30-11-2016

Columns van Harrie (November 2016)

Een bijzondere ontmoeting / Verkeer / 07-11-2016

Chef stuurt me op pad zonder opdracht. Hij is me even beu en geeft me de ruimte. Doe maar even wat voor jezelf. Dat is aan mij goed besteed. Ik duik in mijn TARDIS en reis af. Geblinddoekt geef ik mijn reismachine de sporen. We landen samen in een bos. Je weet wel zo'n natuurgebied met bomen en struiken. Groen, heel groen.

In het bos stuit ik op een vreemde man. Hij stelt zich voor als Catweazle. Ik vind het maar een vreemde Harrie. Hij is vergezeld van een raar beest. Het beest lijkt nog het meest op een pad, een vreemde pad. Hij slentert en trekt met zijn linker achterpoot. Hij heet Raakhout.

'Hoe zijn jullie hier in dit bos beland', vraag ik geïnteresseerd.
'Hier in het bos van Nummer Een?'
'O, heet dat zo, Nummer Een?'
'Ja.'
'Ja.'
'Nou gewoon, uit een pen ontsproten.'
'Uit en pen ontsproten?'
'Ja, aan tafel bij Mien?'
'Bij Mien?'
'Ja, bij Mien.'
'Maar ... maar ... die ken ik!'
'Mien, mijn Mien! ... Is dat dan dezelfde?'
'Hoe ziet ie eruit, kun je jouw Mien eens beschrijven?'
'Tja, dat kan. Hij ziet er heel gewoon uit hoor.'
'Hij! ... is jouw Mien een hij!'
'Ja.'
'Nou dan hebben we het over dezelfde, kan haast niet anders!'
'Creatief en vriendelijk?'
'Creatief en vriendelijk.'
'Gastvrij en aardig?'
'Gastvrij en aardig.'
'Zonder snor en baard?'
'Zonder snor en baard.'
'En ben jij dan ook uit een pen ontsproten?'
'Ja.'
'Die van Mien?'
'Nee, niet uit de pen van Mien.'
'Uit die van Harrie dan, net als ik?'
'Ja! Jij kent Harrie ook?'
'Yep, een goede vriend van Mien.'
'Ik ontspruit altijd op de oneven doordeweekse dagen, uit Harrie's pen.'
'Dat is toevallig. Ik altijd op even dagen.'
'Wat een toeval inderdaad.'
'Hoe heet jij eigenlijk?'
'Who, doctor Who.'
'Oh, ben jij een doctor dan?'
'Nou ja, doctor, zo noemt mijn chef me, ik ben niet echt een doctor.'
'Mooie sjaal heb je, kleurrijk, zelf gemaakt?'
'Eh ... Dank je. Nee. Ik ben niet zo handig. Wel slim.'
'Ja, zo zie je er wel uit. Slim. En in de war. Net als ik. Ha, ha.'
'Ja, dat had ik al gezien aan je kleren. Draag jij altijd een zak?'
'Ja.'
'Achterstevoren?'
'Oeps, foutje!'
Raakhout laat een zucht.
'Jouw vriend is moe?'
'Dat heeft ie altijd, na een paar minuten vindt ie iedere conversatie en nieuwe ontmoeting saai.'
'Zo snel al?'
'Zo snel al.'
'Lastig lijkt me dat.'
'Zeker. Raakhout is bepaald niet een spraakzaam wezen.'
'Ach stille wateren hebben diepe gronden, toch?'
Raakhout laat nu een harde boer.
'Raakhout, doe es effe normaal!'
De boer stinkt vreselijk. Hij laat er nog een.
'Poeh ... Wat een luchtje. Ik houd het voor gezien.'
'Prettig kennis gemaakt te hebben.'
'Prettige kennismaking inderdaad.'
'Tot ziens!'
'Tot ziens!'

Krijg nu tieten. Dat had ik nu nooit gedacht. Samen uit de pen ontsproten aan tafel bij Mien, uit de pen van good old Harrie. Het moet niet gekker worden. Wel een toffe gozer die Catweazle. Maar die Raakhout? Wat een verschrikkelijk stinkdier, die pad. Ik duim weer in mijn TARDIS en keer terug naar de Andere Kant. Deze bijzondere ontmoeting moet nog eventjes zakken.


