31-12-2016

Schrijfveren December 2016

Oefening in het schrijven van Schrijfveren. In maximaal 15 minuten tijd, associatief schrijven zonder correcties, naar aanleiding van een opgegeven titel. Met dank aan Hella Kuipers.
Hoe en wat? Zie: http://heldenreis.nl/schrijfveren
Oorsprong? Zie: http://judyreeveswriter.com/guidelines-for-writing-practice


Geluk is kwetsbaar als een herfstblad (02-12-2016)

Een aantal bladeren staat op het podium. Een beetje hulpeloos en schuchter. De tekst zit er nog niet goed in. De regisseur laat weinig ruimte voor improvisatie en dat steekt de blaadjes. Bladeren hulpeloos en schuchter laten; dat vraagt om problemen. Het eikenblad dat hoog boven de rest uitsteekt en van volwassen leeftijd is, heeft nog het meeste moeite met de spaarzame speelruimte. In volle bloei en wasdom zou hij toch moeten en mogen schitteren. Maar, nee, ook hij moet zwijgzaam liggen op de grond en wachten tot de winter komt. Hoe saai kan het leven van een blaadje zijn. Zich onderscheiden van de rest gaat zo niet lukken. Straks wordt hij nog overvleugeld door een beuken- een espen- of erger nog een berkenblad. Hij moet er niet aan denken.

Bezwaarlijk krult hij zijn bruine randen op en beschermt zich tegen de wind die het podium opgeblazen wordt. Had hij nu toch maar een maillot aangetrokken. Gelukkig is het nog maar drie weken naar de generale repetitie. Zou hij de boel nog in beweging kunnen krijgen? Dit kunnen ze de toeschouwer toch niet aandoen? 'In de herfst van het leven.' Dat is de titel van het stuk. Experimenteel en erg zen. Ze moeten gewoon zichzelf zijn en stil blijven liggen op de grond. Een eenakter zonder pauze en nauwelijks tekst. Gelukkig is er wel muzikale ondersteuning. Anders zou het wel erg saai worden voor het publiek. Zij die sterven gaan groeten u op muziek van Mieke Telkamp, gebracht op Albert Hammond wijze. Hij eikenblad zou er liefst zelf van weg willen lopen. Wat een klaagzang.

Maar ja, er moet ook brood op de plank komen. Dan kun je het slechter treffen als eikenblad. Hij prijst zich dan ook stiekem gelukkig. Slapend rijk worden. Niets mis mee. En toch. Het blijft ergens schuren. De rolverdeling is zo anoniem dat niemand kan schitteren op de planken. Nee, het is bepaald een dooie boel. Er is nog maar kort tijd om de boel eens flink in beweging te brengen. De blaadjes liggen niet voor niets in de herfst van hun leven. Hoogste tijd voor nog wat actie. We spannen samen. Voor ons geluk. Alle blaadjes op het podium doen mee. Na vlug beraad zijn we het allen eens. We willen opschudding. Het eikenblad knipoogt en steekt zijn duim omhoog naar de windtechnicus, het is een goede vriend van hem. Een afgesproken teken. De windturbine gaat naar max en alle blaadjes waaien van het podium, keihard de zaal in. Sommigen breken bijna hun nek. Het eikenblad landt op schoot bij de regisseur. Die is kwaad en scheurt hem haast in twee. Dat heeft ie toch maar mooi voor elkaar. Boosheid is ook emotie. Van geluk laat het bruin gerande eikenblad een blijde traan.


Het opsporen van wonderen (04-12-2016)

Met mijn armen gestrekt en de kromme tak stevig vasthoudend sjouw ik over het platteland. In stilte en vroeg, heel vroeg in de ochtend. Dat is het beste moment van de dag om wonderen op te sporen. De laatste tijd gaat het me nog maar moeilijk af. Tot twee maanden geleden ging het me veel beter af. Dan ving ik dagelijks wel zo'n drie wonderen. Drie per dag? Jazeker. Drie per dag, minimaal. Het waren geen bijzondere wonderen hoor. Laat dat duidelijk zijn. Op een gegeven moment raak je er wel aan gewend. De bewoners van het dorp waarin ik woon vonden het zo langzamerhand ook wel best. Een dagelijks portie wonderen wordt na verloop van tijd zo ... gewoon. Vergelijk het maar met het dagelijks vinden van een pot goud aan het einde van de regenboog. De dorpelingen waren dan ook al schatjerijk. En sinds twee weken, nadat er een interview met mij had gestaan in het plaatselijke leugenaartje de Trompetter, heeft zowel de landelijke als de internationale pers er lucht van gekregen. Zelfs Reuters besteed er nu aandacht aan. Toch niet de eerste de beste mediatycoon. Maar sindsdien gaat het snel bergafwaarts. Teveel aandacht krijg ik en ik kan mijn werk niet meer in stilte doen. De dorpelingen kwamen terecht in opstand. Uiteindelijk heb ik een deal gesloten met Reuters en de verzamelde pers. Ze gunnen me de ochtend van 04:00 tot 08:00 uur. Dan kan ik ongestoord mijn gang gaan. Maar het wil maar niet lukken. Mijn zoektocht naar wonderen eindigt hier. Helaas.


