31-10-2013
Columns van Harrie (Oktober 2013)
Grasduinen / Verkeer / 05-10-2013
Ik verveel me stierlijk. En dan druk ik het nog zachtjes uit. Hoe dan ook. Er bestaan nog ergere vormen van verveling. Zo zou ik me ook maagdelijk kunnen vervelen. Maar daarover weid ik liever niet uit. Dat zou te pijnlijk zijn. Zowel letterlijk als figuurlijk. In het eerste geval met lange ij, in het tweede met korte. Ik kan me natuurlijk ook vervelen als een ram, een steenbok of als schorpioen. Maar dat zou slechts botsen en steken. Dat willen we niet. Dat laten we maar even in het midden. Net als de tweeling en de weegschaal. Je zou er van uit balans raken. Wat de verveling tijdelijk op zou kunnen lossen. Maar om me dan meteen weer een vis in waterman te voelen? Dat gaat toch echt te ver.
Ik kijk uit het raampje van mijn TARDIS en zie een mooi tafereel. Ik zie een vreemde man met een driehoekig mutsje op zijn hoofd. Op het mutsje prijkt een grote witte veer. De veer is net zo wit als de kousen onder zijn groene korte broek. Hij spant een grote boog en knijpt een oog dicht. Met zijn neus lijkt hij richting te geven aan de pijl die in de boog ligt. Benieuwd naar zijn doelwit, kijk ik met schuine blik, wat verder door het raampje van de TARDIS. Ik kijk over zijn schouder mee. In de hoek van het heelal zie ik een klein mannetje staan met een kreeft op zijn hoofd. De kreeft ligt doodstil op zijn hoofd. Dat is niet te zeggen van het mannetje eronder. Die beeft als een rietje. Als dat maar goed gaat. Het is best een komisch gezicht.
Zucht, de verveling blijft. Wat zal ik toch eens gaan doen? Wacht, wacht, ik weet het. Ik ga grasduinen. Het is alweer lang gelden dat ik dat gedaan heb. En het is er de tijd van het jaar voor. Ja, ja, leuk, grasduinen. Ik ga onmiddellijk op zoek naar wat geschikte perceeltjes. Ah, daar zie ik al een mooi exemplaar liggen. Ik druk de neus van de TARDIS naar beneden en zoef met een grote vaart op het perceel af. Ik zie de maïskolven reikhalzen. Die weten wat er komen gaat. Van schrik slaan ze de bladeren om hun gele oren. In een mum van tijd scheer ik met de neus van mijn TARDIS het maïs vakkundig in kleine en grote cirkels plat. De buitenkanten van het perceel laat ik uiteraard in tact. Die moeten mijn scheercirkels nog even verhullen.
Het vraagt nogal wat stuurwerk. Maar gelukkig heb ik de cirkelkunst nog niet verleerd. Met een grote glimlach ga ik op zoek naar een volgend perceel. Vak- en cirkelkundig ros ik nog wat perceeltjes af en neem zo links en rechts ook nog wat graanveldjes mee. Daar bakken de boeren voorlopig geen brood meer van. Sinds kort weten ze op moeder Aarde dat brood bakken nergens goed voor is. Brood, graan, rijst en pasta. Het bevat allemaal veel te veel koolhydraten. Nergens voor nodig. De aardelingen maken zich niet langer dik. Ik ook niet. Niets zo leuk dan uit verveling wat verwarring zaaien. Nu nog wachten op de oogst.
Schalmijen / Verkeer / 08-10-2013
Dwars door het heelal komen mij de meest vreemde berichten ter ore. De berichten die vanuit het Aardse zonnestelsel tot mij komen zijn over het algemeen het meest somber van aard. Wat is het toch droevig gestemd met dat aardbolleke. De aardelingen wentelen en keren vrij veel van hun tijd in de zon. En anders biedt de maan wel verlichting. Oké, er zijn zo af en toe wat wolken die het uitzicht bederven. En ja, soms is het er ook nat en koud. Maar dat staat in schril contrast tot het weer dat in de rest van het heelal levende en dode wezens omhult. Om er dan ook nog eens dagelijks over te berichten gaat wel erg ver.
