20-12-2020

Een moment bij zinnen

De schrijver haalt uit. Met grote hanenpoten in zwarte inkt op wit papier. Gelijk een Holle Bolle Gijs, haast onverzadigbaar. Vullend buik en hoofd met letters van verdriet. Stuk zit hij aan de keukentafel. John Table alias Jean Table, plengend tranen, zoet en zout. Verstrooid dicteert hij zijn nog jonge leven hardop aan zichzelf. Naast hem op tafel ligt een touw. Een touw van tule. Zelfgemaakt. De stof vol gaten, stevig gedraaid tot een lengte van drie meter. Zo hoog is het dak niet. Iedere ochtend als Jean zijn schrijvershuis verlaat kijkt hij eventjes omhoog. Naar de dakrand en de blauwe lucht, zoals zijn boezemvriend Sammy dat ooit deed, gebogen onder de niet aflatende druk van zijn eigen gesternte, ins Blaue hinein. Ach, was hij maar een kei, hij zou zichzelf oprollen tegen alle bergen die voorhanden zijn en nooit, nee nooit meer terugvallen. Stenen spreken boekdelen in een taal die Jean goed kent. Zijn hoofd stuk piekeren is nog tot daaraan toe. Een steen in filosofisch gesprek opent gedachten, biedt troost.

Het zet Jean aan tot denken. Hoe komt hij ook alweer aan deze keukentafel in dit vreemde schrijvershuis terecht? De weg naar deze terechtstelling, die zou Jean graag willen vinden. Desnoods middels een zoektocht naar verleden die van toekomst liever niet weten wil. Aan Jean’s wil zal het niet liggen, die zoekt al jaren rust in verlangen. Intens blijft de wens die om aandacht schreeuwt bij gedachten aan zijn vader. Als hoeksteen van het gezin snijdt deze niet alleen worst. Als vroege wees moest Jean zijn eigen boontjes doppen. Ogen keek hij uit maar wist amper wat ie zag. De halen op het witte papier worden almaar groter. Zwarte inkt vloeit in grote vlekken alle kanten uit. Een teer punt is geraakt. Zijn gedachten hebben de roos getroffen en met middelpuntvliedende kracht centreren zij zich in een grauwe regenboog. Indigo is wat hij het liefst zou zien, zijn favoriete kleur. Een apart soort blauw die hij vaker waarnam, daar hoog boven de dakrand van zijn donkerste emoties.

De donkerte roept Sammy weer naar boven. Aan zijn eigen borst heeft hij zijn boezemvriend nog gekoesterd. Troostvol maar het mocht niet baten. Het leverde niets op, Sammy is toch heen gegaan op een ladder zonder sporten. Een vervolggang is onmogelijk. En Jean weet dat. In een moment bij zinnen. Vlagen van verstandsverbijstering zijn hem niet vreemd. Het gewone niet weten, dagelijkse kost. Het gewone niet willen weten, gecamoufleerd als flauw dessert. En als slagroom op het toetje de onnozelheid. We zijn weer terug bij pap. Met de pollepel ingegoten alsof hij niets anders lust. Hersenspoeling van de buitenste categorie. En nog steeds zit hij daar, aan de keukentafel in het schrijvershuis, witte bladen te vullen met inktzwarte letters die maar geen steek willen houden.

Een breiwerk mag het niet worden. Daarvoor is de materie te zwaar. Het zouden loodzware kettingen worden, halsdraden zonder toeren. Jean keert de bladen nog eens om. Gaat bijna over zijn nek. Vuurspuwend kijken de hanenpoten van letters hem aan en voegen zich tot woorden die hij liever niet wil lezen. Welke vreemde draak heeft zich van hem meester gemaakt? Zeven delen Harrie Potter flitsen in een seconde aan hem voorbij. Magie mag zijn verhaal niet bederven, zelfs geen indigo magie. Niets maar dan ook niets mag de tot hier toe ongeschreven waarheid verdoezelen. Keihard besluit Jean dan ook alles uit de doeken te doen. Windsels zullen de pret niet bederven. Luierdrek moet getoond.

Langzaam wordt het schilderij onthuld. Onder de bovenlaag, de vernis, de geelbruine lak springen heldere kleuren naar voren. Transparant. Eenduidig. Een openbaring voor mensen met polygone gedachten. Vierkant gelukkig is Jean ineens. Klaverblaadjes dalen uit de hemel neer. Gevleugelde woorden vallen op hun plek. Het witte papier neemt ze als vanzelfsprekend op. Zijn dit de wijze woorden waarop Jean ooit wachtte? Zelfs in zijn achterhoofd vinden ze geen navolging. Pa is ver te zoeken, zelfs geheel afwezig. De afkomst laat zich eindelijk verloochenen en ultieme vrijheid ligt in het verschiet. Hoe heeft hij zich toch laten verstrikken, bijna verstikken in een onnavolgbaar net van schimmige woorden die nooit de waarheid vertellen konden? Een schrijver eindelijk geboren.

