30-04-2017

Schrijfveren April 2017

Oefening in het schrijven van Schrijfveren. In maximaal 15 minuten tijd, associatief schrijven zonder correcties, naar aanleiding van een opgegeven titel. Met dank aan Hella Kuipers.
Hoe en wat? Zie: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Oorsprong? Zie: http://judyreeveswriter.com/guidelines-for-writing-practice



Voorland achterland (03-04-2017)

Waar gaan we dit jaar naartoe op vakantie? Het achterland is al jarenlang verkend. Het wordt tijd voor verkenning van het voorland. Omdat het in de toekomst gelegen is, kan ik het nog volledig indelen naar eigen verwachting en verlangen. In ieder geval moet het een land zijn met veel zonneschijn, veel bergen, veel kunst, veel historie, veel leuke mensen, goed eten, mooie mensen, prachtige natuur en geen uitgaansleven.

Het bestaat, ik weet het zeker. Ergens, ergens in mijn dromen. Ik kan er zo een plaatje van tekenen, het is onbeschrijflijk mooi. Voldoet volledig aan alle eisen en voorwaarden. Alleen, geldt dat ook voor mijn metgezellen? Ik ga natuurlijk niet alleen op vakantie. Ik neem ze allemaal mee. Mijn huisdieren, planten, kinderen en partner. Zonder ga ik niet weg. Geen denken aan.

Daarom heb ik alvast een grote bus gehuurd. Wanneer we vertrekken, weet ik ook al. In de zeer nabije toekomst. De mooiste vakantieweek van het jaar. November 2018, tweede week. De sombermaand is goed besteed aan ons. Planten en dieren in rust, vrijwel zeker wind, regenen kou in Nederland. Wegwezen dus. Naar dromenland. Liever vandaag nog dan morgen. Gelukkig zit het geduld in de genen. Van andere genen uiteraard. Deze en gene.

Voorland we komen er aan. Over een paar maanden. Nog even geduld. Ja, ook jij. Met je prachtige bergen, natuur, mensen, kunst, historie, lekker eten en bovenal geen uitgaansleven. We blijven immer thuis. In jouw schattige chalet, waar amper plek is voor onze grote bus. Een bus vol aardappelen, eigen bestek, citruspers en potten pindakaas. Met eigen zitjes, beddengoed en surfplank. Accufietsen, gevarendriehoek en badmintonset. We komen er aan, ooit, zeker weten. Aankomen doen we zeker. Met al dat lekkere eten. Zet het bier, de wijn en het fris maar vast koud.


Een vegetarische lunch (05-04-2017)

De leeuw van Artis is boos. Heel boos. Hij krijgt geen vlees meer. Hij is opgenomen in een onderzoeksprogramma van het Wereld Natuurfonds, afdeling Nederland te Amsterdam. De naam van het onderzoeksprogramma: De effecten van plantaardig voedsel op de belevingswereld van grote roofdieren.

Het mag duidelijk zijn, de eerste onderzoeksresultaten. De leeuw is not amused. Hij vertoont de laatste dagen ook vreemd gedrag. Naast het vertrouwde op en neer lopen binnen het pas vernieuwde leeuwenverblijf, geheel in Amsterdamse kanaalstijl met schattige ophaalbruggetjes, langs de Prinsengracht, steekt hij nu voortdurend zijn tong uit. In en uit. Niet likkebaardend over zijn blonde manen, nee, telkens kort in en uit. Een beetje spottend. Zo lijkt het. Maar het kan natuurlijk ook zijn door het aangepaste voedingspatroon. Van scherpe chili zou ik ook mijn tong snel uit- en insteken. Frisse lucht en afkoeling dat heeft de tong dan nodig. Ook een leeuwentong.

De chili sans carne is de leeuw duidelijk niet bevallen. En zeker niet als ontbijt. Nu wacht hij op de lunch. Kaakjes gedrenkt in Bengaalse yoghurt. Ja, er wordt wel rekening gehouden met zijn afkomst. Al doende leert men ook binnen het onderzoeksprogramma. De Turkse yoghurt, inclusief baklava, werd gisteren als een op hol geslagen fontein meteen weer uitgespuwd. Vandaag zijn de voedingsconsulenten gekleed in regenpak. Voor de zekerheid. Het blijft afwachten hoe de leeuw van Artis zal reageren. Spannend.