Ooit, binnenkort (06-12-2016)

Ga ik weer naar huis. Ik kan niet wachten. Lekker weer terug onder de Spaanse zon. Liggen in mijn hangmatje, lekker drankje erbij, paard op stal en Pieten in geen velden of wegen te bekennen. Of is het wegen en velden? Waarom in welke volgorde? Dat heeft toch ooit iemand bedacht. Vice versa gelijk een pont. Schipper mag ik overvaren? Nou, doe maar even niet. Marokko is me veel te koud. Zeker als er leven op Pluto is. Is dat zo? Na Mars moet alles zo'n beetje mogelijk zijn. Ooit, binnenkort.

Als het maar gebeurt voordat ik 500 honderd wordt. Ja, zolang schenk ik al cadeautjes. Maar alleen in Nederland. Tover ze vanonder mijn mijter en stuiter ze de wereld in. Als kinderen zo blij, zo worden ze ontvangen. Geen wankreet die ik hoor. Ik hoor het Marco al zingen. In zijn Polo. Dromen komen uit. Onder paddenstoelen met rood met witte stippen. Wit met rode stippen dat staat zo lelijk. Die zijn vast giftig. En giftige paddenstoelen liggen zwaar op de maag. Nee, geef mij de wit met rode stippen maar. Met of zonder kaassaus, het is me eender. Zolang er maar niets in mijn baard blijft hangen.

Ah, daar gloort aan de horizon, links van mij, de Spaanse kust. En rechts het blauwe water met als ik heel erg ver kijk een klein lichtpuntje. Een vrouw steekt haar verlichte lantaarn omhoog, vrij van alles. Wat is het leven toch mooi. Hier en daar of daar en hier aan de kust, de Spaanse kust. We leggen aan en ik laat mijn merrie los en zie de Pieten heerlijk over het strand buitelen. Iedereen blij. Eindelijk weer thuis.


Een spiegel voorhouden (08-12-2016)

Ik zie helemaal niks. De spiegel die ik mezelf voorhoud is zwart. Een donker gat. Hoe kan dat nou? Zwarte gaten in de ruimte zijn nog spannend, maar een zwart gat in een spiegel, dat is ernstig. Een teken aan de wand. Ik hang de spiegel terug aan de spijker. Zal ik hem aan diggelen slaan? Het ergst van al, ik zie ook geen spiegelbeeld van mezelf. Of is dat juist het zwart? Zwart van binnen. Zwart voor ogen. Ik weet het even niet meer. Heb ik misschien fout gehandeld? Is dit mijn straf? Zie ik niets omdat ik niets wil zien? Of krijg ik niets te zien omdat ik het verdien?

Kies jij maar. Ja, jij lezer. Je kent me toch? Denkt me te kennen, althans. Nee, ik geef me niet verder bloot. Hier zul je het mee moeten doen. Als ik je nu eens een spiegel voorhoud? Zie jij dan ook zwart? Ja. Dan is er serieus iets aan de hand. Op zwart gaan doet een televisie, een website, een avondklok. Ho eens even, wacht. Je trekt toch niet de stekker eruit, wel? De ruimte die is pas zwart. Hoewel er natuurlijk ook nog sterretjes schijnen. Maar dan moet je ze wel willen zien.

Je ziet ze niet? Tja, dan heb je een probleem. Een echt probleem. Zwart zien, zwart willen zien, dat doe je dan jezelf aan. Zwart kijken wil ik het niet noemen. Veel belangrijker is het zien. Een wezenlijk verschil. Aapjes kijken of aapjes zien. Naar het grote geheel kijken, of het grote geheel zien. Ben jij een kijker of een ziener. Ik weet het wel. Ik maak het even voor je af. Ik zal het voor je duiden. Van afkijken komt afzien. Van doorkijken doorzien. Van uitkijken uitzien. Van inkijken inzien. Zo simpel is het.


