31-08-2015
Columns van Harrie (Augustus 2015)
Metamorfose / Uitdaging van de Maand / 03-08-2015
In mijn bos is sprake van een vreemde metamorfose. Ik word het vooral gewaar bij de bomen. Het lijkt wel of de bomen zich ergens voor opmaken. Eenzelfde soort metamorfose lijkt ook bij mij gestalte aan te nemen. Ter hoogte van mijn borst (bij de bomen op de stam) groeit iets. Zowel links als rechts. Ik zie het bij berkenbomen, bij abelen, eiken en dennen. Bij de beukenbomen zie je het nog het beste. Tieten. Mijn bomen in het bos ontwikkelen tieten op hun bast. En alsof de duvel ermee speelt. Ik voel ze bij mij ook. Ik begrijp er niets van. Hoe snel het ook gaat. Ik zie nu werkelijk waar overal borsten. De enige zorg die het me baart, zien anderen dit ook?
Bomen blozen niet. Zij laten het gewoon gebeuren. Ik zie het gebeuren bij de mannen- en de vrouwenbomen. Nog nooit is het mij zo duidelijk geworden. We zijn allemaal hetzelfde. De mannen en de vrouwen. Met als enige verschil dat de ene wat meer borstbobbelig is als de ander. Schappelijk noem ik het kleine beetje verschil. Ontevreden met het maatwerk? Het is de natuur die discrimineert.
De plotse borstkweek doet me denken aan mijn schooljeugd. Ja, ja, griss mich nich, ook ik heb die gehad. Preuts hield ik met mijn handen stevig het T-shirt strak ter hoogte van mijn borst. Want daar groeiden tietjes. Hele kleine, maar toch. Niemand mocht het zien. Een jongetje met ontluikende tietjes. De meisjes deden hetzelfde. Ook zij bedekten en verstopten hun miniborstjes met hemd en handen.
Het is toen dat ik mij verzekerde van borst- en bondgenootschap. We deelden samen een groot geheim, de meisjes en ik. Twee handen op buik en borst. Ik zal het nooit meer vergeten. Alle meisjes om mij heen en ik bloosden. Van onze metamorfose borstanique. En toch … het voelde ook zacht en goed.
Toelichting:
Geschreven n.a.v. 12e schrijfopdracht op ColumnX (augustus 2015), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
- Schrijf een zo waarheidsgetrouw mogelijk stuk, vanuit de andere sekse
- Humor mag natuurlijk, maar probeer uit het lachen-gieren-brullen-genre te blijven
- Maak er een geloofwaardig geheel van in plusminus 300 woorden (275-325)
Op zoek naar … / Uitdaging van de Maand / 03-08-2015
Vanavond maak ik mij extra mooi. Brizl djeu. Het is een zware dag geweest. Ziekenhuisbezoek met kleine Joey. De resultaten waren slecht. Veel te hoge waarden, medicatie die niet aanslaat en geen uitzicht op vooruitgang. Ik heb behoefte aan iets positiefs. Vanavond maak ik mij extra mooi. Ik neem een lang bad en geef mijn lijf een grote beurt. De huid krijgt olie. Mijn haren krijgen shampoo en conditioner. Ik spuit ook wat parfum achter mijn oren. Baat het niet, schaadt het niet. Ik besef terdege dat Patrick het niet ruikt, maar what the fuck. Het gaat om het idee, mijn idee. Ik trek een kort jurkje aan en bereid me goed voor. Zal ik vanavond live gaan of blijf ik nog even teasen? Het is zo’n lieverd, mijn Patrick.
Ik ben veel te bang dat de ban breekt. Nee, voor live gaan is het nog veel te vroeg. Het contact bevalt me prima zo. Ik houd mezelf en Patrick nog even in de waan. Ik kies voor het oranje jurkje. Dat past het beste bij mijn stemming. Droevig en uitgelaten tegelijk. Hopend op een positief gevoel. Joey raast door de kamer. Hij slaat voortdurend met zijn hoofd op de versleten bank. Hij weet wat er komen gaat. Hij vreet zich nu al op bij het tekort aan aandacht.
Welke lieve woorden zal Patrick mij vanavond toedichten? Als ik hem vertel wat ik aan heb. Als ik hem vertel dat ik dol op hem ben. Op afstand. Dat laatste hoeft ie niet te weten. Dat houd ik maar beter voor mezelf. Hoewel hij zeker gevoelig zal zijn voor dit soort ontwapening. Maar het risico voor ontmaskering is mij te groot. Hij zal het zeker weer vragen. Wanneer gaan we elkaar nu eindelijk eens zien? Mijn hart klopt door mijn hele lijf. Hete wangen heb ik. Ik log in op mijn laptop en ga naar mijn Facebook-account. PrettyWoman1979 op zoek naar Patrick78.
