Om het half jaar draai ik het halve boek dat aan de muur hangt om. Soms is het boek gesloten en soms open. Als het open is, dan altijd op pagina negenhonderd en een. Het beschrijft de klaproos en eindigt met klimop. Tussendoor heel kleinzielig nog wat kleinzoon. Het halve boek is moeilijk te lezen. Uitgesneden in het midden zijn de pagina's. Schimmig lonkt een gat. Een opberggat. Wat heeft er in het boek gelegen, dat niemand weten mag? Vergeeld is de pagina, aan alle drie de zijden van het boek. Dat geldt ook voor al zijn onderliggende volgers. Het is een oud boek, liggend op een grijze stoep. De titel is al lang gevlogen, onzichtbaar. Mijn fantasie vult de titel dan maar in. Wisselend op alle dagen van de week.
Het is dertig juni. Tijd om het halve boek weer eens om te draaien. Wat lonkt aan de linkerzijde van het boek is een donker zwart gat. Het boek lijkt in de stoep gevallen. Opgezogen door het gat. Een klein stuk gekantelde stoeptegel is nog zichtbaar aan de zijkant van het gat. Ik zie het goed. De grond onder de stoep is weggeslagen. Mosgroen zijn de omringende tegels. Ze omzomen een groot geheim. Zeker weten. Wat ik zie verward mij. Ik draai het halve boek vlug weer om. En kijk, daar springt het uit de stoep, uit het zwarte gat omhoog. Het blijft een groot mysterie. De wereld op zijn kop.
Ik splijt het beeld dat ik voor mij zie in twee. Rechts, een half boek opengesneden, vormt de ene helft. Mijn ogen vullen het boek automatisch aan met de andere helft. Het donkere gat in de stoep sluit qua vorm en formaat naadloos aan. De bovenrand van het gat links volgt de bovenzijde van het boek rechts. De onderrand van het gat links sluit aan op de binnenrand van de opengesneden pagina's rechts. Precies in het midden van het beeld, formaat A4 landscape, worden gat en boek gescheiden door een smalle stenen border. De klaproos en de klimop staan in Times Roman heel klein in de uithoeken van de bladzijde van het boek geprint. Net als kleinzielig en kleinzoon. Maar dan boven elkaar. Het boek dat open ligt, tuiniert. Dat mag duidelijk zijn.
Verhaal geschreven naar aanleiding van een fotowerk van Paul Bogaers