26-06-2024

Het bizarre verhaal van Joke Jugendstiller

Joke had niets op met haar jeugd. Smoorverliefd was ze op Hubert, haar alles. Hubert zou haar door die vreselijke vleselijke jeugd heen helpen. Kortom Hubert was haar grote licht. Joachim, haar erg luidruchtig en aanwezig broertje vond de liefde die aanstonds was helemaal niets. Bovendien was hij dol op zijn grote voorbeeld Hubert die hem altijd wist te temperen, zowel realistisch als magisch. Een gouden combinatie was het. Alleen de driehoek paste Joachim niet zo goed. Vierkant tegen was hij zelfs. Een hartig woordje zouden broer en zus met elkaar spreken. Ware het niet dat Hubert zorgde voor een tussenkomst, nog voordat Joachim kwam. Gelukkig maar. Zoveel geiligheid verdraagt een boek zelfs niet.

"Boek, boek? Wie heeft het hier nu over een boek? Domme doos!" De toon was gezet. Joachim was bij Joke in haar hoofd gekropen en had onmiddellijk haar gedachten geraden.

"Verdomme Joachim, je speelt vals, wacht maar tot Hubert komt, jij minkukel!"

Daar popte Hubert al op. Hij nam meteen het woord en verdween snel achter de struiken. Gekend met het reactief gedrag van de familie Jugendstiller, deed hij er beter aan om even te schuilen. Hij was ook niet voornemens het woord snel terug te geven en wachtte de reacties van Joke en Joachim geduldig af. Die hadden intussen behoorlijk mot en sloegen elkaar de hersenpan in. De hersencellen dropen langs hun wangen naar beneden, smolten samen en hergroepeerden zich tot een nieuw brein. Een superbrein dat Hubert nogal verbaasde. Het was zo groot als een schoenendoos. En die schoenendoos nam vervolgens hem de maat. Of hij nog iets bij te dragen had tot deze discussie? ‘Welke discussie?’ vroeg Hubert zich af. Een discussie tussen maatje 37 en 43. En Hubert ... tja ... die fungeerde als lepel. De schoenen moesten immers passen.
 
Mijn eerste bijdrage op website 'Schrijven Online' ( geplaatst op Themaforum: Wekelijkse schrijfopdracht) met als Schrijfopdracht #512 - De doos (opgezet door schrijfcoach Odile Schmidt).
Schrijf een kort verhaal waarbij een doos een cruciale rol speelt in maximaal 300 woorden.
Hier de link naar het verhaal op Schrijven Online.
 
De eerste alinea bestaat uit 120 woorden met daarin verhaspelt het woord 'Jugendstil', dat weer als schrijfthema diende voor Week 26 op de website 120W. Onder dezelfde titel geplaatst op 120W. Dit stukje heb ik als uitgangspunt genomen voor de Schrijfopdracht #512 - De doos op Schrijven Online. 
Hier de link naar het verhaal op 120W. 
Deze versie is ook geplaatst op website Web Tales. 
Hier de link naar het verhaal op Web Tales.

 
 

22-06-2024

Solidariteit van 't Haagje tot de Vrand

Solidariteit 
Van 't Haagje tot de Vrand 
Welkom in Helmond 
 
Dit huis een zegen 
Biedt toegang zonder drempels 
Tot hart en weten 
 
Samen en alleen 
Zoekend naar wat ons verbindt 
Vinden we elkaar
 
Door te groeien 
Vanuit vezels tot tapijt 
Vlechten we toekomst 
 
Duurzaam en oprecht 
Gretig met passie vol vuur 
Brengen we verhaal 
 
Met rede en raad 
Delen we levensruimte 
Doorspekt met humor 
 
Zeven dagen lang 
Samenkomst van Helmonders 
Dès krek wa'k wou  
 
------------------------------------
 
Zeven haiku's geschreven ter gelegenheid van de Open Dag Festival Huis voor de Stad in Helmond (het nieuwe gemeentehuis van Helmond). Op zaterdag 22 juni 2024 de haiku's drie keer voorgedragen in de Raadszaal 'Weverij'. De haiku's zijn ook later op de middag voorgedragen door burgemeester Elly Blanksma tijdens de openingsceremonie. Uitstekend voorgedragen, waarvoor dank, het maakt me trots.
 
