De blokken vallen omlaag. In een behapbaar tempo. Nog wel. Ik ga alvast
verzitten. Van mijn linker- naar mijn rechterbil. Het puntje van de
stoel is al danig gesleten. Intussen probeer ik wat te drinken. Een
voorschot. Want als straks de blokken vliegen heb ik geen tijd meer. Een snelle bijt in mijn appel.
Nog net geen kramp in mijn rechterhand. Met links durf ik niet meer over
te nemen. Het tempo is nu hoog. Nog een paar rijen te gaan en dan moet
ik echt, echt opletten. Want bij het volgende level kan ik geen
vergissing meer maken en moet ik de blokken gelijk goed laten vallen.
Hè, hè, gelukt. Topscore. Nog een keer of toch nu verder met mijn
scriptie. Nog een keertje dan.