30-11-2013
Columns van Harrie (November 2013)
Jozef / Gezondheidszorg / 5-11-2013
Vandaag kwam Jozef weer op bezoek. Het is toch zo’n grappig mannetje. Als ik hem zie word ik altijd vrolijk. Alleen al zijn manier van voortbewegen roept bij mij de lachstuipen op. Hij doet me altijd denken aan Lucky Luke. U weet wel die cowboy met die lange o-benen. Alleen bij Jozef zijn ze wat korter en dikker. Aan Donald Duck doet ie mij ook denken. Zeker als ie door de gang van het bejaardenhuis waggelt. Hij heeft net als Donald Duck een grote bek, maar ook een groot hart.
Wat aan Jozef’s uiterlijk nog ontbreekt is een grote zwarte cowboyhoed. Het is een lieve schurk, een salonheld. Een stripheld uit het juiste hout gesneden. Hij is ontzettend knap met zijn handen en timmert in de oudelullenwerkplaats vreemdsoortige maar wel ingenieuze oplossingen in elkaar. Voor lichamelijke ongemakken en voor hoofdbrekens. De kinnenbakkensteunhouder die hij onlangs voor mij fabriceerde doet nog steeds enorm deugd. Ik heb nergens meer last van.
Jozef heeft met zijn hobby en vaardigheden van de nood een deugd gemaakt. Hij heeft me ook toevertrouwd waarom. Zijn bovenmatige intelligentie is hem namelijk altijd tot last geweest. Ideeën zat, maar al het denkwerk maakte hem depressief. Hij wilde bouwen. Niet met zijn hoofd maar met zijn handen. Wel vijftig jaar heeft ie nodig gehad om daar achter te komen. En nu is het hem eindelijk gelukt. Om met zijn handen te werken.
De ideeën woekeren ’s avonds en ’s nachts in zijn hoofd en exploderen in de ochtend. Dankzij het volgen van gratis knutselworkshops in het dorp heeft hij zich ontpopt tot een houttechnicus die tot ver buiten de dorpsgrens bekendheid geniet. Met ieder probleem weet Jozef raad. Hij broedt dan een avond en nacht op de oplossing en in de ochtend drijft hij de oplossing in korte tijd uit edel hout. Ja, uit edel hout. Met waaibomenhout kan Jozef helemaal niks.
Aangezien Jozef volop tijd over heeft volgt hij sinds kort ook een cursus bedrijfseconomie en marketing. Hij wil de eerste OZZZP-er van Nederland worden. Oude Zelfstandige Zot Zonder Personeel. Dat lijkt hem wel wat. Hij kan daar uren over praten met mij. En dat doet Jozef dan ook regelmatig. Ik ben zijn klankbord. Ik smeer dan zijn mondmachine met verse olie uit het vat. Bij voorkeur Triple, want Dubbel dat is voor watjes, zoete watjes. En dan komt Jozef los. Ja hoor. En hoe. Een mooie timmerman hoor, die Jozef. Ik heb graag met hem te maken.
Bingo / Gezondheidszorg / 7-11-2013
Ik heb nu toch een mooie vrouw ontmoet. Bij de supermarkt vandaag en het klikte meteen. Ze had net als ik eenzelfde soort boodschappen. En daardoor kwamen we met elkaar in gesprek. Ik moest lachen om de grote stapel luiers. We hielden het beiden even niet meer droog. Ze vertelde dat de seniorlady haar voorkeur had. Ik vertelde haar dat die mij slecht plaste. Ze kwam niet meer bij van het lachen. Ik dacht het komt wel goed met seniorlady.
Ik nodigde haar uit voor een kopje koffie. Tegenover de supermarkt was een nieuwe lunchroom geopend. We parkeerden onze rollators vlak naast de deur. In een diefstalgevoelige wijk is dat aan te raden. We ploften neer in foute plastic nauwe kuipstoeltjes. Onze dikke konten pasten er met moeite in. Het gesprek dat volgde was aangenaam en onderhoudend. De koffie en taaie koekjes niet te pruimen. De lunchroom was poeplelijk mijn tafeldame gelukkig niet.
Ik viel gelijk voor haar rimpelig doorleefd gezicht. Achter iedere rimpel zat vast een mooi verhaal. Al gauw zinderde de lucht met seksuele spanning. Vreemd want de omgeving was er niet naar. We lieten het ons blozend en schuchter welgevallen. Dat we dit samen mochten meemaken was uniek. Ze vertelde honderduit over haar kinderen en kleinkinderen. En ik kon maar aan een ding denken. Hoe krijg ik deze lieve tante in bed?