Voorafgaand aan mijn voordrachten heb ik nog uitleg gegeven over wat een haiku is en waarom ik deze haiku's heb geschreven en mocht voordragen. Hieronder bijgevoegd de tekst. 
 
"Hallo allemaal, welkom in de Raadzaal “Ons Weverij” op deze zonnige Open Dag. Mijn naam is Rob Mientjes en ik ben gevraagd door Sterre Otten van de Gemeente Helmond om enkele haiku’s voor te dragen tijdens deze Open Dag. Ik zal eerst even kort uitleggen wat een haiku is? 
 
Een haiku is een Japanse dichtvorm, het zijn kleine gedichten zonder rijm. Een haiku bestaat uit drie dichtregels van 17 lettergrepen. De 1e dichtregel bestaat uit 5 lettergrepen, de 2e dichtregel uit 7 lettergrepen en de 3e dichtregel uit 5 lettergrepen. In de 17e eeuw begon men al met haiku’s schrijven. Het onderwerp van een haiku is de zintuigelijke ervaring van de dichter. Veel oude Japanse haiku’s gaan over een natuurbeleving. In de loop van de tijd werden ook mensen en gebeurtenissen steeds vaker het onderwerp van een haiku. Ik ga u zo meteen 7 haiku’s voorlezen, die ik geschreven heb en dat doe ik twee keer. Een haiku lees je namelijk 2x voor. Dat komt omdat er vaak dubbele bodems zit in deze kleine gedichtjes. 
 
Maar waarom nu zeven haiku’s voor de Raadzaal? 
Toen ik een oproep las van de gemeente Helmond aan bewoners van Helmond om mee na te denken over de invulling van kunstwerken voor de nieuwe Raadzaal, viel mij op dat het ging om twee wandschilderingen. Ik dacht meteen … schilderingen? Waarom geen gedichten? In een Raadzaal wordt toch taal gesproken en gedebatteerd? Bovendien staat Helmond in Nederland ook bekend om zijn goed lopend Literaire Café waar ieder jaar bekende Nederlandse dichters en schrijvers worden uitgenodigd om voor te dragen. 
Het voordragen van deze haiku’s doe ik ook omdat Helmond bekend staat om een landelijk bovengemiddelde score op het gebied van laaggeletterdheid. Landelijk 15% en in Helmond 17%. Dat is veel. Haiku’s bieden een mogelijkheid om in een paar zinnen veel te zeggen. Eenvoudig en makkelijk. Probeer het eens uit. Het is erg leuk om te doen. 
 
En dan nu de zeven haiku’s. Een week heeft zeven dagen en zeven dagen is het Huis voor de Stad en de Raadzaal geopend voor bezoekers en genodigden. Ik lees de haiku’s twee keer voor."

07-06-2024

Straatarmoede

Straten stralen?
Borstelen, ho maar
Vegen, echt niet
Gemeente geeft niet thuis
Gras groeit er overheen

Straten stromen!
Putten uitgeput
Drollen op de weg
Emmeren dan maar
Met kano naar het werk

Straten staken!
Door werkzaamheden op de weg
Barricaderen zelfs de stoep
Camera’s veroorzaken Flitzkrieg
Waar is mijn luchtpistool?

