31-12-2013
Columns van Harrie (December 2013)
Okkuplaid afwezig / Gezondheidszorg / 02-12-2013
Ik weet even met mezelf geen blijf. Bejaardentehuis Windzorg staat op zijn kop. Het is december. Een maand waarin alle bewoners zich het liefst verstoppen. Verstoppen onder gespreide dekens van AaBe. Behalve dan diegenen met een groot netwerk. De netwerkopa’s en –oma’s. Zo noem ik ze altijd. Een geheime club die altijd heel interessant en heel erg druk afwezig door de gangen struint. Zogenaamd okkupaid afwezig.
Het is een elitaire club die de life line met hun achterban openhoudt via dievaizes die met een kleine i beginnen. In de gang zijn het dan ook niet alleen rollators die piepend ‘ie’ roepen. Neuuhhh, hordes bejaarden beoefenen deze diepe keelklank. Ieeeeeeeeeeeeeee, waar is mijn ieeee-pad? Waar is mijn ieeeee-foon. De aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii kennen ze niet. Helaas, veel te buitenlands. Daar doen de oudjes niet meer aan.
Fonetisch geeft het anders wel leut. Ze raken van de Engelse terminologie compleet in de war en verhaspelen de woorden geheel eigenzinnig. Zo is het niet de ef-bi-ai maar de fibi. Niet de sevvenup maar de zuup. Het is toch wat. Eén ding blijft in het hele verhaal heilig. De iepad en de iefoon.
Het is wel heftig voor het personeel. Die lopen sinds kort met stoffen geweitjes op hun hoofd. Je weet wel, van die lelijke roodgroene wichelroedes. Maar het moet gezegd. Van dartele reetjes houdt het bejaardencorps wel. Maar deze december hoofdtooi is niet enkel bedoeld om de oudjes te dartelen. Ik heb namelijk een geheim ontdekt. De geweitjes klemmen de oren af en verbergen zodoende de oordopjes die het personeel beschermt tegen vervelend en doordringend geluid. Zo zijn ze gewapend en beschermd tegen al die irritante iPhone-ringtones, die stuk voor stuk en om de haverklap “ho, ho, ho” en “jinglebells” schreeuwen. Een van de bewoners heeft de ringtone “U zijt wellekome”, een aangename afwisseling, maar helaas, de bewoner neemt nooit op. Ze is verdwaald en geeft niet thuis.
Heel lang heb ik overwogen om ook een iPhone te nemen, alleen al ter wille van mijn favoriete ringtone. Ja, ja, u raadt het al. Met het vrolijke deuntje, “Alles, alles geht vorbei.” Zo ook gelukkig de barre decembermaand. Niets zo erg dan een maand lang de geuren op te moeten snuiven van oude dennen en weeë narcissen. En dan heb ik het nog niet gehad over de jeuk die door vervallen kerststukjes, afhangende dorre takken en ernstig naaldverlies ontstaat. De naalden vallen immers altijd in mijn nek.
De kerstroos en de sudderlapjes mogen ze wat mij betreft ook houden. Geef mij maar een warme wollen deken van AaBe. Dan blijf ik in de hysterische decemberrumoer lekker okkuplaid afwezig.
Warme stilte / Gezondheidszorg / 9-12-2013
Ik leg mijn wandelstok te rusten. Op het vurenhouten dressoir dat in de gang staat. Mijn hoed leg ik erbij. Dit moet zonder stok en zonder hoed. Op eigen kracht. Ik doe de deur naar de kapel open. Het is geen zware eikenhouten deur en ook geen echte kapel. Het is veel meer een grote lege kantine met plastic stoelen. Slechts een kleine kruisweg van borduursels aan de muur, wat waxinelichtjes op een grote platte blikken schaal en een vreemdsoortige balsemgeur doet vermoeden dat je een bijzondere ruimte betreed. Een klein heiligdom, bezwangerd met stille en zware lucht.
Er zijn weinig mensen aanwezig. Op de derde rij een man, diep voorover gebogen, duidelijk in gebed. Hij is er altijd. Zonder de aanwezigheid van deze man verlaat niemand de ruimte, de aarde, het heelal. Een vertegenwoordiger van onvoorwaardelijke liefde. Voor hen die komen en voor hen die gaan. Een bijzondere man. Op de vijfde rij zitten twee vrouwen naast elkaar. Ik herken ze uit de gang. Ze dragen donkere kleren en staren voor zich uit. Richting kist die sober op een draagbaar rust. Een eenvoudige kist met bovenop een bloemstuk. Een bloemstuk, met voor de gelegenheid, veel te felle foute kleuren.
Ik besluit op de eerste rij te gaan zitten. Dichtbij. Mijn vriend is dood. Alleen, hij weet het zelf nog niet. Althans dat denk ik. Hoop ik. Met stille woorden fluister ik het hem in. Het lijkt heel even of de kist tot leven komt. Ik denk toch echt geluiden te horen. Zou de boodschap binnen zijn gekomen? In gedachten neem ik afscheid. Ouderwets, zoals we dat altijd deden. Bijna dagelijks, gelijk een ritueel. Met onze neuzen boven een kleintje jonge klare, met een veelbetekenende blik. Genietend van volle, warme stilte. Stilte die ons verbindt. Telkens weer beseffend, dat dit wel eens de laatste ontmoeting kon zijn.
Een laatste ontmoeting, nu na zevenennegentig jaar en drie maanden. Zo lees ik op het kaartje dat mij wordt aangereikt. Ik heb een stuk gemist. Niet eens gezien dat er een voorganger binnenkwam. Een voorganger die kort en bondig ongetwijfeld een paar lieve en troostvolle woorden heeft gesproken. Ik heb ze gemist, de woorden van afscheid. De twee vrouwen op de vijfde rij houden een klein zakdoekje voor hun mond. Ik vraag me af wat er niet naar buiten mag komen. Ze houden beiden mond en gedachten waterig op slot. Dit soort bezoeken zijn voor oude mensen, met eindeloos vervagend licht in zicht, elke keer opnieuw een verzoeking.
Mijn lieve grote vriend is niet meer. Mijn stille kaart-, denk- en drinkgenoot. Mijn lieve aanwezige op afstand. Ik ga je missen. Dood en levend, zoals je nu voor eeuwig bent en blijft. In een kist en in mijn gedachten. Dag lieve ouwe jongen. Het ga je goed. Waar en wanneer dan ook.
Heem / Gein & Ongein / 16-12-2013
Het is leeg en verlaten in mijn bos. Het voelt ook niet echt als heem. Heem is waar alle mensen zoekend naar zijn. Zeker rond de donkere tijd die in december door de bomen schijnt. Het voelt als een manco. Het heemloos gevoel. Omdat mijn bos me geen heem geeft, voel ik mij niet alleen ontheemd maar ook ontbost. Zal ik dan maar op zoek gaan naar een stal of herberg? Op zoek naar een beetje leven? Zal ik mijn zoektocht laten leiden door de sterren?
Het is wel verdomd jammer dat er zo weinig mensen het bos bezoeken in de winter. Het is vast de beschutting die ze missen. De warme groene jas van bloemetjes en bijtjes, van mos en groene blaadjes. Daar heeft Raakhout ook veel last van. Die mist ook de beschutting van het groen. Gelukkig heeft zijn natuur er iets op gevonden. Hij draait zich jaarlijks in november, gewoon lekker, met zijn kont in de modder. Niks geen herberg, stal of comfort nodig. Hij gooit gewoon zijn kont tegen de krib. Duikt onder in een poel. Niet van verderf maar van bederf. Hij duikt onder in bedorven zomp. Wat wij als mensjes vinden stinken vindt hij lekker ruiken. Smaken verschillen. Zijn smaak past prima bij zijn lelijke platte paddenneus.