Toelichting:
Geschreven n.a.v. 12e schrijfopdracht op ColumnX (augustus 2015), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
- Schrijf een zo waarheidsgetrouw mogelijk stuk, vanuit de andere sekse
- Humor mag natuurlijk, maar probeer uit het lachen-gieren-brullen-genre te blijven
- Maak er een geloofwaardig geheel van in plusminus 300 woorden (275-325)
Kontfobie / Uitdaging van de Maand / 05-08-2015
Brizl djeu, ik heb een groot probleem. Ik word achtervolgd. Al dagen, weken, maanden, jaren. Door mijn kont. Serieus. Hij wil van geen wijken weten. Hoelang ik al probeer hem van mij af te schudden? U wil het niet weten. Jaren geleden had ik er niet zoveel last van. Maar toen was ie niet zo nadrukkelijk aanwezig. Iedere ochtend word ik er weer mee wakker. De kont beangstigt mij enorm. De angst neemt bijna fobische vormen aan. Claustrofobisch. Hij zit me veel te dicht op de huid en ik kom er niet vanaf. Verstikkend haast.
Alles heb ik in de strijd gegooid om er vanaf te raken. Fitness, yoga, zwemmen. Niets helpt. En ik wil er zo graag vanaf. Van de kont en van de achtervolgingsangst. Het wil maar niet lukken. Ook diëten heb ik al geprobeerd. Zinloos. Mijn kont vind alles lekker. Ook geheelonthouding heb ik even geprobeerd. Maar daarvan ging mijn kont alleen maar scheten laten. Niet bepaald vrouwvriendelijk. Daar kon ik echt niet mee de tram in. Ten einde raad heb ik nog even psychische hulp gezocht. Met lotgenoten vormde ik een praatgroep. We noemden ons praatgroep de Dwarskont. Eerst hebben we nog de naam Warskont overwogen. Maar dat klonk te veel naar Waar is kont? En dat was nu juist niet het probleem. Die wisten we wel te zitten.
Nee, niets hielp en nu zit ik er nog steeds mee. Met die gigantische kont. Ik eet, slaap, droom en denk kont. Iedere dag opnieuw en ik kan er niet langer tegen. Wie o wie neemt mij mijn kont af? Soms denk ik als troost en enigszins hoopvol terug aan de tijd dat mijn kont mijn grootste vriendin was. Maar toen werd er heel anders over gesproken als nu. Toen wilde ik het wel horen, nu niet meer. Lekker. Dik. Lekker dik. Vet. Vet lekker. Van kontgenot naar kontgeknot. Ach … laat ook maar zitten. Griss mich nich.
Toelichting:
Geschreven n.a.v. 12e schrijfopdracht op ColumnX (augustus 2015), van professioneel schrijfcoach Hella Kuipers (http://heldenreis.nl):
- Schrijf een zo waarheidsgetrouw mogelijk stuk, vanuit de andere sekse
- Humor mag natuurlijk, maar probeer uit het lachen-gieren-brullen-genre te blijven
- Maak er een geloofwaardig geheel van in plusminus 300 woorden (275-325)
Ziel onder de arm / Gezondheidszorg / 22-08-2015
Met zijn ziel onder de arm hinkt de zielige man door mijn bos. Af en toe geeft hij hem een aai, want dat verdient zijn ziel. Dagelijks verwerkt de ziel emoties van diverse aard. In het geval van de zielige man in mijn bos, extra veel en hevig.
Zo liep de man onlangs met zijn neus tegen de bus. Gewoon omdat de bus iets verder halt hield. Op de automatische piloot wilde hij binnenstappen. Pats boem, de deuropening gemist. Nu draagt hij dus een rode neus. Een neus die af en toe loopt en die met een boerenzakdoek, zo’n grote geruite, nauwelijks te stelpen is. Geen gezicht. Thuisgekomen zocht ie zijn vrouw, maar die was nergens te bespeuren. Op de tafel lag een briefje. Ik ben even boodschappen doen. Ze kwam nooit meer terug. Brizl djeu, dat kon er ook nog wel bij.
Enfin. In verleden, heden en toekomstige tijd liep en loopt de zielige man dus door mijn bos. Ik hou hem nu al een paar dagen in de gaten. Het gaat niet goed met hem. Dat voel ik gewoon aan mijn HGP (Hoog Gevoelige Perceptie), die voortdurend ligt te sluimeren in een klein kwabje achter mijn oor. Het kwabje begint altijd spontaan te bonken in ontmoeting met bijzondere personen. Nu, dit is zo’n geval. Mijn HSP button slaat acuut op tilt zodra de zielige man in mijn nabijheid is.