Een inheems woord (10-12-2016) Zie ook Schrijfveer 05-10-2015 met dezelfde titel

Cupcake. Dat is het eerste woord dat me te binnen schiet. Inheems uit het buitenland geïmporteerd. Uit Canada om precies te zijn. Voor het eerst gebezigd door Diemanuitcanada. Het oudste lid, niet meer actief, van Column X. He loved cupcakes. Zeker als ze van een specifiek formaat waren. Cupcake Double X was zijn favoriet. Bij voorkeur propvol kliek en kwak. Een bijzonder goedje gekweekt in de buurt van Vancouver. Zonder kliek en kwak geen lekkere cupcake. Afgemaakt met een flinke toet slagroom is helemaal het ultieme.

De laatste keer dat Diemanuitcanada dat gegeten heeft is inmiddels ook alweer lang geleden. Maar geen nood. Hij heeft het recept ergens verstopt op de website Column X. Ergens te vinden in de archieven, lees krochten van CX Café. Het oude CX Café welteverstaan. Los of vast geschreven. Dat maakt in deze niet uit. Kliek en kwak zit ook aan elkaar. Maar ik dwaal af. Onderweg in de trein naar de meest recente Column X meeting. Op weg en op zoek naar kliek en kwak. Inheems en onder ons gesproken op zoek naar de lekkerste cupcakes van Den Bosch, Bossche Bollen.


Kartelrandjes (12-12-2016)

Mijn vingers hebben het. En niet zo zuinig. Door jarenlang nagelbijten en navelstaren. Van navelstaren kartelrandjes aan je vingers krijgen? Ja dat kan. Zodra het neuspeuteren gaat vervelen, stop ik de kartelrandjes uit mijn neus in mijn buiknavel. En ja, daarvoor moet je staren, zeker met mijn buik. Die steekt vooruit. Altijd op de meest ongelegen momenten. Bij sokken aantrekken, schoenen strikken en bij het plaatsen van kartelrandjes in de buiknavel.

Mijn papier heeft ook kartelrandjes en mijn zenuwen. Maar binnen die laatste twee bestaat geen causaal verband. Alhoewel? Van papier kun je behoorlijk zenuwachtig worden. Vooral als het leeg is. Dan kan je kiezen. Of ik kauw aan het papier of ik kauw op mijn zenuwen. En ja, soms volgt het een op het ander. Dat gebiedt de eerlijkheid te zeggen. Kauwen op mijn zenuwen houd ik niet lang vol. Ze blijven namelijk nooit zitten, die kauwen. Hersenpikkers zijn het. En dan vliegen ze weg.

Maar het vervelendst blijven toch de kartelrandjes van nagelbijten. Vooral de stukken waar ik niet meer bij kan, ook al doe ik nog zo'n moeite. Links of rechts dat maakt niet uit. Ik bijt, zaag, trek en kartel aan beide zijden, net zo makkelijk. Soms schakel ik de hulp in van mijn hond. In gedachten dan. Ik heb immers geen hond. Wel een kat. Maar die luistert niet naar mij en is ook niet echt geïnteresseerd in mijn vingerworstelingen.

Als de nagels zowat op zijn, ga ik vrolijk verder met mijn vingers. Aan sommigen heb ik al een mooi kartelrandje geknaagd. Het worden op die manier hele spitse vingers. Gelijk Dracula tanden heeft heb ik spitse vingers. Gelukkig zijn ze bestand tegen knoflook en kruisen. En het moet gezegd, ze zijn ook erg handig bij het buiknavelpeuteren. Want onder ons gezegd, ook ik ben wel eens toe aan een schoonmaakbeurt.

Sinds kort ben ik ook aangesloten bij een kartelrandkartel. Een zeer aangenaam bondgenootschap van lotgenoten. We kartelen wat af samen. En we liggen regelmatig ook in een deuk. Van onze eigen kartels. Volgende week hebben we weer een bijeenkomst. Ik zie er nu alweer naar uit.


Voorjaarsmode (14-12-2016) Zie ook Schrijfveer 05-10-2015 met dezelfde titel

Ecokleren. Dat is de nieuwe voorjaarsmode. Alle koeturiees wagen zich er in de winter aan. Het is allemaal tijdelijk en riesaikelbaar. Outentiek en niet te moeilijk. Omvattend en niet onthullend. Een nieuwe stroming.

