24-11-2015

Geloven


Geloof is een ongemeen goed.
Voor wie er in geloven wil smaakt het vaak zoet.

Geloof verschijnt in diverse vormen.
In zoele winden maar ook in stormen.

Ons gemoed maakt soms overuren.
Lijf en leden zijn dan nauwelijks te besturen.

Haast ongelofelijk maar zeker waar.
Zelfs geloof maakt de mens soms helemaal gaar.

De mond kookt, de ogen spuwen vuur.
Wild geloof wordt dan onbehoorlijk en guur.

De een zweert trouw, gelooft heilig in de kinderen.
Anderen vinden dat die apen het geluk alleen maar hinderen.

Geloof in eigen kunnen, ook al zoiets.
Hoopvol, maar vaak eindigt het in helemaal niets.

Ook daarin kun je dan weer geloven.
Diep vanuit de grond, aards in Zen, of helemaal van boven.

Je kunt ook geloven in het tegenovergestelde.
Het is mogelijk de opvoeding die ergens knelde.

Geloof dat is iets voor de dommen, die met een laag IQ.
Ze zweven liever, dan dat ze aarden in het nu.

Er is ook zoiets als geloof in mystiek en fantasie.
Vooral in donkere decembermaanden gaan er flink wat door de knie.

Ze hemelen oude heren, met lange baarden gekleed in rode tabberds.
Vooringenomen, tijdelijk duurkoop, geloof op zijn allerbelabberdst.

Geloven, puur en zuiver, is niet voor iedereen vanzelfsprekend weggelegd.
Zoveel woorden, boeken vol geschreven, wie heeft er gelijk, zo onder ons gezegd.

Geloof in mensen, dieren, planten, dingen dat volstaat.
Gewoon eenvoudig blijven voeden, met liefde, in woord en daad.