Ik gun hem zijn winterrust. En ik? Ach ik strompel maar wat verder en ruim mijn bos een beetje op. Ik vind briefjes die kant nog wal raken. Gewoon omdat de eigenaar van het verloren papier spoorloos is en mij geen tekst en uitleg kan geven. Mozes kriebel. Mijn nieuwsgierigheid is weer eens te groot. Ik vind een vaalbruin briefje met tekst in rode inkt. Een vreemde tekst. Ik wil weten waar de tekst toe leidt. Bij C een grote volte en bij F een gebroken lijn. En bij F over een diagonale lijn. Van handen veranderen en bij A wijken naar links. Brizl djeu, het lijkt wel geheimschrift. Ik draai het briefje om en zie een plattegrond vol letters en lijnen. Zie je wel. Dit is een geheime sleutel tot een schat. Het kan niet missen.
Bij B in draf en bij E middendraf en bij C wijken naar rechts. Bij H van hand veranderen. En bij C en M in galop en dan tussen B en F in draf en tussen M en B in stap naar het midden en buig. Einde tekst. En dan? Ja, ja, dan buig je op de plaats van bestemming. Dat vul ik zelf maar even in. Dan buig je naar de plek waar de schat verborgen ligt. Wedden? De kans dat ik deze schat vind is groter dan het winnen van de staatsloterij. Dit briefje dat ik hier in mijn handen houd is mijn weg naar fortuin. Een kind kan de was doen. Maar eerst nog even een paard zoeken. Dat is wel zo makkelijk qua transport. Geen idee hoe groot de afstanden zijn die in de beschrijving opgesloten liggen. Maar die schat, die vind ik. Die is de mijne. Zeker weten. En dan, dan bouw ik zelf een nieuw heem. Van takken en van struiken, van bladeren en van groen. Van natuur die nooit vergaat.
Zeepmarkt / Gein & Ongein / 23-12-2013
Nog voor het jaar eindigt breng ik altijd een bezoek aan een goede vriend in het Noorden. Gewoon omdat ik naar het Noorden gaan een leuke activiteit vind. Ik word er altijd gelukkig van. Zo ook mijn vriend. Raakhout neem ik niet mee. Die ligt met zijn kont diep in de modder en is niet aanspreekbaar tot het voorjaar. Ik zou best met hem willen ruilen maar helaas. Hij is een amfibie en ik ben een zoogdier. Een bijzonder zoogdier, dat wel. Gezegend met hersenen. Nou ja, gezegend. Soms is het ook een behoorlijke last. Als die hersenen op hol slaan dan is het niet bepaald prettig vertoeven met mij. Dan wil ik wel eens doordraaien. Ik leg dan mijn hoofd meestal neder. Op een zacht kussen. En wacht dan tot het weer over is. Daar worden het hoofd en de hersenen dan weer rustig van. Maar ho, ho, ho, ik ben weer eens aan het doordraven. Ik was immers aan het vertellen over mijn vriend, woonachtig in het hoge Noorden.
Mijn vriend woont in een bos gelegen zo'n tien kilometer van de grote stad. Omdat ik met de trein ga moet ik altijd eerst door die grote stad. Normaal vind ik dat een crime, want meestal stoor ik mij aan de mensen die daarin rondlopen. Als dolle mieren op zoek naar de uitgang. Kom daar maar eens snel uit, uit zo'n stadscentrum. In de zoektocht lopen die mensen elkaar dan altijd driftig voor de voeten. Op één of andere manier hebben ze een onbedwingbare drang om ergens naar toe te gaan. Alleen weten ze niet precies naar waar. Maar niet vandaag. Er heerst een andere sfeer. Een andere opwinding dan normaal. Ze dragen allemaal rode mutsen met een witte bol er bovenop. Op sommige mutsen staat 'coach' gebreid. Waarom? Geen idee! Ze kijken over het algemeen erg blij. Een flink aantal lieden draagt borden met zich mee. Op die borden staan geldbedragen geschreven. Sommigen steken de borden boven hun hoofd, hoog de lucht in. De mensen die de borden dragen kijken allemaal blij en trots. Ze laten de borden zien aan iedereen die het lezen wil. Er worden ook heel veel foto's van gemaakt. Allemaal met een brede lach. Best wel gek. Zo'n fototoestel roept rare smoelen op. De mensen maken dit keer geen selfies, ze maken others. En die tonen ze weer aan elkaar.
Wat ik heel vreemd vind is dat er op de markt geen marktkramen staan. Ik mis de vis- en de groenteboer. De bakker en de kaasboer. Meestal koop ik hier een visje voor mijn vriend. En lekkere haring of een vette paling. Maar hij staat er niet, de visboer. Wat er wel staat is een hele grote aquarium. Die trekt veel aandacht. In het aquarium zitten geen vissen maar mensen. Ze praten in een microfoon en draaien muziek. Die klinkt keihard uit de boxen. Het gekke is dat de mensen buiten het aquarium eenzelfde gedrag vertonen als de mensen in het aquarium. Zodra ze binnen beginnen te springen, als dronken zeepaardjes, begint de meute buiten precies hetzelfde te doen. Soms roepen ze daarbij rare woorden. "Eat, sleep, rave, repeat. Eat, sleep, rave, repeat." Geen idee waar dit over gaat, maar het werkt hypnotiserend. De witte bollen op de rode mutsen bonzen mee op het ritme. "Eat, sleep, rave, repeat. Eat, sleep, rave, repeat." Het leven kan soms zo eenvoudig zijn.
Ik steek het plein over en loop richting bos. Het wordt steeds stiller en ik geniet van het Noorden. Het is een propere stad. Altijd geweest. Maar je kunt ook overdrijven. Overal hangen borden aan de muur en in de winkels die ik voorbij loop. Ze schreeuwen luidruchtig: 'Let's clean this shit up.' Ik vind het wel meevallen. Met die shit. De markt die ik miste op het marktplein lijkt zich nu over de hele stad verspreid te hebben. Ik word aangeklampt door een 'coach', of ik geen stuk zeep wil kopen. Zeep kopen? Daar moet je bij mij niet mee aankomen. De laatste herinnering die ik met zeep heb daar wil ik niet aan herinnerd worden. Die leverde mij bijna een dwarslaesie op. Eerst glipte de zeep uit mijn hand. Wist ik veel dat ie glad was en vervolgens ging ik erop staan. In een reflex. Ik dacht het is een monster en dat moet ik vangen. Maar het zeepmonster was me te slim af. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen. Ik bedank vriendelijk voor de zeep en loop verder. Het is niet ver meer. Mijn vriend heeft hopelijk de koffie klaar.
In het bos voel ik me gauw weer thuis. De bossen in het hoge Noorden zijn een feest voor lichaam en geest. Ik zie het licht al branden en spoed me naar het gezellig hutje van mijn vriend. Ik doe de deur open en wil hem verrassen. Niet met paling en niet met haring, maar met een rode muts. Een rode muts met een witte bol. En 'coach' erop geborduurd. Voor mijn goede vriend. Maar hij kijkt niet blij. Er is ook geen koffie, maar thee. Gris mich nich. Brizl djeu. Mijn lieve vriend is aan de diarree. Om de tien minuten rent hij naar buiten. Naar een hudo, zo'n tien meter van de hut. Dat is geen pretje. Had ik nu toch maar zeep gekocht.
