19-10-2015

Het meisje met de blauwe pet (9)

Ik wilde niet wachten op de brandweer of de politie, want die zouden er nog wel een hele poos over doen. Die moesten helemaal uit Schoonhoven komen. De machinist en conducteur bleven in druk gesprek met elkaar. Er leek zo nu en dan zelfs wat ruzie te ontstaan. De conducteur scheen de machinist ter verantwoording te roepen. Maar deze reageerde zo halfslachtig en nonchalant, dat ik er zelfs een beetje boos van werd.

Een stukje verder stond Theo Charly uit te horen. Als een hele oude Sherlock Holmes. Hij had ook een detective-brilletje opgezet. Het gaf Theo iets onderzoekends en aandoenlijks. Charly hield hem een stuk papier voor zijn neus. Theo was zeer geïnteresseerd in Charly's geaardheid. Dat was wel duidelijk. Ze stonden te ver van me vandaan om hun gesprek te volgen, maar de gebaren die Theo maakte spraken boekdelen, borstdelen eigenlijk.

'Hallo, hallo!' Verbaast keek ik naar Betsy. 'Ik sta hier, ik ben er ook nog!'
Dat was duidelijke taal. Ik zou nu toch een en al oog en oor moeten zijn voor Betsy. En toch miste er iets. De spanning was duidelijk gebroken. De coup de foudre leek niet meer in mij geslagen te zijn maar in de weke bodem naast de spoorrails vlakbij station de Hem. Uit beleefdheid en grote nieuwsgierigheid boog ik mij naar Betsy toe en fluisterde in haar oor: 'Is dat echt jouw grote broer?' En met moed uit mijn schoenen: 'Waarom deed hij het gordijntje dicht in de trein?'

Twee vragen tegelijk waren te veel voor Betsy. Zij focuste zich maar op een ding. Op mij. Ze vond het blijkbaar fijn dat ik in haar oor fluisterde want ze begon spontaan te blozen en giechelen. Het kietelde in haar oor, dat kon ik zien. Ze krabde stevig met haar linkerpink in haar oor. Vliegensvlug maakte ze ronddraaiende bewegingen. Zo snel dat ik er zelf een beetje duizelig van werd. In haar rechterhand droeg Betsy haar blauwe pet. Die hield ze ineens voor haar gezicht. Had ik haar in verlegenheid gebracht? Ze trok de pet weer weg en keek me nogmaals ondeugend aan.

In de verte klonken nu de sirenes. Wilde ik nog antwoord krijgen op mijn vragen, dan moest ik haast maken, snel handelen, of een afspraak regelen met Betsy. Dat was ook een goed idee. Maar hoe, en waar, iets klopte er niet aan haar. Dat wist ik haast zeker. Maar wat?

Een zekere aantrekkingskracht die ze uitstraalde bleef mij prikkelen. Mijn hart en hoofd maakten overuren. Ze waren het nog niet eens met elkaar. Intussen was het gesprek tussen Theo en Charly hoog opgelopen. Betsy kreeg dit ook in de gaten. Ik voorvoelde op een of andere manier wat er ging gebeuren. En ja hoor, het gebeurde.