20-07-2016

Onwelwordingen in wording

In Venlo kennen ze een heel simpel liedje met een veelbetekenend en filosofisch refrein. Vrij vertaald gaat het alsvolgt: ‘Mijn linkerbeen en mijn rechterbeen, die lopen nu al jaren naast een (elkaar). De een gaat op en de ander neer. En als ze daarmee klaar zijn dan beginnen ze alweer (opnieuw). De een gaat hier en de ander daar. En ze lopen elkaar al jaren achterna.’

Uiteraard is het timbre en ritme van de muziek navenant en repetitief. Ik heb het lied ooit gezongen, of beter gezegd geneuried tijdens een lange bergwandeling, waar geen einde aan leek te komen, tijdens een bergkamp. Toen viel de filosofische betekenis me al op. Filosofisch in de zin van ‘zijn’. Letterlijk en figuurlijk werd ik even been. Zowel links als rechts. De Venlose mantra hielp me door het berg- en beenleed heen. Had ik aan het begin nog oog voor de schoonheid van de bergen, de overweldigende natuur; in het spoor van fysieke vernieling later op de dag, redde het lied mijn stemming en leven. Kortom, ik werd niet onwel. Mijn mede groepsgenoten wel. Zij werden wel onwel. En snel, al heel snel. Het aantal onwelwordingen waren niet te tellen.

Beter hadden ze hun voetstappen geteld, neuriënd op dit toepasselijk lied. Enerzijds had het troost geboden, kameraadschap en steun, en anderzijds ook tijdverdrijf. Want geloof me lezer. Bergtochten kunnen erg, erg lang zijn. Dan kan het wel eens in de benen, in de voeten en tussen de oren vastlopen. En dan heb ik het nog geeneens gehad over onwelwordingen in wording. Men steekt elkaar namelijk altijd aan in groepsverband. Uiteindelijk loopt iedereen aan het eind met de tong op de schoenen. Stelt u zich het eens voor? Beeldend ja. Gebukt gaan onder de bergen, met de tong op de schoenen. Geen gezicht. En ook nog eens met dorst, met heel veel dorst.

Ik zeg altijd. Voorkomen is beter dan genezen. Aldus neurie of zing ik meestal vrolijk. ‘Mijn linkerbeen en mijn rechterbeen die lopen nu al jaren naast een. De een gaat op en de ander neer. En als ze daar mee klaar zijn beginnen ze alweer. De een gaat hier en de ander daar. En ze lopen elkaar al jaren achterna.’ Niets mis mee toch? Gewoon hardop dreunen en het liefst lopend met en achter elkaar. Naast elkaar is af te raden. Bergpaadjes en naast elkaar lopen, gaan niet goed samen. Bij lange na niet.

Of het bij een Nijmeegse Vierdaagse mogelijk ook werkt laat ik even in het midden. Ik ben geen expert in platlopen. Honderd jaar wordt deze vierdaagse stoet der stoeten alweer gelopen. Gelopen en gekropen. Maar een ding is zeker. Ook in deze tocht heeft de fameuze Venlose mantra een hoop mensen op de been gehouden. Zeker weten. Ongetwijfeld. Links en rechts. Soms links, links, rechts. Maar dat zien we gewoon door de vingers. Toch?

Mien Bein

Inzending schrijfwedstrijd juli 2016 op ColumnX. Op basis van priming een verhaal schrijven. Oftewel associatief schrijven met de actuele 'primer': Onwelwordingen

Toelichting bij het lied 'Twië bein':
Oorspronkelijk heette het lied waarvan het refrein hierboven in de tekst vertaald beschreven: 'De veuroétgaank ofwaal Twië bein'. Op de dag van de inzendtermijn voor de Leedjesaovend 1960 in Venlo hebben Thuur Luxembourg en Frans Boermans dit lied gecomponeerd en geschreven. Ze hadden al twee liedjes ingezonden maar wilden graag nog een derde liedje inzenden. Uiteindelijk werd dit nummer tot nummer een verkozen tijdens het liedjesfestival. Het werd gezongen door de veel te jong overleden (auto-ongeluk) Venlose zanger, Felix Peters.
Het lied werd om circa 23:00 geschreven, een uur voor de inzendtermijn verstreek. De twee zwagers zaten achter de piano, het wilde niet lukken. Van arren moede gingen ze op de bank zitten. Boermans liet zijn hoofd tussen zijn benen zakken en zei tegen Thuur: 'Mien linkerbein en mien rechterbein, die laupe noow al jaore naevenein'. De rest is geschiedenis, getuige de eerste plaats!
Bron: Det is Venloos roem! - Finbar van der Veen - 2008 - ISBN 978-90-489-0010-7