11-10-2013

Bladherfst

De herfstbladeren kleuren aan de notenboom. Wind waait door zijn takken, zwaaiend zwiepend, als muziek. Kletterend vallen de noten sol la si op de grond. Rotsvast is mijn geloof in bomen die gedijen. Die klimmen richting hemel, boven de natuur. Verheven boven iedere vorm van wijsbegeerte. Dom en stoer. Macho zijn de bomen die in mij bonken. Op deuren die niet open willen. Op zoek naar duistere wegen.

Herfstpaden lopen door een donker bos. Bundelen kruisingen van gedachten. Vormen zinnenspinsels in een ongrijpbaar web. Spinnen garen zonder doel. Op een bosveld zie ik drie latten aarden in vlekkenloos groen. Behangen met een net van gaten. Een mazennet van witte dauw. Scoren is verworden tot hoofdzaak. In werelden zwanger van prestaties. Hollend, rennend, sprintend hijgen marathons in mijn nek. Ik steek hem uit en zwijg en luister diep van binnen.

Buiten regent het. Het dondert en het bliksemt. Coup de foudre in mijn hart. Ik ben niet bang en open dichte deuren. Laat de bomen uit. Het voelt goed. Een open boek van eiken, beuk en peer. Ik pluk de vruchten uit de oksels van hun takken. Schrale troost. Aanschouw de herfstbladeren die kleuren aan de notenboom. Is het toch geen feest?