Langzaam drinken wij de oorlog
niemand richt zich nog op moed
reuzen slaan het water neer
vreten zich een weg door bloed
spuwen lelijk morsetaal
gaan zelden kopje onder
alle energie stroomt weg
uit windbuil en turbine
maar bovenal schijnt toch de zon
waaraan wij dorstig laven
zij dondert bliksemt in de buik
gelukzalig haar explosies
niemand richt zich nog op moed
reuzen slaan het water neer
vreten zich een weg door bloed
spuwen lelijk morsetaal
gaan zelden kopje onder
alle energie stroomt weg
uit windbuil en turbine
maar bovenal schijnt toch de zon
waaraan wij dorstig laven
zij dondert bliksemt in de buik
gelukzalig haar explosies
Gepubliceerd op pomgedichten
Bijdrage (5) als vaste columnist op de maandag
(voorzien van een foto gemaakt in Mierlo-Hout)