
- Hè, gelukkig dat het droog is.

Alex drie jaar:
‘Oma, jij hebt geen vader meer, hè?’
‘Nee, die is dood.’
Alex: ‘Nou, dan mag je mijn vader wel gebruiken, hoor!’

- Daar?
- Nee, daar niet.
- Of hier.
- Nee, hier ook niet.
- Waarom niet?
- Zo dicht bij de deur.
- Wat wil je dan.
- Daar misschien.
- Of daar.
- Nee, hier.

Kinderen over voorlichting:
‘Het klinkt allemaal maar eng. Hebben jullie wel de gordijnen dichtgedaan toen je er mee bezig was?’
‘Dat van die zaadjes en zo, doen jullie dat ook wel eens voor de flauwekul?’
‘Van konijnen vind ik het niet zo erg, maar van je eigen vader en moeder …’

- O, kijk es, wat een mooie vissen.
- Ach, die ken ik toch.
- O, hij kent ze weer.
- Ja, ik heb toevallig meer van de wereld gezien dan jij.
- Ja, dat weten we wel.
- Nou dan.


Mien Ode aan Armando en Scheherazade


Gedestilleerd, gecombineerd en opgetekend uit:

Mensenpraat / Armando
1995, 2e druk
ISBN: 90-234-3403-X

en

Prietpraat / Maria Oomkens (Scheherazade)
1986, 3e druk
ISBN: 90-269-6926-0