Watervallen in de aanbieding / Gein & Ongein / 31-12-2013
Vanaf vanochtend loop ik rond met een waterreservoir en een waterspuit op mijn rug. Dat heeft alles te maken met de tijd van het jaar. U raadt het al. Het is weer tijd om de waterval te zetten. Een noodzakelijke bezigheid voor oude rustige bosbewoners, om de rust in het bos te bewaren. Eigenlijk kan ik het niet met jullie delen. De meeste van jullie zijn dorps- of stadsmens. Ik ben bang dat jullie het niet begrijpen. Maar ik doe toch een poging. Brizl djeu. Het mag niet zo zijn dat het gebruik van de waterval verloren gaat met het uitsterven van oude rustige bosbewoners? En dan heb ik het niet over die bosbewoners die hier op rupsbanden door mijn bos crossen, met hun elektrische autotootjes.
Als er iets is dat ik haat dan zijn het duurzame bosbewoners. Hoed u voor de duurzame bosbewoner. Hij doet alles geladen en met volle lading. Milieuvriendelijk zet ie de boel op scherp en onder stroom. Ik niet. Ik hanteer heel ouderwets de waterval. Heel geschikt en effectief. Doet niemand kwaad behalve diegenen die kwaad willen. Kwaadwilligen worden gestraft met mijn waterval. Als je eenmaal in aanraking komt met de waterval dan zul je voor altijd een knieval doen zodra je de waterval weer tegenkomt. Maar liever nog ga je hem voor goed uit de weg. Een zeer effectief instrument. Sinds kort is er naast een bosversie ook een dorps- en stadsversie op de markt. Wel zo handig.
Het meest effectief werkt de waterval als ie ingezet wordt bij bestrijding van de vuurval. De vuurval is op de laatste dag van het jaar en een paar dagen daarna actief. Hij valt dan met regelmaat uit de lucht en maakt enorm kabaal. Het meeste kabaal maakt ie in China. Heel begrijpelijk want dat is ook een groot land. Het vuur valt in dat land bijna dagelijks. De Chinezen hebben geleerd om er de ogen een beetje voor te sluiten. Ze knijpen een oogje dicht. Als het vuur valt heb je maar korte tijd om het te bestrijden met de waterval. Je moet voorkomen dat de vuurval de boel in de hens zet. Om te voorkomen dat het vuur uit de hand loopt is altijd haast geboden. Zodra ik een brandje zie in het bos kom ik opdraven.
Een uit de hand gelopen vuurtje is moeilijk te bestrijden. Dan helpt geen enkele waterval meer. De clou van de werking van de waterval zit in het gebruik van het juiste aas. Je kunt daarvoor het beste vuurvaste kleine jongetjes gebruiken. En dan het liefst de kleine jongetjes die denken dat ze vuurvast zijn. Ik herken ze aan de zoekende blik. Het zijn straatschuimers die op zoek zijn naar rotjes. Naar rottige rotjes die niet zijn afgegaan. Sinds kort hebben deze kleine lieden hun territorium uitgebreid. Ze waren nu ook rond in mijn bos. Dat zet mij en mijn waterval op scherp. Ik vang de kleine etterbakjes met aas waar ze zelf naar op zoek zijn. Met gillende keukenmeiden die nooit afgegaan zijn. Daar zijn die mannetjes dol op. Ik toon u hoe het werkt.
Je legt een paar gillende keukenmeiden op de grond. Blond, rossig, zwart of bruin het maakt niet uit. De kleine mannen boeit het niet. Let wel, je moet de gillende keukenmeiden wel voor een struik neerleggen. Niet erachter. Achter de struiken neem jezelf als aasvanger positie, samen met het ontsluitingsmechanisme van de waterval. Vergeet de waterval niet aan te sluiten op de gillende keukenmeiden. Dat doe je met een stukje tuinslang en een sproei- of spuitkop. Een spuitkop werkt het effectiefst, mits ie voldoende spuitkracht heeft. Schuif de tuinslang met kop in de handen van de gillende keukenmeid en wacht dan rustig af. Zodra de kleine mannen met de kleine vingertjes de meiden betasten ontgrendel je de waterval.
Als het goed is worden de mannetjes nu zeiknat en schrikken zich een hoedje. Dat hoedje is belangrijk. Als je dat op tijd weet te onderscheppen dan treedt de vuurval van de gillende keukenmeid niet in werking. Ja, ja, het luistert nauw. Maar het is de enige mogelijkheid om vuur en hens te voorkomen. Het hoedje berg je zorgvuldig op en de kleine mannen geef je een schop onder de kont. Dit werkt over het algemeen louterend. Meestal rennen ze dan keihard weg. Sommigen zullen hard huilen en weer anderen zullen boos reageren. Mochten er een aantal terugkeren met een vader of een advocaat, ga dan over op plan B, het charmeoffensief. Leg de vader en de advocaat voor hoe zij zelf vroeger gestraft zijn door vuurwerkhaters. Juist ja. Een daglang voor schut lopen met een prikstok, gekleed in een hesje met daarop stichtelijke leuzen. En dan als een onnozele de hele dag papiertjes prikken voor het oog van buurtgenoten. Dat doe je de ergste kinderen nog niet aan. Laat staan je eigen kinderen.
Tot slot. Vergeet niet op tijd het waterreservoir te vullen. In noodgevallen meng je het water met aanlenglimonade. Gebruik dan een mengsel in de verhouding één op één. Zeker weten dat je de kleffe vuurwerkmonsters nooit meer terug ziet. De waterval is te koop in elke bouwmarkt en bij de Boerenbond. In de maand februari zijn er altijd aanbiedingen. Scheelt weer in de portemonnee. Je moet toch een beetje op de kleintjes letten. Gris mich nich.
Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.
23-12-2013
Het staren voorbij
Op een klein terras vlakbij de grote oceaan zitten een man en vrouw in rotan stoelen aan een glazen tafeltje. Ze staren met verdwaalde blikken naar de horizon. Een horizon waarboven een vuurrode zon over enkele seconden de oceaan gaat kussen. De man en vrouw tonen amper aandacht voor dit dagelijks terugkerend natuurwonder. Waarom zouden ze? Het is vakantie. Hun verblijf is van tijdelijke aard.
In het staren van de man en vrouw schuilt een onbestemde verwantschap. Een tijdelijke aanwezigheid. Dat is wat ze met elkaar delen. Hoewel? In hun ogen valt dat niet direct af te lezen. Hun ogen neigen eerder naar afwezigheid en naar stilte. Totdat Eleanora de stilte doorbreekt. “Dat waren nog eens dagen.” Haar stem klinkt lijzig en doorrookt. De woorden die omfloerst uit haar mond vlieden zijn gewenteld in bourbon en komen langzaam binnen bij haar tafelgenoot. “Ja, dat waren nog eens dagen”, antwoordt William met een zucht.
“Ik kan me nog maar amper de teksten herinneren, William, was het niet iets met vreemde vruchten?” Met een grote rode zakdoek veegt William het zweet uit zijn nek. Het is nog steeds bloedje heet. “Wel Eleanora, de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het niet meer weet. In mijn herinnering zie ik wel een pianoman die verschrikkelijk zijn best doet en weeïge liedjes zingt, over het hebben en houden van vrouwen. Gewoon zoals ze zijn, vrouwelijk. Maar dat lijkt alweer zo lang geleden”.
Terwijl Eleanora en William elkaars geheugen lospeuteren voltrekt zich een merkwaardig tafereel aan de kustlijn. Een klein dik jongetje in geruite broek wordt achtervolgd door een lange man gekleed in een slipjas. De man draagt een vierkant hoofddeksel met een rare kwast en in zijn rechterhand een vreemd gebogen stok. Zodra de man het dikke jongetje nadert heft ie zijn arm om hem te slaan. Maar het dikke jongetje is hem telkens te snel af. Tegen de achtergrond van de zinderende vuurrode hemel met het brede strand ervoor, oogt het tafereel als een schilderij van Dali.
