29-02-2016

Schrijfveren Februari 2016

Dagelijkse oefening in het schrijven van Schrijfveren. In maximaal 15 minuten tijd, associatief schrijven zonder correcties, naar aanleiding van een opgegeven titel. Met dank aan Hella Kuipers.
Hoe en wat? Zie: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Oorsprong? Zie: http://judyreeveswriter.com/guidelines-for-writing-practice


Laat jij je verzorgen? (05-02-2016) Zie ook Schrijfveer 04-11-2015 met dezelfde titel

Ja. Door alles en iedereen wat maar mogelijk is. Zorg is aandacht en dat is tevens de motor van ons bestaan. Naast liefde uiteraard. Zorg en liefde makes the world go round. Als dat er niet meer is dan houdt zo'n beetje alles op. Om te beginnen met het leven. Daarna volgt de dood. Zo simpel is het. Voor de gelovigen onder ons. Er zijn ook mensen die geloven in geld. De Dagobert Ducks. Ze eten de god ganse dag eendenpaté. Uit blik desnoods. Een keer per week gaan ze met hun moeder naar het restaurant. Uit goede sier doen ze dat en voor het podium. Omdat het zo hoort. Maar wie zorgt er nu voor mij? Jezelf natuurlijk. Op zijn best. Zijn paasbest, maar ook met kerstmis. En op je verjaardag. Wie zorgt er dan? De gasten. De darm, de lever, het hart, de longen en de skin. Ze hebben alle zorg nodig. Hang de slingers op aan je lijf en wrijf het goed in. Zodat het de zon, de wind en de regen goed verdraagt. Zorg begint bij liefde. Daar heb je geen selfiestick voor nodig. Ook geen sm. Sociale media. Sado masochisme. Het is maar wat je verkiest. Nog drie minuten zorg ik voor mezelf. Ik schreeuw het uit. Zorg komt voor de liefde. Zorgen voor jezelf en zorgen voor de ander. Wie zorgt voor zichzelf en voor de ander heeft veel minder zorgen. Zorgen voor de zorgen. De rest komt morgen. Ik laat me verzorgen in mijn zorgen. Ver en dichtbij. Er is moed voor nodig. Moedig is de zorgvrager. Zo ook de zorgdrager. Het zijn de schouders die het doen. Schudt er maar eens goed mee. Omhoog en omlaag. Trek ze op. Nee niet je neus ...


Een vrij duistere sfeer (18-02-2016) Zie ook Schrijfveer 02-11-2015 met dezelfde titel

De berg lonkt. Groen is zijn voet, grijs zijn rug en wit de nek. Ik rijg mijn veters nog eens stevig aan en gooi een kleine rugzak op de rug. Van Carymore. Of hoe heet dat merk ook alweer? Genoeg bevoorrading voor een zonnige dag. Twee liter water en een hele hoop koeken. Noten en Dextro bij de hand. Eigenlijk nog nergens voor nodig. Maar het hoort bij de spanning. De spanning en de weet van het wordt weer een mooie dag.

Het eerste stuk is een verharde weg met vals plat. Deze berg kent geen binnendoor. Helaas. Vol verwachting speur ik de berm af naar het eerste rood-wit. Een versleten redder in de nood op grote hoogte, in het dal twee gelikte strepen verf op een hardhouten richtingwijzer. De richtingwijzer kent halverwege plots meerdere rood-witten. Zonder kaart weet je bijna nooit waaraan en waaraf. De rugzak klots nu tegen de groene vegetatie van den en spar. Mijn benen worden nat van het struikgewas. Het is nog ochtend. Op en neer en op en neer.

Heel langzaam wordt het zompig pad hard. De eerste kiezels verschijnen. De kiezels worden steeds groter. Het grijs blinkt wit. Tijd voor de zonnebril. Ik klok. Water en tijd. Kleine pauze met banaan en boterham. Ik loop nu van ontspanning naar inspanning. Mijn blik gaat omhoog. Ik vrees heel even voor de uitspanning. Die wordt plots donker. Nee, niet nu. Alsjeblieft. Geen duistere sfeer op deze mooie dag. Niet nu.

