15-03-2011

Wiebelende paardenstaart

Toch eens even een poging wagen. Een verhaal over een vierwielig voertuig dat vroeger voortgetrokken werd door een paard. Ja, ja, zo’n stoer viervoetig zoogdier dat in een andere rol zeer in trek is bij kleine meisjes. Blondines met wiebelende paardenstaartjes, met roze wangen, een zweepje en een schattig zwart hoedje in de knop. Een zwarte knop gelijk het hart van een paardenbloem, maar dan zonder zaaddozen. Die waaien immers toch maar weg. Als we die toch eens wisten terug te vinden, wat zouden vele mensen dan gelukkig wezen. Spoken en fantomen hoeven niet langer nagejaagd, kinderen gaan op zoek naar lieve ouders. Het leven dat geven zij alsmaar door, jaar in jaar uit, totdat een generatie stopt.

Een generatiekloof wordt zelden gedicht, niet met naald en garen, noch met prikkeldraad. Kinderoorlogen zijn grenzeloos, ze halen slechts de knieën open. De gapende wonden doen de kleine reusjes pijn. Ongenadig is de kwelling van het kinderleed maar het duurt slechts even. In hun beleving lijkt de wereld stil te staan. Veel liever liggen zij in het gras en tellen ruggelings de wolken. In alle varianten wit, roze en blauw glijden ze voorbij. De tijd vliet en heeft geen vat op minimensjes. Zij dolen fris en fruitig door de gekste sprookjesboeken en generen zich niet als dwerg. Feeëriek en theatraal zo kan hun verschijning soms zijn. ‘To be or not to be’ staat met guitige letters geschreven op hun gekleurde muts. Ook bij de meisjes, die zijn niet dom. Dat zijn alleen blondines, met wiebelende paardenstaartjes. Die bungelen achter het harige gat van de kont van het paard. Daar zouden dwergenmeisjes zich nooit aan wagen.

Mien Woordzin