Schoonmaak (07-04-2017)

Het is er weer tijd voor. De grote schoonmaak. In mijn hoofd. Ik verwijder al het stof tot nadenken dat de afgelopen maanden in alle hoeken en gaten van mijn hoofd zich genesteld heeft. Eigenlijk zou ik eerst een plumeau moeten gebruiken. Maar zo hoog is het nadenken niet gekomen.

Eerst maar eens de stofzuiger legen. Die zit nog vol met gedachten van de vorige schoonmaakbeurt. Ik vraag me wel eens af hoe die gedachten zich in de stofzuigerzak verhouden. Of ze nog lang in leven blijven of onmiddellijk sterven? Of ze zo'n overlevingsdrang hebben dat ze blijven zoeken naar een uitweg? Via de slang en stofzuigermond. Ik heb het wel eens meegemaakt. Of beter gezegd, gezien. Zo'n ieniemienie spinnetje, zo'n springspin, die dan eerst zenuwachtig alle kanten uitloopt, nog verblind door het donkerte in de slang, om dan heel hard naar een hoek te rennen. Het zijn echte hoekdieren, die spinnen. Ik prefereer toch liever de bank- of vensterbankdieren. Mits ze niet te groot zijn. Dan gaan ze namelijk stinken, boven de verwarming. Bah. Ze heten vaak Blackie of gewoon Poes. Je zult toch een kind zijn van die mensen die hun poes Poes noemen. Hee Mens, kom je eten? Ik moet er niet aan denken. Vreemd volk, die mensheid.

De gedachten van het afgelopen half jaar mogen er wezen. Mijn gedachtezuiger heeft ze dankbaar opgeslokt en licht verteerd. De stofzuigerzak zit niet eens helemaal vol. De gedachten zijn met de tijd ingedikt. Toch plaats ik er een nieuwe zak in. Wel zo fris voor mijn laatste gedachtestroom. Mijn hoofd heeft de afgelopen dagen op volle toeren gedraaid. Het heeft behoorlijk wat stof doen opwaaien. Maar goed dat ik ze binnen gehouden heb. Mijn hoofd voelt nu wel als een suikerspinketel. Ik denk dat ik na het zuigen ook maar even de dweil erdoorheen haal. Kan mijn hoofd daarna weer met een schone lei verder.


Bretels (11-04-2017)

Ik heb eindelijk bretels gevonden die mij passen. Het was even zoeken, maar dan heb je ook wat. Ik moest wel naar een speciaal zaak. Waar ze extra extra extra large bretels verkochten. Mijn buik moet u weten, is van een omvang, zo groot, dat zelfs Moby Dick zich zou schamen. Moby zou zijn dick niet eens kunnen zien, zo omvangrijk is mijn buik. In de eerste modezaak waar ik kwam lagen ze al helemaal in een deuk. Het moet ook wel een komisch gezicht zijn geweest. Op mijn knieën voor de brievenbus, die gesitueerd was op pakweg vijftig centimeter hoogte, lag ik geplet op mijn buik en sprak luid en duidelijk door de brievenbus. "Juffrouw, juffrouw, ik kan niet naar binnen. Te dik. Maar verkoopt u misschien bretels maatje dertig centimeter breed. Dertig centimeter per band. Nee, niet lang.

Waarom niet gewoon naar binnen lopen, vraagt u zich wellicht af. Heel simpel. De winkels waren nog niet open. Ik denk, slim wezen, voor openingstijd gaan winkelen. Minder kans op bezoekers, minder gênant. De juffrouw verstond mij gelukkig maar moest me teleurstellen. Ietsje verderop, wist ik veel, was nog een kledingzaak voor grote maten. Een hele aardige meneer, zo rond als een tonnetje hielp me zoeken. Maar de breedste bretel mat vijftien centimeter. Daar paste mijn buik wel zes keer tussen. Geen steun dus. Een laatste tip kreeg ik. Wist even niet wat ik ermee moest. Een bouwzaak. Doe het zelf? Gamma, Hornbach? Ai, ja, ja, nee! Dat meende hij. Afdeling schuurpapier? Waarom? Stevig en je kunt alles eventueel een beetje bijschuren. Ik zwaaide dreigend met mijn buik richting verkoper. Was dit een flauwe grap misschien?

Nu ben ik thuis. Met verbrande buikriemen. Horizontaal. Het lijkt wel of mijn witte buik op een reuze barbecue heeft gelegen. Maar het moet gezegd. Het helpt. Ik heb schuurbanden van dertig centimeter weten te vinden. Op de rol. Met ducttape een broekje gemaakt waaraan ik het schuurpapier heb vastgeplakt met dezelfde ducttape. En het moet gezegd. Het zit prima. Zolang ik sta.


