30-09-2016

Columns van Harrie (September 2016)

Rouw / Gein & Ongein / 13-09-2016

Van de dingen die voorbij gaan. Een zin en een deuntje tegelijk. Ze vergezellen me al dagen. Ik snap er helemaal niets van. Waar komt het vandaan? Raakhout kan me ook niet volgen, ik merk het aan zijn loopje. Hij slentert net als ik. Zijn rechterpoot blijft zo nu en dan hangen en sleept zelfs over de grond. Dat is toch wel merkwaardig imitatiegedrag en ik roep Raakhout dan ook tot de orde. Is ie helemaal gek geworden? Hij heeft al zulke kwetsbare pootjes. Hij kijkt me nu meewarig aan met zijn logge paddenogen. Niet doen. Dat werkt op mijn gemoed. En plots weet ik wat mijn gemoed triggert.

Ik laat een traan. Eentje die onzichtbaar moet blijven. Kan ik hem nog inslikken? Te laat. Samen lopen Raakhout en ik verder. Ik begin steeds harder te snikken en weet dat ik het bankje midden in het bos niet ga halen. Ik plof neer in kleermakerszit onder een eik en Raakhout springt op mijn linker dijbeen. Hij laat een diepe zucht en ik zucht mee. Het is alweer elf jaar geleden, nietwaar? Dat onze dierbare overleed. Raakhout knikt. Beiden weten we niet goed wat we er mee moeten. Zoals het toentertijd overviel, overvalt het ons opnieuw. En even dierbaar. Wat een rot woord dierbaar. Het klinkt naar gestorven dier. En dat is het laatste waar ik nu aan wil denken.

We blijven bijna een uur onder de eik in stilte zitten. Het graf is te ver weg om te bezoeken. Dus doen we het hier. In gedachten. Gedeelde gedachten. Griss mich nich. Dat het toch zo ineens weer pakt. Ik besluit er nog langer bij stil te staan. We kunnen natuurlijk ook hier een bloempje neerleggen. Symbolisch in mijn bos. Om te gedenken. Maar het moet dan wel een gekke bloem zijn. Dat past het beste bij de lengte van de datum en gedachte. Raakhout stemt met me in. We gaan op zoek naar de gekste bloem.

Zoveel bloeit er niet meer. Ondanks de hete nazomer lijkt de herfst toch al zijn werk te doen. Of zijn de bloemen en blaadjes reeds bezweken onder de grote hitte. Bij gebrek aan water. Gestorven uit dorst. Dat kan niet en dat mag niet. We komen wat verwelkte narcissen tegen, totdat ons oog valt op wat kleine boshyacinten. Dat kan en past wel. We plukken er wat van de grond en schikken ze onder een mooie treurwilg in een klein hart. Ter na-, tussen- en voorgedachtenis. We willen ons immers niet begrenzen, beperken in onze gedachtenissen. Iedere gedachte is welkom. Van harte dan maar weer.


Botsauto (1) / Verkeer / 19-09-2016

Je kunt maar op twee manieren botsen in verkeer. Frontaal of zijdelings. Het is en blijft een rare bezigheid. Autorijden. Maar de chef van de Andere Kant heeft het me opgedragen. Ik heb dus geen keus. Ik breek mijn hoofd over al de theorie-examens die ik van mijn chef gekregen heb. De praktijk volgt de theorie. Maar als ik rij zoals me wordt opgedragen op pagina vijftien en zestien, nou dan kan heel Nederland en daarmee ook de rest van de wereld opnieuw op rijexamen. Wat een bagger en incongruentie. Iedereen lapt de regels aan zijn laars live. Want er is a) geen touw aan vast te knopen en b) de hoeveelheid regels is zo enorm dat ze onmogelijk te vatten zijn in een brein. Laat staan in meerdere breinen. Niemand zou meer durven rijden op moeder Aarde, en ik kan het weten. Ik heb het al meegemaakt. Maar hoe krijg ik het de aardlingen aan hun hoofd gepraat. Of beter gezegd uit hun hoofd gepraat.