Waarom wil iedereen op aarde weten wat voor weer het is bij de buren, bij het voetbal, in de kroeg, om de vijf minuten, online, offline, in de trein, op het werk, met vakantie, tussen de buien door, zodra het sneeuwt en ijzelt, tijdens pasen en kerstmis, op het toilet? Joost en de rest mag of moet het weten. Veel liever hoor ik of er nu iemand onlangs van Mars is gevallen? Of er water is op Pluto? Dat is pas nieuws waarvoor ik wakker gemaakt wil worden. Maar dat ben ik weer. Misschien wil iedereen wel zijn eigen nieuws. Kan schijnbaar makkelijk tegenwoordig in het Aardse zonnestelsel. Dat doen ze via de ‘Wat en waar is Appie’. Heel makkelijk.
De aardelingen creëren via Appie allemaal hun eigen wereld en nieuws. Actueel vraagt u zich af? Zeker actueel. Het aantal ‘Wat en waar is Appie’s’ breekt momenteel alle records. De ruimte rondom de Aarde telt gemiddeld driemiljard Appie’s per etmaal. Dat is onlangs onderzocht en uitgerekend door dokter Wifi. Niet te verwarren met dokter Bifi. Die laatste was van de worstjes. Dokter Wifi is meer van de wifi’s. Ja, de wifi’s zijn degenen die het meest rotzooien met Appie’s. Nu zult u misschien denken: Vallen alle vrouwen op Aarde voor mannen die Appie heten? Jazeker, schot in de roos.
Het zijn vooral vrouwen die met hun Appie’s enorm schalmeien. Eigenlijk moet ik zeggen schalmijen. Want het liefst horen ze zichzelf. Ze heffen de trompet richten de hemel en toeteren dat het een lievelust is. “Schal mij, schal mij!”, schalmeien ze voor wie het horen wil. Ze scoren dan ook enorm hoog op de schal van Richter. Schalkracht 7 is onlangs nog vernomen. Er vlogen toen ook heel wat Appie’s door de lucht. Ik heb toen snel het raampje van mijn TARDIS dichtgedraaid. Bij komen ze er niet in. De wifi’s met hun Appie’s.
Vladivlo / Gezondheidszorg / 10-10-2013
De wandelstok is mijn liefste vriend. Hij waakt over mij en ik over hem. Hij is voor mij veel meer dan een gebruiksartikel. Soms zet ik hem voor het dressoir. Een prominente plek. Ik ga dan links van het dressoir in mijn fauteuil zitten en geniet van mijn wandelstok. In de late middagzon is dat een prachtig gezicht. Zeker nu het tegen de herfst aanloopt. De zachte gloed die dan over mijn wandelstok valt is prachtig. Heel soms, als het licht goed valt, zie ik een mooie weerspiegeling. Dan gluurt een lieve oude vrouw mij ondeugend aan. Maar liefst twee keer. Een feest. Een keer vanuit de weerspiegeling van de wandelstok en een keer rechtstreeks vanaf de foto die schuin linksboven het dressoir hangt. Vier paar ogen vangen mijn blik. Heerlijk, hoe levendig. Alsof het gisteren was, dat zij naast mij zat op de bank. Met pretoogjes in een oud gerimpeld gezicht. Mijn lieve vrouw.