De straat is moe
Betreurt eenrichtingsverkeer
Stoot zich aan drempels
Komt zichzelf tegen
Loopt hartstikke dood
 

Inzending voor Pomgedichten:
 
Met vervolgens nog een toegift naar aanleiding van het commentaar dat al voor de sluitingstijd geplaatst was op Pomgedichten. Het was niet zonnig genoeg, Ik stuurde een nieuw gedicht per mail met als onderwerp: Toegiftig. In 'halve' dank ontvangen. Immers beter gekeerd dan verdwaald. Zie ook de link hierboven. 
[red: tekst hieronder is aangepast]

 
Stad mijner dromen
 
Zon schijnt door de bomen
Streelt de takken langs de gracht
Die schaduwen werpen in het water
Langs kleine bootjes

Guitig de glimlach op gezichten
Handen trekken kleine golven
In de grachten langs de straten
Zon en schaduw strelend

Harten springen open
Zon in en boven Amsterdam
De stad toch mijner dromen
In gouden glinstering, in vuur en vlam

De klinkers in de straten
Blinken, dampen, smelten
Wat bikkelhard is wordt weer zacht
Zelfs mijn hart maakt lieve sprongetjes

Oh, oh, lief en zonnig Amsterdam
Stad mijner dromen
Nooit ga ik meer vertrekken
Zolang de zon schijnt en de maan straalt 
 
 

Druivenranken buigen diep voor oenologen en druivenstokken

Ze laten hun kopjes er niet bij hangen, de druiven die aan de gulden zilveren rank hangen. De strijd om goud is weliswaar verloren, maar wat hebben ze gevochten. Eerst kregen ze het aan de stok met de druivenstokken en later ook met de jury. Niet zo vreemd, want druivenstokken zijn veruit favoriet onder oenologen die ook in de jury zaten. Oenologen liegen er niet om dat ze veel liever met stokken werken dan met ranken. Ranken zijn in de ogen van oenologen veel te grillig, onhandelbaar en gaan altijd de verkeerde kant op. Oenologen zijn gemaksmensen, zij zijn liever lui dan moe. Willen niet te veel nadenken, want dat hebben ze op de universiteit al tot in den treure moeten doen. Zij hebben het liefst alles op een rijtje. Dat de druivenranken het eerst aan de stok kregen met de druivenstokken en daarna ook met de oenologen valt dus goed te begrijpen.

Dit jaar vond de verkiezing van de druif van het jaar plaats in Brussel. En in de categorie druivendrager ging het als vanouds hevig te keer. De druivenstokken, de febbekes dus van de oenologen, plaagden de ranken voortdurend, lokten ze uit hun tent. Gevolg, een kleine oorlog op het wijnveld. De ranken delfden uiteindelijk het onderspit, trokken aan het kortste eind en vielen languit in de sloot. De ranken, grillig en sterk vochten tot het bittere eind, maar waren helaas in getale veruit de mindere. Honderden stokken tegen een tiental ranken, dat hielden ze niet vol. Hun druiven waren dan ook snel zuur.

Zo luidde ook het juryrapport. Het zoet wint van het zuur. De jury, bestaande (dus niet hangend, alweer een nadeel voor de ranken) uit oenologen, vinologen en sommeliers was eenduidig en unaniem. In de buitencategorie druivendrager scoorde de druivenstokken het hoogst. Orde, regelmaat en netheid gaven de doorslag.  Hun overwinning smaakte zoet. Druivenranken zagen nog heel even wit voor ogen en konden het rode bloed van de stokken wel drinken, maar legden zich uiteindelijk toch neer bij de uitslag van de verkiezing druif van het jaar. Amai zunne. En nu een pilske.


06-06-2024

Mien korte verhalen (62 + 63) met kleine grote waarheid

62) Dorstig zestien (31-05-2024)
 
