Op een terras op het Rembrandtplein zitten drie blondjes aan een klein tafeltje. Ze zitten dicht bijeen met de benen tegen elkaar aan. De kettingen waaraan hun stoelen zijn vastgeketend schuren tegen hun benen. Ze hebben het koud, steenkoud, want het vriest een beetje. Wat doen die dames op het terras hartje winter?
Wachten, ze wachten op het voorjaar. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Is dat dom? Nee. Is dat blond? Nee. Is dat dom blond? Ook niet. Het is gewoon hartstikke slim. Weet je hoelang je gemiddeld op een leeg tafeltje moet wachten in de lente op het Rembrandtplein? Ik bedoel maar. Je kunt er maar beter op tijd bij zijn.
Maar een politieagent vindt het maar verdacht en spreekt de dames aan. Of hij even hun legitimatiebewijzen mag zien. De drie dames komen uit Limburg. Venlo, Roermond en Weert om precies te zijn. Wat ze op het terras doen? De vrouw uit Weert neemt het woord en besluit er maar meteen een grap van te maken. Ze vertelt de agent dat ze op de optocht wachten. De agent snapt er niets van. Optocht? Welke optocht? De Roermondse valt de Weertse bij. De Carnavalsoptocht. Enig idee hoe laat die begint? Het is ijskoud.
De politieagent krabt zich eens achter zijn oor. Wat heeft hij hier voor vlees in de kuip? Zeg dat maar niet hardop in Amsterdam agent, gaat de Venlose dame verder, in de kuip, dat vinden Amsterdammers niet leuk in hartje Amsterdam. Zo, de dames zijn ook nog eens bijdehand. Daar wil oom agent meer van weten. Hoe lang ze al in Amsterdam zijn? Voor het eerst en ongeveer elf minuten. Dat is bijzonder. En het dan al zo koud hebben? De dames zijn anders royaal gekleed. Ze dragen allemaal een bontje. Wit, bruin en een gespikkeld. De bontjes hebben ook allemaal een schattige muts. De politieagent zal wel denken: wat een snoezepoezen?
Van welk ras zijn jullie? Wat een discriminerende vraag meneer agent. Dat laatste zeggen de drie dames in koor. Daarbij steken ze ook nog eens hun armen uit, spreiden hun vingers en krommen hun nagels. De politieagent verontschuldigt zich en zegt dat hij dat standaard moet vragen van zijn korpschef. Hoe idioot? Van welk ras ben jij oom agent? Het zwarte of het blauwe, nou vooruit? Met de staart tussen zijn benen druipt de agent af. Stoïcijns kijken de dames voor zich uit. Ze hebben het allang niet meer koud. Wat een stud was die oom agent!