Nog een paar minuten en dan moet ik op. Voorzichtig tuur ik door de kier van het gordijn de zaal in. Het podium lijkt ineens te zweven onder mijn voeten. Wat zit die zaal vol!
Howdy Mien, are you ready?
Yes, I'm.
Fantastic.
Where is Wil?
Wil?
Yes, and his way?
I can't follow.
Where Wil is, is a way.
You funny guy.
And doll.
Doll?
Yes, yes, I like to doll.
Like guys and dolls?
Like guys and dolls.
Well, the floor is yours in a moment.
Yep.
Het gordijn gaat open. Ik kijk in een groot zwart gat. Pakweg tien spots proberen mijn ogen uit te branden. Het zwarte gat begint te klappen. Een schuchter applaus dat langzaam aanzwelt. Ik houd me stil. Het applaus verstomd. Ik blijf stil. Langzaam begint het zwarte gat weer te applaudisren. Mmm ... vandaag een bereidwillig publiek. Wat zal ik er eens mee doen? Langs het toneel vlak bij het gordijn op het podium zie ik iemand druk gesticuleren. 'Begroet de zaal', maak ik uit zijn woorden op.
Goedenavond allemaal!
Pijnlijke stilte. Daarna wat geroezemoes. Mensen gaan verzitten. Kuchen. Beginnen te praten. Ik laat het gaan. Ze zijn er even uit en dat moet je toelaten. Weet ik uit ervaring. Even lekker laten uitrazen. Binnen enkele seconden zal het geluid in het zwarte gat niet meer te stuiten zijn. Geen probleem. En ja hoor. Daar gaat het volledig los. Nu komt de grote uitdaging. Ik steek het kanon naast me af. Kaboem. The show goes on. Het zwarte gat voor me is nog zwarter geworden. Er komt nu ook rook vanaf. Vreemd. Het rookkanon wordt meestal pas aan het einde van de voorstelling aangestoken. Foutje. Brand!
Ho, ho mensen, willen jullie voorzichtig zijn met het meubilair?
De mensen klimmen over de stoelen en banken de zaal uit. Einde voorstelling. Hier valt geen eer meer te behalen. Laten gaan. Loslaten. Een vroegtijdig einde aan de eindejaarsvoorstelling die, erg goedkoop, niet eens begonnen is. Het werkt. In de foyer reageert iedereen razend enthousiast. Hoe ik het toch ieder jaar voor elkaar speel, die verrassende, nee, die verassende wendingen. Met roetvlekken in mijn gezicht geef ik antwoord.
Ach, meneer, ik hou gewoon van knallen!
Ach so.
Vanaf het begin, kort en bondig.
Ach so.
Sie sind Deutsch?
Sicherlich.
Also Herr Sicherlich, dann verstehen sie sicherlich kein hol?
Doch.
Sie haben ein Hund?
Selbstverständlich.
Nein, wirklich, er versteht sichselbst? Das ist ja grossartig!
Grossartig? Grossartig? Mit Art hat es nichts zu tun.
Verstehe ich, Art ist ganz zweitausendnul.
De foyer loopt langzaam leeg. Mijn gesprek met Herr Sicherlich ook. Ik bedank hem voor zijn komst en wens hem nog fröhliche Weinnachten. Hij vraagt me nog om een selfie. Ik zeg hem, doe dat lekker zelf en niet met mij, ik heb het zwart nog in mijn ogen staan. Doeg!