Ik doe mijn rugzak af en duik naar de bodem. Een lullig plastic regenjasje, knaloranje, moet de weergoden verzoeken zo snel mogelijk op te zouten. Het helpt. Hup, hup, Holland hup ... staat op mijn rug geschreven. De stortbui geeft een aangename cooling-down. Head up naar de piek. Ik kan hem nu zien. Soms, heel soms. Om de hoek. Hij prikt de zon haast lek. Sounds of music.


Leren handwerken (19-02-2016) Zie ook Schrijfveer 07-11-2015 met dezelfde titel

Sneeuw dwarrelt uit de hemel. Wit op blauw. Ik trek mijn leren handwerken aan. Het is nodig. De rode knokkels kunnen de kou niet langer verdragen. Het kost vandaag moeite om op gang te komen. De straat lijkt niet meer op gisteren. Heel even het paadje kwijt. Mijn schoenen trekken een nieuw vers spoor. Ik kijk achterom of ik niet achtervolgd wordt. En jawel hoor, door mezelf. Ik herken de sporen.

Het half uur lopen duurt en duurt vandaag. De dagdroom lijkt niet op te houden. Ik houd hem vast en neem hem mee. De gordijnen zijn dicht in de straten die ik passeer. Toch gluur ik van afstand door enkele kieren. Is er beweging? Staat de televisie aan? Met lichtjes aan de zijkant? Ik hoor huiskamerdrukte. Tijd om naar school te gaan. Nu al? Ik loop door. Daar is het bos. De weilanden die ervoor liggen zijn bedekt door sneeuw en ijle lucht. Aan de zijkanten rookt de lucht. Stroshaggies langs de beek. Geen koeien in de wei. Dat duurt nog even.

Ik sla twee paden in en stamp mijn voeten in de sneeuw. Krakend en kwakend. Een konijn trekt de oren in en drukt zijn buik in de sneeuw. Daar staat de hut. Mijn schrijfhut. Ik doe mijn jas uit en zet een potje thee. Intussen maak ik de kachel aan. Met hout en met mezelf. Hoe zal het vandaag gaan? Aan de tafel voor de raam trek ik de autobio naar me toe. Hij lacht me grijnzend toe. Toe maar. Ik trek mijn leren handwerken uit. Het is nu aangenaam warm.


Een visuele geschiedenis (23-02-2016)

Het begon allemaal ergens in de oertijd. Er zijn geen mensen getuige geweest van de Big Bang, dus daar ook geen beelden van. Het blijft gissen hoe dat eruit heeft gezien. Waarschijnlijk bijna net zo mooi als de implosie die fragmentarisch getoond wordt in de aftiteling van tv-serie Versailles. Niet met de Franse slag. Maar op zijn Lodewijks. Degelijk en noch kosten en moeite gespaard in uiterlijk vertoon. Zoiets. Glasscherven en bloemen die samensmelten in een prachtige vraag. Om daarna weer te exploderen.

De Big Bang moet ook zo zijn gegaan. Een grote klap met flarden puin, om daarna weer te hechten in dat wat waarde heeft. Het leven. Het ultieme leven. In vol ornaat en in volle schoonheid. Vanaf het moment dat de eerste mens het licht zag begon deze zich vanalles te verbeelden. Zijn eigen werkelijkheid.

Filosofen zouden daar eeuwen later prachtige theorie op loslaten. Verklaren is een mens aangeboren. Eens de controle kwijtgeraakt doet de mens almaar verwoede en bovenal vruchteloze pogingen de controle weer terug te krijgen. Met als resultaat oorlog en waanzin. En om die te verzachten wendt diezelfde mens de liefde aan, het voertuig van geluk. You get the picture?

