17-02-2011

Daar waar eens de sinaasappel bloeide

Heerlijk lig ik hier te gloren, op de aanrecht achter glas, languit in de fruitschaal. Een vluchtig leven is mij maar beschoren. U kent mij vast als appelsien. Juist ja, het appeltje uit China. Niet te verwaren met de mandarijn. In de fruitschaal lig ik zoet te dromen tot mijn tijd gekomen is.

Ik droom van al mijn lotgenoten en wat daarvan geworden is. Het is nog allemaal zo kort geleden. Zo hang je niets vermoedend aan een boom te bungelen, lekker in de warme wind, blakerend onder de Spaanse zon. Een big smile op je snoet. Loom luisterend naar gezoem van bijen rondom je heen. Ja, ja, het leven één groot feest. Maar niet voor lang.

Een houten ladder wordt plots onder je maag geschoven. Een bruine hand met schaar verschijnt. Hij knipt jou los van je geliefde tak. De navelstreng wordt doorgeknipt. Samen met je lotgenoten verdwijn je in een rieten mand. Een onzekere toekomst ga je tegemoet. Eerst ga je door de wasmachine. Ze leggen je te drogen. Ben je eenmaal goed op kleur dan wordt je nog even goed gewaxt. Oranjeblinkend ga je op maat gesorteerd het vliegtuig in, op transport naar het koude Noorden.

Daar wacht een bijzondere modeshow in een koude loods. Bij de afslag mag je hopen op een goede uitslag. Uitgeknepen en uitgebuit wachten dan bange dagen in de Appiehappie of de Aldi en heel misschien in de frisse buitenlucht op een Hollandse markt. Sommigen onder ons ondergaan een ander lot. Dat zijn de luxepaardjes. Zij gaan linea recta naar de haute cuisine. Worden daar eerst zachtaardig gerold en gemasseerd. Vervolgens onthoofd, gepeld, geveld en ontvezeld. Al het wit wordt weggesneden. De frisse sla of roomijs waar je in gewenteld wordt verzachten enigszins de pijn. Als slagroom op de toet wordt dan ook nog even je pels aan gort geraspt. Het angstzweet breekt uit en je komt als sinaasappelsausje bovendrijven.

Toch kan de lotsbestemming nog iets chiquer, als zalfje of fragrance. Uitgeperst als concentraat eindig je in een trendy pot of flesje. Wel een beetje wrang hoor. Als zalfje zalvend eindigen op een sinaasappelhuid. Nee, dan nog liever sterven in een koekje. Bitterzoet verorberd worden als een kleine Pim.
Ach, hoe makkelijk laten wij ons toch als fruitige typjes kneden, met de hand of met de pers. Met weemoed denk ik terug aan daar waar ik eens als sinaasappel bloeide. O sole mio.

Mien Appelsien