In sommige werelddelen wordt het al toegepast. Eskimomode wordt het ook wel genoemd. We trekken weer dieren aan. Letterlijk. In het westen wordt dat lastig. Zulke grote dieren lopen daar niet meer rond. Ze zijn zeldzaam. De Ecokleren zullen dan ook wederom alleen voor de elite beschikbaar en toegankelijk zijn.

Nu is het helemaal niet erg om koude kille ijskasten in ijsbeerpakken te hijsen. Maar wat kost dat? Geld moet rollen, maar toch niet op deze manier? Tot uitstervens toe? De mode begeeft zich komend jaar op glad ijs. Althans in het westen. In het noorden is het pure noodzaak. Kost het ook niet veel geld, want een ijsbeer kost daar niets. Geen vervoerskosten, alleen heel veel tijd. Het schijnt nogal stug te naaien, zo'n ijsbeerpak.

Maar goed dat deze nieuwe mode nu tot een hoogtepunt komt. Over een paar jaar, de wetenschappers zijn het er nog niet over eens hoe lang precies, zal er geen ijs meer voorkomen in het noorden. Of de ijsberen dan ook hun wintervacht en ijspak afgooien laat zich niet voorspellen. Dat ze het warm krijgen en gaan zweten is echter een ding dat zeker is. Witte voorjaarsmode. Ga maar alvast sparen. Misschien alvast een klein verzoek doen aan de kerstman. Een ijsbeerpak voor onder de kerstboom. Best hip.


Rode draden (16-12-2016)

Het klopt weer. Wat een vreugde. Lief hart opgelapt. Draden goed gelust. Bloed stroomt omhoog. Bloed stroomt omlaag. Kruipt door hartkamers. Vloeit compleet gezuiverd. Morgen naar zwembad. Voorzichtig lijf dompelen. Drijven, voelen, leven. Misschien voor even. What the fuck. Ik heb overleefd. Rode draden kloppen. Revalideren kan beginnen. Lang leve vlechtartsen. Garen- en draadmeesters. Lucky I am. Gezondheid weer gered. Nooit meer frites. Veel te vet. Loos het zout. Loos de suiker. Loos het boos. Omarm de liefde. Omarm het zelf. Omarm de eigenliefde. Omarm de ander. Met dikke kussen. En vette knuffels. Leef het lijf. Lijf het in.


Snakkend naar adem (18-12-2016)

Zojuist de kachel aangemaakt, met de kerstboom. Had ik niet moeten doen. Raam open zetten helpt niet meer. De rokende boom begint nu zelf te hoesten. Hij kucht de dennennaalden dwars door de kamer. Alarm. Honderd lessen BHV spoken door mijn hoofd. Eerst jezelf in veiligheid brengen. Ja, maar hoe red ik dan mijn huis? En wie slapen er nog in mijn huis? De vlooien, de motten, de spinnen, de mieren, en al die dieren die ik al een tijdje niet gezien heb, maar waarvan ik weet dat ze er zijn. Ergens, verstopt in een nog maar enkele dagen ingelaste winterslaap. Ik krijg het niet over mijn hart om ze niet wakker te maken. Ik snak naar adem.

De eerste kerstballen vallen uit de boom en de gordijnen vatten vlam. Ik moet laag over de vloer bewegen, dat kan ik me nog herinneren. En de deur naar binnen toe opentrekken. Of nee, beter dichtlaten. Nog meer zuurstof kan de woonkamer echt niet verdragen. In colonne zie ik de eerste mieren langs de plint marcheren. Gelukkig, die zijn alvast gered. Maar waar blijven de motten en de spinnen, de vlooien en de andere dieren? De sprinklerinstallatie springt dan plots aan. Nee, deed die het dan nog? Een geluk bij een ongeluk. Ik trek mijn nylon kersttrui snel uit en spring een rondje rond de zwarte boom. Snakkend naar adem. But who cares?

Van buiten zie ik de buren door de raam naar binnenkijken. Zelfs die van tegenover. En ja, dan ga je je toch wel schamen. In je blote pielemans. Zomaar ineens. Allemaal aan elkaar geschreven en geplakt. Nu wel. Vrolijk kerstmis en zalig nieuwjaar, mompel ik in onverstaanbare lipletters. Bezorgd, zwaaien ze me uit. Alweer bijna een oud jaar verschroeid.