Uit de muziekboxen bij het terras klinkt muziek. Toepasselijk bij de scène aan de kustlijn. “When the going gets tough, the tough get going!” De lange man op het strand krijgt het jongetje maar niet te pakken. Eleanora en William hebben intussen dorst gekregen van al het staren en nadenken. Hun hersens hebben dringend nood aan spiritueel vocht. Voor lichaam en ziel. Bevorderlijk ook voor het laven en tonen van zoete en zoute herinneringen. Een blije rastafari ober schenkt met een brede glimlach de glazen nog eens vol. “Dankjewel Leslie!” roepen de tafelgasten in koor.
“Graag gedaan!”, antwoordt Leslie opgetogen. “O ja, ik heb vandaag iets speciaals voor jullie op het menu.” Leslie haast zich naar het strandhuis en haalt een gerafeld blaadje uit de la van een vurenhout gefineerde kast. Daar zijn Eleanora en William blij mee. Ze zien meteen waar het dagmenu vandaan komt. Het komt uit de catalogus van hun favoriete winkelketen die in alle landen all over the world te vinden is. De blauw-gele menukaart die Leslie aanbiedt aan zijn gasten voelt plakkerig aan. Heel even houden de twee de kaart onder hun neus. “Mmm … heerlijk Leslie … gehaktballetjes … doe ons maar allebei een portie, met saus!”
Op het moment dat Leslie zich naar de keuken begeeft klinkt er een enorme knal op het strand. In een mum van tijd stroomt het strand vol met paarden. Op de paarden zitten ruige mannen. Het lijken wel cowboys. Sterker nog het zijn cowboys. Ze achtervolgen een jongen op een klein paard. De jongen draagt een grote luier en een pistool. Met het pistool zwaait ie vervaarlijk boven zijn hoofd en roept keihard “Jippiejajee”. Af en toe schiet ie met zijn pistool, voorovergebogen op zijn paard, met de teugel in de ene hand en het pistool in de andere, onder zijn arm door richting de mannen, die een voor een van hun paard vallen. Het jongetje laat veel slachtoffers achter. Wel twaalf. Zo jong, en dan al zo moordzuchtig. Nog maar net uit de luiers. Die jeugd van tegenwoordig?
Eleanora en William aanschouwen het tafereel met grote afkeuring. Ze denken nu echt in een foute film te zitten. Zeker als een negroïde man met een kleine wipneus, gekleed in spijkerbroek ongevraagd aanschuift bij hun tafeltje. “Willen jullie mijn nieuwe hit horen?”, vraagt hij enthousiast. “Ik zal er ook bij dansen?” Nog voordat Eleanora en William antwoord kunnen geven is de man van zijn stoel gesprongen en zet met een hoge stem in. Waar hij zo maar ineens de microfoon vandaan haalt is een groot raadsel. Hij danst de sterren van de hemel en telkens als hij een pas zet op de steigerplanken licht de plank waar hij opstaat in fel discolicht op. Miraculeus. Het is een bijzonder gezicht zo in het schemerduister.
Het mannetje danst ontzettend lenig. De krullen op zijn krullenkop dansen gezellig met hem mee. De muziek uit de muziekboxen reikt tot ver over het strand en werkt aanstekelijk. Zo aanstekelijk dat de tennisspeelsters een stuk verder op het strand hun spel eventjes staken. Een van de tennisspeelsters, die verrekte veel lijkt op de zanger op het terras, maar dan in vrouwelijke en blanke versie, een grote bril en oorringen dragend, is zo in de ban van de muziek, dat ze tijdens het refrein haar kingsize racket als een gitaar vasthoudt en luidt meezingt. “Beat it!” Haar tegenstandster neemt onmiddellijk de benen. Ze houdt niet van dat theatraal en idolaat gedoe. Weg is ze. Op zoek naar een broad way om te vluchten, ver weg van deze duivelse speelgrond.
Eleanora en William vinden het prima zo. Ze genieten van elkaars gezelschap, de gehaktballetjes, de whisky en al het onverwachte amusement dat zich gratis voor hun neus afspeelt. Ze prijzen zich gelukkig en kijken elkaar innig aan. Het staren voorbij.
In het staren van de man en vrouw schuilt een onbestemde verwantschap. Een tijdelijke aanwezigheid. Dat is wat ze met elkaar delen. Hoewel? In hun ogen valt dat niet direct af te lezen. Hun ogen neigen eerder naar afwezigheid en naar stilte. Totdat Eleanora de stilte doorbreekt. “Dat waren nog eens dagen.” Haar stem klinkt lijzig en doorrookt. De woorden die omfloerst uit haar mond vlieden zijn gewenteld in bourbon en komen langzaam binnen bij haar tafelgenoot. “Ja, dat waren nog eens dagen”, antwoordt William met een zucht.
“Ik kan me nog maar amper de teksten herinneren, William, was het niet iets met vreemde vruchten?” Met een grote rode zakdoek veegt William het zweet uit zijn nek. Het is nog steeds bloedje heet. “Wel Eleanora, de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het niet meer weet. In mijn herinnering zie ik wel een pianoman die verschrikkelijk zijn best doet en weeïge liedjes zingt, over het hebben en houden van vrouwen. Gewoon zoals ze zijn, vrouwelijk. Maar dat lijkt alweer zo lang geleden”.
Terwijl Eleanora en William elkaars geheugen lospeuteren voltrekt zich een merkwaardig tafereel aan de kustlijn. Een klein dik jongetje in geruite broek wordt achtervolgd door een lange man gekleed in een slipjas. De man draagt een vierkant hoofddeksel met een rare kwast en in zijn rechterhand een vreemd gebogen stok. Zodra de man het dikke jongetje nadert heft ie zijn arm om hem te slaan. Maar het dikke jongetje is hem telkens te snel af. Tegen de achtergrond van de zinderende vuurrode hemel met het brede strand ervoor, oogt het tafereel als een schilderij van Dali.
Uit de muziekboxen bij het terras klinkt muziek. Toepasselijk bij de scène aan de kustlijn. “When the going gets tough, the tough get going!” De lange man op het strand krijgt het jongetje maar niet te pakken. Eleanora en William hebben intussen dorst gekregen van al het staren en nadenken. Hun hersens hebben dringend nood aan spiritueel vocht. Voor lichaam en ziel. Bevorderlijk ook voor het laven en tonen van zoete en zoute herinneringen. Een blije rastafari ober schenkt met een brede glimlach de glazen nog eens vol. “Dankjewel Leslie!” roepen de tafelgasten in koor.
“Graag gedaan!”, antwoordt Leslie opgetogen. “O ja, ik heb vandaag iets speciaals voor jullie op het menu.” Leslie haast zich naar het strandhuis en haalt een gerafeld blaadje uit de la van een vurenhout gefineerde kast. Daar zijn Eleanora en William blij mee. Ze zien meteen waar het dagmenu vandaan komt. Het komt uit de catalogus van hun favoriete winkelketen die in alle landen all over the world te vinden is. De blauw-gele menukaart die Leslie aanbiedt aan zijn gasten voelt plakkerig aan. Heel even houden de twee de kaart onder hun neus. “Mmm … heerlijk Leslie … gehaktballetjes … doe ons maar allebei een portie, met saus!”
