28-12-2009

Groot kind

Hoe groot is het kind dat zijn kindheid bewaart in tijden van angst en onzekerheid? Hoe groot is de volwassene die het kind in zichzelf koestert, dag in dag uit? Bewust of onbewust, stiekem of uit noodzaak, in stilte en verwondering. In onverzadigbare drang tot bevestiging legt een kind zijn noden bloot. In goede en in slechte tijden. Wat is zijn noodzaak? Rechtop blijven staan, in een verwarrende wereld waar gevaar onvoorspelbaar loert.

Hartje zomer en de gordijnen zijn dicht. Stilletjes speel ik mijn spel. Mams niet wakker maken. Ze snurkt op de bank. Het is vakantie maar ik mag niet buitenspelen. Er is niemand die op mij kan passen. Zou ze weer zo’n gekke bui krijgen? Hysterie overvalt haar soms. Ik weet dan niet wat te doen. Ik kruip dan terug in mezelf, juist op het moment dat ik behoefte heb aan een knuffel.

Mijn moeder is ziek, manisch depressief. Soms is ze bang. Van en voor zichzelf. Wat moet ik dan als kind? Gauw volwassen worden. Hoe lang mag een kind zijn kinderspel volhouden? Onbevangen zijn en ontwapenend? Hoe lang mag het onbekommerd zorgeloos zijn? Zijn gier, zijn brul, zijn lach behouden? In een onveilige omgeving is dit moeilijk te duiden. In onmacht rijpt een kind snel naar volwassenheid. Noodgedwongen en uit zelfbehoud.

Het is heet boven op de slaapkamer. Ik hoor mams diep zuchten. Klinkt niet goed. Ik ben bang. Dit voelt anders. Wat moet ik doen. Ik mag niet naar beneden want ik ben al twee keer terug naar boven gestuurd. Het moet. Ik loop de trap af naar beneden. In de woonkamer voel ik de spanning hangen. Paps, het gaat niet goed met mam, ze zucht erg diep. Wil je alsjeblieft gaan kijken? Niet weer, zie ik hem denken. Ga maar naar boven, jongen. Ik kom zo kijken. Boven in mijn bed maken de zenuwen mij misselijk. Waar blijft ie nou? Mams is erg ziek. Suf van alle pillen.

De volwassene in het kind maakt zich ongerust. Hij probeert te begrijpen. Helaas is zijn uit nood geboren volwassen gedrag niet te duiden. Hij is plots kind af. De natuur grijpt in noodgevallen altijd in. Aangeboren speelsheid biedt afleiding. Maar is de afleiding nog afdoende? Blijft deze gezond en binnen de perken? Speelsheid gaat soms over in obsessief en repeterend gedrag.

Het is stil aan tafel tijdens de lunch. Dat hoort ook zo. Het eten is een rustmoment. Toch voel ik vaak de spanning hangen. Zo snel mogelijk werk ik twee boterhammen naar binnen. Mag ik van tafel? Ik heb nog twintig minuten voordat de schoolbel luidt. Uit de schuur pak ik hockeybal en stick. De stick is half afgesleten van het spelen in de straat. Ik tel mijn slagen tegen de muur. Nu nog even de bal hooghouden. Ik vind rust in geconcentreerdheid en controledrang. Ik moet beter. Ik kan beter. Ik wil beter. Ik vergeet even de spanningen in huis.

Een kind zou zich niet ongerust hoeven maken om zijn ouders. Het behoort onbedorven, spontaan en speels op te groeien in veiligheid en warmte. Omringd door onvoorwaardelijke liefde en fysiek en geestelijk gevoed. De werkelijkheid is soms anders en hard. Wat men zijn liefste en naaste wenst kan niet altijd geboden worden. Noodlot en onmacht lijken soms onlosmakelijk met elkaar verbonden. Kinderen worden dan vroeg groot. Volwassenen snel klein. Juist in noodlot en in onmacht moet het kind gekoesterd worden. Vluchten voor de werkelijkheid leidt tot paniek, wanorde en chaos.

Hoe zag zij eruit? Waar rook zij naar? Naar zoet of zout? Hoe voelde zij aan? Koud of warm? Hoe vaak knuffelde zij mij? Ik mag het niet vergeten. Ik wil de pijn en waarheid liefst zo snel mogelijk wegdrukken. Ik vlucht in fantasie, humor en cynisme. Een woeste zee van emoties slokt me op. Vaagt veilige grond onder me weg. Afscheid van mams is er nooit geweest. Een zwarte ijzeren poort sloeg voorgoed dicht. Een zwarte auto slokte haar op. Langs de Maas hoor ik de kerkklokken nog steeds luiden. Mijn mams is teruggegeven aan moeder aarde.

