15-07-2014

Stilleven (6): Heimwee naar het alles

Diepgeworteld staat het paardje in een glazen pot. Hij kan helaas maar weinig zien. Het zicht is hem deels ontnomen. Door een lepel op zijn voorhoofd. De lepel schenkt het paardje koelte en bescherming. Zowel in zomer als in winter.

Bevroren staat het paardje paard te wezen. Zijn bloed stroomt daar waar het eigenlijk niet heen kan gaan. Dwars pulseert het door zijn plastic lijf. Met het blote oog, voor mensen haast onwaarneembaar. Alleen hijzelf kan het voelen.

Gelukkig brengt het hem in stilstand nauwelijks van de kook. Anders is het gesteld met het witte poeder op zijn rug. Het jeukt verschrikkelijk en wil maar niet wegwaaien. Zo vreselijk irritant. Och arme lepelhoorn. Het lijden is een last.

In bevroren toestand kan hij slechts vanonder de lepel recht vooruit staren. De manen zijdelings en strak gekamd, staart hij in de verte naar twee gipsen vingers. Op de knokkel van de bovenste vinger danst een heel klein houten bootje. Het vaart op herinnering de tegenovergestelde kant uit, langzaam richting zuiden.

Het heeft nog een lange weg te varen. Moed put het uit een boek dat zowel als horizon als achtergrond dient. Een stormachtig boek waarvan de clou nooit vrijgegeven wordt. Mondend in een neverending story.

Het paardje gelooft het verder wel. Die boot die gaat nooit aankomen. Veel meer zorgen maakt hij zich over die maffe lepel, die voortdurend zijn uitzicht belemmerd. Wat zou hij toch graag eens even de kamer inkijken. Wat zou zich toch achter die verrekte lepel begeven? Een kleurrijk interieur of grijze massa?

Hij zal het nooit te weten komen. Voorlopig hangt ie aan de muur op afbetaling. Haver zal ie vast niet krijgen. Dat lusten plastic paardjes niet. Zijn paardenkunstgebit kan dat bovendien niet vermalen. Spinrag en huismijt zullen hem de komende tijd wel voeden. Och arme lepelhoorn, hij mag alleen maar dromen. Niets liever zou hij naar het zuiden varen. Samen met het houten bootje.

Een beetje jaloers is de lepelhoorn wel. Maar hij weet ook als geen ander: Aus Sehnsucht backt man das Brot seines Lebens. Het is moeilijk te verteren, maar helaas, het bootje is te klein om hem te dragen. Het vaart alleen de wijde wereld in op magere gedachten. Op versteende witte hersengolven. Het zuiden zal voor de lepelhoorn immer blijven lonken.