Mijn stok is al erg oud, stokoud. Hij vergezelt me op feestjes en partijen en naar de supermarkt. Mijn stok en ik hebben samen al veel meegemaakt. Hij is gemaakt van Russisch eiken. Ik noem hem voor de gein altijd Vladivlo. Waarom? Dat mag u zelf verzinnen. Kom op zeg. Een beetje nadenken hoor. Nee, nee, een Vladivlo is geen eng beest. Denk meer richting geografie. En plak er dan vier letters achter. Als u er dan geen hout van snapt dan is dat uw probleem. Verdorie. Nu heb ik alweer te veel gezegd. Doe ik bij de bingo ook altijd. Krijg ik meteen op mijn flikker. Ja, ja, op mijn flikker van die roze permanenttroelen. Ik haat die zeepbellen. Alleen maar klagen en ouwehoeren. Bah.
Waar was ik ook alweer gebleven? O ja, de avonturen van mij en Vladivlo. Onlangs heb ik hem als wapen ingezet. Tijdens een wandeling wilde zo'n slimme hippe jonge vogel, met lang haar en plakplaatjes een briefje van vijf met mij wisselen. Ik trok mijn portemonnee en zag zijn gretige blik. Alarmbellen gingen meteen af. Hij graaide in mijn portemonnee en ik, ik sloeg hem met Vladivlo keihard op zijn rug. Ik sloeg zo hard dat Vladivlo bijna brak. Dat gold ook voor de rug van mijn belager. De dief rende keihard weg. Met een kapot staartbeen tussen de benen. Daarna hebben Vladivlo en ik om van de schrik te bekomen, thuis een kruidenbittertje gedronken. Op de goede afloop.
Bejaardenzorgen / Gezondheidszorg / 14-10-2013
Waar heb ik het nu gelaten? Ik haat ouder worden. Wie dat ooit verzonnen heeft? Dat de mens in een welvarende omgeving over de honderd kan worden. Idioten. Het heeft niets maar dan ook niets te maken met gezondheidszorg. Het is gewoon marteling. Marteling van bloedvaten, cellen en organen. Hier zit vast een bende achter. Een marketingbende. Wedden? Een marketingbende gebaat bij gezondheidszorgen. Ja, u leest het goed. Gezondheidszorgen. Ik maak me zorgen. Niet alleen zorgen om mijn gezondheid. Maar vooral zorgen over wat behoud van mijn gezondheid mij gaat kosten. En bovenal wat behoud van mijn gezondheid niet alleen mij, maar vooral de ander oplevert. Want geloof me, niet alleen ik, maar ook anderen zijn gebaat bij mijn gezondheid. Vooral mensen die van chocolade munten houden hebben het gemunt op mijn gezondheid. Koekjesmonsters zijn het. Maar van mijn peperkoek blijven ze af. Al die gepeperde rekeningen die ze mij sturen kunnen ze steken in hun dure chique taaitaaihol.
Maar even terug naar het onderwerp. Wat was ik nu precies kwijt? Ik weet het toch niet meer. Moet ik nu eerst op zoek naar mijn geheugen? Wat een dilemma. Dilemma's van het ouder worden. Bejaardenzorg. Zo vertellen mijn kinderen mij. En terecht. Dat ze bezorgd zijn om hun pappa. Pappa die het af en toe niet meer weet. Maar iedere wereld creëert zijn eigen gekken. Zo ook de westerse wereld anno 2013. Wel goed eten papa, want we willen je nog lang niet kwijt? Vroeger, heel vroeger, als er geen eten was, ging je gewoon dood. Bejaarden hadden toen niet het eeuwige leven. Gelukkig niet. Ik verlang terug naar die tijd. Dat je gewoon dood mocht gaan als je tijd daar was. Nu zoekt de westerse mens alleen maar tijd. Tijd om er zelf beter van te worden. Vooral financieel. Wat een anticlimax. Nee, laat mij maar vreedzaam gaan als de tijd er rijp voor is. Geen kunstmatige verlenging van mijn leven. Op eigen kracht en anders niet. Net als vroeger. Verdikkie. En medelijden wil ik ook niet. Alsjeblieft zeg.