De glimlach rondom haar rimpelmond raakte mij enorm. Mijn broek en rookworst stonden hevig in brand. Mijn tafeldame had dit snel in de smiezen. Ze putte uit veel ervaring dat was zeker. Met een geile blik kroelde ze mijn gedachten. Ik wist het nu zeker, dit wordt spetteren. Frivool en zenuwachtig rekenden we onze consumpties af. De kassajuffrouw vond onze schalkse blikken blijkbaar schattig. Zij gaf een vette knipoog, wij flink fooi.
Vol spanning en muisstil rolden we richting bejaardenhuis. Zij woonde sinds kort op de vijfde etage. We parkeerden onze rollators op de begane grond. De boodschappen zouden we later wel ophalen. Het ‘bij jou bij mij’ sloegen we over. Ik sleepte haar gulzig naar mijn kleine minikasteel op de tweede etage. Dit zou best een mooi sprookje kunnen worden.
De taaie koekjes uit de lunchroom maakten hongerig. Ik stripte haar bloemetjesjurk, ondergoed, luier en sokken. Man wat was ik in de zevende hemel. We pompten het bed met de afstandsbediening omlaag. Alle zintuigen maakten overuren en stonden op scherp. Ik hoorde ergens in de verte iemand roepen. Het klonk naar bingo en ik dacht ja …!
Blauw biljart / Gezondheidszorg / 9-11-2013
Ik bof enorm met mijn bejaardentehuis. Ik wil er nooit meer weg zo’n fantastische plek is het. De verhalen die je in de krant leest over bejaardenterror komen in het mijne niet voor. Gelukkig niet. Neem nou vorige week. We kregen op de sport- en ontspanningsafdeling een nieuw biljart. En niet zomaar een biljart, nee, nee, een heel luxe biljart. Met een blauw laken. Dat was wel effe wennen. En met een tribune. Een tribune speciaal ontworpen voor bejaardenhuizen.
Dat laatste was een idee van Jozef. Er is altijd zo weinig plek rondom een biljart waardoor goede vriend Jozef de timmerman op het idee was gekomen een speciale tribune te timmeren. Rollatorbestendig. De tribune bestond uit drie trappen. Een klein liftje bracht je naar de juiste rij op de trap. De drie rijen hadden ieder hun eigen leuning die meteen dienst deed om de rollator in te pluggen. En let wel, alle plekken voorzien van stopcontact. Wel zo handig, want dan konden de bejaarden tijdens het biljart kijken meteen hun mobile devices opladen. Jozef had aan alles gedacht.
Een aantal plekken had zelfs een dubbel stopcontact. Want ja, die oudjes die vergeten altijd hun devices op te laden. En Piet en Henk, die waren in het bezit van zowel een iPad als een iPhone. Zij waren overigens ook degene die een mobiele keu hadden. Echt hip. Dan konden ze tijdens het biljarten informatie uitwisselen over de stoten die ze maakten op het blauwe laken. Het laken was meteen het ultieme medium om de data op te slaan in een soort collectief geheugen. Degene die daarna het biljart gebruikte kon dan putten uit een zelflerend arsenaal van stoten. Dat bracht een extra competitief element in het biljartspel.
Piet en Henk waren helemaal in hun nopjes en stonden dan ook bijna dag en nacht aan de tafel. Ze overwogen zelfs hun tribuneplekken voor een redelijk prijsje te verhuren aan andere bejaarden. Het waren toch mooie plekken. Omdat er veel gegadigden waren voor de dubbel stopcontact plaatsen besloten Henk en Piet twee prijsvragen uit te schrijven. Degene die het mooiste gedicht en degene die de mooiste haiku kon schrijven over het nieuwe blauwe biljart mocht hun plaatsen huren. Iedereen mocht inschrijven. Ze hingen zelfs een briefje bij de buurtsuper. Slim.
Piet en Henk zijn zeer benieuwd wie deze wedstrijd gaat winnen. Omdat Joop en Piet de inschatting maakten dat ze veel tijd kwijt zouden zijn met jureren, tijd die ten koste ging van hun speelplezier aan het biljart, besloten ze ook inschrijfgeld te vragen. Het inschrijfgeld mocht overigens ook op alternatieve wijze voldaan worden. Of vijftig euro inschrijfgeld betalen of een vervelende klus in het bejaardenhuis uitvoeren. De inschrijvers mochten zelf kiezen. Welke klussen Joop en Henk voor ogen hadden werd niet vermeld op het inschrijfformulier. Dat zou de betaaldrempel alleen maar verhogen. Maar degenen die Piet en Henk goed kenden wisten genoeg. Die trokken met veel plezier de portemonnee.