En toch laat ik je los, roept de chef naar mij. Ga maar eerst eens deelnemen buiten de spits in een rustige provincie. Ik kies voor Drente. De naam alleen al spreekt me aan. Het klinkt als drentelen. Mijn TARDIS heb ik wielen aangebonden. Het vereist wel wat stuurmanskunst. Horizontaal je verplaatsen op pakweg een vierkante meter op kleine zwenkwieltjes, dat vraagt veel moed en evenwichtskunst. Maar het moet gezegd ik rijd wel zonder zijwieltjes door straten en bospaden van een prachtig Drents landschap. De paarden die ik passeer schrikken er van. Ze zijn niet ingesteld op rijdende telefooncellen.

De vraag bij omstanders die ik onderweg ontmoet rijst meteen. Van welke gevaarlijke cel komt dat maffe voertuig. Het hele land en volk staat op scherp en reageert zeer argwanend op vreemde situaties. Iets wat ik amper herken van de vorige keren dat ik planeet Aarde bezocht. Een en al chaos en paniek lijkt er te heersen. En dat ook nog eens op mijn meest vertrouwde stekkies. Het schijnt te maken te hebben met een staat van zijn. Of moet ik zeggen, zijn van staat? Terreurdreigingen en alarmfases, code geel, oranje, rood. Zijn ze gek geworden op de Aarde? Herkent niemand meer zijn vriend en vijand? Niet meer in staat onderscheid te maken? Wat eens je vriend is wordt plots je vijand? Kan dat? In een democratie kan alles. De grootste schurken meten zich met de op een na grootste schurken. Drie maal raden wie zal winnen? Welke opperschurk? De moedigste, de slimste, de gemeenste, degene die over lijken gaat? Of degene die verbindt, liefde en warmte brengt, die instaat voor basisbehoeften en die ondersteuning biedt bij al hetgeen dat daar verder uit voort kan bloeien? Liefde overwint altijd.

Genoeg tijd al verloren. Ik sluit me aan bij team love not war. Haal snel mijn rijbewijs en rapporteer aan de chef van de Andere Kant. Missie geslaagd. Aarde overleeft met dank aan positieve invloeden van buitenaf. Intern globaal liggen alle oplossingen al voorhanden, alleen moeten ze nog gezien en aangeboord worden. Ik stel voor om nog drie weken op lokatie te blijven voor nader onderzoek. Er liggen nog voldoende kansen voor verbetering. De chef vindt het oké en ik check in bij het Hilton van Arnemuiden, een prima plek om mijn onderzoek voort te zetten. Wordt vervolgd.


Botsauto (2) / Verkeer / 19-09-2016

Het is zover. In korte tijd heb ik het Aardse rijbewijs gehaald. Voor mij natuurlijk a piece of cake. Ik heb al zoveel vlieguren in de ruimte en heb daar reeds de meest bizarre tegenliggers en medechauffeurs ontmoet. Is de ruimt verkeerstechnisch nog niet zo helder ingericht, het vreemde is wel, dat iedereen zich er aan de geldende regels houdt. Zelfs de vreemdelingen en de debutanten van out of space. Bij het zweven, rijden, varen, zwemmen, drijven, of noem maar eender welke voortbewegingsvorm, het geldt voor allemaal, rechts heeft, krijgt en neemt voorrang. Desnoods met geweld, maar liever niet. Ergens moet een grens getrokken zijn.

Voor het eerst rijd ik zonder begeleiding en boardcontrol op afstand een aardse autorit. Mijn TARDIS heb ik tijdelijk ingeruild voor een Opel Astra. Die naam vond ik wel lekker klinken. Een Ford Orion of Mitsubishi Space Star hadden ook nog gekund, maar mijn chef zweerde bij Opel. Vanwege Duitse grondigheid. Ik nam het onmiddellijk aan. De Opel bracht me aanvankelijk veel plezier, maar niet lang. De zwarte drank die ik hem voerde kotste hij na verloop van tijd in horten en stoten uit. Er was ineens geen land meer met hem te bezeilen. Overstag gaan had ook geen enkele zin. Oploeven ook niet. Het waaide veel te hard. Windkracht 5 minimaal. En dat bij land. Er was geen houden meer aan.

