13-07-2017

Vloggie

Frits zoekt een nieuwe uitdaging. Lang. Al heel lang. En nu denkt hij het gevonden te hebben. Zijn innerlijk verzet tegen debiele telefonie externaliseren. Frits studeert. Althans dat denkt hij. De praktijk wijst veel vaker uit dat Frits uit zijn neus eet. Met zijn pinken. Want de andere vingers mogen niet vuil worden. Bij de pinken is Frits.

Enfin, het onderwerp van zijn nieuwe uitdaging is nu bekend. Het kaderen en in beeld brengen van onderzoeksvoorwaarden vindt Frits niet nodig. Overbodig. Zijn onderzoek gaat het toch nooit halen. Met achterhalen is Frits veel meer vertrouwd. Dat komt ook omdat hij nooit geleerd heeft om door te halen. Gebreide onzin in zijn ogen. Gewoon beginnen dus. Met innerlijk verzet tegen debiele telefonie te externaliseren.

Wat heeft Frits nodig en wat niet? Pottekijkers. In beide gevallen. Bezitters van telefonie kijken namelijk pot. Die zijn dus nodig. Maar als ze voortdurend potkijken staan ze ook in de weg. Van neutraal terrein kan dan nooit sprake zijn. Een mobiele contradictie in terminus, terminaal.

Eerst maar eens een lakproef. Respondenten zoekt Frits dicht bij huis. Broer, zus, pa en ma en buurman. Frits houdt van oneven aantallen. Broer en zus beschikken over een iPhone, pa en ma over een Samsung en buurman heeft een Huawei. Als monitor gebruikt Frits zijn ogen. Wel zo makkelijk. De respondenten verblijven intern, twee weken lang in de kelder van huize Vloggie.

Huize Vloggie? Ja, zo heeft Frits zijn onderzoekscentrum genoemd. Normaal heet zijn thuishave huize Jansen. Maar Vloggie klinkt veel beter. Wie geloof je eerder? Frits Jansen of Frits Vloggie? Niet zo moeilijk toch? Heel even dacht Frits nog aan Vloggie Mollie. Maar dat zou te kwetsend zijn voor de familie. Die is nogal corpulent.

Twee weken lang worden de familie en buurman gevolgd. Ze bellen wat af. Jemig de pemig, het overtreft Frits Vloggie’s stoutste dromen. Vijf keer vierentwintig uur, keer veertien. Reken dat maar eens even uit. Ja, Frits is lui in rekenen. Hij heeft ook niet veel met getallen. Maar voor het onderzoek is het wel noodzakelijk. ‘1680’ Fluistert buurman Frits in het oor. Slapen doet het gezelschap niet. Ze zijn vierentwintig zeven twee keer online. Met zijn vijven. Echt waar.

Er staat Frits maar een ding te doen nu. Internaliseren. Dit onderzoek mag never nooit naar buiten komen. De cijfers zijn too shocking blue. Debiele telefonie zum kotzen. De nabespreking met de respondenten verloopt chaotisch. Allen willen hun beelden laten zien. Maar dat is onhaalbaar. Kort bespreken dat mag. Maar de beelden tonen? Dat gaat niet lukken. Of ze er een powerpointpresentatie van mogen maken? Nee, nee, nee, Frits heeft nog zo gezegd. GEEN BOMMETJE.

KNAL, KEDENG, BOEM … De kelder is zwart geblakerd. De accu’s van alle telefoons zijn in overspannen toestand geraakt en ontploft. Too hot to handle de beelden. Op het netvlies van Frits staan twee woorden gebrand. In Arial kapitalen. WAKKER WORDEN.