Roze tulpen (20-12-2016)

Ik ben fan van roze tulpen. Ik druk er graag mijn neus in. Zeker als ze vlezig zijn. Dronken word ik van de geur. En al helemaal als er een zwoele voorjaarswind bij waait. Ik vlei me er dan tussen, met heel mijn lijf. Heerlijk overwoekerd worden door het roze vlees. Ik doe mijn ogen dicht en laat geur en kleur binnenkomen. Al mijn zintuigen slaan dan op hol. Begin te trillen van genot. Zintuigen gaan iets met elkaar aan. Mijn mond ruikt, mijn neus kijkt en mijn oren proeven. De tast hóór ik dan weer. Het brengt me in vervoering. Ik kan daar eenvoudigweg niets aan doen. Het gaat vanzelf.

Met rozen heb ik dat veel minder. Die steken en prikken. Dat leidt af van passie en van hartstocht. Amarillen, die komen nog een beetje in de buurt. Maar dan heeft roze niet langer de voorkeur. Bloedrood moeten amarillen zijn, gelijk de liefde. Vlezig hard én zacht tegelijk. Uiteindelijk gaat er niets boven roze tulpen. Roze vlezige tulpen.

Ik volg de blaadjes in de prille lente. Soms volgen ze een pad. Alsof de duvel ermee speelt. Tulpenblaadjes liggen dan geplaveid op het gras en op de tuintegels richting tuindeuren. Tuindeuren die openstaan voor wat? Ja, voor wat? Ze lokken mij naar binnen, richting trap en slaapkamer. En daar, daar ligt ze dan. De mooiste muze van moeder natuur, in roze negligé, de prachtigste bloem van mijn leven. Mijn tulpenvrouw. Zeg dan maar eens nee?


Zoveel manieren om een sjaaltje te strikken (22-12-2016) Zie ook Schrijfveer 05-10-2015 met dezelfde titel

Charles, diep weggedoken in de kraag van zijn zwarte leren jas, loopt met kordate pas door de donkerste steeg van Amsterdam, de Zwarte Floddergats in helder Mooks jargoen. Af en toe staat ie stil. Ja, het is een lange gats de Zwarte Floddergats. Hij kijkt of alle dames nog keurig achter het raam zitten. En dat zitten ze. Met de kanariepiet trouw naast hun. De vleselijke volière ziet er vandaag weer proper uit.

Af en toe wringt zich een gatsgluurder, het liefst zonder aanraken, tussen Charles en de muur door. Zijn gestalte is ook imposant. Daar wil je niet aankomen. En al helemaal niet als Charles je met zijn blauwe doorsteekkijkers doordringend aankijkt. Maar de mannen in de steeg zoeken geen oogcontact. Met niemand niet. Het zijn lijftuurders en -gluurders. De laatsten doen het stiekem. Althans dat denken ze. De gekooide dames en volière-dieren weten wel beter.

Charles draait de bocht om en loopt nu de Schompesgats in. Hier moet het vanavond gebeuren. Dat heeft hij zich vanochtend voorgenomen. De middaginspectie verloopt uitstekend. Nog even een praatje met Esmeralda en Bonita en hij weet precies hoe de vogels vanavond zullen vliegen. Vanavond besluit Charles een schuchter typje te nemen. Hij heeft geen trek in vervelend touwgetrek, nee, vanavond gunt hij zich gemak.

Na de koffie, het donkert al, neemt Charles een kijkje in de lade. Welke sjaal zal hij nemen? De roze wordt het. Hij trekt de deur achter zich dicht en denkt onderwijl na op welke manier hij vanavond de sjaal zal strikken. Bij een schuchter persoon is dan de laterale stringmethode de meest eenvoudige. En vanavond, vanavond houdt Charles van eenvoud. Hij positioneert zich precies tussen de Zwarte Floddergats en Schompesgats in, wachtend op zijn slachtoffer.

Ah ... daar is ie al. Slaat ie de Schompesgats in? Yes! Vastberaden en met de roze sjaal in zijn knokkels gedraaid loopt hij achter het schuchter mannetje aan. Het kleine mannetje moest eens weten ... Niemand in de buurt? Niemand in de buurt.


Knus en Sneu (27-12-2016)

Daar lopen ze dan, hand in hand over de lange wandelpaden in het haast verlaten tuincentrum, Knus en Sneu. Op koopjesjacht. Op zoek naar goedkope kerstballen en kerstversiering voor 2017 en wie weet misschien wel verlichting voor aan de gevel. De koopjeshoek is geen succes. De beste spulletjes zijn allang weggesnaaid. Ze zijn ook veel te laat. Te laat zelfs voor oliebollen. Tweedehandse bollen die al sinds 16:00 uur koud liggen te worden. Dan smaken ze naar weeë meelwormen en daar hebben beiden geen trek in. Sneu overweegt nog heel even een zak van 10 bollen te kopen, om te vermengen als visaas. Morgen gaat hij weer vissen met de jongens.