Ik dacht ik zal hem toch maar eens aanspreken. Gewoon een klein kotergesprekje over niets, ter kennismaking. Mij is ooit verteld dat je dat het beste kunt doen bij zielige mensen. En ja hoor, het werkte, hij liep helemaal leeg. Hij nam er de tijd voor en legde zijn ziel heel eventjes helemaal bloot, tussen de struiken en het gebladerte. Een vreemd gezicht was het. Zo’n kale ziel in het struikgewas.
Wat mij betreft had ie zijn ziel gewoon onder zijn arm kunnen houden. Maar hij vond hem te zwaar wegen. Gek want de man oogde best wel stevig en gespierd.
“Mag ik hem even tillen?” Ik wees naar de ziel, ik was nu toch wel nieuwsgierig geworden hoe zwaar die woog.
“Nou liever niet? Ik ben bang dat je je vertild?”
Vijf uur lang hoorde ik de zielige man aan. Ik zou er haast een boek over kunnen schrijven. Geen speld kreeg ik er tussen. Een boeiend leven had de man gehad en nog. Het was me al gauw duidelijk dat ie daar stevig aan vasthield, het boeiende leven. Zijn neus kleurde er niet alleen rood van. Nee, nee, tijdens het vertellen kleurde zijn hele lijf rood. Ik zei nog tegen hem, wind je niet zo op, dat is niet goed voor je ziel. Maar helaas tevergeefs en te laat, hij waaide al snel weg. Natuurkrachten zijn ook zo sterk en oer.
Nooit meer iets gespeurd van de zielige man. Totdat de toekomst zich plots weer meldde. Voorspelbaar, maar ach, wie maalt erom. Een andere kijk op de ziel heb ik nu gekregen. Sommige zielen zijn niet te vatten. Zelfs niet onder de arm.
Penningmeesteres / Gezondheidszorg / 24-08-2015
Het geld groeide haar op de rug, alleen kon ze er zelf niet bij. Haar armen waren te kort. Blijkbaar had de natuur het zo gewild. De ouders waren met Sofietje al diverse keren naar de dokter geweest, maar het mocht niet baten. Eerst pilletjes, daarna een zalfje en toen nog drie keer een operatie. Ze wilden maar niet groeien, die armpjes. Het alternatieve circuit bood ook geen soelaas. Diverse bedevaartoorden werden bezocht. Acupunctuur hielp ook niet, Sofietje bleek allergisch voor naalden. Uiteindelijk gaf ze het op. Dan maar leven met veel geld op de rug en korte armpjes.
Ze was erg geliefd in de buurt waar ze woonde. Iedereen liep achter haar aan en met haar weg. De aandacht die Sofietje kreeg deed haar aanvankelijk goed. Iedereen hing om haar nek. In het begin dacht ze nog dat het uit liefde was. Later merkte ze pas dat de liefde alleen haar rug betrof. Dat stemde Sofietje erg droevig. Brizl djeu. Niet alleen kerels kwamen als vliegen op de stroop op haar af, ook meiden. En zelfs kerels en meiden die dachten dat ze kerels en meiden waren, maar dan geboren in een verkeerd lijf. Die laatsten waren uiteindelijk wel het liefst voor Sofietje. Zij herkenden immers het dilemma van een onvolmaakt, of beter gezegd, niet passend lijf.
Enfin, nadat iedereen de vruchten had geplukt van Sofietje werd het tijd voor haar om een studie te gaan volgen. Iets met geld en financiering. Econometrie leek haar wel wat. Lekker moeilijke sommetjes oplossen en flink de hersens laten kraken. Sofietje hield erg van katten en was dol op spek, dus dat kwam ook nog eens mooi uit. De arm- en rugproblemen boden haar nu ineens grote voordelen. Op de universiteit had ze veel vriendjes en vriendinnen. Als penningmeesteres van de studentenvereniging had ze altijd voldoende liquide middelen bij zich. Daardoor was ze zeer geliefd in de kroeg. Ze had een vaste plek aan de bar, precies in het midden bij de tap en de kassa. Dat was wel handig. De bareigenaar had vervelende ervaringen met opschrijven dus moest er altijd contant worden afgerekend. Omdat Sofietje niet bij de centen kon droeg ze altijd een spiegeltje op een stok bij zich. Een soort selfiestick, maar dan om naar anderen te kijken, eigenlijk een otherstick. Met telescoop uiteraard en met een klein bochtje erin. Haar armpjes waren immers te kort.