De Opel Astra dreef haast onbestuurbaar over de natte snelweg. Ik had ooit oude filmpjes gezien van mijn chef, waarbij snelwegen in Europa en Amerika leken op kleine rivieren en waarbij auto's transformeerden in zwarte Bat-mobiles met sirene en opstaande vleugels op de achterkant. De snelheid waarmee deze mobiles door, water, lucht, en aarde kliefden was geniaal. Had ik maar zo'n auto, maar mooi niet. Ik moest het doen met Astra. Hopelijk waren de sterren me gunstig gezind. Zou een schietgebedje helpen de vijand te verslaan? En jawel hoor, mijn gebed leek gehoord. De hemel opende zich aan mij en een prachtige Bat-mobile anno 2016 daalde neer.

Een instructie hoefde ik niet te volgen, immers de auto dacht voor mij en voor zichzelf. Zolang het andere verkeer dat ook deed was er niets aan de hand. Maar helaas, de autoverkoop bevond zich al jaren in een impasse, de economie wilde maar niet aantrekken. Aldus was de zelfdenkende auto vooralsnog op de weg en in het verkeer in de minderheid. Nou dat heb ik helaas geweten. De zelfhandelende auto's namen telkens het voortouw, aangedreven en opgejut door hun al even fanatieke baasjes die hijgend op het stuur lagen met hun hoofd bijna tegen de voorruit aangedrukt. 'Aan de kant, aan de kant', riepen ze voortdurend met hun nek en wapperende arm door het raam van hun botsautootjes gestoken. Ik liet het maar begaan. Ik had immers voldoende tijd gekregen van mijn chef om alles grondig uit te zoeken. Maar dat elektronisch verkeer nog niet zo goed werkte, daar was ik inmiddels snel achter. Aldus rapporteerde ik naar mijn chef aan de Andere Kant. Ik mocht ook terugkeren naar de basis. Gelukkig maar. Ik was het goed beu op moeder Aarde. Wat een vervelend, ongeduldig en snel opgefokt volk woonde daar. Met name verkopers, weggebruikers en winkeliers hadden daar een handje van. Iets om snel af te leren.


Opkikkeren / Verkeer / 24-09-2016

Een noodsignaal ontvangen van moeder Aarde. Meer specifiek van kikkerland Nederland. De kikkerstand schijnt daar behoorlijk uit de hand te lopen. Ze worden er helemaal gek van, zoveel springen er momenteel in het rond. Opgeblazen kikkers en platte kikkers. Die laatsten worden platgereden door druk verkeer. Best wel sneu. Het stikt van de kikkerpoelen en weilanden in Nederland. Dat is vragen om problemen.

Het noodsignaal is, raar maar waar, afkomstig van de buren, de Belgen, ook wel reserve Limburgers genoemd. Kikkers zijn niet bepaald grensgebonden, echte spring in de velden zijn het. Maar de Belgen zitten niet op hen te wachten. Ze hebben hun handen en buik al vol van die ADHD-Ollanders, zo is mij gemeld. Ik spring dan ook snel in mijn TARDIS en ga op pad ... eh ... op kikker eigenlijk. De kikkers moeten opkikken, opkikkeren, opzouten, oprotten. Enfin weg. Want woeste Walen en Vlamingen die moeten ze niet hebben op moeder Aarde en zeker niet aan een Nederlandse grens.

Als ik arriveer liggen de kikkers vlak bij de grens in het groene gras lekker te zonnen. Van onrust of paniek is nergens sprake. Ik vraag aan de grootste kikker die ik zie, wie hier de leiding heeft. Mieke en Maja, die een stukje verder staan, schieten in de lach, twee stoere chicks, met dunne lange benen, de ene met stroblond haar en de andere rossig met twee vlechten, weten allang wat er nu gaat gebeuren. Loodjes worden er gelegd, zeker weten. Maar hoeveel? Dat is nog de vraag. De grote dikke kikker, met tevens de dikste muil wijst nu naar Kick. Nee, geen familie van Stokhuizen.

