14-07-2014

Een verhaal dat bijna verloren ging

Op de tafel lagen wel vijftig stukken papier. Formaat A4. Van woede had de schrijver alles uitgeprint. Waar had hij nu toch dat bewuste stukje opgeschreven? Wel tien keer had hij alle teksten doorgelezen, op zoek naar … Ja, als ie dat eens wist. Hij had het de afgelopen week opgetekend. Dat wist ie zeker. Of had hij het gedroomd? In de late avonduren, of misschien wel diep in de nacht? In ijlende toestand was het voorbij gekomen. Aan zijn schrijversbrein ontsproten. Het bewuste stukje paste perfect in het laatste hoofdstuk van zijn verhaal. Maar hoe ging het ook alweer?

Hij kon zich nog vaag herinneren hoe hij het bewuste stukje had ingetypt. Slaapdronken was hij vorige week achter zijn computer gekropen en had in vlagen van verstandsverbijstering zijn toetsenbord de sporen gegeven. Correctie op correctie volgde, telkens nadat hij de tekst in wording van zijn beeldscherm had opgelezen. Hardop aan zichzelf, zoals hij dat altijd deed. Voortdurend had er iets ontbroken, maar wat? Geknipt en geplakt had ie de kleine stukjes tekst, steeds opnieuw in wisselende volgorden. De stukjes wilden maar niet passen, dat kon ie zich nog herinneren.

Na verloop van tijd was hij de losse stukjes kwijtgeraakt. Zowel de goede als de slechte. Althans dat dacht ie. Bewaar ze, teken ze op, print ze uit, had hij zichzelf voorgehouden. Maak het toonbaar, nu! Maak de tekst tastbaar. Haal door, breid uit, voeg toe, millimeter, destilleer, ventileer. Print de tekst. Leg hoofd- en kleine letterwijzigingen vast. Pleister en verbind de tekst tot logisch zinsverband. Dat had ie moeten doen.

Flarden tekst flitsten onophoudelijk door zijn hoofd. Wanneer kwamen die verdomde teksten toch eens tot rust? De printer ratelde en piepte en bleef maar A4′tjes spuwen. Nog voor de inkt was opgedroogd griste de schrijver het papier vol ongeduld uit de printermuil. Met grote raceogen vrat hij de losse tekstregels op. Het bewuste stukje tekst waarnaar hij op zoek was bleek helaas onvindbaar.

Wacht, wacht, zijn brein deed plots verwoede pogingen om gesloten deuren in zijn hersens opnieuw te openen. Het bewuste stukje tekst leek even terug te komen. Juist op dat moment spuwde de printer zijn laatste inkt uit. Grijze letters vervaagden op A4. Wat kon hij in deze situatie doen?

Zijn hervonden gedachten nogmaals toevertrouwen aan muis en toetsenbord? Dat durfde hij niet meer. De klikken in zijn hersenen liepen niet langer synchroon met de klikken op toetsenbord en muis. De snelle openbaring aan gedachten vroeg om ouderwetse vastlegging. Vereiste ingeslepen schrijfroutine.

Snel trok hij uit de printerlade een vers wit vel. Op de tafel lag een verdwaalde boodschappenpen. De vingers voelde wat verkrampt. De drive om zijn gedachten vast te leggen verdrongen de kramp. Tot diep, diep in de nacht schreef hij zijn verloren verhaal. Met pen op papier, alsof het gisteren was. In vloeiende bewegingen, afgemeten strak binnen zelf gefantaseerde lijntjes.

Langzaam kozen de letters hun plek in het verhaal, in vloeibaar blauw, herkenbaar op papier. Prettig leesbaar. Het verloren gewaande verhaal kwam langzaam terug. In stukjes en beetjes. Het witte papier op tafel vulde zich geduldig met de handgeschreven letters. De schrijver was blij en genoot.

Een A5 envelop was snel gevonden. Het complete verhaal werd uiteindelijk in tien A4′tjes bij elkaar geraapt, op volgorde gelegd en dubbelgevouwen in de envelop geschoven. Met tong en postzegel bezegeld. Weggedragen naar een oranje mailbox. Verslonden door zwarte klappertanden van de brievenbus. De schrijver kon daarna niets anders doen dan berusten in afwachting, van redactie en repliek, op zijn bijna verloren gewaand verhaal. Een gereviseerd verhaal, absoluut de moeite van het schrijven waard.