Het beeld van mijn laptop blijft zwart. Inktzwart. Dat komt omdat ik zwarte vingers heb. Dat krijg je van druipende inktcartridges. Ik ga bijna door mijn typelint als ik naar mijn vingers kijk. Een grote inktvlek druipt richting mijn laptop die naast de printer staat te lonken. Wachtend op wat nieuwe woorden. Hoe kan ik die vlek nou stoppen? Langzaam druipt de inkt richting laptop. Liever zag ik dat ie afdroop. Woorden schieten me nog steeds niet te binnen. Mijn hoofd probeert nog letters te ontwaren in de zwarte blinde vlek, maar helaas, tevergeefs.
Derde alinea en nog geen zinnig woord gerept. Rap rappen en dan schiet me vast iets te binnen. Zo niet dan wordt het weer eens als vanouds columnpies. Mijn neus trekt op. Ik schud de foute letters en woorden van me af en spoel door. Zoute zure oude lucht dringt door in mijn neusvleugels. Urine kristalliseert rondom de toetsen van mijn keyboard. De sleutel naar het schrijftoilet heb ik nog steeds niet gevonden. Ongeduld hoopt zich op. Ik houd het niet meer. De column dringt op mijn inktblaas. Hij moet de ether in. Nu. Zend.
Mien Tipt