Monstrueus (13-04-2017)

Ik weet niet wat ik zie. Twee grote beren op een minstens zo grote tak. Zwart wit zie ik het. Zwart wit zijn ze. Ze eten pandarijst. Hoe ze daar aankomen is mij een groot raadsel. Ze eten het rauw. Bah. Tenzij hun monden kokend heet zijn. Gelijk die van zwarte draken. Of witte. In vuurspuwend mondwater is pandarijst in luttele seconden gekookt. Maar het ziet er niet echt smakelijk uit. Ze bollen hun wangen en persen de rijst als dolle eekhoorns door hun mond. Monstrueus. Ik kon er ven niet opkomen. Monstrueus ziet het eruit.

Maar wat doen die beren daar? Op die grote tak, in die evenzo grote boom. Geen broodjes smeren, dat mag duidelijk zijn. De ene beer laat een boertje. Het regent rijst. De mensen die op een veilige afstand rond de boom staan, steken allemaal een paraplu op. Het zijn deftige mensen. Ze willen niet nat of vies worden. Eigenlijk hebben ze een hekel aan het buiten zijn. Maar ze kunnen niet anders. Het is hun lente-uitje van de Rotary. De meesten hebben het afgelopen jaar zo weinig deelgenomen aan de club dat dit uitje bijna door alle leden is aangevinkt in de agenda's op hun iPhones. De gemeenschappelijke kalenders liet hun verder weinig keus.

Het is wel goed zo. Intussen is het ook nog eens gaan regenen. De huid van de beren stinkt een uur in de wind. Vooral de zwarte stinkt vreselijk. Hij kan niet zo goed tegen pandarijst, maar ja, honger hè, dat maakt pandarijst zelfs lekker. Langzaam kruipen ze uit de boom. De leden van de Rotary gaan met respect een laar passen achteruit. Het schijnt dat de beren niets doen. Maar niets is zeker in deze vreemde wereld.

De brillen kunnen af. Tijd voor een korte briefing en evaluatie. Het tweede spel wordt giraffen spotten. De iPhones worden opnieuw ingesteld. Het berenspel kan niet op veel waardering rekenen. Te flauw. De meeste mensen van de Rotary zijn wel eens in Afrika geweest. En anders kennen ze de giraffen nog van Daktari. Dit spel zal zeker op meer bijval kunnen rekenen. Het enige nadeel is dat de wat ouderen vrij snel een pijnlijke nek zullen krijgen. Waarom zijn die beesten ook zo lang.


Een weduwe (21-04-2017)

En niet zomaar een. Nee een echte onvervalste. Zijn er dan vervalste? Yep. De geldwolvinnen. Die eerst hun man tot stervend toe treiteren met misselijkmakend gedrag, om vervolgens keihard toe te slaan. Met rattengif in lievelingskost. Of een zetje op het perron, vlak voordat de TGV binnenrolt. Want het moet wel in stijl in het openbaar. Oeps. Sorry.

Maar dit is een onvervalste. Ze staat volledig in zichzelf gekeerd in zwart gekleed bij de wachthalte. Waar wacht ze op? Niet zo moeilijk natuurlijk. Op een man. Het is alweer even geleden. Drie jaar om precies te zijn. Tijd voor nieuwe ontmoetingen. Alleen het zwart kan ze nog niet laten. Zwarte schoenen, zwarte panty's, zwarte rok, zwarte blouse, zwart gezicht. Maar vrouwtje toch. Zo gaat dat niet werken.

Maar zogezegd, op ieder potje past een deksel. Een tweede kans op huwelijk verdient iedereen. Wat meteen bij mij de vraag oproept, zij die samenwoont, hokt, kan zij ooit weduwe worden? Nee. Zit de crux dan toch in een huwelijk? Is dat boterpapiertje het ultieme recept voor prettige nalatenschap? De kinderen daargelaten.

"Mevrouw, dat zwart dat staat u goed. Maar moet u ook zo zwart kijken?"

Naast de vrouw is een kleurrijk figuur komen staan. Nog het best te beschrijven als een nar. Een hofnar met driepuntenmuts en belletjes eraan.

"Weet u mevrouw, ik wil u best het hof maken, maar dan moet u ophouden met narren, afgesproken?"