Wat was ik nu ook alweer kwijt? Naast mijn geheugen? Ha, ha. Even in het pillenkastje kijken. Dat helpt altijd. Althans volgens mijn kinderen. Daar zijn toch pilletjes voor, pap! Inderdaad. Maar dat soort pilletjes liggen er nu net niet in. Kop op opa zeg ik tegen mezelf. Niet zo lopen mokken man. Eens kijken. Medicijnkastje. Pleisters? Nee. Pufjes? Nee. Davitamon 85+? Nee. Kukident? Ja. Ja. Nu weet ik het weer. Waar heb ik dat verrekte kunstgebit nu toch gelaten? Waar is mijn tandenrek gebleven? Ik moet opschieten want zo meteen komt het eten. En dat is zo hard, daar kan ik onmogelijk mijn lippen op stukbijten. Idioten. Gekken. Wie dat ooit uitgevonden heeft? Pizzacatering. Wel zelf uw tanden innemen meneer. Want dat doet de pizzakoerier niet. Ook niet als ik een vette fooi geef. Eigenlijk is het geen pizzakoerier maar een pizzaboer. De lummel.
Colorful people / Actualiteiten / 21-10-2013
Alle Menschen werden Brüder. Ja, die leuze ken ik al mijn leven lang. Hij hangt boven mijn deur. In het Duits? Ja, in het Duits? Daar heeft u toch geen bezwaar tegen? U kunt in mijn kamer zo gaan zitten dat u het niet ziet hoor? Maar het blijft een mooie lijfspreuk. Daar ontkomt u niet aan. Mensen, lijfen, broeders, zusters mag trouwens ook.
Een zuster kan ook een broeder zijn. Hoewel verbondenheid en broederschap vaker voorkomt onder mannen dan vrouwen, wil ik hier absoluut niet discrimineren. Discriminatie laten we graag buiten de deur. Toch? En als het dan toch binnen dreigt te komen, laten we anderen de kastanjes uit het vuur halen. Typisch Nederlands. Door Verenigde Naties bij voorkeur. Laat lekker iedereen zijn of haar plasje er overheen doen. Hoeven wij onze vingers er niet langer aan te branden.
Neem nou al dat gezwartepiet. Zeer actueel. De zwarte Piet. Wie deze kaart trekt of krijgt toegeschoven, trekt in Nederland aan het kortste eind. Niets is zo heilig als een jolige Piet. Niets zo onschuldig ook. Hij glijdt ondersteboven uit de schoorsteen. Maar niet nadat hij zijn gezicht heeft open geschuurd aan de kachelpijp. Zwart blozend steekt hij zijn snoet uit de haard. Zijn handjes zitten ook onder het roet. Daarmee heeft ie geprobeerd zijn val te remmen. En ja. Een beetje zwarte Piet is ijdel. In zijn vrije val door de kachelpijp heeft ie snel alle randjes onder de kin en achter zijn oor ook maar snel zwart geroet. Het staat anders zo slordig, zo vlekkerig zwart.
Alsof die Sinterklaas zo proper is. Met zijn vale rode mantel. Hij mag dan wel zijn baas zijn, maar hij is stiekem ook lui en slordig. Die baardmans verschuilt zich achter leeftijd, een lek geheugen en gebrekkige motoriek, stramme gewrichten noemt ie dat. Ja, zo kennen we die baasjes wel. Flauwekul. Watjes zijn het die Sinterklazen. Houten klazen. Net als die gezanten van de Verenigde Naties.
Houten klazen die gaan bepalen of schoorsteenglijders die het vuile werk opknappen voor de baardmannen eigenlijk niet zwart mogen zijn, want dat is discriminerend. Dat past niet op een immaterieel erfgoedlijst. Het moet niet gekker worden in de wereld. Ik word er imemotioneel van. Straks is het Pasen en dan klagen ze de Paashaas aan. Voor het sjouwen van te veel eieren op zijn nek. Zeer dieronvriendelijk.