Kratten bier en fris staan hoog opgestapeld in het souterrain van de vier etage-flat, gekleurde lampjes hangen aan het lage plafond en de muziekinstallatie is zojuist stevig uitgetest. Herman Brood klinkt heel 'shpritsz' door de boxen. Bijna is het saturdaynight en vier ik mijn verjaardag. Zestien jaar en heel dorstig. Dorstig om het te worden en dorstig om te zijn. Zou ze komen, mijn voormalige vlam? Het is nog niet zolang geleden en ze heeft al een nieuwe vriend. Haar gedroomde prins, ik weet het. Loslaten. Moeilijk. Iedereen is uitgenodigd. Familie, enkele klasgenoten en veel hockeyvrienden. Zou de trainer en de coach ook komen? Mijn stiefbroer draait nog wat aan de knoppen, het klinkt nog niet helemaal naar zijn zin. Zijn grote hobby, muziek. Ook de mijne, alleen onze smaken verschillen nogal. Heb hem dan ook de nodige instructies gegeven. Het is zeven uur in de avond en begin nu toch wel wat zenuwachtig te worden. Tijd voor een biertje. Intussen inspecteer ik de twee kelderruimtes voor de zoveelste keer. Alles hangt nog. De ballonnen, de slingers, de posters, de lampjes. Een gevoel van trots vervuld me. Ja, ik haat deze flat, het wonen veel te krap, met vieren in een veel te kleine flat. Maar feestvieren kan overal. Zeker in een gezellig sfeervol hol. Het zwarte plastic aan de muur laat nu toch een beetje los. Even beter vastmaken.
 
Langzaam komen de eerste gasten binnen. Familie voorop. Ze zijn er allemaal en ik neem de cadeaus in ontvangst. Ze glunderen bij het zien van mijn blije gezicht. Binnen no time komt ook de rest binnen. Ik heb er zin in en zo ook de gasten. Geen schroom en er wordt volop gedanst. Maar toch ... even overvalt mij de weemoed. Ik zie hoe Carolien dolverliefd is op Mark en het geeft me een misselijk gevoel. We hebben even oogcontact. Glimlachen volstaat. Ik geniet van mijn vrienden die uitzinnig dansen op de muziek. Alle klassiekers trekken voorbij. Deep Purple, Pink Floyd, Stones, Brood en Beatles en ja ook af en toe een Abba-tje. Mijn stiefbroer draait goed. De biertjes gaan er goed in. En heel langzaam verandert de kelderruimte in een bad cave met bier- en zweetlucht. Het zwarte plastic zeil schreit tranen van plezier. De goedkope geurtjes zijn allang verdwenen uit de lucht. Ik glunder tot achter mijn oren. Mijn vader praat met mijn hockeytrainer en met mijn coach, ze zijn toch gekomen. Laat, but who cares? Tot in de kleine uurtjes gaan het feest door. Flatgenoten zijn ermee akkoord. Gelukkig maar. Ik zie mijn vader en stiefmoeder samen tevreden uitkijken naar het gepeupel en naar het eind, dat onvermijdelijk komt. Sweet sixteen ben ik geworden en wil het een leven lang zo blijven vieren. We eindigen het feest met Hotel California. Such a nice surprise. Ik geniet nog lang na.
 
 
63) Bright eyes (06-06-2024)
 
Het is zomervakantie en er zijn nog geen plannen gemaakt, het weer is niet fantastisch en toch willen we op vakantie. Met twee pubers een verzoeking. Het wordt een weekje Duitsland ergens in de middle of nowhere, althans zo voelt het toch. Ik heb helemaal geen zin, want ik wil veel liever in Weert blijven, dichtbij mijn vriendinnetje. Het vertrek geeft me een onbestemd gevoel van het moment dat we in de auto stappen. Ik wil niet weg, ik wil haar zien. Gisteren heb ik haar nog een brief geschreven, dat ik haar zal missen, een hunkerbrief, hoe het haar zal gaan vergaan zo zonder mij, of ze me gaat missen? De laatste ontmoeting bij haar thuis was niet geweldig, snipverkouden was ze, een povere welkomstzoen smaakte naar eucalyptus. Ze was de hele tijd afwezig, het bezoek van korte duur.
 
De autorit naar Duitsland is vreselijk en het regent pijpenstelen. Droef druk ik mijn neus tegen het koude natte raam van het zijportier en tuur naar buiten. Auto’s en witte strepen schieten voorbij. Het vakantieoord met saaie appartementen ligt mistroostig op een kleine heuvel, net als de sfeer die over de hele vakantie hangt. Er is niet veel te doen op de plek waar we zijn. Ik weet niet eens de naam van deze godverlaten plek. Hoe zou het met mijn vriendinnetje zijn? Zou ze de brief al hebben gekregen?
 