Kick dwingt respect af bij iedereen. Zo ook bij mij. Hij is stevig van postuur, maar niet overdreven. Mocht je hem in een donker steegje tegenkomen, dan hoef je er niet voor om te lopen. Integendeel. Hij beschikt over een hoge aaibaarheidsfactor en is behoorlijk kusbaar, zeker in het donker. Er zou best wel eens een prins in Kick kunnrn huizen. Mieke en Maja weten echter beter. Uit ervaring. Niks geen prins, maar kouwe kermis. In heldere bewoording legt Kick de situatie aan mij uit.

'Kijk, je hebt, mensen, kikkers, potloden, Belgen, Duitsers en Nederlanders. Die grenzen aan elkaar. Het is nu eenmaal niet anders. In omgekeerde volgorde. Ook dat is niet anders. Dat geeft dan Nederlandse mensen, Duitse kikkers en Belgische potloden. U begrijpt vast waar ik heen wil?'

Ik heb geen idee, maar luister naar Kick's vervolg.

'Mensen, potloden en kikkers, dat gaat niet goed samen. Zeker als het evenwicht verstoord raakt. Zo zijn de afgelopen weken grensoverschrijdende kikkers in Nederland terecht gekomen. Kijk daar zitten ze. U zult het niet geloven, maar ze hebben daar gerotzooid, ja u raadt het al, met de Ollanders. En zie hier het resultaat? Vermenigvuldiging. En nu willen ze met z'n allen weer terug het beloofde land in. Mijn land. Mijn Vlaanderen land. En dat kan ik niet toestaan.'

Ik begrijp het dilemma waar Kick voor staat. Maar Kick moet niet zo mouwen. Hij krijgt er prachtig mooie prinsen in wording bij. Oranjegezind. Topprinsen. Mits ze gekust worden uiteraard. Op de kikkermuil, op het hoofd mag ook. Maar dat laatste werkt lang niet zo goed. Ik breng de boodschap over. Voorzichtig en met tact. Ik weet dat Kick zo nu en dan explosief kan reageren. Waarom ik dat weet? Ach, kikkerkennis.

'Ik hoef die gereïncarneerde rotprinsen niet. Verwaande kwasten zijn en worden het. Ik heb hier in mijn eigen land al een paar van die charlatans zitten. Nee, ze komen er niet in. In mijn land. Mijn Vlaanderen land.'

'Ja, maar Kick, sluis ze dan even door naar Wallonië, probleem opgelost. Of naar Limburg, die wissen ja nichts. Ganz einfach.'

'Klaar!'

'Klaar!'

Aldus geschiede. Een herhalende geschiedenis, voor de zoveelste keer. Problemen op- en doorgeschoven. Ik stap weer in mijn TARDIS en reis terug naar de Andere Kant. Om te rapporteren aan mijn chef. 'Kikkers opgekikkerd, coast clear.'
Fel oranje gekleurde prinsen, Duits- en Limburgstalig, zullen in de late winter opstaan, voor en op de kar gespannen worden, opgaan in vroege lente feestgedruis. Grensoverschrijnend. Het zij zo.


Conventies / Verkeer / 27-09-2016

Vandaag een snoepreisje ontvangen van mij chef aan de Andere Kant. Ik mag het Galacticum heel even verlaten voor een ontspannen weekje vrij. En het leukst van al, ik mag mijn TARDIS meenemen. Gratis. Wat een goede baas heb ik toch. Omdat ik optimaal rendement wil halen uit mijn vakantie heb ik mijn zinnen gezet op Moeder Aarde. Mijn favoriete planeet in een immens zonnestelsel. Er wonen ook veel immensen op de Aarde zo heb ik me laten vertellen. Heb ze alleen nog niet ontmoet. Ze schijnen op dit moment vooral te wonen op het westelijk halfrond. Alsof er vierkante planeten bestaan. Maar dat laat im even in het midden voor de techneuten onder ons. Ook wel wetenschappers genoemd. Ja, ja, alfa en beta hoor. Voel u vooral niet te kort gedaan. Technisch alfa zijn de leukste. Zeker de mannetjes.