Groot onderzoek / Verkeer / 23-11-2016

Ik krijg een nieuwe opdracht door van mijn chef aan de Andere Kant. Ik haast me met mijn TARDIS naar de uiterste hoek van Galactica 007 en meld me op kantoor. Of ik een groot onderzoek wil doen op moeder Aarde. Het schijnt dat een aantal websites niet meer zo goed lopen. Of ik als techneut en onderzoeker het euvel in kaart wil brengen en met oplossingen wil komen? Zo'n brede onderzoeksvraag heb ik lang niet meer gehad. Ik vraag hoelang ik erover mag doen. Totdat het klaar is. Nou dat zijn de fijnste antwoorden om te horen. Hopelijk kan ik de vrijheid aan.

Ik weet wel een leuke plek op moeder Aarde om mijn onderzoek te starten. Het heet Silicon Valley en ligt in een land waar een zekere Trump vanaf januari de scepter zwaait als president. Een groot land maar zeer verdeeld. Het kan ook nog zijn dat een vrouw het van hem gaat overnemen. Als alle stembiljetten zijn geteld en als de computer het goed gedaan heeft. Ik zit dus vlak bij de haard.

De enige manier om mijn onderzoek goed te kunnen doen is het internet even tijdelijk plat leggen. Ik moet immers een ijkpunt hebben, nietwaar? Het lukt me om een betrouwbaar en geschikt persoon te vinden die mij daarbij helpt. Een echte hacker. Alleen het internet platleggen dat lukt zelfs mij niet, hoe graag ik het nu even zou willen. Daar heb ik dus echt hulp bij nodig. Als uiteindelijk de boel plat ligt word ik op mijn zorgvuldig geheim gehouden locatie platgebeld. Hoezo op locatie, heb ik dan geen mobiele telefoon? Jawel, maar die gebruik ik alleen in noodgevallen. Ik neem de hoorn op van de bakelieten telefoon die aan de muur hangt. De chef van de Andere Kant. Hoever ik al ben? Hoezo? Hij heeft ook last van de internetstoring. Van moeder Aarde? Hoe is het mogelijk. Ik stop de stekker er snel weer in. Boem.

Mijn ingehuurde hacker ligt helemaal dubbel van het lachen. De stroomvoorziening van de servers zijn allemaal opgeblazen. De rook komt uit alle uitgangen. Ik maak dat ik wegkom. Dit wil ik niet op mijn geweten hebben. Waar rook is is vuur. De hacker rent met me mee. Hij neemt me even apart en fluistert mij iets interessants in de oren.Terwijl hij bezig was de code te kraken van de hoofdserver zag hij op de schermen interessante informatie voorbijkomen, gerelateerd aan mijn onderzoek. Gerelateerd aan mijn onderzoek? Hoe weet hij hiervan?

De terugloop van websites is volgens te hacker te wijten aan magere input. Magere input? Van wie? Nou van de leden die betrokken zijn bij de websites. Ik snap er niets van. Moet je dan lid zijn van websites? De hacker kijkt me weird aan. Natuurlijk moet je lid zijn van websites, anders kun je toch geen onderzoek doen. Ach, zit dat zo. Weer wat geleerd. Ik maak gebruiksnamen en wachtwoorden aan. Dat schijnt te moeten. Allemaal verschillende. Ik schrijf ze op een briefje en verstop het in mijn TARDIS. Nee, ik schrijf niet waar.

De hacker vertelt me nog iets interessants. Vooral websites waar leden vrijelijk hun verhaal kunnen doen schijnen terug te lopen in nieuwe klandizie, kwantiteit en kwaliteit. De grafieken die op mijn vraag door alle beeldschermen suizen tonen cijfers van de afgelopen tien jaar en van vijftig landen wereldwijd. Een piek zit er in Nederland. Daar wordt het meest geschreven. Ah. Dan nemen we die cijfers als uitgangspunt. Dan valt het onderzoek in ieder geval nooit tegen. Mijn chef aan de Andere Kant zit niet te wachten op slecht nieuws.

Ik krijg hem weer aan de telefoon. Hoever ik ben en of ik al weet dat het internet het weer doet, intergalacticaal. Yep, dat weet ik en stel hem gerust, mijn onderzoek is bijna afgerond. De generatie schrijvers op websites schijnt evenredig op te lopen met de houdbaarheidsdatum. Verjongen is het adagio. Verjongen? Hoe jong moeten we gaan? Vijf jaar, zes jaar? Ze hebben allemaal al iets te vertellen. In korte bewoordingen. Dat schijnt hip en gangbaar te zijn. In niet te volgen nieuwe taal.