Gelukkig zijn wij als super bejaarden wat meer bij de tijd en wat meer nuchter. Wij lopen zoals altijd graag voor de fanfare. Zijn veel meer into folk en into hiphop. Staan veel dichter bij de realiteit en onze tweede jeugd. Vraag het ook eens aan de eerste jeugd van tegenwoordig? Die denkt niet langer zwart, niet langer wit, maar veel eerder de kleur van hun hart (en haar). Kortom het zijn colorful people. En hopelijk heel lang.
Over wiebelhondjes en sanseveria’s / Gezondheidszorg / 23-10-2013
Wat een mooie herfstdag is het vandaag. Achter het glas voelt het warm aan. Ik bof maar met mijn luxe tweekamerappartement. Het is gesitueerd op de tweede verdieping. Ik mocht kiezen en verkoos de zuidkant. Nu gloort de zon in mijn gezicht. Ik kijk dwars tussen de sanseveria’s door. Oppassen dat ik mijn neus niet snijd. Dat zijn me toch een scherpe apparaten. Mijn natte neusvleugels vinden het maar niks.
Gelukkig ben ik voor mijn leeftijd kerngezond. Alleen het voorover bukken lukt niet goed. Mijn hoofd weegt namelijk veel te zwaar. Is niet in verhouding tot de rest. Het vlees rond mijn botten teert in. Supersnel vallen de grammen van mijn lijf. Het is wennen, zo’n vreselijk magere buik. Met mijn rimpelvellen kan ik bijna vliegen. Ik heb het alleen nog niet geprobeerd. Dan is een tweede verdieping best hoog.
Zucht, er gebeurd niet veel op straat. Gelukkig loopt zo meteen de school uit. Onnoemelijk geniet ik van het kleine grut. De jonge mamma’s mogen er ook wezen. Mijn zware hoofd protesteert nu heel even. Die leg ik op een lederen hoofdsteun. Tussen de twee sanseveria’s op de vensterbank. Hij is me door Jozef pasklaar aangemeten. Jozef is mijn huisvriend, een goede timmerman. “Ik maak voor jou een hoofdsteun makker!” Ja, dat zei hij op een dag. “Ik maak hem met een mooie kinnebakkensteun!”
Jozef wist dat ik van turen hield. Turen in de verte en soms gespitst omlaag. Naar blote benen en vrolijke opwaaiende zomerjurkjes. Niet verder vertellen hoor, mag niemand weten? Ik heb een week rondgelopen met gipsmallen. Ze bleven niet plakken onder de kin. Je mag niet pruimen zei Jozef nog. Maar ja, zonder pruim ook geen tabak. Ik moest hevige concessies aan mezelf doen. Ik heb het pruimen uiteindelijk maar gelaten.
Het resultaat mag er zeer zeker zijn. Mijn kinnenbakkensteun past perfect, zit als gegoten. Ik heb prima zicht, links en rechts. Op YouTube heb ik een instructiefilm gevonden. Oefeningen voor beginnende kinnebakkensteunhouders, opgenomen in HD. Daar heb ik veel steun aan gehad. Met de laptop op schoot oefeningen doen. U kunt zich wel een voorstelling maken? In volgorde: sanseveria, laptop, kinnenbakkensteun, muis, sanseveria. Mijn hoofd weegt nu niet meer zwaar. Mijn nek is soepel als een wiebelhond. Kent u ze nog, die schattige hoedenplankwiebelhondjes?
De instructiefilm komt mij goed van pas. Ik gebruik hem ook voor andere zaken. Niet alleen voor een beter craniaal richtinggevoel. Hij komt ook van pas bij eetgelegenheden. Gewoon een kwestie van de boel omdraaien. Ik gebruik de kinnenbakkensteun bij het toetje. Lui van aard, in alle gemakken voorzien. Met kinnenbakkensteun lebber ik pap eenvoudig binnen. Nu nog hopen dat de kilo’s binnenstromen. Ik kan wel weer wat vet gebruiken.
Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.