De wind waait door de bomen. Het is een druilerige ochtend. Aan de overkant van de straat zit vol ongeduld een witte poes op wacht. Haar blik is strak naar het oosten gericht. Waar blijft ze nou. Het zal niet lang meer duren of ze komt eraan. Plots veert ze op en dribbelt snel naar het eind van de straat. Daar is ze eindelijk, het poezenvrouwtje.
Het is een vast ritueel geworden. Elke dag klokslag zeven uur trekt het poezenvrouwtje aan mijn raam voorbij. Ik spring snel naar buiten, gewapend met pen, blocnote en camera en stel me aan haar voor. Tijd voor een interview met het poezenvrouwtje. Terwijl de witte poes om haar benen heen drentelt doet Joke haar verhaal.
Elf jaar geleden is het allemaal begonnen. Bij het kapotte hek van de Dahliatuin achter het tranformatorhuisje. Daar zag zij iedere dag drie witte poezen verwilderd rondstruinen. Uit navraag bleek dat de poezen waren uitgezet in de Dahliatuin om konijnen en muizen te vangen. Maar niemand ontfermde zich echt over de poezen. Joke besloot voor de poezen te gaan zorgen. Al gauw overleden twee van de drie poezen. Eentje bleek de niesziekte te hebben en de ander had een virus. Alleen Poppetje bleef over.
Elf jaar lang verzorgt ze Poppetje nu al. Dag in dag uit. Weer of geen weer. Slechts één keer liet ze een maand verstek gaan door een ziekenhuisopname. Haar man nam de taak toen over. In elf jaar tijd heeft Joke verschillende poezen verzorgd. In de hoogtijdagen maar liefst twaalf tegelijk. Op drie verschillende plekken deelt Joke voedsel uit. Poezen houden immers graag van een eigen territorium. Poezenoorlogen en -ziektes hebben het huidige aantal teruggebracht tot vier.
Als Joke ziet dat een poes ziek is krijgt deze extra aandacht en wat luxer voer. Als de poes ziek blijft neemt ze een reishok mee om de poes te vangen en af te geven aan de dierenambulance. Gelukkig komt dat niet vaak voor. Soms voegt zich ook een hongerige huiskat bij de zwerfkatten. Geen probleem, want Joke heeft altijd eten genoeg bij zich.
Ze hoopt nog lang voor de poezen te kunnen zorgen. Maar voor hoe lang nog? Met de komst van de nieuwe verkeersweg verdwijnt ook de habitat van de lieve poezen. Misschien neem Joke Poppetje dan wel mee. Als ze Poppetje vijf weken binnen houdt raakt ze misschien gehecht en kan ze aarden. Ongeduldig drentelt Poppetje op en neer. Ze heeft honger. Joke duikt in haar fietstas en haalt een kartonnetje melk te voorschijn.
Vervolgens zegt ze kordaat: sommige mensen zeggen tegen mij dat zij hun kat niet binnen kunnen houden en wegloopt. Dat is onzin. Met liefde en geduld blijft iedere kat aan huis. Geen muis die dan op tafel danst. Vol bewondering neem ik afscheid van Joke en bedank haar voor het interview. Een mooi mens, het poezenvrouwtje.
Mien zweeft en zwetst door Helmond-West
Gepubliceerd in Wijkkrant Helmond West December 2011 > Poezenvrouwtje