Knus trekt Sneu aan zijn jas. Er liggen nog een paar mooie pieken. In de aanbieding, notabene. Maar dan moeten ze er drie kopen, want anders gaat de aanbieding niet door. Misschien iets voor Sneu's vismaatjes. Een van de drie pieken lijkt zelfs op een vis. Een kromme aal. Of is het een misgietsel? Sneu twijfelt. Nee, toch maar niet. Bovendien hebben alle drie zijn maten al een kunstboom die ze al tien jaar lang hetzelfde decoreren. Sterker nog, ze trekken hem ieder jaar kant en klaar uit een kartonnen doos van de zolder. De vrouwen komen niet langer in opstand. Zij bakken ook al tien jaar lang dezelfde oliebollen en appelflappen. En ieder jaar blijven er net zoveel over. Voor de buren en de vissen in de vijver achter op het veldje.

Aan de kassa kijkt Knus nog even in het winkelwagentje. De buit is weinig. Weer helemaal niets. Om schuldgevoel af te kopen besluiten ze in onderling overleg samen nog een treetje kerstkaarten te kopen. Voor volgend jaar alvast. Neutrale. Alleen met een kerstboom erop en fijne feestdagen. Geen jaartal, want dan zijn ze niet meer te gebruiken. De kassajuffrouw kijkt met een schuin oog beurtelings naar Knus en Sneu. Toch niets achter de hand gehouden? Zien ze haar denken. Snel nog wat pakpapier van de rol snijden en hup wegwezen. De buit is binnen.


Zuiverheid (29-12-2016)

Vandaag extra alert. De nieuwe NS Dienstregeling is ingegaan. Check check dubbelcheck. Bij het beginstation meteen vertraging. Bij het eindstation is de vertraging opgelopen tot twee uur. Valt best mee, vertelt de conducteur mij. Gisteren liep deze trein helemaal niet. De man naast mij doet spelletje 24. Opblaasbaar speelgoed. Tekenen met Sudoko. Japanse babydoll of Sumoworstelaar. Wie zal het zeggen? Ik ben op zoek naar Rodin. Die bivakkeert tijdelijk in Groningen, tegenover het station. In Utrecht stopt de trein op het pasgeopend nieuwe station. Het witte gebouw dat ik zie vanuit de trein hangt scheef. Het wijkt. Lijkt nog het meest op een H. Waarom geen U denk ik dan. Of misschien de H van haast? Hoe cynisch. Groningen komt eraan in de mist. Lang niet meer getreind. En nu kan ik niet eens naar buiten kijken. Had ik toch maar een boek meegenomen. Spel 24 naast me is opgelost. Het is een opblaasbare saxofoon met muzieknoot. Wie verzint dat. Niet ik. Buiten deze tekst. Loepzuiver.


De eeuwige keuze (31-12-2016)

Zwart of rood? Rood of wit? Wit of bruin? Bruin of grijs? Grijs of gekleurd? Gekleurd of effen? Effen of altijd? Altijd of nooit? Nooit of ooit? Ooit of misschien? Misschien of zeker? Zeker of onzeker? Onzeker of overtuigd? Overtuigd of met twijfel? Met twijfel of recht op het doel af? Recht op het doel of in de hoek? In de hoek of altijd lief? Altijd lief of stout? Stout of verdorven? Verdorven of rot? Rot of rotje? Rotje of vuurpijl? Vuurpijl of grondwerk? Grondwerk of stijgerbouw? Stijgerbouw of villakunst? Villakunst of André Rieu? André Rieu of André van Duin? Duin of zee? Zee of zand? Zandkasteel of luchtkasteel? Luchtkasteel of fata morgana? Morgana of Mildred? Mildred of een muis? Muis of kat? Kat of hond? Hondenweer of sneeuw? Sneeuw of hagel? Hagel of slag? Slag of stoot? Stoot of Marlene? Marlene of opwaaiende zomerjurken? Opwaaiende zomerjurken of bloot? Bloot of bold? Bold of beautifull? Beauty or full? Full metal jacket of harnas? Harnas of maliënkolder? Kolder of onzin? Onzin of zin? Zin of zinnen? Bij zinnen of hoofdzinnen? Ach ... we schrijven lustig verder ... in 2017 ... niet waar?