Ik rapporteer aan de chef aan de Andere Kant. KINDERPORNO, schrijf ik in grote kapitalen. Het hele internet lijkt wel KINDERPORNO. In weinig woorden. Met de grootste kinderen voorop. Volwassenen en ouderen. Jonge ouderen. Die zijn het fanatiekst. Die moeten aangeboord. Opnieuw ja. Een gat in de markt dat nog niet ontdekt, gevuld en sociaal mediaal bestraald is. Aanboren adviseer ik. Ja, wereldwijd chef, aardewijd. Van Silicon Valley tot Kam Jat ka tot Bij Jing tot Ma Da Gas Kar tot Constant I No Pel en weet ik waar ... allemaal moeilijke namen met evenzo moeilijke websites. Ja, chef de stekker zit er weer in. Missie en onderzoek volbracht. Even doorpakken en de klad is er weer uit.


Bijltjesdag / Verkeer / 30-11-2016

Wind, storm, regen sneeuw en hagel, ik trotseer het allemaal. Ben er goed op gekleed ook. Met dank aan waarschuwingen van mijn chef aan de Andere Kant. De TARDIS parkeer ik tussen de bomen en bedek hem met takken. Veel takken, want er zitten geen blaadjes meer aan. Hooguit wat naalden. Het is winter op moeder Aarde.

Met grote voorzichtigheid ga ik op pad. Er schijnen in deze tijd van het jaar nogal wat moorden plaats te vinden. En als ik ergens een hekel aan heb dan zijn het onverwachte stiekeme moorden. Kijk dan het slachtoffer recht in het gezicht en sla dan toe. Dan pas en je een held. Dat geldt ook voor het slachtoffer. Hij zal daarna vreedzaam en gerust neerstorten op aarde.

Ik ga af op het geluid. Ze zijn op dit moment met veel daders. Ik hoor het aan het geluid. Onder luid gekreun en gepiep vallen de slachtoffers in bosjes neer. De daders schreeuwen het uit en moedigen elkaar voortdurend aan. "Daar, die daar, dat is een vette. Dat is de jouwe Henk." Vervolgens haalt Henk zijn bijl tevoorschijn. Ontdoet hem van zijn muilkorf en gooit hem krachtig met een flinke zwaai omhoog boven zijn hoofd. Onder luid gekrijs laat hij de aks net boven de knie van de dennenboom landen. Die prikt venijnig. De boom laat geen krimp. Nog niet. Met wat onhandig gewroet trekt Henk de aks los uit de bovenknie. Hij heeft het hakken nog niet echt onder de knie. Henk legt opnieuw aan en hakt de aks pakweg vijftien centimeter boven de eerste wond. "Nondeju!", roept de boom. "Kun je niet wat beter mikken? Het gaat zo een eeuwigheid duren! Zal je baas niet leuk vinden. En ik ook niet. Het tocht in mijn lijf."

Na een uur verder hakken en wroeten stort de dennenboom ter aarde. Wreed, vind ik het. Kan dat moorden niet wat vriendelijker? Aan een man met een uiterlijk van een wilde holbewoner die zes weken geen licht heeft gezien vraag ik wat er met de bomen gaat gebeuren? "Die komen in een vaas, bij mensen thuis, vinden ze gezellig. Ze krijgen ballen, slingers, engelenhaar, snoepjes en verlichting in hun takken en hijgende kindergezichtjes voor hun neus. Heel, heel soms worden ze ook stiekem onder gezeken door hondjes met een volle blaas. Bah, denk ik. Wat een einde voor die bomen. Tenminste, ik neem aan dat ze niet meer levend de kamer uitkomen. Ze kwamen immers al op sterven na dood binnen.

Mijn eerste kennismaking met bijltjesdag is niet voor herhaling vatbaar. Het zijn oorlogen die ieder jaar opnieuw gevoerd worden. Niet echt mijn ding. Maar ja. Mijn chef aan de Andere Kant vond toch dat ik er eens kennis mee moest maken. Met deze vreemde cultuur. Barbaars vind ik hem. De cultuur dan. Dan toch liever Sinterklaas. Veel boomvriendelijker.


Columns van Harrie zijn geschreven aan tafel bij Mien. Harrie is een auteur en tafelvriend van Mien. Van november 2010 tot maart 2016 publiceerde Harrie ook columns op de website van ColumnX.
Harrie’s columns zijn gebaseerd op oude personages uit TV-series Catweazle en Doctor Who. De Britse acteurs Tom Baker en Geoffrey Bayldon vormen zijn inspiratiebron. Daarnaast maakt Harrie ook graag filosofische en sportieve uitstapjes.