In de andere hand droeg Sofietje altijd een zweepje. Standaard. Omdat ze door schade en schande geleerd had dat sommigen hun handen niet thuis konden houden en haar probeerden kaal te plukken. Iets wat schier onmogelijk was, want het geld groeide onmiddellijk weer aan. Maar toch. Ze was eerlijk opgevoed en had een hekel aan mensen die graaien en uitbuiten. Op de universiteit was ze ook al gewaarschuwd voor kaalplukkers. Die brachten de economie ernstige schade toe. Sofietje tetste dan ook flink met haar zweep in het rond, zodra verkeerde lieden het op haar gemunt hadden. Ze had met de jaren een stevige onderarm ontwikkeld. Zelfs de kroegbaas moest het ontgelden. Hij droeg grote littekens in zijn gezicht en werd voor de grap altijd Al genoemd. Op zijn Amerikaans uitgesproken als ‘El’. Soms werd ie ook wel ‘El Pissino’ genoemd. Hij vertoefde graag op het toilet.
Sofietje compenseerde haar tekort aan armen met enorm lange benen. Na de zweep volgde dan onmiddellijk een trap onder de kont van haar belagers. In de kroeg werd dit altijd luidruchtig bezongen door de leden van de studentenvereniging. Ze hieven dan een merkwaardig lied aan dat nog het meeste leek op een lied van One Direction. Als ik mij niet vergis ‘One Way Or Another (Teenage Kicks)’. Meestal verliet de belager dan de kroeg. Sofietje bestelde daarna dan altijd een extra rondje, om haar leden te bedanken. Het zou toch eens verkeerd aflopen? Koesteren die handel, dacht Sofietje dan.
De man met het hart op de tong / Gezondheidszorg / 25-08-2015
Ik ben sinds kort helemaal gefascineerd door tongen. Zowel door goede als kwade en alles wat er tussenin zit. Blauwe tongen ook, naast rode, groene en gele. Brizl djeu, toe maar. De natuur kan het zo gek niet verzinnen of het heeft mijn belangstelling. Ook de tong als uithangbord vind ik geweldig. Die van de Rollende Stenen bijvoorbeeld. Ja, ja, van Mick, of was ie nou van Keith? Nou ja, hij was in ieder geval niet van John of Andy, dat weet ik zeker. Ik was er zelf bij. Toen de eerste druk van de pers rolde in Londen. Een tong van heb ik jou daar. Vier meter breed, zes meter lang. En dat vier keer. In vierkleurendruk. Ja, ja, zo is het allemaal begonnen met die rollende tong. Breek me de bek niet open. Ze zongen overigens hun harten uit. Die alternative other famous fab four. “You never gonna break my heart. O, o, o, no …!” Nou dat hebben we geweten. “O no, no ono can tear us apart!”
Ik dwaal af. Back to basic. Gefascineerd door tongen dus. Niet die van het formaat KISS. Veel te zwart-wit. Nee, maar wel door hele speciale. En gisteren heb ik het summum gezien. Ik ontmoette hem in mijn bos. Een man met het hart op zijn tong. Ja, zo noem ik hem. Een bijzonder geval, het moet gezegd. Ik had dit nog nooit gezien. Hij sprak een beetje moeilijk, met een rollende ‘r’ die er niet echt uit wilde komen. Alles kwam maar moeizaam vanachter uit zijn keel.
De man met het hart op de tong had al vrij snel in de gaten, dat ik hem niet echt goed kon volgen. Hij wees dan ook driftig met zijn wijsvinger naar een grote rode bult die achter in zijn keel voortdurend op en neer leek te stuiteren. De man was gelukkig een stuk kleiner dan mij, waardoor ik met gemak in zijn wijd opengesperde (of is het wijdopengesperde) mond kon kijken. Ik geloofde mijn eigen ogen niet. De rode bult bleek de vorm te hebben van een hart. Deze man had daadwerkelijk een hart op zijn tong. Hij deed zijn uiterste best om dat ook tegen mij te zeggen. Ik stelde hem gerust en bonkte met mijn rechterhand op mijn linkerborst. Boenk, boenk. Daarna stak ik mijn wijsvinger in zijn mond en tikte zachtjes tegen het hart op zijn tong. We begrepen elkaar.
“Is dat niet lastig? Twee kloppende harten? Spreken met twee kloppende harten?” Vroeg ik aan de man, direct beseffend dat dit eigenlijk best een domme vraag was. Een kind kon zelfs horen hoeveel moeite hij had met het gesprek.
