Het is 24 november, een rustige zondagochtend. Ik zit aan een heerlijk ontbijt. Een ontbijt, welbekend en geprezen onder vrienden, familie en kennissen. Eitje, vers sapje, broodje, beschuitje en nog een hele hoop andere je-tjes, altijd goed. Heerlijk ontspannen zit ik in mijn huispak, zondags gekleed, in een roze ruiten pyjama, flanel, lekker zacht. Omdat het een regenachtige zondag is heb ik bij het opstaan besloten de boel wat meer op te vrolijken, gewoon voor de gein.
Opvrolijken betekent bij mij altijd een beetje carnaval. Voor je het weet is het al zo ver. Een heerlijk vooruitzicht na het opgedirkte Sint en Kerst. Alvast een beetje oefenen kan nooit kwaad. Omdat ik niet in de mood ben voor een originele creatie houd ik het voor deze ochtend basic. Mijn gezicht heb ik voor de spiegel omgetoverd in een narrenhoofd, voor zover ik dat niet al had na mijn uitspattingen van zaterdagavond. Ik schmink mijn oog en mond in pipostijl. Grote rode mond, zonnetje op de wang, that’s enough. Met een big smile geniet ik samen met mijn vrouw van het ontbijt. Heel ontspannen en goed gemoed, totdat de bel gaat.
Op zondagmorgen? Hoe is het mogelijk. Gebeurd nooit. Nieuwsgierig loop ik naar de deur. Benieuwd ook naar de reactie van de vroege deurgast op mijn verrasende outfit. Ik trek de deur open en zie een lief dametje staan met bolhoedje, grijze jas en wit handtasje. Onder haar jas steken stijfjes twee bruine panty's die eindigen in houterige schoentjes met zondagse strik. De vrouw kijkt me droogjes aan en reikt mij een foldertje aan. Ik ben even van de wereld. Deze reactie had ik niet verwacht. Ze is geheel niet onder de indruk van mijn roze verschijning en mijn bijzondere pipoface. Sterker nog ze lijkt het volledig te negeren.
Dan moet je van hele goede huize komen denk ik enigszins gepikeerd. Verdorie, die dame aan de deur breekt in, in mijn vrolijke zondagstemming, maar heeft er geen boodschap aan. Ik overweeg haar zondagoor te onderwerpen aan een gezang van Bassie en Adriaan, maar ze is me voor. “Goedemorgen meneer, mag ik u deze folder aanbieden?” Ik bewaar mijn geduld en antwoord: “Een folder mevrouw, waarom en waar gaat die over?” De mevrouw kijkt me doordringend vanonder haar bolhoedje aan en antwoordt:”Nou meneer, vandaag is het Tractatendag en ik mag u deze folder aanbieden?” Ik ben volledig van mijn à propos. Ik dacht eventjes dat ik de traktatie was. Maar deze mevrouw spant de kroon. Verontwaardigd stuur ik haar linea recta door naar mijn buurman. “Wie was het?” vraagt mijn vrouw. Ik zeg: “Niemand, ik denk verkeerd verbonden.”
Als ik na het ontbijt op internet google naar de befaamde Traktatendag vang ik bot. Met traktaat kom ik nauwelijks een steek verder. De Traktatendag blijkt gewoon niet te bestaan. Het mevrouwtje liegt en doet op deze manier geen recht. Ik had het eigenlijk kunnen weten. Op de vroege zondagochtend worden er geen verdragen afgesloten aan de deur, laat staan verhandelingen gehouden. Helaas denkt de stichting Evangelische Tractaat Zending daar anders over. Het fanatieke zendelingenwerk ligt mij op de zondagmorgen iets te zwaar op de maag. Mijn leven behoeft geen verandering. En zeker niet op de zondagmorgen. Die is me pas heilig. Ben benieuwd of de buurman de traktatie beter verteert. Ik denk het niet.