Alle attracties hebben we onderhand gehad, welgeteld twee en de flipperkast helpt ook niet echt meer mee de tijd te verdrijven. Mijn stiefbroer is alleen maar bezig met zijn schoolboeken. Hij zit in het laatste jaar van de LTS. Uit verveling besluit ik wat te gaan wandelen in de bossen rondom ons hotel, een bos dat alleen maar bestaat uit dennenbomen en sparren, kilometers lang en meters hoog, de paden rechttoe rechtaan. Het weer is druilerig en alles voelt nat. Naaktslakken, lichtbruin en ontelbaar kruipen traag over het pad, uit baldadigheid ga ik er op eentje staan, zo maar. Ik baal van mezelf, waarom doe ik dat nou? Boosheid, verveling, verdriet, ze schreeuwen om verklaring, maar ik weet het even niet. Trap onderweg nog een aantal slakken plat. Ook de zwarte.
 
Het eten in het hotel is niet te hachelen, na de maaltijd kijk ik nog een film en duik op tijd de koffer in. Een stapelbed in een kleine kamer en ik lig boven. De slaap lijkt maar niet te komen, mijn gedachten zijn bij mijn vriendin in Weert. Hoe ver lijkt dat nu weg. Eindelijk trekt de slaap me een diepe droom in, een ware nachtmerrie. Ik droom van een grote bruine naaktslak die zichzelf langzaam opblaast in mijn kamer. Hij houdt niet op te groeien en kom haast klem te zitten onder zijn massa. Nee, nee, hij gaat me nog dooddrukken! In grote paniek spring ik uit bed en land op de grond. De slak duwt me nu richting deur. Ik wil naar buiten maar de deur zit op slot. Hoe kan dat nu? Ik trap keihard tegen de deur. Een groot gat, want hij blijkt van dunne triplex te zijn. Mijn redding. Dan word ik wakker en besef wat ik heb gedaan. Een vette straf, dat is het.
 
De stemming wordt er de volgende ochtend niet beter op. De schade wordt opgenomen en mijn vader is nors, dit wordt een dure grap. We zijn nu al vier dagen in dit saaie oord en alles in mij roept naar huis te gaan. Maar in de middag komt de post. Ineens stijgt mijn bloedslag naar ongekende hoogte. Ik houd de brief onder mijn neus, hij ruikt een beetje naar parfum en doet mijn hart sneller kloppen. Ik besluit de brief in het bos te lezen en loop naar buiten. Een weeïg onderbuikgevoel laat me sneller lopen. Na een kwartier durf ik de brief te openen. Maar een blaadje, constateer ik droef, wat er geschreven staat nog meer droevig. Mijn vriendin heeft na lang nadenken besloten om een einde te maken aan onze relatie. Mijn eerste grote liefde, wil niet meer verder met mij. Verdriet en ongeloof maken zich meester van mij, tranen biggelen over mijn wang en vallen op de brief, enkele woorden vervagen. Sorry Mien. Ik ben ontroostbaar en wil naar huis.
 
Tot die conclusie is ook mijn vader gekomen. In overleg met stiefmoeder en stiefbroer besluiten we een paar dagen eerder naar huis te gaan. Iedereen blij. Nou ja, blij? Op de autoradio klinkt Garfunkel. ‘Bright eyes. Is it a kind of a dream? Floating out on the tide. Following the river of death downstream. Oh, is it a dream?’ Wishfull thinking. Ik pink een traan weg. Watership down.
Mijn stiefmoeder weet niet goed wat te zeggen en vertelt dat ze helemaal geen zin heeft om volgende week weer te gaan werken. Ze is poetsvrouw, werkt enkele ochtenden in de jambuurt en niet toevallig, of juist wel, ook bij de ouders van mijn vriendin. Nu ex-vriendin dus. Was het sowieso gedoemd te mislukken, onze relatie? Ik weet het niet. Ik moet er nog even aan wennen. Aan de terugreis lijkt geen einde te komen. Het voelt oneindig en onwezenlijk.