Op een hete zomerdag is moeder gevonden, achter op de plaats, in badpak liggend onder de tuindouche, door de buurvrouw. De geur van zomer en verdampend water op de stoeptegels zal ik mij een levenlang heugen. In mams is vroegtijdig iets geknapt en evenzo in mij. Het kwetsbaar kind in mij kreeg een dreun. Het werd me plots ontnomen. Alle zintuigen staan sindsdien op scherp. De angst gaat nooit verloren. Angst voor oud en angst voor nieuw. Angst voor nog meer verlies. Verlatingsangst. Een moeder is een levenlang nodig. In elke vorm en ik elke hoedanigheid. Fysiek is de navelstreng snel gebroken. In buik en hart blijft zij altijd met haar kind verbonden. Op jonge leeftijd een moeder verliezen is een drama. Een moeder verliezen zonder afscheid te kunnen nemen is rampzalig.

Ik voel me verlaten, droef en eenzaam. Kind zijn is niet meer leuk. Het kind in mij is afwezig en speelt niet langer mee. Voelt zich niet langer kind en serieus genomen. Aandacht en liefde schieten te kort en zijn niet in voldoende mate aan te dragen. Somberheid slaat in zichzelf neer. Ik verdrink in boosheid en fanatisme. Het kind in mij slaat lam en drinkt met ernst en zonder maat. Het kind vecht, komt er niet meer uit. Het speelt niet langer samen.

De volwassenheid staat dan plotsklaps voor de deur. Een nieuw dilemma dient zich aan. Het kind is diep van binnen blijven hangen en heeft de adolescentie nauwelijks verkend en geëxploreerd. Dan worden megastappen genomen. In speelsheid en verwondering blijft het kind rechtop staan. Maar al te grote naïviteit stelt vroeg of laat paal en perk. De rekening voor onvoltooide volwassenheid wordt duur betaald. Het kind in mij ligt daarvan niet wakker. Totdat chronisch ziek zijn ineens om extra zorg en aandacht vraagt.

De bloedsuikermeter slaat door. Ik moet onmiddellijk naar het ziekenhuis. Ik pak snel mijn spullen in en schrik van mijn vriendin die totaal verbijsterd op mijn boodschap reageert. Het besef lijkt buiten mij om te gaan. Ik wil geen deelgenoot worden van mijn eigen ellende. Houdt het ver van me af. De dokter en het spuitregime schudden mij hard wakker. Verantwoordelijkheid dringt zich op aan mij. Rust, reinheid en regelmaat vinden elkaar en slaan de handen ineen. Ik lees duizend boeken. Een fanatiek kind keert terug in mij. Ongeloof en boosheid eindigen in aanvaarding. Bezorgde familie en vrienden staan rondom mijn bed. Ze zijn net zo verbaast als ik.

Volwassenheid biedt groei en ontwikkeling en noopt tot keuzes. In korte tijd neem ik afscheid van mijn vriendin, studie en topsport. Door wanhoop gedreven zet ik mezelf in therapie weer op de rails. Ik drijf het verloren kind in mij terug naar binnen. Ik vecht met het volwassen zijn en met alles wat zich achter volwassenheid verhuld. Het kind in mij wil en blijft zegevieren maar maakt uiteindelijk een deal. Met gezonde zelfspot en humor weet het zich staande te houden in een volwassen wereld. In en door grote verwondering. Het kind in mij verwondert zichzelf en de wereld om hem heen.

Ik omring mezelf met informatie. Verken het licht en het duister. In alle mogelijke geuren, kleuren en smaken. Maak kennis met alle muzen. Op zoek naar erkenning en verklaring. In literatuur, kunst, muziek en dans. Het leven is een feest. Ik ontdek de schoonheid van het leven en de mens. Als een groot kind. Ik consumeer, neem deel, draag bij. Ik beteken en doorleef. Ondanks grote angst die altijd parten speelt. Wat heb ik als mens te verliezen? Verwondering en nieuwsgierigheid geven nieuwe energie. Opium voor mijn ziel.

Hoe kwetsbaar is de volwassene in modern times? Waar heeft hij zijn kind verstopt. Hij houdt het angstvallig verborgen om het niet te hoeven verliezen. Vermorzeld door prestatiedrang, materiedrift en haast, cijfert hij het kwetsbaar zijn weg. Zijn maatschappij gedijt bij hoge werkdruk en onmogelijke verwachtingen. Modern times tekenen zijn lijf en leden met RSI en stress. Veeleisend is zijn nieuwe wereld die doordendert op commando’s van keyboards en gsm’s. Hij twittert en hyved zichzelf de kindsheid in. De ouderdom en aftakeling nabij vindt de volwassene zijn rust en kind eindelijk weer terug.

Als een gek rijd ik door de gangen van het verzorgingstehuis. In de winter van mijn leven waan ik mij autocoureur. Een jongensdroom wordt werkelijkheid. Jacky Ickx revives. De zusters kijken mij lachend aan. Daar rijdt die oude gek. Los van God. Sweet memories delven diep geluk. Gelouterd en gezegend is de gek die het kind voor altijd in zichzelf bewaard.


Toelichting:
Inzending Literatuurprijs Helmond 2010

Uitleg over Literatuurprijs Helmond:
> Literair Café Helmond
> Letterkundig Museum

Recensie ED:
> Luc de Rooy wint literatuurprijs 2010