Trukendoos / Gezondheidszorg / 13-11-2013
Ik word knettergek van het vrouwtje op de tweede verdieping. Betsie heet ze en zij heeft een oogje op mij. Dat mag duidelijk zijn. Maar ik niet op haar. Dan weer krijg ik van haar een mars en dan weer een nuts. Nuts, dat is wat ik van haar word. Allemaal lief bedoeld misschien, dat begrijp ik wel, maar ik denk dat er meer achter zit. Op een of andere manier heeft mijn presence een vreemde uitwerking op haar. Zoiets als vliegen op de stroop. Maar een ding is zeker. Ik word niet haar likkepot. Never.
Nu zag ik Betsie weer kletsen met een paar van die andere dolle ouwe bessies op de gang. En ik weet waar het over gaat. Dat zie ik aan de steelse lachjes en de oogopslagen. Allemaal gericht op mij. Op een manier dat ik het wel moet zien. Er is geen ontkomen aan. Niets verhullend. Dat is tactiek. Hoe ik dat weet? Onlangs had ik nog sjans met Sandra. De beste vriendin van Betsie. En die begon er ook al over? Smekend bijna. Ze spelen gewoon onder een hoedje met elkaar. Een gebreid hoedje. Maar ik weet intussen waar het allemaal om te doen is. Ja, ja.
Gelukkig ben ik bekend met al die oude trukendozen. Daarvoor hoef ik geen goochelaar te zijn. Het is allemaal zo doorzichtig. Voorwaardelijke liefde. Bah. En waarom? Ja. Ik weet het wel. Het draait allemaal om mijn zegeltjes. Zegeltjes die ik al tig jaar spaar. Van Douwe. My old mate. Een ware heksenjacht is er om mij ontketend. Een heksenjacht naar verloren lepeltjes. Ik doe er al lang niet meer aan mee. Lepelen is voor watjes.
Ik prik veel liever vorkjes. Dat ze daar nu eens mee afkomen. Dat zou ze sieren. Bejaarden zijn toch ook intussen geëmancipeerd. Die vrouwtjes mogen best wel eens wat meer initiatief tonen. Een vorkje prikken bij de nieuwe lunchroom en dan kunnen we het eens hebben over zegeltjes. De zegeltjes van Douwe.
Windzorgroddels / Gezondheidszorg / 20-11-2013
Vandaag is het weer eens tijd om naar de kapper te gaan. Mijn nekharen krullen frivool langs de zijkanten van mijn nek lichtjes omhoog. Indien ik verzuim gaan acuut alle alarmbellen rinkelen op de tweede etage. Dat is me eerder voorgevallen en wil ik niet nog eens meemaken. Vooral de alarmbel van tuttebel Truusje Pluche die wil je niet horen. Zij is altijd de eerste die mij op mijn wapperend matje wijst. Verontwaardigd kijkt ze mij dan aan en steekt een kromme vinger op. "U moet dringend naar de kapper, er groeien krullen in uw nek!" Dat is de boodschap van Truusje Pluche en die komt hard aan.
Als ik de boodschap niet onmiddellijk opvolg dan zijn de rapen gaar. De hele tweede etage, vooral behuisd met vooringenomen tantes, moeit zich ermee. Al jaren beroepen de dames zich op de netste gang van Windzorg. En dat willen ze uiteraard graag zo houden, daar leven ze voor. Ik moet vandaag op bezoek bij onze eigenste Roy Donders van Windzorg. Zo noem ik onze huiskapper, die veel gelijkenis vertoont met de Tilbo. Behalve dat onze Roy een aantal jaartjes ouder is en minder glad.
Zodra ik in de kappersstoel neerplof steekt good old Roy van wal. Binnen enkele minuten ben ik op de hoogte van de laatste Windzorgroddels. Zo weet ik nu dat Truusje Pluche een foute cavia heeft gekocht. Dat Suzanne Bol de Honneur van Serooskerken last heeft van genante stemmingswisselingen. En dat ons eten vanaf volgende week wordt opgewarmd in de magnetron. Waar maakt iedereen zich in hemelsnaam druk om zou je zo zeggen. In een bejaardentehuis zijn er blijkbaar altijd zaken die op verhaal wachten. Good old Roy weet deze roddels meestal haarfijn te ontfutselen en ontknopen. Hoe hij dat voor elkaar krijgt is voor mij weer een raadsel. Een speciale gave van kappers, laten we het daar maar op houden.
Binnen nog geen vijf minuten liggen mijn witte krullen op de grond. Aan mij beleeft de kapper geen vreugd en ook geen verse roddels. Soms overweeg ik wel eens om misbruik te maken van de situatie. Ik overdenk dan welke roddel ik de Windzorgwereld in zou kunnen helpen. Totdat ik me realiseer dat roddels minder ernstig zijn dan de werkelijkheid. Hoe zouden we zonder roddels überhaupt kunnen dealen met die verschrikkelijke werkelijkheid? Nee, dat gemak gun ik de Truusjes Pluche en Suzannes Bol niet. Ik geef ze slechts de waarheid, hoe wreed die ook kan zijn.
Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.