17-04-2013

Een eigenwijze nageboorte

“Pff, pff, toe maar! Nog éventjes! Pff, pff. En pérsen! Persen!! Hmm, even wachten! Knip! Ja, persen maar!”

De vrouw in bed trok een vies gezicht. De ogen dichtgeknepen, de wangen dichtgeknepen, ja zelfs de neus had ze dichtgeknepen. Haar gezicht deed een beetje denken aan een citroenschil, iets te lang doorgedraaid op de citruspers.

Tien minuten later keek de verloskundige met een zelfingenomen glimlach naar zijn handen. In de ene lag een volmaakt, pasgeboren kindje dat hij liefdevol op de buik van de moeder legde. Zijn bebloede handschoen veegde hij achteloos aan het blote lijfje af. In zijn andere hand hield hij een net niet meer steriele heggenschaar vast. De verlossingstang, zeg maar.

“Kijk mevrouwtje, mijn Gardena heeft weer voor verlichting gezorgd. U hoeft niet meer zo zuur te kijken. Het is wel lang geleden dat ik in zo’n wilde groentetuin heb moeten duiken. Maar het resultaat mag er wezen, nietwaar?”

Heel even ontspande de vrouw haar citroenschil. Een brede gele glimlach verscheen op haar gezicht.

“Dat hebben we goed gedaan, vrouwtje. Nu nog even de moederkoek eruit persen en dan naai ik je weer mooi dicht. Met dit dingetje.”

Uit zijn binnenzak haalde hij iets wat op een moderne haaknaald leek.

“Nee, nee, schreeuwde het vrouwtje, niet de haaknaald! Heeft u niet een ander instrument? Dit doet mij veel te veel denken aan reddend hobbyzwemmen. Alleen was de haaknaald toen wel iets groter.”

“Tut tut tut. Niet zo aanstellen, dame. Dat is helemaal niet nodig. Zover ben ik nog helemaal niet. De hechtsisal moet nog gesteriliseerd worden. Eerst moet de dagschotel van de kleine er nog uit.”

De arts, annex hovenier, pakte een ander instrument van de operatietafel. Het had redelijk grote tandjes, een lange steel en kwam hoogst waarschijnlijk ook uit het assortiment van een tuincentrum.

“Ontspannen maar. Even een toucheetje doen.”

En zonder verdere uitleg harkte hij zijn onkruidwieder bij het vrouwtje naar binnen. Hij woelde in het luchtledige. In het gespannen lichaam van de uitgeputte vrouw begon zich iets vreemds af te spelen.

“Mevrouwtje, mevrouwtje, wilt u wel eens stil blijven liggen. We gaan hier geen Lambada opvoeren hoor. Daarvoor moet u toch echt bij een andere afdeling zijn.”

“Ja maar, ja maar dokter. Er zit iets vreemds dwars. Dit is abnormaal. Dat heb ik bij onze Dennis niet gehad. Nou ja, die kwam er met een voetbal uit, maar dit. Dit voelt wel heel raar.”

De dokter krabde zich achter zijn oor. Wat hij nu hoorde en zag had ie ook nog nooit meegemaakt. Uit de onderbuik van de vrouw klonk heel zachtjes gejodel. En warempel daar wiebelde toch ineens een bergschoentje uit de vrouw. Wat was dat? Hij pakte zijn harkje weer op en bracht dit naar binnen ten einde het vreemde schepsel eruit te vissen. Het jodelen nam in volume toe en alleen het wandelschoentje had zich, bij terugtrekken, vastgehecht aan het instrument.

“Dit is toch wel verdomde eigenaardig”, mompelde hij.

De arts boog zich voorover en legde zijn goed geproportioneerde oor tegen de ontplofte foedraal van het vrouwtje. Ja! Hij hoorde heel duidelijk een hoge meisjesstem.

“JodelaPetie, JodelaOpie, JodelaHeidi.”

De moeder raakte in extase van angst. Bijna gooide ze haar pasgeborene van haar blote buik. Of toch niet? Nee! De gezwollen buik maakte lichte golfbewegingen, waardoor het leek alsof het ventje deinend in de branding lag. Langzaam stierf het gejodel weg. De vrouw maakte aanstalten om eens stevig amok te maken, toen zij overvallen werd door flinke kokhalsneigingen.

“Ho mevrouwtje, even binnen houden. We gaan eerst nog een klein keizersneetje doen. Er is iets achter gebleven wat er niet uit wil. Kijk eens wat een klein schoentje. Wat er bij dit schoentje hoort moet er toch echt uit. Geen nood, ik heb eerder met dit bijltje gehakt.”

“Maar dokter. Alstublieft. Geen bijl. Ik ben maar een iel vrouwtje. En … eh … ach … ik zal het maar opbiechten. Ik ken dat schoentje. Het is van Heidi, de pratende pop van onze Dennis. Ja, ja, onze Dennis speelt graag met poppen. Alleen Heidi is ie al een tijdje kwijt. En ja … nu weet ik eindelijk waar Heidi zich bevindt. Ze is alleen erg schuchter en ontzettend eigenwijs. Ze haat zagen en bijlen. Begrijpt u, dokter? Gebruik dus liever een ander instrument … en doet u alstublieft voorzichtig.”

Co-column geschreven op website ColumnX door Mien en Nachtzuster