Met taal werd getracht alles te bevatten. Eerst met gelukzalige oerkreten. De oehs, de aahs en de ohs. Daarna met wat meer oorlogszuchtig geluid. De hoos, de huus en de hees. Pas veel, veel later zag men de humor er van in. Het vertaalde zich in haas. De visuele geschiedenis werd uiteindelijk pas veel, veel later in taal en beeld vereeuwigd. In beeldtaal. Hertjes op een muur. Dino's op de rotsen. Vurig werd alles vanaf toen voor de eeuwigheid vereeuwigd. Soms mooi, soms lelijk, in kunst en kitsch.


Frambozen (28-02-2016)

Zal ik ze dit jaar weer houden in mijn tuin, frambozen? Heerlijk. Maar dan mag ik niet de vakantie verkeerd inplannen. Wie zaait wil oogsten, nietwaar? En ook op tijd zorgen voor de juiste netspanning. Je wil niet dat die gevleugelde dieven de struiken leegeten. Nog voordat je er goed naar gekeken hebt. Al die moeite voor niets. Je zou er bijkans zelf frambozig van worden. En wat gaan we er dan mee doen. Met de oogst? Vijftien frambozen in een potje? dat is nauwelijks de moeite. Frambozenjam gaat het dus niet worden. Op een beschuit is ook niet echt lekker. Ik wil het gevecht met mijn aardbeien niet aangaan. In de yoghurt dan maar? Zonde. Zeker in de magere. Aaien en ruiken. Daar blijft het dan maar bij. Zodra je het huidje goed betast dan doet het met de ogen dicht ergens aan denken. Toe, neem de proef eens op de som. Of som de beproeving. En? Voelt lekker toch? Een beetje fruitig, het rolt makkelijk in de hand, een beetje donzig, een beetje roze. Heerlijk zo'n framboos. Daar wordt je toch helemaal blij van? Het gaat niet lang meer duren. Dan gaat de framboos de grond in. Een vruchtbare nieuwe poging tot oogst. Dat de zon en regen maar snel zijn ding gaat doen. Als een gladiator met net zal ik mijn oogst bewaken. Voor het betere hand- en mondgevoel. Wat in het vat zit zal niet verzuren. Wat zeg ik. Het krijgt niet eens de tijd om vat te vatten. Zoet zal het smaken. Als honing. Na al het zuur.


Het afwezige land (29-02-2016)

Het afwezige land

Krambolo werd heel langzaam wakker. Onder een prachtige zon die langzaam, heel langzaam oppopte uit de blauwe horizon. Als een gele dolfijn. In een prachtige parabool zou hij pakweg 12 uur in de hemel hangen. Maar ... geen tijd voor verdere mijmeringen. En wie neemt nu 12 uur lang de zon waar? Dat is wel heel erg zen. En toch. Krambolo kon het niet laten. Het vluchtte in gedachten richting bergen.

Geklemd tussen twee megacontinenten Azië en Noord-Amerika had het na jaren knokken om bestaansrecht eindelijk toegang gekregen tot de elite der moeder aarde. Snakkend naar erkenning had het zich weten te voegen naar megalomane normen. Moeizaam hadden de belangrijkste landen Krambolo omarmd en erkend. Ze konden ook niet anders. Krambolo bevatte de grondstof waar moeder aarde mee gered kon worden. Zeldzame aardstenen die voor wie het wilde zien voorzagen in eeuwige energie en voedingstof. Milieuvriendelijk.

Veroveren hadden enkele landen al geprobeerd. Maar helaas. De aardstenen voorzagen ook in onoverwinnelijkheid. Mits goed ingezet. Geslepen. Krambolo kende zijn macht en nam zijn macht.

Apathisch zag de rest van de wereld toe hoe de zetel aan tafel van de belangrijkste wereldriddertafelconferentie leeg bleef. Ontredderd vroeg de voorzitter zich af waarom Krambolo afwezig was. Dat was niet conform de afspraak. Krambolo kon het niet echt bommen. Twaalf uur lang spotte het de teloorgang van weer een zonnedag in een heldere parabool. Niets was meer belangrijk. Zen zien en verder niet mauwen.