Op het moment dat Leslie zich naar de keuken begeeft klinkt er een enorme knal op het strand. In een mum van tijd stroomt het strand vol met paarden. Op de paarden zitten ruige mannen. Het lijken wel cowboys. Sterker nog het zijn cowboys. Ze achtervolgen een jongen op een klein paard. De jongen draagt een grote luier en een pistool. Met het pistool zwaait ie vervaarlijk boven zijn hoofd en roept keihard “Jippiejajee”. Af en toe schiet ie met zijn pistool, voorovergebogen op zijn paard, met de teugel in de ene hand en het pistool in de andere, onder zijn arm door richting de mannen, die een voor een van hun paard vallen. Het jongetje laat veel slachtoffers achter. Wel twaalf. Zo jong, en dan al zo moordzuchtig. Nog maar net uit de luiers. Die jeugd van tegenwoordig?
Eleanora en William aanschouwen het tafereel met grote afkeuring. Ze denken nu echt in een foute film te zitten. Zeker als een negroïde man met een kleine wipneus, gekleed in spijkerbroek ongevraagd aanschuift bij hun tafeltje. “Willen jullie mijn nieuwe hit horen?”, vraagt hij enthousiast. “Ik zal er ook bij dansen?” Nog voordat Eleanora en William antwoord kunnen geven is de man van zijn stoel gesprongen en zet met een hoge stem in. Waar hij zo maar ineens de microfoon vandaan haalt is een groot raadsel. Hij danst de sterren van de hemel en telkens als hij een pas zet op de steigerplanken licht de plank waar hij opstaat in fel discolicht op. Miraculeus. Het is een bijzonder gezicht zo in het schemerduister.
Het mannetje danst ontzettend lenig. De krullen op zijn krullenkop dansen gezellig met hem mee. De muziek uit de muziekboxen reikt tot ver over het strand en werkt aanstekelijk. Zo aanstekelijk dat de tennisspeelsters een stuk verder op het strand hun spel eventjes staken. Een van de tennisspeelsters, die verrekte veel lijkt op de zanger op het terras, maar dan in vrouwelijke en blanke versie, een grote bril en oorringen dragend, is zo in de ban van de muziek, dat ze tijdens het refrein haar kingsize racket als een gitaar vasthoudt en luidt meezingt. “Beat it!” Haar tegenstandster neemt onmiddellijk de benen. Ze houdt niet van dat theatraal en idolaat gedoe. Weg is ze. Op zoek naar een broad way om te vluchten, ver weg van deze duivelse speelgrond.
Eleanora en William vinden het prima zo. Ze genieten van elkaars gezelschap, de gehaktballetjes, de whisky en al het onverwachte amusement dat zich gratis voor hun neus afspeelt. Ze prijzen zich gelukkig en kijken elkaar innig aan. Het staren voorbij.
05-12-2013
Een dag uit het leven van Trappedoelie
Vandaag is geen dag als alle anderen. Het is de verjaardag van Sinterklaas. Een belangrijke dag. Dat vindt ook Trappedoelie, de hoofd Piet. Hij is treurig gestemd. En dat steekt ie niet onder stoelen of banken. Nee, nee, hij doet zijn beklag online. Ja, ja, hij is een moderne Piet. Hij spuwt zijn gal. Hieronder zijn relaas. Een bijzondere dag uit het leven van Trappedoelie.
Terwijl in Nederland en Vlaanderen onder de volwassenen de discussie losbarst over welke kleur de “zwarte” Pieten nu in de toekomst moeten hebben, kan ik het niet laten hier eventjes mijn zegje over te doen. Ik als hoofd Piet moet immers antwoord geven. Het debat in goede banen leiden. Anders gaat het hier in Nederland helemaal mis. Ik zal een voorbeeld geven. Onlangs ontving Sint een brief van een jonge moeder. Als hoofd Piet lees ik die altijd het eerst, nog voordat Sint die leest.
Lieve Sint, hallo, ik ben Femke, 34 jaar oud, heb een dochter van zes, twee draken van honden (ook wel draak & draak genoemd), pas getrouwd, net gestopt met werken en inmiddels 18 weken in verwachting. Ik schrijf u deze brief omdat mijn dochter vorige week compleet overstuur thuis kwam. Ze had een witte Piet gezien met rode stippen. Nu denkt mijn dochter dat alle Pieten ziek zijn en dat ze dit jaar geen cadeautjes krijgt. Kunt u dit even uitleggen aan mijn dochter. Alvast bedankt. Femke.
Daar word ik nu droevig van. Omdat Sinterklaas het veel te druk heeft heb ik uiteindelijk maar een antwoord teruggeschreven. Maar het viel me zwaar. De beste tijd waarop ik inspiratie krijg ligt ergens tussen een uur of één ‘s nachts en halfzes in de ochtend. Maar ja, dan moet ik ook het dak op. Om al die schoentjes te vullen. Lamme tak Sint ligt dan nog lekker in zijn bed te ronken. Heel irritant. Ik was bijna gestopt met schrijven, want ik kreeg geen letter op papier. Totdat ik een geweldige inval kreeg.
Ik zette de TV aan en wachtte op het journaal. Ik viel midden in hét nieuws van de dag: er hoeven slechts negentien (!) in plaats van de eerder genoemde zesentwintig gevangenissen dicht. Boeien, dat gaat toch nergens over! Op dit soort nieuws zat ik niet te wachten. Ik zapte verder op zoek naar wat ik zocht en belandde onderweg bij een programma genaamd ‘Opsporing gezocht’, met een kleine olijke politieman aan het woord. Hij vertelde een bizar verhaal bij een evenzo bizar filmpje, een soort van reconstructie.
Kreunend tilde Trees de wasmand op het bed met daarin zeker 10 kilo verzameld strijkgoed. Haar belager lag als verlamd op het bed. Ze spreidde de was uit over zijn lichaam en pakte het strijkijzer dat inmiddels warm was geworden. “Blijf liggen, loeder, ik zal jouw zonden eens eventjes gladstrijken, samen met mijn was!” De dief zag het strijkijzer gevaarlijk op zijn gezicht afkomen en wist niet hoe snel die weg moest komen. Wat opviel was zijn opvallende gelijkenis met Zwarte Piet.
Het olijke politiemannetje vervolgde. Gelukkig hebben we beelden van de dader. Heeft u enig idee, wie deze Zwarte Piet is, neemt u dan meteen contact op met …’
“Verrek!”, dacht ik, “maar die man ken ik, dat is onze Kleptopietje!” Meteen pakte ik de telefoon en belde het nummer dat in beeld kwam. Ik kreeg een man aan de telefoon met een donkere stem. “Politie Middelburg, met IJzermans..”. Maar ik hing meteen weer op. Dit kon ik niet maken. Kleptopietje was mijn grote vriend. Die wilde ik niet verraden.
Snel zapte ik verder. Nog steeds opzoek naar wat ik zocht. Wat een idiote TV programma’s verschijnen er toch in Nederland. Wat is dit nu weer? Ik zie een camerashot met een foto in beeld. De foto toont een doorsnee gezin dat net een leuke dag achter de rug heeft. Het volgende shot toont een vrouw, gezeten in een leren fauteuil, ze vertelt een droevig verhaal. “Verschillende honden hebben wij vroeger thuis gehad. Ja, ja. En deze hond die kijkt me altijd aan alsof ie mij begrijpt. Zo met een blik van ‘Baasje is verdrietig’. Ik heb altijd gedacht dat het moeilijk was om gelukkig te worden. Dat denk ik nog steeds. Ondanks dat, toch wel kunnen slapen gelukkig. Ik ben van de week weer eens naar de kapper geweest. Samen met Bobbie. Dat biedt troost. Nu zit alles weer goed in de krul. Althans dat denk ik. Wat vindt u?”