Boezemvriend Sammy wordt het eerst geëerd en vastgelegd voor de toekomst. Zijn maat mag in dit schrijven niet ontbreken. Een meter vierentachtig groot is Jean’s eerste liefde. Tweemetersessies lang bedreven zij samen de liefde. Het klinkt nog steeds als muziek in Jean’s oren, seks, drugs en rock and roll. Stoned werden zij een wereld gewaar die tot op de dag van vandaag zijn gelijke niet kent. Monsters bedwongen en engelen bezongen. Momenten bij onzinnen. Jean’s papier verdraagt niet langer hanenpoten, letters mogen slechts met kippenvoetjes vastgelegd. Inkt vloeit niet langer uit, het smelt samen tot liefdevol gedicht. Zwart wordt roze en springt van zwaar naar licht. Samen dansen de letters op het alfabet. Ze ontspringen tussen de dunne blauwe voorgeschreven regels. Indigo, zo hoort deze dans te zijn.

Het antwoord op de vraag in beeld. Het schilderij verklaart zichzelf. Jean hoort de kleuren zijn verhaal vertellen en duiden. Hij hoeft het slechts voor de eeuwigheid op te tekenen. Niet langer in hanenpoten van zwarte inkt maar lieflijk in kippenvoetjes van indigo. Zo moet hij ook ter wereld zijn gekomen, in wishfull thinking. Aan paps geen woorden vuil gemaakt en mams in volle ontkenning. Is zij er ooit geweest? Hoe zwaar een leven leven kan zijn, tot aan de dood doods toe. Maar hier in het nu voor de eeuwigheid opgetekend, omdat wat waar is licht mag zien, in momenten van zinnen. De oorlog halen wij er niet bij. Dat is zo lang verleden. Maar niets is wat het lijkt. Alles wat ooit gestorven is wordt vroeg of laat doororven. Dealen mogen wij ermee, tussen nu en later. Geven en nemen dat wat ons gegeven en ontnomen is, opdat de toekomst zich blijft herhalen in pais en vree. 

John Table alias Jean Table is opgedist. De tafel kan afgeruimd, de borden, glazen, lepels, messen en vorken de vaatwasser in. Hooguit wat spoelglans toevoegen, maar niet echt nodig. Leven bruikt geen valse schijn. Uit de doeken is een schrijver geboren.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------


Bijdrage schrijfwedstrijd Literair Café Helmond 2020 in samenwerking met Bibliotheek Helmond Peel

Thema: Het moment

Deelnemers circa 130
Er deden ongeveer evenveel mannen als vrouwen mee.
Tot 30 jaar: 18 deelnemers; 31-50 jaar: 29 deelnemers; 51-65 jaar: 36 deelnemers; en ouder dan 65 jaar 23 deelnemers. 12 jongeren tot en met 18 jaar.
Uit 58 verschillende plaatsen in Nederland, 7 uit België en 1 deelnemer uit Duitsland.
Uit de directe omgeving van Helmond deden 56 mensen mee.

Er waren bijna 130 verhalen te lezen en te beoordelen door de jury. Die bestond uit Linda Modderkolk, voorzitter, Abdelkader Benali, schrijver, Luc de Graaf, schrijver, en Marije Goris, Literair Café Helmond. De jury vond het niveau van de verhalen hoog.
Er werd in verhouding veel geschreven over eenzaamheid, ziekte en dood, geen wonder in deze coronatijd. Ook het winnende verhaal heeft de dood als thema, vanuit een originele invalshoek!


1e prijs: Annemieke de Schepper met het verhaal Laatste Carnaval

2e prijs: Ireen van der Lem met De Grondwerker

3e prijs: Tjeerd Hilhorst met Rotonde.

Jongerenprijs: Sylvie de Leeuwe met 5 Stappen om een hond te krijgen.


De 12 mooiste verhalen, althans in de ogen van deze jury, komen in een boekje.

Dat zijn de volgende, samen met de winnende, verhalen.

- Het moment van Liandel Lamers 
- Sleutelscene van Mark Schattefor
- De Mark en ik van Monique Bol
- Het briefgeheim van Guus Teeuwen
- Teun scoort van Jan Driessen
- Eline Vere van Joop Schaminée
- De uitslag van Onno Kooijman
- De tiende dag van Monique Cunnen