“Nou … nou … no … r … r … r … r …”
Oei, oei, daar rolden de ‘erren’ zowaar uit de mond … hup … zomaar op de grond. Snel raapte ik enkele ‘erren’ op en stak er eentje in de mond van de man. Hij vervolgde.
” … maal heb ik geen last tijdens het sp … r … r … r …”
Gelukkig had ik nog wat ‘erren’ op de achterhand en stak er vlug nog eentje in zijn mond.
” … eken, behalve als ik … r … r … r … r … ”
De laatste twee ‘erren’ stak ik nu tegelijk in zijn mond.
” … erren … nodig heb!”
Ik hield het kort met de man met het hart op de tong. Ik constateerde dat de conversatie zowel hem als mij uitputte.
Gelukkig hadden we nog andere communicatiemiddelen voor handen. Het schrift. Eureka.
Met een big smile stak de man met het hart op de tong mij een blocnote en pen toe. Ik ben natuurlijk meteen beginnen schrijven aan dit verhaal.
Ik schrijf nu dat het hart op de tong van de man wel een heel bijzondere tong was. Het droeg namelijk een tattoo. ‘Van Henk With Love’, stond erop geschreven.
Wie is Henk?, schreef ik natuurlijk onmiddellijk op de blocnote.
Schiffmacher!, schreef de man terug.
Scheefmaker, verstond ik dat goed? Ik vond nochtans dat de tekst keurig in het midden van het hart stond afgebeeld.
En waarom With Love?
Maar dat werd eventjes teveel voor de man met het hart op de tong.
Einde verhaal, noteerde hij op zijn blocnote.
Gezien worden / Gezondheidszorg / Sport / 29-08-2015
Ik had hem al gezien, maar hij mij niet. Dat wilde ik voorlopig ook zo houden. Zien en gezien worden daar draait het om in ons leven. Hoewel er ook veel mensen zijn die liever niet gezien worden, kijken de meesten hun ogen het liefst uit of ze niet gespot worden. Het begint al in de jongste jaren. Meteen ook de aandoenlijkste periode uit het leven. Wie herkent het niet? Je hebt jezelf verstopt onder de tafel. Angstvallig spits je je oren om te horen of er niemand de woonkamer binnenkomt. Je staat rechtop onder de tafel en ziet niets. Je kunt alleen maar goed luisteren. De anderen kunnen jou ook niet zien. De houten tafelrand onder de tafel houdt jou uit beeld. Dat denk je als vijfjarige. En toch wordt je onmiddellijk gespot tijdens het verstoppertje spelen. Hoe is dat nu mogelijk? Jij ziet niets. Dan zien anderen jou toch ook niet? Spotten en gespot worden. Een spannend spel.
Ik had hem al gezien, maar hij mij niet. De man stond niet onder een tafel maar tegen een boom. Met zijn linkeroog hield ie scherp de takken boven hem in de gaten. Het rechteroog hield hij stevig dicht geknepen. Hij hield het oog zo sterk dicht geknepen dat het mij zelfs pijn begon te doen. Ik knipperde snel heel eventjes met mijn ogen want ik wilde hem niet uit het oog verliezen. Veel te spannend wat hij allemaal aan het bekijken was. Na verloop van tijd wisselde de man van positie. Dan leunde hij met zijn linkerschouder tegen de boom en keek met zijn rechteroog langs de stam omhoog. Ik moest dan opletten dat hij mij niet zag. Ik wilde immers niet gespot worden. Een ding wist ik zeker. Die man was een spotter. Geen vogelspotter. Want de vogels hadden de spotter allang door. Die vogels waren meteen gevlogen toen de man zijn ogen richtte op de takken. Ze hadden hem natuurlijk ook allang horen aankomen.
Mijn nieuwsgierigheid was intussen steeds groter geworden. Griss mich nich, waar keek die man nu naar? Wacht, wacht. Nu gebeurde er ineens iets. Ik zag het aan de houding van de man. Ik bespeurde een kleine euforie. Een beweging in de boom stemde de man blijkbaar gelukkig. Wauw … nu zag ik het ook. En ook ik voelde iets diep van binnen branden, een broeierig gevoel van geluk. Heel warm. En ja, wat was ze mooi. Heel, heel langzaam was ze langs de achterkant van de boomstam omlaag gegleden. Stijlvol en sierlijk. Daarna was ze driftig weggelopen. Boos omdat het belletje om haar nek veel te veel geluid maakte. De man bij de boom maakte een vreugdedansje. Ik ook. We hadden samen iets moois mee gemaakt. Nou ja, samen …
Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.