In beeld verschijnt nu een klein mannetje met een grote donkere bril, grote neus en witte jas. Op het naambordje dat op zijn borst prijkt lees ik: Woody, Mens- en honddokter. Voor al uw klachten. Het antwoord van de dokter maak ik niet meer mee. Een reclameblok wordt ingezet.
Ik zie een soortgenoot van mij door het beeld springen. In een supermarkt. Het is een oud Hollandse reclame. In zwart en wit en zonder geluid. In beeld verschijnen teksten in kaders, dit terwijl de Piet in de supermarkt boodschappen verzamelt: ‘Aanschouwt dien schonen vent die voor u op het beeldscherm rent. Ziet u hoe hij nu nog snel de laatste inkopen doet voor onze lieve Sint? De lamme tak ligt nog op bed. Gelukkig is het prijzenoorlog. Profiteer net als deze Piet van onze koopjes. Ze komen letterlijk uit C1000 en één nacht. Komt dat zien, komt dat zien!’ Ik schrik er van. Met de jaren is er niets veranderd in Holland reclameland. Oudbakken als altijd.
Ik zap verder. Heb nog steeds niet gevonden wat ik zocht. Ik vrees het ergste. Hoe kan ik Femke nu terugschrijven? Moedeloos kijk ik uit de raam van het kasteel en zie een vreemde man in het parkje zitten. De man op het bankje rondom de boom begint iets te hardop te lachen. Ik doe de raam open want hij wuift naar mij, hij wil me vast iets zeggen. Hij ziet er verward uit en achter hem zie ik een winkelwagentje staan vol met oude vieze spullen en een oude deken.
“Ik ben Neil …!” , roept de man. Hij ziet dat ik zijn aandacht geniet en vervolgt onnavolgbaar ratelend:
“Vriend van mij vroeg gisteren of ik nog had gestemd op één van de genomineerden van de televizier ring. Ha, ha, dat vroeg ie mij zomaar een dag bij het water. Idioot hè? Ik heb niet eens TV. Hoe komt ie daarbij? Hij is schrijver, die vriend. Laatst kwam ik weer een stukje over hem tegen. Iets over op vakantie gaan. Op vakantie gaan is tof. Ik heb er alleen het geld niet voor.”
“Ik kan je niet zo goed volgen Neil”, roep ik terug. “Waar praat je toch allemaal over?”
Neil vervolgt: “Welke dertiger kent het niet? Het zomerspektakel 2007 in Nederhorst den Berg: de titel is een waar understatement! Twee culturen die elkaar de hand reiken. Een jaar of vijf geleden begon de ‘breezerslet’-generatie door te slaan in Nederland. Uw Kinderen zijn niet Uw Kinderen. Voetbal is populair, voetbalplaatjes ook. Toen de waterberen uiteindelijk besloten hadden om de Topa Woestijn te verlaten wisten Weybrandt van Vuurschen tot Breedendonck en Coenraedt dat hun vertrek van die plek ook in de nabije toekomst lag.”
“Ik kan er geen touw aan vastknopen, Neil, hoe graag ik ook zou willen, kun je wat duidelijker zijn?”
Maar helaas, het blijft allemaal abracadabra voor mij. Ik laat Niel uitrazen. Hij wordt steeds driftiger en zijn stem neemt in volume toe. Deze vreemde man is gestoord, dat kan niet anders.
Neil vervolgt, nu met luide stem: “Het doet maar even pijn” zei de lieftallige tandartsassistente terwijl de wat minder fris ogende tandendokter me smalend aankeek. Kamp je als ondernemer met een negatief resultaat als gevolg van de economische crisis? “Mevrouw R.” Het Franse “kermesse”, betekent “kermis”. Echt waar. Zeker weten.”
Ik geef het op en sluit de raam. Deze vreemde man gaat mij niet verder helpen. De tijd dringt. Ik wil Femke vandaag nog antwoord geven. Hoe leg ik haar en haar dochter nu uit dat de witte Piet met rode stippen een fata morgana moet zijn geweest. Zelfs op Discovery Channel vind ik niet waarnaar ik op zoek ben. Het vraagt om een noodoplossing. Ik pluk de veer van mijn hoed en doop hem in een potje met zwarte inkt.
Lieve Femke en dochter van Femke. De zwarte witte Piet met rode stippen is geen echte zwarte Piet. Mijn Pieten zijn nooit ziek. Ik denk dat jullie het slachtoffer zijn geworden van een bijzonder fenomeen. Een fata morgana in Nederland. Nu zult u denken, dat kan niet. Immers in Nederland zijn geen woestijnen. Maar niets is minder waar. Een woestijn kan namelijk overal spontaan ontstaan daar waar sprake is van woestenij. En in uw land is dat op dit moment zeker het geval. Met de benaming woestenij is de stand van zaken in uw land nog zachtjes uitgedrukt. Een kleine blik in de (sociale) media zegt voldoende en beantwoordt daarmee mijn inziens uw vraag. Hierbij verblijf ik met scherpe peperhoogachting, hoofd Piet Trappedoelie, in afwezigheid van Sinterklaas (want die lamme tak ligt nog steeds in bed).
Terwijl in Nederland en Vlaanderen onder de volwassenen de discussie losbarst over welke kleur de “zwarte” Pieten nu in de toekomst moeten hebben, kan ik het niet laten hier eventjes mijn zegje over te doen. Ik als hoofd Piet moet immers antwoord geven. Het debat in goede banen leiden. Anders gaat het hier in Nederland helemaal mis. Ik zal een voorbeeld geven. Onlangs ontving Sint een brief van een jonge moeder. Als hoofd Piet lees ik die altijd het eerst, nog voordat Sint die leest.
Lieve Sint, hallo, ik ben Femke, 34 jaar oud, heb een dochter van zes, twee draken van honden (ook wel draak & draak genoemd), pas getrouwd, net gestopt met werken en inmiddels 18 weken in verwachting. Ik schrijf u deze brief omdat mijn dochter vorige week compleet overstuur thuis kwam. Ze had een witte Piet gezien met rode stippen. Nu denkt mijn dochter dat alle Pieten ziek zijn en dat ze dit jaar geen cadeautjes krijgt. Kunt u dit even uitleggen aan mijn dochter. Alvast bedankt. Femke.
Daar word ik nu droevig van. Omdat Sinterklaas het veel te druk heeft heb ik uiteindelijk maar een antwoord teruggeschreven. Maar het viel me zwaar. De beste tijd waarop ik inspiratie krijg ligt ergens tussen een uur of één ‘s nachts en halfzes in de ochtend. Maar ja, dan moet ik ook het dak op. Om al die schoentjes te vullen. Lamme tak Sint ligt dan nog lekker in zijn bed te ronken. Heel irritant. Ik was bijna gestopt met schrijven, want ik kreeg geen letter op papier. Totdat ik een geweldige inval kreeg.
Ik zette de TV aan en wachtte op het journaal. Ik viel midden in hét nieuws van de dag: er hoeven slechts negentien (!) in plaats van de eerder genoemde zesentwintig gevangenissen dicht. Boeien, dat gaat toch nergens over! Op dit soort nieuws zat ik niet te wachten. Ik zapte verder op zoek naar wat ik zocht en belandde onderweg bij een programma genaamd ‘Opsporing gezocht’, met een kleine olijke politieman aan het woord. Hij vertelde een bizar verhaal bij een evenzo bizar filmpje, een soort van reconstructie.
