23-04-2013

Damsnuiver

Herman kijkt wat witjes voor zich uit. Hij durft niet goed een nieuwe stap te zetten. Tenminste niet op het bord. Hij richt zich op van tafel en grijpt met een verbeten gezicht naar zijn onderrug. De stijfheid in zijn hoofd is langzaam naar zijn lendenen gezakt. Een stukje wandelen zal hem goed doen. Gelukkig heeft Herman nog wat tijd over. Isidore moet maar even wachten. De volgende zet is bepalend voor de rest van de wedstrijd. Isidore weet dat donders goed en kijkt met een tevreden blik naar de klok. De tijd tikt langzaam weg.

We schrijven 1911. Buiten gekomen snuift Herman frisse lucht op. Zijn beide neusvleugels zet hij wagenwijd open en de kleur keert terug in zijn gelaat. Hij loopt naar zijn Peugeot type 61 en neemt plaats. Schichtig kijkt hij om zich heen of iemand hem ziet en opent dan het handschoenenkastje. Hij pakt een opgevouwen papiertje en staart ernaar. Dit zou hem moeten gaan helpen in zijn strijd tegen Isidore. Nu begint de tijd toch wat te dringen. Behoedzaam schuift hij het perkamentrolletje in zijn binnenzak en loopt snel terug naar de salon waar zijn medestander geduldig op hem wacht.

Voordat Herman de hoofdzaal binnenstapt besluit hij zich toch nog even te ontspannen in de biljartruimte die naast de hoofdzaal gesitueerd is. Een grote hobby van hem, biljarten. Zeker het spel tien over de rooie. Maar daar heeft hij nu geen tijd voor. Het maakt hem wel altijd rustig. Nee. Hij moet dit keer vertrouwen op zijn wijsheid en zijn goede voorbereiding. Het briefje in zijn binnenzak zal ongetwijfeld zijn werk doen. Snel doet ie een paar stoten op het groene laken. Totdat zijn oog valt op het dartbord dat aan de muur hangt. De bull’s eye kijkt Herman verlokkend aan. Herman kijkt gebiologeerd terug. Wordt het vogeltjepik of een meesterzet met dammen? Hij kan maar moeilijk kiezen.

Hij besluit zijn time out nog even te verlengen. Straks zal hij, in de hoofdzaal, zich verontschuldigen voor zijn verlate rentree. Hij kan altijd nog een acute aanval van diarree voorwenden. Herman pakt drie pijltjes en neemt plaats achter de okkie. Met een uiterste precisie jaagt hij de eerste dartpijl in het bord. Een millimeter van de bull’s eye. Nog altijd goed voor 25 punten. De tweede pijl doorboort het oog van het bord. Tevreden, maar ook enigszins weemoedig constateert hij dat hij het nog niet verleerd is. Zijn spel stond jaren geleden in de wijde omtrek bekend als ‘De worp van Hoogland’. Terug naar de realiteit. De partij tegen Isidore. Hij checkt nog even het papiertje in zijn binnenzak. Het nut van de inhoud ervan, zal zich nu moeten gaan bewijzen.

Herman neemt weer plaats tegenover Isidore. Hij haalt het papiertje uit zijn binnenzak en vraagt Isidore of ie bezwaar heeft tegen roken. Geen enkel probleem. Herman legt het papiertje op tafel en haalt een klein blikje te voorschijn. Uit het blikje haalt Herman een plastic zakje en een klein tuitje. “Goede Nepal”, fluistert Herman. “Wil je ook?” Isidore kijkt verlekkerd naar het zakje. “Ja, graag. Ik zie dat je de juiste vloei hebt. Mooi.” Weeïge dampen trekken door de damsalon. Snel worden zes zetten gespeeld. Herman ziet kansen voor een dam. Maar Isidore heet niet voor niets Weiss. Hem neem je niet zo maar bij de neus. Geraffineerd legt hij wat wit poeder op een zwarte steen van Herman en kijkt hem uitdagend aan.

Als verdoofd staart Herman naar het witte poeder. Hij wil niet, maar het vlees is te zwak. Snel pakt hij een afgeknipt rietje uit zijn polstas en snuift het geestverruimend goedje zijn neusgaten in. Een paar seconden later lijkt hij van de wereld te zijn. Gejaagd en overmoedig verzet hij de zwarte steen en slaat op de klok. Triomfantelijk kijkt Isidore hem aan en na een meesterlijke damzet schrijft hij historie met wat later ‘Het zetje van Weiss’ zal worden genoemd. Na zijn nederlaag druipt Herman af. Richting toiletten. De volgende ochtend wordt hij gevonden door een toiletjuffrouw. Op de kille stenen vloer. Met witte neusvleugels en een dartpijl in zijn hand. Op een uitgerold papiertje staat in hanenpoten geschreven: ‘De worp van Hoogland is uitgespeeld.’

Co-column geschreven op website ColumnX door Nachtzuster en Mien