Eentje is er op dit moment zeer populair en in de actualiteit op het westelijk halfrond. In het noorden om precies te zijn. Het noorden kwijt, zoals altijd. Hij heet Donald Trump. Zo heb ik me laten vertellen. Schijnt zowel aan de voor- als onderkant een enorme trump te hebben. En eentje die het doet. Supergroot. Geen supertrooper maar een supertrumper. Daar scoort ie hoge ogen, neuzen en oren mee. Hij slaat ermee namelijk met dat ding. Het ding aan de voorkant (gezichthoogte, ook wel poolshoogte genoemd) en aan de onderkant (lieshoogte, in het midden). Het wordt hem niet in dank afgenomen. Uitgezonderd zijn volgers. Maar dat zijn alleen maar slappe lullen, met gouden ballen.

De beta vrouwtjes daarentegen kunnen er ook wat van. Zo hupt er op dit moment eentje rond met een glad getrokken kalkoennek. Hillary Clinton heet ze. Ze kakelt naar hartelust, ook als ze verkouden is of grieperig. Ze hoest als een oude vent, maar geen probleem. Ze staat haar mannetje. Moet ook wel als je het moet opnemen tegen een mastodont met hersenleak. En ja, ook zij huppelt rond op het westelijk halfrond ergens in het noorden. Sterker nog. Ze komen elkaar regelmatig tegen. Tijdens debatten die overal en nergens over gaan. Ze krijgen dan allebei dezelfde spreektijd om overal en nergens over te praten. Ze larderen hun teksten met cijfers en getallen. En ik zeg. Niet doen. Ze staan al genoeg voor paal. Eentje is dan ook nog eens onfatsoenlijk. Het is de hard sprekende en slecht horende net niet look-a-like president. Een belastingneuker en vrouwenhater. Hoewel hij diezelfde vrouwen wel in familiare feminiene vorm nodig heeft op het podium om zijn gigantische trump van boven en beneden koest en verborgen te houden. Die mogen niet groot in beeld en luidspreker komen. Liever niet.

Het vuurrode vrouwtje weet wel raad met dit soort potloodventers die de American Dream over de rug van papa's en mama's hebben veilig gesteld. Samen met haar grijze mannetje neemt ze applausjes, zegeningen, kushandjes en lofuitingen gelijk een vrouwelijke paus in ontvangst. Ze kussen nog net niet haar voeten. Alle lofuitingen, applausjes, zegeningen en kushandjes zijn uiteraard wederzijds. Ze is niet zuinig met dit gemeengoed. En sterker nog, het is gratis. Kost niets. Valt dat effe mee gezien de hoge kosten die het reclamecircus met zich meebrengt. Toveren uit de hoed. Dat doet ze veel beter dan de sigaren uit de doos van Donald. Ze zal toch niet ... Nee ... Nee!

Terug naar mijn vakantie. U ziet ik laat me graag rondleiden in het westelijk halfrond. Ik val met de neus in de boter. Hopelijk mag ik in november ook nog een weekje weg van de baas. Grote kans dat dan een van de twee aan tafel zit bij mijn chef aan de Andere Kant. Met Hillary of Donald. Gewoon om even serieus te babbelen over hoe nu verder met Moeder Aarde. Het is en blijft mijn stokpaardje. Eender wie erop rijdt. Een ezel of een olifant. Ze zijn sowieso inwisselbaar. En dat geldt ook voor de achterban. Ze maken het zichzelf wel erg makkelijk daar in het noorden van het westelijk halfrond. Een immer terugkerend referendum. Olifant of ezel? Ga er maar aan staan. Jippie Ja Jee.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.