Kreunend tilde Trees de wasmand op het bed met daarin zeker 10 kilo verzameld strijkgoed. Haar belager lag als verlamd op het bed. Ze spreidde de was uit over zijn lichaam en pakte het strijkijzer dat inmiddels warm was geworden. “Blijf liggen, loeder, ik zal jouw zonden eens eventjes gladstrijken, samen met mijn was!” De dief zag het strijkijzer gevaarlijk op zijn gezicht afkomen en wist niet hoe snel die weg moest komen. Wat opviel was zijn opvallende gelijkenis met Zwarte Piet.
Het olijke politiemannetje vervolgde. Gelukkig hebben we beelden van de dader. Heeft u enig idee, wie deze Zwarte Piet is, neemt u dan meteen contact op met …’
“Verrek!”, dacht ik, “maar die man ken ik, dat is onze Kleptopietje!” Meteen pakte ik de telefoon en belde het nummer dat in beeld kwam. Ik kreeg een man aan de telefoon met een donkere stem. “Politie Middelburg, met IJzermans..”. Maar ik hing meteen weer op. Dit kon ik niet maken. Kleptopietje was mijn grote vriend. Die wilde ik niet verraden.
Snel zapte ik verder. Nog steeds opzoek naar wat ik zocht. Wat een idiote TV programma’s verschijnen er toch in Nederland. Wat is dit nu weer? Ik zie een camerashot met een foto in beeld. De foto toont een doorsnee gezin dat net een leuke dag achter de rug heeft. Het volgende shot toont een vrouw, gezeten in een leren fauteuil, ze vertelt een droevig verhaal. “Verschillende honden hebben wij vroeger thuis gehad. Ja, ja. En deze hond die kijkt me altijd aan alsof ie mij begrijpt. Zo met een blik van ‘Baasje is verdrietig’. Ik heb altijd gedacht dat het moeilijk was om gelukkig te worden. Dat denk ik nog steeds. Ondanks dat, toch wel kunnen slapen gelukkig. Ik ben van de week weer eens naar de kapper geweest. Samen met Bobbie. Dat biedt troost. Nu zit alles weer goed in de krul. Althans dat denk ik. Wat vindt u?”
In beeld verschijnt nu een klein mannetje met een grote donkere bril, grote neus en witte jas. Op het naambordje dat op zijn borst prijkt lees ik: Woody, Mens- en honddokter. Voor al uw klachten. Het antwoord van de dokter maak ik niet meer mee. Een reclameblok wordt ingezet.
Ik zie een soortgenoot van mij door het beeld springen. In een supermarkt. Het is een oud Hollandse reclame. In zwart en wit en zonder geluid. In beeld verschijnen teksten in kaders, dit terwijl de Piet in de supermarkt boodschappen verzamelt: ‘Aanschouwt dien schonen vent die voor u op het beeldscherm rent. Ziet u hoe hij nu nog snel de laatste inkopen doet voor onze lieve Sint? De lamme tak ligt nog op bed. Gelukkig is het prijzenoorlog. Profiteer net als deze Piet van onze koopjes. Ze komen letterlijk uit C1000 en één nacht. Komt dat zien, komt dat zien!’ Ik schrik er van. Met de jaren is er niets veranderd in Holland reclameland. Oudbakken als altijd.
Ik zap verder. Heb nog steeds niet gevonden wat ik zocht. Ik vrees het ergste. Hoe kan ik Femke nu terugschrijven? Moedeloos kijk ik uit de raam van het kasteel en zie een vreemde man in het parkje zitten. De man op het bankje rondom de boom begint iets te hardop te lachen. Ik doe de raam open want hij wuift naar mij, hij wil me vast iets zeggen. Hij ziet er verward uit en achter hem zie ik een winkelwagentje staan vol met oude vieze spullen en een oude deken.
“Ik ben Neil …!” , roept de man. Hij ziet dat ik zijn aandacht geniet en vervolgt onnavolgbaar ratelend:
“Vriend van mij vroeg gisteren of ik nog had gestemd op één van de genomineerden van de televizier ring. Ha, ha, dat vroeg ie mij zomaar een dag bij het water. Idioot hè? Ik heb niet eens TV. Hoe komt ie daarbij? Hij is schrijver, die vriend. Laatst kwam ik weer een stukje over hem tegen. Iets over op vakantie gaan. Op vakantie gaan is tof. Ik heb er alleen het geld niet voor.”
“Ik kan je niet zo goed volgen Neil”, roep ik terug. “Waar praat je toch allemaal over?”
Neil vervolgt: “Welke dertiger kent het niet? Het zomerspektakel 2007 in Nederhorst den Berg: de titel is een waar understatement! Twee culturen die elkaar de hand reiken. Een jaar of vijf geleden begon de ‘breezerslet’-generatie door te slaan in Nederland. Uw Kinderen zijn niet Uw Kinderen. Voetbal is populair, voetbalplaatjes ook. Toen de waterberen uiteindelijk besloten hadden om de Topa Woestijn te verlaten wisten Weybrandt van Vuurschen tot Breedendonck en Coenraedt dat hun vertrek van die plek ook in de nabije toekomst lag.”
“Ik kan er geen touw aan vastknopen, Neil, hoe graag ik ook zou willen, kun je wat duidelijker zijn?”
Maar helaas, het blijft allemaal abracadabra voor mij. Ik laat Niel uitrazen. Hij wordt steeds driftiger en zijn stem neemt in volume toe. Deze vreemde man is gestoord, dat kan niet anders.
Neil vervolgt, nu met luide stem: “Het doet maar even pijn” zei de lieftallige tandartsassistente terwijl de wat minder fris ogende tandendokter me smalend aankeek. Kamp je als ondernemer met een negatief resultaat als gevolg van de economische crisis? “Mevrouw R.” Het Franse “kermesse”, betekent “kermis”. Echt waar. Zeker weten.”
Ik geef het op en sluit de raam. Deze vreemde man gaat mij niet verder helpen. De tijd dringt. Ik wil Femke vandaag nog antwoord geven. Hoe leg ik haar en haar dochter nu uit dat de witte Piet met rode stippen een fata morgana moet zijn geweest. Zelfs op Discovery Channel vind ik niet waarnaar ik op zoek ben. Het vraagt om een noodoplossing. Ik pluk de veer van mijn hoed en doop hem in een potje met zwarte inkt.
Lieve Femke en dochter van Femke. De zwarte witte Piet met rode stippen is geen echte zwarte Piet. Mijn Pieten zijn nooit ziek. Ik denk dat jullie het slachtoffer zijn geworden van een bijzonder fenomeen. Een fata morgana in Nederland. Nu zult u denken, dat kan niet. Immers in Nederland zijn geen woestijnen. Maar niets is minder waar. Een woestijn kan namelijk overal spontaan ontstaan daar waar sprake is van woestenij. En in uw land is dat op dit moment zeker het geval. Met de benaming woestenij is de stand van zaken in uw land nog zachtjes uitgedrukt. Een kleine blik in de (sociale) media zegt voldoende en beantwoordt daarmee mijn inziens uw vraag. Hierbij verblijf ik met scherpe peperhoogachting, hoofd Piet Trappedoelie, in afwezigheid van Sinterklaas (want die lamme tak ligt nog steeds in bed).
01-12-2013
Hoe divers diverse diversen kunnen zijn
Een ode aan diverse diversen, zo zou ik deze column willen beschrijven. Beschrijven? Hoezo beschrijven? Hij is nog geeneens geschreven. Schrijven is zo middeleeuws, vertelde iemand mij onlangs. Hoe durft die persoon het in het hoofd te halen? Leeghoofd. Maar toch was ik getriggerd. Ik ga niet schrijven, ik ga knippen en plakken. Proefondervindelijk, creatief, in aandacht verbonden en uiteraard heel divers. Dat zal die persoon leren. Schrijven middeleeuws. Ammehoela.
Divers heb ik uit diverse columns de eerste zin geknipt en geplakt. Ik laat ze pronken in een categorie die iedereen kent, de categorie diversen. Een categorie steevast te vinden als verzamelrubriek, als folder en kolder, op harde schijven en op webpagina’s. Lees en verbaas u zelf, hoe divers diverse diversen kunnen zijn, in een bloemlezing samengesteld uit columns van novemberschrijvers op website ColumnX. Gerubriceerd, niet van A tot Z, maar van C tot X. Of zo u wil van V tot C.
Vandaag is geen dag als alle anderen. De foto toont een doorsnee gezin dat net een leuke dag achter de rug heeft. Hallo, ik ben Femke, 34 jaar oud, heb een dochter van zes, twee draken van honden (ook wel draak & draak genoemd), pas getrouwd, net gestopt met werken en inmiddels 18 weken in verwachting. Verschillende honden hebben wij vroeger thuis gehad. Ik heb altijd gedacht dat het moeilijk was om gelukkig te worden. De man op het bankje rondom de boom begint iets te hardop te lachen.
Terwijl in Nederland en Vlaanderen onder de volwassenen de discussie losbarst over welke kleur de “zwarte” Pieten nu in de toekomst moeten hebben, kan ik het niet laten hier eventjes mijn zegje over te doen. Ik was bijna gestopt met schrijven. De beste tijd waarop ik inspiratie krijg ligt ergens tussen een uur of één ‘s nachts en halfzes in de ochtend. Toch wel kunnen slapen gelukkig.
Kreunend tilde Trees de wasmand op het bed met daarin zeker 10 kilo verzameld strijkgoed. Vriend van mij vroeg gisteren of ik nog had gestemd op één van de genomineerden van de televizier ring. Ik ben van de week weer eens naar de kapper geweest. Hét nieuws van de dag: er hoeven slechts negentien (!) in plaats van de eerder genoemde zesentwintig gevangenissen dicht.
Zomaar een dag bij het water. Welke dertiger kent het niet? Het zomerspektakel 2007 in Nederhorst den Berg: de titel is een waar understatement! Twee culturen die elkaar de hand reiken. Een jaar of vijf geleden begon de ‘breezerslet’-generatie door te slaan in Nederland. Uw Kinderen zijn niet Uw Kinderen. Voetbal is populair, voetbalplaatjes ook.
Kamp je als ondernemer met een negatief resultaat als gevolg van de economische crisis? “Het doet maar even pijn” zei de lieftallige tandartsassistente terwijl de wat minder fris ogende tandendokter me smalend aankeek. Laatst kwam ik weer een stukje over hem tegen. Aanschouwt dien schonen vent die voor u op het beeldscherm rent.
Politie Middelburg, met IJzermans.. “Mevrouw R.” Het Franse “kermesse”, betekent “kermis”. Baasje is verdrietig. Toen de waterberen uiteindelijk besloten hadden om de Topa Woestijn te verlaten wisten Weybrandt van Vuurschen tot Breedendonck en Coenraedt dat hun vertrek van die plek ook in de nabije toekomst lag. Op vakantie gaan is tof.
Mien knipt en plakt
p.s.:
Vergeet u de column niet te downloaden en op te slaan in het mapje diversen?
Met dank aan:
Arjan, arta, Bart Brompot, Bert K, Blanchefort, Chris, ChristaWitte, Fem, Ferrara, FranK, g.van stipdonk, Hakunamatafa, Harrie, Indobuzuk, irma1969, Jip, La-vie-en-rose, Libelle, Meralixe, Pierken, Sagita, sane, Sim, Spencer, Tessadus, trawant, Vannessa Gusted, wheatergir, Yoshimitsu, Yfs
Geschreven als Vaste Columnist van ColumnX (01-09-2013 tot en met 31-08-2014)
Divers heb ik uit diverse columns de eerste zin geknipt en geplakt. Ik laat ze pronken in een categorie die iedereen kent, de categorie diversen. Een categorie steevast te vinden als verzamelrubriek, als folder en kolder, op harde schijven en op webpagina’s. Lees en verbaas u zelf, hoe divers diverse diversen kunnen zijn, in een bloemlezing samengesteld uit columns van novemberschrijvers op website ColumnX. Gerubriceerd, niet van A tot Z, maar van C tot X. Of zo u wil van V tot C.
Vandaag is geen dag als alle anderen. De foto toont een doorsnee gezin dat net een leuke dag achter de rug heeft. Hallo, ik ben Femke, 34 jaar oud, heb een dochter van zes, twee draken van honden (ook wel draak & draak genoemd), pas getrouwd, net gestopt met werken en inmiddels 18 weken in verwachting. Verschillende honden hebben wij vroeger thuis gehad. Ik heb altijd gedacht dat het moeilijk was om gelukkig te worden. De man op het bankje rondom de boom begint iets te hardop te lachen.
Terwijl in Nederland en Vlaanderen onder de volwassenen de discussie losbarst over welke kleur de “zwarte” Pieten nu in de toekomst moeten hebben, kan ik het niet laten hier eventjes mijn zegje over te doen. Ik was bijna gestopt met schrijven. De beste tijd waarop ik inspiratie krijg ligt ergens tussen een uur of één ‘s nachts en halfzes in de ochtend. Toch wel kunnen slapen gelukkig.
Kreunend tilde Trees de wasmand op het bed met daarin zeker 10 kilo verzameld strijkgoed. Vriend van mij vroeg gisteren of ik nog had gestemd op één van de genomineerden van de televizier ring. Ik ben van de week weer eens naar de kapper geweest. Hét nieuws van de dag: er hoeven slechts negentien (!) in plaats van de eerder genoemde zesentwintig gevangenissen dicht.
Zomaar een dag bij het water. Welke dertiger kent het niet? Het zomerspektakel 2007 in Nederhorst den Berg: de titel is een waar understatement! Twee culturen die elkaar de hand reiken. Een jaar of vijf geleden begon de ‘breezerslet’-generatie door te slaan in Nederland. Uw Kinderen zijn niet Uw Kinderen. Voetbal is populair, voetbalplaatjes ook.
Kamp je als ondernemer met een negatief resultaat als gevolg van de economische crisis? “Het doet maar even pijn” zei de lieftallige tandartsassistente terwijl de wat minder fris ogende tandendokter me smalend aankeek. Laatst kwam ik weer een stukje over hem tegen. Aanschouwt dien schonen vent die voor u op het beeldscherm rent.
Politie Middelburg, met IJzermans.. “Mevrouw R.” Het Franse “kermesse”, betekent “kermis”. Baasje is verdrietig. Toen de waterberen uiteindelijk besloten hadden om de Topa Woestijn te verlaten wisten Weybrandt van Vuurschen tot Breedendonck en Coenraedt dat hun vertrek van die plek ook in de nabije toekomst lag. Op vakantie gaan is tof.
Mien knipt en plakt
p.s.:
Vergeet u de column niet te downloaden en op te slaan in het mapje diversen?
Met dank aan:
Arjan, arta, Bart Brompot, Bert K, Blanchefort, Chris, ChristaWitte, Fem, Ferrara, FranK, g.van stipdonk, Hakunamatafa, Harrie, Indobuzuk, irma1969, Jip, La-vie-en-rose, Libelle, Meralixe, Pierken, Sagita, sane, Sim, Spencer, Tessadus, trawant, Vannessa Gusted, wheatergir, Yoshimitsu, Yfs
Geschreven als Vaste Columnist van ColumnX (01-09-2013 tot en met 31-08-2014)
Abonneren op:
Posts (Atom)